Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleine Kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine Kroniek

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

Wat beweegt ons?

Wat ons ten diepste beweegt om deze open brief te schrijven is liefde voor Christus en Zijn kerk en zorg voor de voortgang van Zijn werk. Wat dit laatste betreft denken wij zowel aan de opbouw van de gemeente, in de toerusting van volwassen gemeenteleden en in de , , overdracht" van het geloof aan de volgende generatie, als ook aan de uitbouw van de gemeente in de verbreiding van het Evangelie onder hen die buiten staan,

We denken hierbij ook aan de doorwerking van het heil in de verbanden van schepping en samenleving, waarin de Here God ons met onze gaven en verantwoordelijkheden heeft gesteld.

Het moment waarop wij deze open brief publiceren, is bewust gekozen. Aanstaande zondag hopen wij het Pinksterfeest te vieren. Wij weten van de uitstorting van de Heilige Geest. Wij weten ook van de dóórwerking van de Geest in de geschiedenis. Maar niet alleen in de geschiedenis, ook in het heden. Ondanks de zorgen waarvoor alle reden is, zien wij met vreugde en dankbaarheid, hoe de Geest ook vandaag jongeren en ouderen brengt tot de kennis en de navolging van Christus, Wij ervaren dit als stimulerend in het gaan van de weg van onze roeping. Wij weten dat ons werk - in de Here gedaan - zinvol is, en wij willen ons hierin ook naar de toekomst toe door Hem laten leiden.

Tegelijkertijd beseffen wij, hoe groot de verantwoordelijkheid is, die wij dragen. Vertrouwen wij werkelijk op de leiding van de Geest? iSijn wij daar waar Hij bezig is? Hoeden wij

ons ervoor een belemmering voor Hem te zijn? Geven wij Hem - om zo te zeggen - alle ruimte om de schatten van Christus uit te delen en om Christus te verheeriijken in ons persoonlijke leven en in het leven van de gemeente?

Wij verlangen naar de verdere doorwerking van de Heilige Geest en naar Zijn vernieuwend werk. Wij verlangen ernaar meer vruchten te zien en te ervaren van geloof en bekering, van liefde en gehoorzaamheid, van eenheid en ontplooiing van gaven in de gemeente. Wij verlangen ernaar, dat onze gemeenten aantrekkelijke gemeenten zijn voor jongeren en voor buitenstaanders.

Het volgende zouden wij in dit schrijven graag met u willen delen. Naar onze overtuiging gaat het hierbij om onderwerpen die van wezenlijk belang zijn voor de genoemde opbouw en uitbouw van de gemeente en voor het volgen van onze roeping in de wereld waarin wij leven.

1. Kerk in de wereld

1.1. Kerk en secularisatie

Pinksteren gedenkend worden wij stilgezet bij en meegenomen door de uitstorting van de Heilige Geest. Hij doorbreekt grenzen met het oog op de verkondiging en de komst van Gods Koninkrijk. De kerk, die geroepen is om deze boodschap - die deze wereld zozeer nodig heeft - te dragen en uit te dragen, is het centrum van waaruit God Zijn Koninkrijk doet komen. Principieel is haar plaats dus midden in deze wereld.

Door haar boodschap heeft de kerk ingrijpende veranderingen gebracht in deze wereld:

veranderingen in persoonlijke levens en veranderingen in samenlevingspatronen. De westerse cultuur heeft door het kersteningsproces in de geschiedenis eeuwenlang - zij het bepaald niet altijd even helder en zuiver - het stempel van het Evangelie gedragen. Die tijd is voorbij. Wij maken nu een tegengesteld proces mee, het proces van secularisatie. De gevolgen van dit proces zijn eveneens ingrijpend, zelfs zó dat gesproken wordt van een omslag in de cultuur, In deze omslag zien wij een toenemende verzelfstandiging van allerlei levensterreinen ten opzichte van de invloed van God en Zijn Woord en een verdringing van de kerk vanuit het midden naar de rand van de samenleving. Er is daardoor sprake van steeds minder samenhang in onze cultuur. Allerlei levenssferen met hun eigen kenmerken ontstaan. Deze verbrokkeling werkt ook door in het kerkelijk leven en is een extra belemmerende factor in het verstaan van elkaar en in het zoeken en beoefenen van gemeenschap (tussen jongeren en ouderen, met randleden en buitenkerkelijken). Het toenemend gebrek aan samenhang in onze cultuur lijkt zo ook de christelijke gemeente op te breken.

Het is een onomstotelijk gegeven, dat het secularisatieproces aan óns deel van het kerkelijk leven niet voorbij gaat. Wij staan er met ons allen middenin, met heel ons hebben en houden, met al ons geloof en ongeloof.

1.2. Cuhureel isolement

Met bezorgdheid constateren wij echter, dat veel ambtsdragers weinig oog lijken te hebben voor wat er in onze tijd en in onze cultuur gaande is en dat in veel kerkeraden nauwelijks

bezinning plaats vindt op de cultuuromslag die wij meemaken en op de gevolgen ervan voor het kerkelijk leven. Zo signaleren wij bijvoorbeeld met betrekking tot het zorgwekkende probleem van de kerkverlating een zekere zorgeloosheid en een soms zelfs luchthartigheid in gemeenten waar men nog „bogen" kan op behoorlijke aantallen kerkgangers en catechisanten. Aantallen kunnen echter zeer verhullend zijn. Hetzelfde geldt voor vaste kerkelijke patronen en gedragscodes waarin wij ons kunnen verschuilen. Deze factoren op zich zijn nog geen bewijs van levend geloof en van een bloeiend gemeenteleven. Ze kunnen niet als geldig worden beschouwd als argumenten in het wegen van de gevolgen van het secularisatieproces.

Wij spreken onze zorg ook uit over de groter wordende kloof die jongeren met ouderen in de gemeente ervaren. Deze kloof is niet zozeer een generatiekloof, maar een sociaal-culturele kloof. Wij ervaren het uit elkaar groeien van jongeren en ouderen vanwege allerlei verschillen en het ontbreken van echte aandacht voor jongeren in onze gemeenten, hun beleving van kerk en wereld en hun vragen ten aanzien van de relevantie van het geloof als een tragisch element in het secularisatieproces. Wij constateren ook met bezorgdheid, dat buitenkerkelijken vaak een afstand tot ons kerkelijk leven ervaren, die niet zozeer met de vreemdheid van het Evangelie te maken heeft, maar veel meer met onze wéreldvervreemdheid en met het - cultureel gezien - geïsoleerde karakter van onze manier van kerk-zijn, waarin de nadruk meer ligt op het conserveren van het bestaande (zoals dit tot uiting komt in taal en vormen) dan op een eigentijdse vertolking van de „oude" waarheid.

1.3. De gemeente toerusten in deze tijd van secularisatie

Wij zouden er bij u die verantwoordelijkheid draagt in de gemeente en die zich geroepen weet om de gemeente met het oog op haar opbouw en uitbouw toe te rusten, op aan willen dringen om u ook diepgaand te bezinnen op de ontwikkelingen en veranderingen die in onze tijd en onze cultuur aan de orde zijn. Laat u zich wat de gevolgen van de secularisatie betreft niet misleiden door aantallen en door vormen die in acht genomen worden.

Van ons mag verwacht worden, dat wij de leden van de gemeente helpen in het verstaan van de Schrift en in het verstaan van de vragen van deze tijd. Het is van groot belang, dat wij daar helder en concreet in zijn, met name wanneer het gaat om het onderscheid in zaken die het hart van het Evangelie raken en zaken die meer aan de periferie van kerk en geloof liggen. Van ons mag verwacht worden, dat wij oog hebben voor de jongeren, die vaak als eersten met allerlei veranderingen te maken hebben en die in hun groei en ontwikkeling ons bewogen hart en onze sturende hand nodig hebben. Van ons mag verwacht worden, dat wij de leden van de gemeente voorhouden, dat het Evangelie met heel het leven te maken heeft en ook met heel deze wereld. Wij kunnen ons niet losmaken van het secularisatieproces, omdat we er deel aan hebben. Het is onze roeping om in dit proces op een positieve wijze te zoeken naar nieuwe wegen, die met en vanuit het Woord vandaag begaanbaar zijn. Van ons mag ook verwacht worden, dat wij ons vanuit de liefde van Christus inzetten voor het bereiken van buitenstaanders en dat wij daarbij proberen drempels die meer met onze kerkelijke cultuur dan met het Evangelie te maken hebben zoveel mogelijk weg te nemen.

2. Gemeente-zijn

2.1. Eenheid en pluriformiteit

In deze wereld, met het oog op Zijn Koninkrijk, vergadert God Zijn gemeente uit de volken. Zijn verkiezing is de basis en Pinksteren de definitieve doorbraak van Zijn wereldwijde werk.

Luisterend naar wat in de Bijbel gezegd wordt over het karakter van de gemeente horen we enerzijds van een fundamentele eenheid, anderzijds van een veelkleurige pluriformiteit. De eenheid waarvan sprake is, is geworteld in Hem die zonder aanzien des persoons goddelozen door het geloof rechtvaardigt en met de band van de Geest verenigt. Wat dit betreft zijn alle gemeenteleden gelijk. Niemand heeft iets voor op de ander. En er is niemand die zich achtergesteld hoeft te voelen.

Groepsvorming, waarbij relaties selectief - op grond van criteria van sympathie, overeenstemming inzake ethische keuzes e.d. - worden aangegaan, is in strijd met deze principiële gelijkheid.

In de pluriformiteit, die ook een karakter is van de gemeente, komt tot uiting hoe God, onze Vader, ieder gemeentelid als een uniek mens heeft geschapen, hoe de Heilige Geest de gemeente voorziet van rijke verscheidenheid aan

Als reactie op mijn artikelen Christendom en Cultuur, ontving ik zowel mondelinge en schriftelijke opmerkingen over de door mij gestelde problematiek in het cultuurvraagstuk.

Uit de correspondentie is mij gebleken, dat vele lezers van het Geref. Weekblad zich eenvoudig niet kunnen voorstellen, dat er nog andere denkbeelden bestaan dan de hunne, die zij met voorliefde plegen te noemen, , denkbeelden van een normaal mens".

Als eerste vraag werd mij gesteld, waarom wordt „de Kunst" als gave van God in de kerk zo onderschat en miskend?

M.i. zal dit zijn oorzaak vinden in het feit, dat men niet in het minst wil toegeven aan de tijdgeest, die de kunst zo hoog op de troon verheft, alsof daarin alle geluk en alle zaligheid der ziel gelegen is. Van die dweepzucht moeten wij ons als Christenen verre houden. Wel eren wij als wij zullen zien de kunst als een gave van God en wel moeten we ook op haar terrein Hem dienen, maar wij verzetten ons tegen het streven op uitsluitend de kunst in het centrum der belangstelling te plaatsen.

De religie blijve haar eerste en hoogste plaats behouden, en geen kunstgenot kan haar weelde vervangen.

Wat geen oog in de wereld der schoonheid heeft aanschouwd, heeft God bereid dien, die Hem liefhebben en vooral onze jeugd zal er voor moeten waken, dat niet de kunstverering schade doet aan haar ziel.

In een vorig artikel heb ik u reeds met nadruk geschreven, dat een Christen niet tegen de Cultuur kan zijn.

Ook Joh. Calvijn zag de kunst als gave Gods. Dit wordt duidelijk in de Comm. in zijn boek Genesis 4 : 21. Naar aanleiding

van Jubal die muziekinstrumenten uitvond, spreekt Calvijn van voortreffelijke gaven van de Heilige Geest. In zijn commentaar op het boek Exodus, zegt Calvijn dat alle kunsten uit God vloeien en te eren zijn als goddelijke uitvindingen. Het zijn schatten die we van de Heilige Geest ontvangen. (Zie artikel van drs. R. Oosterom in het boek getiteld: „Met het Woord in de tijd" blz. 107).

De Christen dient bij de beoefening der intellectuele cultuur dit te doen bij het licht van Gods Woord, welke God in Zijn bijzondere openbaring ons heeft bekend gemaakt, daar de niet Christelijkewetenschap deze Christelijke principiën loochent.

Deze laatste (de niet-Christelijke wetenschap) bezit niet het monopolie. Dat is wel te allen tijde door het liberalisme ten onzent beweert, en in deze mening staan eigenlijk nog allen, die van het Woord des Heren niet willen weten, maar zulk een beschouwing verraadt gemis aan kennis van hetgeen in de H. Schrift is geopenbaard.

Zo zij ons denken gebonden aan het Woord van God. De H. Schrift is wel geen wetenschappelijk handboek, maar zij bevat wel de grondbeginselen voor de wetenschappelijke opbouw en wij geloven dat zij ook voor de geleerde en voor alle denkarbeid is gebonden aan Gods Woord.

De ware vrijheid is alleen gebonden aan Gods Woord.

De verhouding tussen Christendom en Cultuur was voor vele lezers moeilijk te verwerken en enigszins onbegrijpelijk. De klaagzangen over het gemis aan cultuur waren talrijk. Het gaat om de vraag: Christendom en cultuur concreet toe te spitsen, juist nu. Het is een vraag aan de Kerken van vandaag: Wij hopen, dat de kerken het antwoord vinden, het is een kwestie van zijn of niet-zijn. Hoewel het erg moeilijk is om onze tijd te karakteriseren, we kunnen wel een typering geven. En in de eerste plaats zeggen, dat onze tijd en samenleving gekenmerkt wordt door een geweldige secularisatie.

Men bedenke (dit als antwoord aan een andere inzendster) dat de Christelijke Kerk aanvankelijk de vraag van de cultuur niet zo sterk heeft gevoeld; men verwachtte het zeer nabije Koninkrijk van Jezus Christus, maar spoedig kwam de gedachte van het uitstel op; niet van maar in de wereld zijn. En wat die eerste Christenen aangaat, mogen we niet vergeten, dat men te doen had met de wijsbegeerte en de moraal van het heidendom. Men kwam in aanraking met de griekse, met de niet-christelijke, met de paganistische cultuur en deze kon, gelijk vanzelf spreekt niet worden aanvaard.

Het Christendom zou secte geworden zijn, als zij zich niet met de cultuur had ingelaten. In de Bijbel vinden wij iets van cultuur. In de Commentaren van Calvijn haalt hij dikwijls antieke cultuurdragers aan, zie Psalm 105 en Ezechiël 17.

Vergelijk Paulus' rede op de Areopagus; Lukas gebruikt 400 vaktermen op medisch en nautisch gebied; waarschijnlijk was hij kunstenaar (schilder). Iets van de cultuur is mede opgenomen in het evangelie. In de reformatie is het niet alleen gegaan om de tegenstelling natuur en genade (zoals bij Rome) maar er is ook een spanning geboren van uit het heil tussen deze en de toekomstige wereld. Daarom verachtte men deze wereld niet in wereldmijding.

De aanvaarding van de cultuur ligt bij de neo-calvinist meest in het economische vlak, er is een behoorlijk stuk organisatorische macht ontwikkeld. De aanvaarding van de cultuur is nog niet zo sterk, bij wat wij cultuur in engere zin noemen: wetenschap en kunst.

Dr. A. Kuyper probeerde de cultuur onder zijn greep te krijgen. Wat bij het Reveil onvervuld bleef, kwam bij dr. Kuyper naar voren. Kuyper interesseerde zich voor Bilderdijk en Voltaire de twee uitersten in de religie. Zijn theologische bezinning over de gemene gratie (de algemene genade) is van grote betekenis geweest. . Deze ontwikkeling is blijven steken in het theoretische.

Vooral de groep der kerkelijke Gereformeerden heeft zich met het theoretische vraagstuk bezig gehouden, maar zijn niet in de cultuur gaan staan. Het bleef een voorposten gevecht vér van de legertros. Het was defensief, men voelde er zich niet in thuis.

Twee dingen hangen samen: de belijdenis functioneert pas en komt los van kramp en verschraling, als de Kerk in de cultuur staat. De grootste mogelijkheden aan de Gereformeerden geschonken gaan niet verloren, als zij in de cultuur komen te staan.

Cultuur is dit, dat er een andere wereld opgeroepen wordt. Wij blijven niet bij de dingen van onze wereld staan, zoals die voor ons liggen.

Als bijzondere vraag uit mijn correspondentie springt nog naar voren,

waarom de ongelovigen meer cultuur hebben dan de Christenen. Hierop wijzen de H. Schrift en Kuyper verwijst naar de Bijbel, denk u maar aan het geslacht van Kaïn.

De cultuur kan blijkbaar buiten de Kerk beter bloeien dan in de Kerk. Ik zie het zo, dat dit wijst op een geheime en toch doorzichtige goddelijke economie. Omdat de cultuur zo sterk in de buitenkerkelijke wereld ligt is de Kerk op de wereld aangewezen.

God zegt: u kunt zelf cultuur bedrijven, maar je kunt dat nooit doen als u niet naar de wereld gaat, waaraan ik zovele schatten heb gegeven.

Cultuur dringt voortdurend tot religie. Het centrum van de cultuur is onze Here Jezus Christus.

In een volgens artikel wil ik toch nog de vraag beantwoorden hoe de verhouding is van de Kerk tot de Cultuur.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Kleine Kroniek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 8 juni 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's