Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Geest der waarheid en de geest der dwaling (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Geest der waarheid en de geest der dwaling (1)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

De Schrift roept ons op om de geesten te beproeven of zij uit God zijn. (1 Joh. 4 : 1)

Johannes de apostel, uit wiens eerste brief wij deze oproep citeren, heeft een door de liefde en het geloof gescherpt oog gehad voor de rijke betekenis van Christus.

In het eerste hoofdstuk van zijn Evangelie heeft hij, als geen ander, de betekenis van de komst van Christus in het vlees mogen zien en doorgeven aan de gemeente.

Christus de eeuwige Zoon van de Vader, Zijn Eniggeborene was met de Vader en de Heilige Geest, één en waarachtig God. Hij was in de heerlijkheid des Vaders, eer de wereld was. De Kerk belijdt de éénheid in de drieheid en de drieheid in de éénheid van Vader, Zoon en Heilige Geest. (Athanasius)

Nooit is dieper gepeild de betekenis van Jezus' verschijnen op aarde dan in dat machtige woord uit Johannes 1 : 14 , , En het Woord (dat bij God was en God was vs. 1) is vlees geworden, en heeft onder ons gewoond en wij hebben Zijn heerlijkheid aanschouwd, de heerlijkheid van de Eniggeborene van de Vader, vol van genade en waarheid.

Calvijn onderstreept in zijn commentaar dat wij hierbij twee dingen onder ogen moeten zien. Ten eerste dat de twee naturen van Christus, de goddelijke en de menselijke natuur in één Persoon verenigd zijn, alzo dat de ene en dezelfde Christus waarachtig God en waarachtig mens is. Ten andere dat de enigheid van Zijn Persoon niet verhindert dat de twee naturen ongescheiden blijven. Dat dit niet te beredeneren doch alleen te geloven is, hoeft verder geen betoog.

Maar dat we op die manier slechts in de volle rijke Christus kunnen geloven, staat voor alles vast.

Johannes is ook de apostel die met nadruk de gemeente wijst op de verschijning van de antichrist in de eindtijd. Een tijd die zich uitstrekt over de eeuwen en omsloten wordt door Christus' eerste komst in het vlees en Zijn tweede komst op de wolken des hemels. Het hoeft ons dus niet te verbazen als iemand, zoals Johannes, zo'n diep - geestelijk - inzicht ontving in de betekenis van Christus' komst in het vlees, ook scherp weet te onderscheiden wat de betekenis en de bedoeling van de antichrist is.

En dat hem er alles aangelegen is op dit punt goed, d.w.z. gelovig te onderscheiden. Dit onderscheid geeft hij aan door in de eerste zes verzen van 1 Johannes 4 te schrijven over de Geest der waarheid en de geest der dwaling.

Het verband van de tekst

Als Johannes in het zesde vers spreekt over het onderscheid tussen de Geest der waarheid en de geest der dwaling dan zegt hij het zo: „Hieruit kennen wij de Geest der waarheid en de geest der dwaling". Hieruit!

Dat roept de vraag op: waaruit? Het is niet maar een losse gedachte, die Johannes poneert. Hij trekt een conclusie. Het gaat om een kritische onderscheiding tussen de Geest der waarheid enerzijds en de geest der dwaling anderzijds. Welke toetssteen heeft en geeft Johannes hiervoor aan? Het is een toetssteen die een diepe scheiding openbaar maakt.

Een scheiding tussen wie en wie? Er wordt een onoverbrugbare kloof zichtbaar tussen de gelovigen, die hij in vers 1 aanspreekt met: „geliefden" en tegen wie hij in vers 4 zegt: „Kinderkens, gij zijt uit God", en tussen de ongelovigen wier afkomst en levenswijze hij aangeeft in vers 5. Van de ongelovigen geldt: Zij zijn uit de wereld, daarom spreken zij uit de wereld.

Uit God zijn betekent: uit God geboren zijn, wedergeboren en vernieuwd door Woord en Geest. Ontrukt aan de macht des satans en overgezet in het koninkrijk van de Zoon van Gods liefde. Vernieuwd in bestaan en denken, begeren, zoeken, waarderen en streven in je hele bestaan en leven. Een Ander, n.1. Christus toebehoren en daarom anders in levensgedrag en levensopenbaring. Hun voornaamste kenmerk is leven in de liefde, de liefde uitleven en voorleven. Een liefde met geen aardse liefde te vergelijken, maar ontsproten aan de hemelse liefde van Christus en van God, door de Heilige Geest.

Ik denk aan het liefdeskenmerk uit hoofdstuk 3 : 16: Hieraan hebben wij de liefde gekend, dat Hij (Christus) Zijn leven voor ons gesteld heeft; en wij zijn schuldig voor de broeders het leven te stellen". Liefde, trouw tot in de dood.

Zoals de liefde heel het leven van Christus vroeg, zo vraagt Zijn liefde, door de Geest in het hart uitgestort óns leven.

En dan moet u nog eens naar het vervolg van 1 Johannes 4 kijken, waar vanaf het zevende vers Gods kinderen tot liefde worden opgewekt, omdat de liefde uit God is. Daarom wat vraagt ge naar uw wedergeboorte? Een iegelijk die liefheeft op de wijze van Christus, die is uit God geboren, en kent God.

Pas dan zijn we uit de dood overgegaan in het leven, want wie niet liefheeft blijft in de dood.

Uit de wereld zijn (vs. 5) betekent dat mensen nog steeds behoren tot de van God vervreemde en Gode vijandige wereld. Heel je denken en doen laat je dan door de wereld bepalen. De tegenstelling tussen het „gij" (vs. 4) en „zij" (vs. 5) wordt meerdere malen in deze brief van Johannes aangescherpt.

Bijvoorbeeld in hoofstuk 2 : 16 waar het „uit de Vader zijn" en het „uit de wereld-zijn" tegenover elkaar gesteld wordt. Je bent een kind van God óf je bent een kind des duivels (1 Joh. 3 : 9—10). Een derde mogelijkheid bestaat niet. Voor God althans niet.

„Hij, Die in u is", God, staat lijnrecht tegenover „hij, die in de wereld is", de boze. De wereld ligt immers in het boze (5 : 19).

De duivel heet de overste der wereld (Johannes 12 : 31).

Heel speciaal en specifiek wordt dus het uit de wereld zijn toegespitst op het behoren bij de duivel. Bezield zijn door de geest van de antichrist.

Er kan van compromis geen sprake zijn. De wereld is niet neutraal. Een mens dient öf God, öf de Boze. Dat is wel heel erg radicaal, maar het bevordert wel de helderheid en het noopt tot ernstig zelfonderzoek. Verdoezelen van dit hemelsbrede verschil leidt tot wereldgelijkvormig leven en denken, een levensgroot gevaar dat juist de kerk bedreigt, de eeuwen door en tot op de dag van heden. Het is ook een verschil van duisternis en wonderbaar licht.

Daarom heeft alleen ieder die uit God geboren is, die leeft uit het waarachtig geloof geestelijk onderscheidingsvermogen. Alleen wil er wel op letten dat niet de gelovige en ook niet zijn geloof zelf de kritische maatstaf is om de Geest der waarheid en de geest der dwaling te toetsen. De toetssteen zelf is de belijdenis, de waarheid dat Jezus Christus in het vlees gekomen is. Wie dat belijdt is uit God. (vs. 2) De scheiding van waar en vals, van echt en onecht, van waarheid en leugen valt niet bij de mens, maar bij de Persoon en het werk van Jezus Christus.

De Geest der waarheid

Wie is Hij? Raadplegen wij het Evangelie van Johannes dan vinden we daar dat de Heilige Geest door Jezus zelf meermalen de Geest der waarheid is genoemd.

Hij is de Heilige Geest die in Jezus' plaats in de wereld is gezonden om de gemeente Gods in alle waarheid te leiden. Hij onderwijst ons in de waarheid, in al de waarheid, die ontegenzeggelijk twee kanten heeft. Hij zegt de waarheid over ons mensen, Hij ontdekt aan de verlorenheid van ons mensen voor God, en Hij laat de waarheid van Gods genade in Christus zien. Laat haar niet alleen zien, maar past ook Christus toe aan het verslagen en verlegen zondaarshart. Hij put uit de onuitputtelijke volheid van Christus.

De wereld kan Hem niet ontvangen zegt Jezus, want zij ziet Hem niet en kent Hem niet maar gij kent Hem en Hij zal bij u blijven en in u zijn (Joh. 14 : 17).

En wanneer de Trooster zal gekomen zijn, Die Ik u zenden zal van de Vader, namelijk de Geest der waarheid, Hij zal u in alle waarheid leiden.

Aan de gemeente van Christus is door de Geest het geloof in Christus geschonken. Maar er is meer te zeggen. De Geest

der waarheid zelf is haar geschonken, en Hij zal bij u blijven en in u zijn. Alleen door die Geest kunnen wij waar van vals onderscheiden. Johannes wil dus tot het inzicht brengen dat twee geesten zich met de mens en zijn wereld bezig houden: die van de waarheid en die van de dwaling.

De volgende vraag is nu:

Om welke waarheid gaat het hier?

a) Ik denk dat we in de eerste plaats er vanuit moeten gaan dat God Zich in heel de Schrift openbaart als de God der waarheid. Hij is Jahwe, de volkomen Betrouwbare.

De onoverwinnelijke vastheid in het leven. Des Heeren Woord en wet is geldig ten allen tijde. Het gaat in de tijd in, maar de God der waarheid is van eeuwigheid tot eeuwigheid. Er is ook een strikt verband tussen Gods Waarheid en Gods Wet.

De waarheid is aan Uw geboön verbonden, zingt Psalm 119.

Dit houdt in dat waarachtig leven, echt menselijk leven slechts dan te leven is, als het leven zich meet aan de regel der heilige wet en waarheid van God.

Waarheid en wet zijn de fundamentele grondslagen van het verbond tussen God en Israël. De keerzijde hiervan is leugen en wetteloosheid. Waar Gods wet en waarheid verlaten wordt stort het leven in. Ontstaat er een puinhoop.

De wet des Heeren is ten leven.

b) In de grieks-hellenistische wereld, waarin Jezus en Zijn apostelen leefden, stond de waarheid voortdurend ter discussie. Een typerend voorbeeld hiervan komen we tegen in de vraag van Pilatus aan Jezus: , , Wat is waarheid? "

Dat geeft meteen te kennen, dat waar de waarheid Gods uit het leven van de mensen is verdwenen, de mensheid ook met blindheid geslagen is.

Jezus wijst er voor de rechterstoel van Pilatus met nadruk op: , Ik ben in de wereld gekomen, opdat Ik der waarheid getuigenis geven zou, want wie uit de waarheid is, hoort Mijn stem". (Joh. 18 : 37)

Is in het Oude Testament dus de waarheid Gods verbonden met Zijn Wet, - en dit blijft altijd gelden - in het Nieuwe Testament zien we de waarheid Gods ook in duidelijk verband met de persoon van Jezus staan. Hij spreekt niet alleen de waarheid, Hij openbaart niet slechts de waarheid, Hij zegt: Ik ben de Waarheid. Daar valt niet over te discussiëren.

U gelóóft het of u gelooft het niet. Vandaar dat waarheid ook kan betekenen het ware geloof of de ware leer. Waarheid en Evangelie zijn identiek. Geloven is: in waarheid Christus aannemen, met volle overgave van het hart.

Het geloof wordt genoemd tot kennis der waarheid komen, gehoorzaamheid aan de waarheid. Gehoorzaam worden aan het Evangelie.

Bij Johannes neemt het begrip „waarheid" een centrale plaats in, zowel in zijn Evangelie als in zijn brieven. Daar verstaat hij onder de waarheid de openbaring van Jezus Christus, Die reddend in deze wereld verschenen is. Waarheid niet als begrip, maar als Persoon.

Johannes kent geen waarheid behalve dan die in Christus Jezus verschenen is en de Geest der waarheid doet ons Hem kennen en ontmoeten, door het ware geloof.

Christus verandert ons leven en de Geest die ons Christus doet kennen leert de gelovige in de waarheid te wandelen, d.w.z. ook wandelen in de weg van Gods geboden.

K.a.Z.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 25 december 1989

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's

De Geest der waarheid en de geest der dwaling (1)

Bekijk de hele uitgave van maandag 25 december 1989

Gereformeerd Weekblad | 20 Pagina's