Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kleine Kroniek

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kleine Kroniek

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Gods besluiten en de geschiedenis

Onlangs kwam de oude kwestie van het infra-en supralapsarisme weer eens op aca misch niveau aan de orde. Aan de Kamper Theologische Universiteit van de Gereforme de Kerken (Vrijgemaakt) verdedigde de K aan H. M. Yoo zijn proefschrift , , Raad en daad. Infra-en supralapsarisme in de neder landse gereformeerde theologie van de I9e 20e eeuw" (Uitg. Mondiss, Kampen 1990, 2 pag. f 40, - ).

In het Nederlands Dagblad van 4 juli wijdt dr. M. J. Arntzen een brede beschouwing aa dit werk. Een gedeelte daarvan neem ik gra over in deze kroniek.

, , Velen - ook zogeheten meelevende gemeenteleden - zullen niet weten wat de woorden infra-en supralapsarisme betekenen. In de Bijbel en in de belijdenisgeschriften lees je er niet van. De gereformeerde synode van 1905 heeft zelfs uitgesproken dat de kwestie , , infra-supra" zo weinig mogelijk op de preekstoel of op de catechisatie moet worden gebracht. Voor het praktisch geloofsleven heeft het blijkbaar weinig betekenis. Toch is de discussie die achter de twee termen schuilt, belangrijk genoeg om er een dissertatie aan te wijden. Dr. H, M. Yoo promoveerde vorige week op de studie

, , Raad en daad", over het infra-en supralapsarisme in de gereformeerde theologie in de Nederland, gedurende de 19e en 20e eeuw...

Wanneer de kwestie voor het praktisch geloofsleven van weinig betekenis lijkt, blijft de vraag waarom dan een dissertatie daarover aan de universiteit van de Gereformeerde Kerken (vrijg.). Deze kerken zijn er toch niet om zich te verliezen in splinterigheden, maar voor de opbouw van het geloofsleven? We kunnen antwoorden dat men de woorden supra-en infra-" lapsarisme in meer dan één betekenis kan gebruiken, en vooral dat het in dit proefschrift uiteindelijk gaat om de vastheid van Gods de-besluiten én van de uitvoering daarvan in de geschiedenis. Vandaar ook de titel , , Raad en er daad", die ontleend is aan K. Schilders cateorechismusverklaring IV, 195 (zie p.10). Dit is m.i. de verdienste van dr. Yoo, dat hij hier de - nadruk legde, en dan gaat het zeker niet meer en over haarkloverijen.

Maar dus eerst: waar ging het eigenlijk over bij het infra-en supralapsarisme? Tentijde van de Dordtse Synode van 1618/19 draaide het an om de vragen, wat de volgende van de beslui-ag ten was in de eeuwige raad van Gods verkiezing (en verwerping) en ook, wie het voorwerp waren van deze eeuwige verkiezing en verwerping. Volgens de infralapsariërs ging het besluit van .schepping en zondeval vooraf aan dat van de uitverkiezing. Volgens de zienswijze van de supralapsariërs echter besloot God éérst tot verkiezing en verwerping, en daarna tot de schepping en de val.

Voorts, volgens de infra's verkoos (of verwierp) God de geschapen en gevallen mens volgens de supra's de nog te scheppen en te vallen mens. Hierover zijn allerlei vragen te stellen, waaraan we nu voorbij gaan.

Op de synode van Dordrecht waren voorstanders van beide richtingen. Gomarus bij voorbeeld was uitgesproken supralapsariër. Maar men verdroeg elkaar, zoals ook veel later rond 1905, toen de strijd in de Gereformeerde Kerken o.a. over dit onderwerp weer oplaaide. Het was kort na de vereniging van 1892, en het infra-gevoelen werd meer bij de broeders uit de Afscheiding gevonden, Kuyper en met hem veel dolerenden waren supralapsarisch. K. Dijk heeft in zijn proefschrift van 1912 vooral dit , , klassieke" infra-en supralapsarisme behandeld. Yoo vermeldt dit proefschrift uiteraard ook (p. 103vv).

Maar, zoals gezegd, als in Yoo's proefschrift wéér over infra-en supralapsarisme wordt gesproken, wordt alles in een veel breder kader gezet. Yoo wijst erop, dat al A. Kuyper en H. Bavinck hier heel andere wegen gingen (zie stelling 2). En vooral bij K. Schilder en G. C. Berkouwer liggen de problemen heel anders dan in 1618/19 of ook rondom 1905.

Vooral de zoeven genoemde vier theologen worden door Yoo met enige uitvoerigheid behandeld. Het is de moeite waard iets van zijn bevindingen weer te geven.

A. Kuyper en H. Bavinck

Bij A. Kuyper wordt er vooral nadruk op gelegd, dat hij stelde, dat God in zijn eeuwige raad tot de zondeval besloten had (een gevoelen, dat overigens vrijwel gemeengoed was bij de gereformeerden).

Maar het is wel van belang, omdat men gezegd heeft, dat volgens het oorspronkelijke infralapsarisme (van H. Bullinger) de zonde , door God alleen te voren geweten was, en niet bepaald. Kuyper was dus ten deze supralapsariër. Hij was zich van de risico's van dit standpunt terdege bewust. Hij gebruikt daarvoor aangrijpende beelden in E Voto II, p. 170w.

Mooi is, dat Yoo doet uitkomen hoe volgens Kuyper de theologische wetenschap vooral te maken heeft met de kennis van God, en ook.

dat het bij al deze kwesties van Gods besluit en de uitvoering daarvan uiteindelijk gaat om de eer van God. De schrijver tracht ook aan te tonen, dat Kuyper zijn voorkeur voor het supralapsarisme nodig had in verband met zijn leer van de Gemene Gratie. Maar dit betoog komt mij minder sterk voor. Ook op infralapsarisch standpunt zou men tot deze constructie kunnen komen.

In het algemeen drukt H. Bavinck zich wat evenwichtiger en voorzichtiger uit dan A. Kuyper, opmerkelijk is echter dat ook bij Bavinck de gedachte te vinden is, dat de zonde niet buiten de goddelijke raad om ging. Er is dus ook een besluit Gods tot de zonde(val). Bavinck zegt meermalen, dat God de zonde , , in zekere zin" heeft gewild. Het verwonderde mij enigszins, dat Yoo tijdens de promotieplechtigheid na de oppositie van drs. Batteau ontkende dat er een voorbeschikking (dus besluit) tot de zondeval was. Natuurlijk komen we op gevaarlijk terrein. Het gaat hier over zaken, die ons verstand ook ver te boven gaan. En we mogen God nooit tot een „auteur" van de zonde maken, dat zou gruwelijk wezen. Maar Yoo gaat hier wel tegen de gereformeerde traditie in. Daarom had ik graag zijn argumenten gehoord, maar toen hij die zou geven, moest hij zwijgen.

Bij H. Bavinck wordt er grote nadruk op gelegd, dat Christus niet na de gemeente (supralapsarisch) maar mèt de gemeente samen in één besluit is uitverkoren. Belangrijk is eveneens, dat Bavinck er nadruk op legt, dat uitverkiezing en verwerping niet geheel parallel lopen.

God had voorwerpen verordineerd tot heerlijkheid en andere tot de dood. Maar in het ene geval is de voorverordinering niet van dezelfde aard als in het andere.

Dit is trouwens geheel in overeenstemming met de Dordtse Leerregels, waar in het Slotwoord afgewezen wordt, dat de verwerping op dezelfde manier de oorzaak van ongeloof en goddeloosheid is als de verkiezing de bron van het geloof en de goede werken is. Het is dit element, dat men bij de dubbele praedestinatie in de beschouwing van K. Schilder mijns inziens te veel mist."

Vragen

Vervolgens gaat Arntzen in op de wijze waarop K. Schilder en G. C. Berkouwer met deze vragen zijn bezig geweest. Schilder verwierp de gangbare probleemstelling van infraen supralapsarisme, maar gebruikte de termen wel in andere zin: men kan de dingen van de kant van God bekijken (supra) of historisch, van onze kant (infra). Schilder benadrukte sterk dat we bij schepping en val met historische werkelijkheden te doen hebben. Aanvankelijk was dat ook de positie van Berkouwer. In 1938 verdedigde hij het besluit van Assen (de gegevens uit de paradijsgeschiedenis moeten worden opgevat als zintuigelijk waarneembare werkelijkheden) nog zonder voorbehoud. Later is hij langzaam aan, maar vsel heel radicaal veranderd. Tenslotte stelt Arntzen nog enkele vragen:

„Er zou nog veel over dit proefschrift te zeggen zijn. Maar we moeten ons beperken. Aan het eind zouden we nog graag een tweetal vragen willen stellen:

1. Op gezag van G. C. Berkouwer wordt aangenomen, dat het „oorspronkelijke" infralapsarisme afkomstig is van H. Bullinger (p. 196). Terwijl de hervormers leerden, dat de zonde in de raad van God was opgenomen, zou Bullinger hier alleen van „voorwetenschap" willen spreken. Gaan we echter na, wat Bullinger zelf over deze kwestie schreef, dan blijkt de zaak gecompliceerder te liggen. Bullinger ontkent nl. niet dat God in zijn eeuwige raad tot de val besloten heeft en de val gewild heeft. Hij zegt alleen(!) dat dit nieuwsgierige vragen zijn, waarmee we ons niet moeten inlaten.

2. Een tweede vraag (of opmerking) is iets ingrijpender. Had de schrijver niet meer aandacht kunnen besteden aan S. G. de Graaf en hem niet nog meer in positieve zin kunnen waarderen? Niet om Yoo in gebreke te stellen, wij hebben er juist bewondering voor, dat hij zich zo heeft ingewerkt in de Nederlandse gereformeerde theologie. Maar bij De Graaf komt het christologische element mijns inziens meer tot zijn recht dan bij anderen als Kuyper en Bavinck en ook dan bij K. Schilder. Honoreert men de visie van De Graaf, dan kan ook recht gedaan worden aan teksten als in het begin van Johannes en aan Koloss. 1 : 15 vv (e.a.). Men vermijdt dan tevens het christomonisme van Karl Barth en hoeft ook niet over een „scheppingsmiddelaar" te spreken. Maar dan komt duidelijker uit, dat er van het begin af in het paradijs, ook vóór de zondeval, is geweest Gods onverdiende gunst, waarin en waardoor de mens leefde. We kunnen hier nu niet verder op ingaan, maar een taak voor de gereformeerde theologie ligt hier mijns inziens wel.

Tenslotte, we wensen Dr. Yoo en de zijnen alle goeds toe, a)s ze weer naar Korea zullen vertrekken. Moge de Heere de theologische arbeid van de pas gepromoveerde zegenen en hem tot een rijke zegen stellen voor zijn koninkrijk en zijn kerk. Deze kerk is katholiek, niet aan één plaats of één land gebonden."

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Kleine Kroniek

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 juli 1990

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's