Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Aangevochten Godsvreze

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Aangevochten Godsvreze

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

„Is het om niet dat Job God vreest? " Job 1 : 19b

Ineens staat hij voor ons. Job, de man uit Uz. Opvallend is zijn rijkdom. Hij bezit een kapitale boerderij. Zeven zoons en drie dochters completeren met z'n tienen het gezin van Job. Een man die makkelijk praten heeft. Het gaat hem allemaal voor de wind. Iemand was u al voor met die opmerking. De duivel, de verklager der broederen had eerder door dan u, waar het Job om te doen was. Dacht hij tenminste, hoopte hij vurig.

Hij wil zijn gelijk halen, altijd weer. Bij de mensen, zelfs bij God.

Even wonderlijk als voor ons mensen onbegrijpelijk wordt hij toegelaten in de Raadskamer van de Schepper aller dingen, die uit het ongenaakbaar licht, het gans gedrag der stervelingen ziet. Ook van de sterveling Job.

Hebt u ook acht geslagen op Mijn knecht Job? Zo opent de Heere het gesprek.

Waar komt Satan ineens vandaan? Van zijn inspectietocht door de wereld. Het terrein waar Petrus hem signaleerde, waar de duivel rondgaat als een briesende leeuw. Het sluipen en gluipen en loeren op prooi is hem eigen.

En óf, brult hij nu. En of ik Job gezien heb. Maar God, hij is niet zoals U hem afschildert en dat loffelijk getuigschrift afgeeft. Een man rechtvaardig en Godsvrezende en wijkend van het kwaad. Fel protest van Satans kant wil Gods getuig-, schrift verscheuren, Is het om niet dat Job God vreest?

Een satanische vraag

Vrij laconiek, als weet hij van de prins geen kwaad antwoordt Satan op Gods vraag: van waar komt gij? ... nu ik heb hier en daar eens wat in Uw wereld rondgekeken, God.

Gods reine ogen boren in de zwarte ziel van Satan. Meteen trekt hij het masker strak, 't Ja, ik kan het ook niet helpen maar rapporterend moet ik U eerlijk zeggen: 't is niet veel zaaks met die zaak van U op aarde.

Hij doet alsof hij eerlijk is. Vergeet het maar niet, de eerlijkheid van de duivel is de meest grove leugen die er bestaat.

Dat laat God Zich niet zeggen, zeker niet van de vader der leugen.

Hebt u goed gekeken. Satan? Mijn knecht Job niet over het hoofd gezien?

In vier lijnen tekent de Heere Zijn kind en knecht ten voeten uit. Een man oprecht, eerlijk voor God en de mensen; vroom niet als zovelen aan de buitenkant, maar een vroomheid verankerd in dt godsvrucht. In handel en wandel wijkend van het kwaad.

Zoals God de mens geschapen had naar Zijn beeld en gelijkenis, en waartoe Hij de gevallen mens, die ook Job van Adam uit was, wederbaart. Zijn kinderen hun leven lang vormend om den beelde Zijns Zoons gelijkvormig te worden. Het hart van Jobs godsvrucht lag daar waar het bloed stroomde langs het altaar.

Wie zijn wij in de ogen van God? Wellicht moet u het hoofd beschaamd buigen. Denken bij uzelf wat moet de Heere niet van mij denken, wat zal de Heere van mij zeggen? U moet zich maar niet meten aan Job, ook geen oordeel over uzelf aanmeten. U moet wel weten, wie het beeld van Christus vertonen mag, kan dit alleen als Christus door het geloof in uw hart woont?

Wie is er op aarde gelijk Mijn knecht Job. Wacht even, de duivel werpt God tegen: is het om niet dat Job God vreest? Hij heeft Gods knecht wel bespied en beloerd met zijn schele ogen. Hij kon maar geen vat op Job krijgen, nergens zijn vinger achter haken. Maar God U moet niet denken dat ik al mijn kruit nu verschoten heb. Ik heb nog best een pijl op mijn boog, een hele scherpe. U denkt toch niet dat Job zo stipt is en zo vroom enkel en alleen uit liefde tot U? Satans vraag behelst commentaar op Job en op God.

Wat Job betreft verzekert de duivel: allemaal eigenbelang. Wat God betreft: U bent ook veel te goed voor die man uit Uz. Als U van nu af ophoudt met hem te verrijken, en hem radicaal tot de bedelstaf brengt, dan spreken we elkander nog wel eens nader over Job.

Dan haakt Job ook af, net als de rest. Wacht dat maar af, nu roemt U hem, straks vloekt hij U. Satan trekt in twijfel alles wat met God te maken heeft.

Dat is het oude ambacht van de vader der leugenen hij is er uitermate bedreven in. Vragen, vragen maar. Is het ook dat God gezegd heeft? Is het om niet dat Job God vreest?

Intussen kan het helaas niet ontkend worden dat de Satan nogal eens terecht de vinger kan leggen bij de wonde plek van een gehuichelde godsdienst. God dienen zolang het voordeel oplevert. Vroomheid die beschouwd wordt als investering voor na dit leven.

Anderen halen hun geleerde schouders op over het geloof van vorige generaties.

Nog schimpen ze: God vrezen deden de mensen omdat ze arm waren, omdat ze hoopten er beter van te worden. Ze leefden in angst voor God, en daarom sloofden ze zich uit.

Nü zijn de meesten zover dat ze God niet meer nodig hebben. Is het om niet? Is de liefde tot God zogenaamd echt wel meer dan geraffineerde eigenliefde? Je ziet het toch, zonder God gaat het ook goed. Beter, zegt men.

Zo praten we Satan in zijn straatje. Ja, ja de duivel kan ook nog wel eens , , ontdekkend" preken. Maar dan niet tot behoud, wel uw ondergang beoogt hij.

Nog één opmerking. Mijn knecht Job. Er speelt een andere Naam door deze aanduiding heen. Is het niet Zijn eigen Zoon en Kind, op wie God ons wijst? Ziet Mijn Knecht, Mijn Beminde. Vragenderwijs trachtte de duivel zelfs Gods allervolmaakste Knecht te verleiden. Maar aan Hem is duidelijk geworden dat echte godsvrucht ook echt bestaat, en van een gehalte is dat het in het vuur der duivelse

verzoekingen, en zelfs der goddelijke beproevingen, als gelouterd goud glanst en schittert. En wij mogen weten wat min of meer Job nog niet wist. Het boek Job zien in het licht van de Knecht des Heeren.

En hoezeer de duivel uw vuile kleren en uw vuile zonden ter sprake wil brengen, en hoe méér hij dat poogt, u mag daarmee bij Christus schuilen.

Bidden: Doorgrond mij en ken mijn hart... en zie of er bij mij een schadelijke weg is... en leidt me op de eeuwige weg. Al zou Satan duizendmaal gelijk hebben, wat let u om aan Jezus' hart te belijden: Heere Gij weet alle dingen, Gij weet dat ik U liefheb.

Satans mandaat

Satan legt de vinger bij Jobs godsvreze. Zo krom als een vraagteken. Maar God houdt voet bij stuk. Niet Job, maar God is uiteindelijk inzet van het geding. Zijn Naam, Zijn eer, Zijn werk. Gods verwijzing naar Job stelt Zijn werk in het licht. En nu heeft de Heere Zijn knecht Job over voor een satanische beproeving onder Gods goedkeuring.

En de Heere zeide tot Satan: zie al wat hij heeft is in uw hand. De duivel wil er de hand mee lichten. De Heere geeft het even uit handen, zonder dat het Hem uit de hand zal lopen. Opgetogen, om niet te zeggen opgelucht verlaat Satan Gods Raadszaal. Hij grijpt zijn kans. Hij krijgt notabéne van God Zelf mandaat om in de wereld te bewijzen dat het met die hele godsdienst geen cent waard is. Dat je net zo goed niet kunt geloven, niet kunt bidden, en veel beter niet naar God om hoeft te kijken. Satan gaat er op uit om God te schande te maken in Job, en Job voor schut te zetten met zijn God. En hij doet zijn werk, voortvarend en doortastend. Onverhoeds slaat hij met rake klappen. Binnen enkele minuten dienen zich vier onheilsboden aan. Nog trillend van ellende staan ze bij Job op de stoep.

De een voor de ander komt adem tekort. Als deze nog sprak kwam er een ander.

Je krijgt de indruk dat ze elkaar in de rede vallen bijna. Of de duivel er mee speelt, zeggen wij wel eens.

Als u zö spreekt dan bent u voor Gods tegenstander al door de mand gevallen.

Hij speelt er ook mee. Maar het spel is hem ernst. Vallen moet Job, vallen zal Job. En dan zal iedereen zeggen: waar is nu uw God?

Het kan ook anders. Je kunt in alle ramp en pijn met open ogen voor Gods leiding in de beproeving zingen: God de Heere regeert.

Is het allemaal niet erg, het leed ter aarde, het persoonlijk verdriet, het kruis dat uw schouders scheurt? Er zijn mensen die soms het kruis bagatelliseren. Och zeggen ze, het is altijd wat of: geen mens doet het je aan. Maar daarvoor is het kruis niet gegeven. Het is geschonken, het wordt opgelegd om het te dragen achter Christus aan. Om door lijden geheiligd te worden.

Wie zal het onbeschrijfelijke leed van Job verwoorden? De man heeft nauwelijks gelegenheid om zich alles te realiseren. Een zee van rampen slaat met haar golven.

Het vee werd hem ontrukt, slaven werden vermoord. Noodweer brak los. Moord en brand. Een wervelvind veegde het huis waar zijn tien kinderen onder dak waren in één seconde van de kaart. Indificatie wees uit; alle tien dood. Waar wijst dit heen? Wat is de indicatie van al deze rampen? Zwijg zwijg, opdat gij u niet bezondigd, gelijk de vrienden van Job. Laat God besturen, ook al lijkt het wanbestuur. Laat God waken, ook al schijnt Hij te slapen. Job vindt zijn plekje. Vooreerst Job vindt midden in de ellende zijn God. Hij vloekt niet zoals Satan wilde en hoopte, maar zoekt en aanbidt.

En nu de balans. Naakt ben ik uit mijner moeders buik gekomen en naakt zal ik daarheen wederkeren. Hij scheert baard en hoofd en buigt voor God ter aarde en ziet van daaruit tot Hem op. Gij zijt mijn God. Mag ik vragen: zou ons de Heere in de beproevingen van het leven de les willen inprenten om eerst het koninkrijk Gods te zoeken? Als het er op aankomt scheidt ons slechts een gescheurde mantel van de naaktheid van de dood. Nee, God dienen doe je niet op een koopje. Het gaat in het koninkrijk Gods naar de regel: wie zijn leven zal verliezen, die zal het behouden. Wist u al dat in dit verlies ons slechts, maar dan wel tot eeuwige bedekking, de mantel der gerechtigheid overblijft? Tenslotte mag Satan Gods werk aanvallen, maar er vat op krijgen... dat nooit!

toe. Sta me dit keer nog een enkele gedachte

Ik ben Job niet, zegt iemand. Nee ik weet het. Als Job geen genade had ontvangen dan was hij Satans prooi geworden.

Dat Job niet is omgekomen en God straks pleit: spaar zijn leven, komt van de grote Knecht des Heeren. Komt van diezelfde God, die Zijn eigen Zoon niet gespaard heeft. Strek uw hand niet uit naar Job. Dat geldt straks van Christus niet. Hij boog neer, Zijn ziel geheel bedroefd tot de dood toe. Hij aanbad God.

Hij boog onder de wil en het recht des Heeren, o zo diep. Dieper dan Job. Tot in de dood en in de eenzame smart der Godverlatenheid klemde Hij zich vast met het „Mijn God, Mijn God".

Niemand komt ooit waar Hij geweest is.

Job blijft onder God en bij God.

Wie dat mag doen in de grootste smarten heeft dit aan de Knecht des Heeren te danken. De Overste Leidsman en Voleinder des geloofs.

Hij is mijn goed en mijn God.

Laat ons bidden om kracht naar kruis, om onderworpenheid in de beproeving, om echtheid in de godsvrucht, om staande te blijven in de verzoeking die over de hele wereld in aantocht is.

Laat ons vooral bidden dat wij kennis van onze God verkrijgen, en naar het evenbeeld van Degene die ons geschapen heeft vernieuwd mogen worden van dag tot dag. Hoop op God en ik zal Hem nog loven.

Zo waar Job doet het en Satan druipt af. De eerste klap is mislukt.

O beproefde Job, mag ik u even vergeten voor de Man van smarten, voor Immanuël. Met ons is God. Maar ik moet het wel leren in de smeltkroes der ellende.

Daar zing ik de Naam des Heeren omdat hetgeen uit Hem kwam, door Hemzelf wordt teruggebracht. Die trouw houdt in eeuwigheid.

En nooit laat varen de werken Zijner handen. Daar kan de hel zijn kromme vinger niet achter krijgen. Gods goedheid is in nood en dood, voor ons Zijn volk oneindig groot.

K.a.Z.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Aangevochten Godsvreze

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's