Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Dient God met blijdschap

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Dient God met blijdschap

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

, , Ik mis de blijdschap"... Dat was het opschrift van een artikel dat ik vorig jaar schreef, om precies te zijn in het nummer van 10 november 1989. Naar aanleiding van dat stukje ontving ik een sympathieke brief van een „oude bekende" van de Veluwe, die enerzijds zijn instemming betuigde, maar anderzijds moest bekennen dat het betreffende artikel toch de vragen niet volledig had beantwoord, en nog weer andere vragen had opgeroepen. Op de mannenvereniging van zijn gemeente was namelijk dit onderwerp juist ter sprake geweest en men was er ook niet helemaal uitgekomen. Ik citeer uit zijn brief:

„Voor alle duidelijkheid merk ik nog op dat onze bespreking betrekking had op het geestelijk leven in onze gemeente en niet ging over kritiek op de predikant of de prediking. Enkelen onzer waren van mening dat er in ons gemeenteleven (inclusief dus ons en mijn leven) te weinig over en uit de (ware) blijdschap des geloofs werd gesproken en geleefd. Waardoor dus ook van het tot jaloersheid verwekken van de ander (binnenkerkelijk en randkerkelijk en buitenkerkelijk) weinig terechtkomt.

Als vraag kwam daarbij naar voren, waardoor dit veroorzaakt wordt en hoe hierin verandering (verbetering) kan worden gebracht, want God roept ons hiertoe toch wel op, en het is bovenal tot Zijn eer en heerlijkheid en mede tot heil van onze naaste. Dit genoemde probleem (deze vragen) zijn echt uit de nood geboren en behoren onzes inziens door de gereformeerde gezindte hier en overal in ons land ter harte te worden genomen, en ons tot bezinning en zelfonderzoek te brengen."

Met opzet heb ik mijn broeder helemaal laten uitspreken om het probleem zo duidelijk mogelijk te stellen. Dezer dagen kwam namelijk hetzelfde probleem aan de orde tijdens een catechisatie-uur, en toen dacht ik ook meteen aan zijn verzoek om er bij gelegenheid nogeens op terug te komen. Aan dit verzoek wil ik wel proberen te voldoen, al wil ik bij voorbaat wel kwijt dat ik ook nü niet het beslissende woord zal kunnen spreken.

Blijdschap in de bijbel

Het woord „blijdschap" komt vele keren in de Heilige Schrift voor. Echter altijd als blijdschap in God, de Bron van alle vreugde. Een dichter noemt Hem: de God der blijdschap mijner verheuging" (Ps. 43 : 4).

Waarover kan de gelovige Israëliet zich al verheugen? Over de grootheid en de goedheid van zijn God, Die de Schepper en de Onderhouder is van alles dat leeft. Over de verlossing van het volk Israël uit Egypte, en later uit Babel. Over al Zijn machtige daden in de geschiedenis van Zijn volk. Ook over persoonlijke redding uit nood en bewaring in gevaar. Over de ondergang van Gods vijanden. Maar ook over het heil dat God bereid en beloofd heeft (zie o.a. Jes. 35).

Die blijdschap in God wordt beleefd in het dagelijks leven, maar vindt toch haar hoogtepunt in de eredienst. Die dienst is niet een zware opgave, een ondraaglijke last, maar een liefdedienst, die het hart met een onuitsprekelijke vreugde vervult. Hoe vaak wordt het volk in de psalmen opgeroepen óp te springen van vreugde, te huppelen voor Gods aangezicht, in de handen te klappen, enz. En hoeveel muziekinstrumenten staan er niet ter beschikking om daarmee de Heere te loven en te prijzen!

Een voorbeeld hoe het volk ondanks alles wordt opgewekt zich in God te verblijden vinden we in de geschiedenis van Nehemia. Wanneer Ezra, de Schriftgeleerde,

het volk heeft onderwezen in de Wet van God, dan wordt het volk verschrikt en bedroefd. Maar dan vermaant Nehemia het volk, dat het in deze omstandigheden niet past, rouw te bedrijven, want: , de blijdschap des Heeren, die is uw sterkte" (Neh. 8:11).

Ook in het Nieuwe Testament vinden we vele malen de blijdschap als gevolg van Gods grote daden. Bij de aankondiging van de geboorte van Johannes de Doper zegt de engel: , , u zal blijdschap en verheuging zijn en velen zullen zich over zijn geboorte verblijden." Wanneer Christus geboren is, dan zegt wéér een engel: , , Ziet, ik verkondig u grote blijdschap." Bij de komst van het Evangelie in Samaria lezen we: , , er werd grote blijdschap in die stad." De kamerling uit Morenland, die tot geloof gekomen is, „reisde zijn weg met blijdschap."

Waar we de brieven ook opslaan, overal komen we deze blijdschap tegen. „Het Koninkrijk Gods is rechtvaardig en vrede en blijdschap door de Heilige Geest" (Rom. 14 : 17). „Verblijdt u in de Heere, ten allen tijde, wederom zeg ik: erblijdt u" (Fill. 4 : 4). „Verblijdt u ten allen tijde" (1 Thess. 5 : 16). „In Welke gij, hoewel Hem niet ziende, maar gelovende, u verheugt met een onuitsprekelijke en heerlijke vreugde" (1 Petr. 1 : 8).

Kortom, „de vrucht van de Geest is blijdschap" (Gal. 5 : 22).

Geloofsblijdschap

Met dat laatste is tegelijk gezegd dat deze blijdschap ge/oo/sblijdschap is. Blijdschap, waartoe we onszelf niet kunnen „oppeppen". Blijdschap, die ons ook niet kan worden aangepraat. Het is immers de Heilige Geest Die het geloof in het hart werkt en ook de vrucht van het geloof doet groeien.

De Heidelbergse Catechismus zegt dan ook terecht dat deze geloofsblijdschap een onmisbaar kenmerk is van de waarachtige bekering: „een hartelijke vreugde in God door Christus" (Zondag 33).

Die blijdschap is niet afhankelijk van de omstandigheden, maar zoals het geloof juist in de beproeving en in de tegenspoed zich des te meer vastklampt aan de Heere en zich des temeer verlaat op Zijn Woord, zo kan de blijdschap er zijn, groeien zelfs, ondanks de verdrukking en tegen de verdrukking in. Hoewel zijn velden kaal zijn, en zijn stallen leeg zegt Habakuk: „ik zal nochtans in de Heere van vreugde opspringen, ik zal mij verheugen in de God van mijn heil.'* Wanneer de apostelen verhoord zijn door de Hoge Raad, dan lezen we van hen: „verblijd zijnde, dat zij waardig geacht waren geweest, om Zijns Naams wil smaadheid te lijden." En Paulus en Silas, in de gevangenis, met de voeten in het blok, zingen midden in de nacht Gode lofzangen.

Dat is een wezenskenmerk van het geloof: droevig zijnde, en toch altijd blijde" (2 Cor. 6 : 10).

Wat staat de blijdschap in de weg?

Het is een bijna chronische klacht dat deze geloofsblijdschap onder ons zo schaars is. Reeds de vorige keer heb ik een aantal oorzaken opgesomd voor het ontbreken of het onder druk staan van deze blijdschap. Het kan een bepaalde zonde zijn die de gemeenschap met de Heere verstoort en waarom Hij Zijn aangezicht verbergt, met als gevolg een ontbreken van de blijdschap. Het is ook mogelijk dat de blijdschap afgeremd wordt door de omgeving waarin we verkeren, en waarin de blijdschap meteen verdacht is, doordat er angst heerst om zich iets in te beelden of zich iets toe te eigenen. Ook een éénzijdige prediking, waarin de Wet, en de kennis van de zonde een onevenredig grote plaats inneemt, of waarin we pas en te onpas gewaarschuwd wordt tegen zelfbedrog, kan de blijdschap systematisch onderdrukken.

Het staat wel vast dat het gemis van de blijdschap alles te maken heeft met het gebrek aan zekerheid. De zekerheid van het geloof en de blijdschap van het geloof zijn onlosmakelijk aan elkaar verbonden. Wie met Paulus mag zeggen: „ik ben verzekerd dat niets mij zal kunnen scheiden van de liefde Gods, " die zal de Heere ook voor die zekerheid loven en prijzen, en die zal dat doen met een hart dat vervuld is van echte, geestelijke vreugde.

Hoe kom ik aan die blijdschap?

De vraag stellen is haar beantwoorden. Als de blijdschap inhaerent is aan de zekerheid van het geloof, dan kan ik evengoed vragen: hoe kom ik aan geloof en aan zekerheid van het geloof?

Het antwoord daarop is niet moeilijk: het is de Heilige Geest Die het geloof werkt en versterkt. Maar Hij doet dat al-

tijd in de weg van de middelen. Zowel voor de werking als voor de versterking van het geloof zijn we aangewezen op het Woord, op de prediking van het Woord, op het onderzoek van het Woord. Niet alleen de regelmatige kerkgang - dat spreekt toch vanzelf? - maar ook de dagelijkse omgang met de bijbel en het persoonlijk gebed - het zijn de wegen die de Heere Zelf cns heeft aangewezen om tot geloof te komen en uit hei geloof te leven.

Wie een slordig leven leidt, een slordig gebruik maakt van de middelen der genade, moet zich niet verwonderen wanneer hij of zij veeial in het duister zit, en weinig leeft en spreekt tot eer van de Heere. En door zo'n leven wordt ook onze naaste niet gesticht en voor Christus gewonnen.

In ons jongste belijdenis-geschrift, de Dordtse Leerregels, worden deze dingen op een pastorale wijze aan de orde gesteld. Daarom wil ik tot besluit graag een enkele paragraaf daaruit citeren: , , Van deze hun eeuwige en onveranderlijke verkiezing ter zaligheid worden de uitverkorenen te Zijner tijd, hoewel bij onderscheiden trappen en met ongelijke mate, verzekerd; niet als zij de verborgenheden en diepten Gods curieuselijk onderzoeken, maar als zij de onfeilbare vruchten der verkiezing, in het Woord van God aangewezen (als daar zijn: het waar geloof in Christus, de kinderlijke vreze Gods, de droefheid die naar God is over de zonde, honger en dorst naar de gerechtigheid, enz.) in zichzelf met een geestelijke blijdschap en heilige vermaking waarnemen" (I, 12).

„Gelijk het God beliefd heeft dit Zijn werk der genade door de prediking van het Evangelie in ons te beginnen, alzo bewaart, achtervolgt en volbrengt Hij het door het horen, lezen en overleggen daarvan, mitsgaders door bedreigingen, vermaningen en beloften, en door het gebruik van de heilige Sacramenten" (V, 14).

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Dient God met blijdschap

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 januari 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's