Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Huldrych Zwingli (12)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Huldrych Zwingli (12)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Spanningen

Zwingli streefde er naar, om geheel Zwitserland in de zegeningen van de Reformatie te doen delen. Geduchte weerstand daartegen boden de kanton*s: Schwijz, Uri, Zug, Unterwalden en Luzern. Deze bleven zich tegen de Reformatie verzetten.

In 1524 sloten deze kanton's zich aaneen in een afzonderlijk Verbond te Beckenried, om met gesloten front de Reformatie tegen te treden. Naarmate de Hervorming zich uitbreidde en de kanton's Appenzell, Mühlhausen en later ook Bern voor de Reformatie gewonnen waren, groeide de vijandschap van de Roomsen en nam hun dreiging toe.

Reeds in 1523 was op de Zwitserse landdag het besluit gevallen, Zwingli gevangen te nemen, indien hij buiten Zürich werd aangetroffen. Het jaar daarop vloeide het eerste martelaarsbloed. De Züricher beeldenstormer Klaus Hottinger werd te Luzern met het zwaard onthoofd. Ook in Luzern, werd Hendrik Meszberg verdronken, omdat hij tegen de monniken en nonnen had gepreekt. De prediker Jacob Kaizer te Schwerzenbach, werd tot de brandstapel veroordeeld. Wederzijds nam door dit alles de verbittering toe.

Om de roomse dreiging beter het hoofd te kunnen bieden, sluiten op 24 december 1527 Zürich en Constanz eveneens een verbond. Het droeg de naam „Christelijk burgerrecht". Het breidt zich uit, als in 1528 en 1529 Bern, St. Gallen, Biel, Mühlhausen, Bazel en Schaffhausen er zich bij aansluiten. Ook in het buiterdand zocht Zwingli steun en vond deze in Landgraaf Philipp van Hessen en de stad Straatsburg.

De roomse kanton's werden gesteund door de Paus en door Oostenrijk, vanouds de vijand van Zwitserland. Tussen beide groeperingen stijgt de spanning tot grote hoogte. Een openlijke godsdienst - en burgeroorlog schijnt nabij.

Zwingli zelf zag deze als onvermijdelijk. Terwijl de stemming in Zürich steeds oorlogszuchtiger wordt, breekt in een door Bern bestuurd gebied oproer uit.

Het roomse kanton Unterwalden wakkert de rebellie aan. Dit gebeuren grijpt Zwingli aan om de roomse kanton's te dwingen een regeling voor de vrije prediking van het Evangelie in te voeren.

Eerste Kappelse oorlog

De spanningen leidden op 8 juni 1529 tot de eerste Kappelse oorlog. Maandenlang had Zwingli zich op de strijd voorbereid. Zürich kan over een leger van 30.000 man beschikken. De roomsen hadden een leger van 9(X)0 man, beduidend minder dan de protestanten.

De opmars naar Kappei verliep volgens plan. Zwingli ontwierp de strategie en zette die op papier. Het hoofdleger moest Oost-Zwitserland bezetten. De 5 kanton's uit de gemeenschappelijke gewesten en uit de abdij St. Gallen moesten worden verdreven. Terugtrekking van de troepen alleen, als de eis van vrije verkondiging van de reformatorische prediking is ingewilligd. Zwingli hoopte, dat op deze wijze de strijd geen bloed behoefde te kosten.

Op 9 juni zet het grootste gedeelte van de strijdkrachten zich in beweging, richting Kappei. Vandaar wil men oprukken naar Zug. Als Zug en Luzern zouden worden genomen, zou men hen de vrede kunnen opleggen.

Zwingli trekt als veldprediker met het leger mee. Maar als ze op het punt staan

het gebied van de roomse eedgenoten binnen te dringen, werpt de land-amman Aebli van Glarus zich op als bemiddelaar om een militair treffen te voorkomen. Zijn vredespoging slaagt en op 26 juni 1529 werd de eerste landvrede van Kappel gesloten, onder, voor de hervormers gunstige, voorwaarden. Aan elke partij werd vrijheid van godsdienst verzekerd. De 5 kanton's moesten de banden met Oostenrijk verbreken. Alleen wat de vrijheid om het Evangelie te prediken, lieten de roomsen het bij vage beloften.

Zwingli voorzag, dat zij die beloften niet zouden nakomen.

Zijn visie bleek juist. Want het duurde niet lang, of er rezen nieuwe geschillen. De abt van St. Gallen moest om de een of andere reden worden vervangen. Deze Abdij stond onder het patronaat van 2 roomse en 2 hervormde kanton's.

Zonder overleg ging men van roomse zijde over tot de verkiezing van een nieuwe abt. Gaarne bekrachtigde de Paus deze keuze. Verzet van de Hervormde kanton's had geen resultaat. Daar kwam bij, dat de houding van de Keizer op de Rijksdag te Augsburg weinig goeds voor de protestanten voorspelde. Hij wilde alle steden die maar iets met de Reformatie te maken hadden beteugelen en ontmantelen. Het moedigde de roomsen niet weinig aan. Opnieuw begonnen bedreigingen en vervolgingen.

Om deze schending van het gesloten verdrag, wil Zürich dat de oorlog wordt hervat. Bern en Appenzell willen zo ver niet gaan.

Afkondiging van een invoerverbod van koren, wijn, zout, ijzer en staal zou, zo meenden zij, meer effect sorteren.

Zwingli was er tegen, omdat door dit middel ook onschuldigen getroffen werden. Zijns inziens zou zulk een blokkade een tegenovergestelde gevolg hebben. Ook hierin kreeg Zwingli gelijk. Want de roomse kanton's, door de hongerdood bedreigd, zagen als enig middel: militair ingrijpen.

Het embargo moet met geweld worden doorbroken. Men bewapent zich, en voor Zürich het zich realiseert, verschijnt er aan de grens een rooms leger van 8000 man. Zürich in paniek!

Onvoorbereid en het leger niet paraat, is de situatie een stuk minder goed dan in 1529.

De tweede oorlog van Kappel

In grote spoed stelt Zürich een legertje samen. Het bedraagt 700 a 1000 man. Met George Gödli aan het hoofd trekt men de stad uit in de richting Kappel.

De volgende dag zou de hoofdmacht volgen. Maar toen uiteindelijk de mobilisatie werd afgekondigd en op 11 oktober 1531 het besluit viel om een leger te sturen, kon men maar 700 man bijeen brengen.

Commandant Laval voerde het bevel. Zwingli trok met het leger als veldprediker mee. Hij zag de oorlog tegen de roomse kanton's als een heilige opdracht. Na zich tot gebed te hebben afgezonderd, neemt hij ontroerd afscheid van vrouw en kinderen en van vertrouwde vrienden. Het zou een afscheid voor goed zijn.

Gödli had positie gekozen op een hoogte, vanwaar hij de omgeving van het klooster Kappel onder controle had. Wat hij niet deed, maar beslist had moeten v ' doen, was een beukenbos aan de linkerkant te bezetten of om te hakken.

Deze tactische fout zou beslissend zijn voor de afloop van de strijd. Om 12 uur werd de oorlogsverklaring uitgegeven. Om 3 uur in de middag trok een deel van het roomse leger over open veld naar het klooster Kappel. Gödli viel niet aan... hij wachtte op de hoofdmacht. Toen eindelijk het legertje van 700 man hem bereikte, was het te laat om die dag nog slag te leveren. Men trok zich nu terug uit de vooruit geschoven stelling. De moerassige omgeving van de rivier de Mühlebach bemoeilijkte de operatie. Er lag over de Mühlebach maar één brug. Manschappen, paarden en kanonnen het moest alles over die ene brug. Omdat bij deze terugtrekkende beweging de rechterflank van het leger geheel bloot lag, waren ze uiterst kwetsbaar.

De roomse legerleiding benutte deze situatie door uit het onbezette beukenbosje stoottroepen in te zetten. Dan lijkt het wel of het gehele vijandelijke leger opeens in beweging komt. Er ontstaat een verbitterde strijd. Velen sneuvelen. De overmacht van de roomse troepen doet de Zürichers reeds na een kwartier in paniek vluchten.

11 Oktober 1531 zal een zwarte dag worden in de geschiedenis van de Zwitserse Reformatie!

Zwingli drong vanuit de derde slagorde naar voren. Aanvalsgolven doen hem vallen en nog eens vallen, maar hij kan weer opstaan. Tot hem een speer treft en hij neervalt. Toen zei hij: , , Wat doet het er toe? Het lichaam kunnen zij doden, niet de ziel".

Plunderende soldaten treffen hem nog levend aan. De handen zijn gevouwen en de lippen bewegen zich als in een prevelend gebed. De soldaten herkennen hem niet. Ze vragen hem of hij nog een priester wil om te biechten. Een heftig hoofdschudden!

Dan moet hij maar de Moeder Gods en de heiligen aanbidden. Weer schudt Zwingli het hoofd. Dan geeft een hoofdman uit Unterwalden hem met een zwaard de doodsteek. De volgende dag herkent men Zwingli. Uit wraak hebben de soldaten zijn lichaam gevierendeeld en verbrand.

Zo kwam op tragische wijze een eind aan het leven van de Zwitserse hervormer. Wel ging de oorlog nog door. Maar voor de protestanten was de strijd verloren. En toen de gezamenlijke troepen van Zürich en Bern op 24 oktober werden verslagen, was alle verzet gebroken. De nederlaag was volkomen.

Zürich sloot op 16 november vrede, Bern op 24 november. Bij de tweede Kappeler vrede verviel het burchrecht van de Evangelischen; de regerende kanton's zelf mochten beslissen over de gewesten inzake geloofsvragen.

De Evangelische kanton's zouden vrij blijven in het uitoefenen van hun godsdienst, maar de roomse kanton's, die eerst gedwongen waren tot toelating van de nieuwe leer, bleven nu vrij haar te bestrijden. Moest bij de eerste vrede van Kappei de roomsen het verbond met Oostenrijk verbreken, op de tweede gebeurde het omgekeerde.

De Evangelischen moesten het verbond met Straatsburg, Constanz en Hessen opzeggen.

Gelukkig was de reformatie in Zürich, Bern, Basel, Schaffhausen, Glarus, Appenzell en andere streken bewaard gebleven. Groot was de droefheid in Zürich om de geleden verliezen en het wegvallen van Zwingli, nog geen 48 jaar oud.

Vooral de vrouw van Zwingli werd zwaar getroffen. Behalve haar man, sneuvelden ook haar zoon Gerold van Kronau, haar schoonzoon Antonie Wirz, haar broer en een zwager. Op 9 december 1531 werd Heinrich Bullinger gekozen als opvolger van Zwingli.

Hij moest beloven zich niet in de politiek te mengen, maar behield zich het recht voor om te prediken wat in de Heilige Schrift met betrekking tot de wereldlijke Overheid wordt geleerd.

Leo Judae sprak bij het heengaan van zijn vriend Zwingli: , , Hij leeft nog, hij leeft eeuwig, de onbedwingbare held; hij laat een onsterfelijk gedenkteken achter, dat geen vuur verbranden en geen vlam vernielen kan".

Luther betreurde de dood van Zwingli, maar zag in diens sneuvelen een oordeel van God, omdat Zwingli de zaak van het Evangelie had trachten te bevorderen door het wereldlijk zwaard.(einde)

B.

H.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Huldrych Zwingli (12)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 juni 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's