Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

David Brainerd (6) EEN ZENDELING ONDER DE INDIANEN

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

David Brainerd (6) EEN ZENDELING ONDER DE INDIANEN

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

De dienst van David Brainerd onder de Indianen werd door de Heere rijk gezegend. Hij mocht getuige zijn van een opwekking. Een ongebruikelijke kracht en manifestatie van het werk van Gods Geest. Elke gelegenheid die zich maar voordeed nam Brainerd te baat het Evangelie te verkondigen en hij bespeurde dat het Woord kracht deed. Dat zondaren erdoor werden geraakt. Dat de Heere mensen vernieuwde. Zodat de natuurlijke vijandschap tegen het Evangelie werd afgelegd, de Christus werd geloofd en men zich aan Hem onderwierp. Dat kwam dan uit in een breken met en strijden tegen de zonde, de wereld en de duivel. Brainerds

dagboek legt er overvloedig getuigenis van af. Daaruit blijkt ook dat het nogal eens Gods methode is, dat Hij werkt wanneer wij het niet verwachten. Onze verlegenheden zijn doorgaans Gods gelegenheden. Daar heeft God Zijn wijze bedoelingen mee. Het is immers Zijn oogmerk dat Hij alleen de eer zou ontvangen! Hij is een jaloers God, Die de eer met geen ander deelt, ook niet met Zijn knechten. Het zijn slechts nietige instrumenten. Die Hij weliswaar roept en bekrachtigt. In wie Hij de bediening van de verzoening legt (2 Kor. 5). Maar die het, als ze op hun plaats zijn, allen beseffen dat Hij hen ten diepste niet nodig heeft. Dat maakt de werkers in de wijngaard klein en nederig en houdt hen aan de grond. Het houdt hen ook afhankelijk. Souverein gaat de Heere Zijn weg. Wanneer dan blijkt dat Hij de middelen zegent, is er verbazing en verwondering. Is er de lofprijzing. Is er het „Door U door U alleen, om het eeuwig welbehagen!"

Voortgang

We maakten melding van het feit dat Brainerd 25 personen mocht dopen (15 ouderen en 10 kinderen). Dat was op 25 augustus van het jaar 1745. En de Heere werkte door. Harten werden geneigd door de overtuigende kracht van Gods Geest. Mensen verbonden zich plechtig en publiek aan de Heere en Zijn dienst. En men verheugde zich daar over. Er was een honger naar het Woord. De dag volgend op de doop preekte Brainerd naar aanleiding van Joh. 6 : 51—55 over het Brood des levens. Hij richtte zich daarbij in het bijzonder tot hen die overgegaan waren van de dood tot het leven. Hij beklemtoonde daarbij de volhardende trouw van God en van Christus. Dat de Heere niet zou laten varen wat Zijn hand begon. En dat wanneer Hij Zijn volk vertroostte, Hij dat zou blijven doen. Hij schonk hier en nu het beginsel van het eeuwige leven (vers 54). Door te blijven in Zijn Woord zou spoedig het volmaakte geluk en de vreugde van het hemelse leven hun deel zijn.

Ook deze preek deed kracht en werd door de Heilige Geest gebruikt. Degenen die hoorden en het verstonden waren zeer aangedaan door een verlangen naar het volle genieten van Christus, naar een staat van volmaakte heiligheid. Mensen die Christus nog niet gevonden hadden als een allesvervullend Zaligmaker zochten Hem. Van harte en met ingespannen krachten. Oud en jong verenigde zich in de lof die betamelijk was.

Op zondag 6 oktober, we doen maar een greep, ontvouwde Brainerd de Schriften naar aanleiding van Hand. 20 : 1—12. In zijn dagboek tekent hij aan dat hij nooit een dienst had meegemaakt waarin iedereen zo op de dingen betrokken was en zijn woorden zo werden ingedronken. Hij .wenste dat velen van Gods volk dit hadden kunnen zien en meemaken. Want hij was er zeker van dat ieder die begaan was met Sion zich van heler harte zou verblijden over wat zich hier voltrok. Te zien dat mensen die kort gelden nog woeste heidenen waren en afgodendienaars, zonder hoop en zonder God in de wereld, nu vervuld waren met een gevoel van Goddelijke liefde en genade. Dat zij nu in geest en in waarheid de Heere dienden.

Op zondag 29 december van hetzelfde jaar beklemtoonde hij in een preek over Joh. 3 : 1—5 de absolute noodzaak van de wedergeboorte. Zoals te doen gebruikelijk op de sabbat waren er naast „zijn" Indianen, ook een aantal blanken aanwezig. Aan die verkondiging paarde zich de Heilige Geest, zodat er een stille maar diepgaande invloed werd uitgeoefend op de hoorders. Toen de dienst voorbij was, ging Brainerd naar zijn woning, met het voornemen na een korte onderbreking opnieuw het Woord te bedienen. Spoedig echter kwam de een na de ander naar hem toe met tranen in de ogen en verbroken van hart om te vragen, wat ze moesten doen om zalig te worden. Gods Geest werkte dermate overtuigend dat er een algehele verslagenheid was met betrekking tot hun zielen. Het diepe besef was levendig dat men zonder Borg en Middelaar voor God niet kon bestaan. Het scheen wel alsof God de hemel scheurde en neerkwam. Zo verbazingwekkend, schrijft Brainerd, was de inwerking op zowel oud als jong dat het scheen dat er niemand meer in een zorgeloze toestand was, maar dat God bezig was de hele wereld te bekeren. Brainerd dacht toen dat hij nooit meer zou wanhopen aan de bekering van welke man of vrouw dan ook maar, wie of wat zij ook waren of gedaan hadden.

Het was hem niet mogelijk een adekwate beschrijving van de gebeurtenissen te geven. Maar wel was het hem en anderen duidelijk hoezeer de Heere hier de hand in had en dat Hij Zijn hand niet van hen had afgetrokken. Dat bemoedigde hen. En het is ook verkwikkend te zien en te bespeuren als velen strijden om in te gaan door de enge poort! En dat de betrokkenheid bij ieder zo groot is dat ze elkaar als het ware „voortduwden", zoals sommigen het uitdrukten.

Alles uit God

Zo mag Brainerd gewag maken van de

veelvuldige zegen. Hij is er de Heere ootmoedig dankbaar voor. In zijn „Journaal" maakt hij ter afsluiting van het eerste deel ervan, enkele algemene opmerkingen dienaangaande. Hij is er om te beginnen zeer verwonderd over dat God dit werk onder de Indianen begon op een moment dat hij niet de minste hoop koesterde en dat naar zijn opvatting er geen enkel zicht was dat zo'n groot werk van Gods genade zich zou voltrekken.

Zijn lichamelijke kracht was goeddeels op vanwege een late, vervelende reis naar Susquehanna, waar hij min of meer gedwongen heen moest vanwege moeilijkheden onder de Indianen. Zijn geest was eveneens zeer ter neergeslagen in verband met de weinige vrucht op zijn werk. Zo had hij weinig reden tot hoop dat God hem wilde gebruiken als een instrument tot bekering van de Indianen. Behalve zijn tolk en diens vrouw wist hij niet van enige bekering.

Vandaar dat hij zichzelf als een last beschouwde voor het zendingsgenootschap dat hem in dienst had genomen en steunde.

Zoals we al vermeldden, het deed de gedachte bij Brainerd opkomen of het niet beter was de dienst te verlaten en zijn zending op te geven.

In deze geest bezocht hij voor het eerst de Indianen in Crossweeksung. Het was nu eenmaal zijn plicht. Waren zijn verwachtingen bepaald niet hooggestemd, toch was het hier dat God Zijn Naam en Zijn Christus verheerlijkte. Hij is de Eerste en ook de Laatste.

Vervolgens was het opmerkelijk, naar Brainerds getuigenis, hoe God naar Zijn voorzienig bestel de mensen hier samenbracht om het Woord te horen. Toen hij er voor het eerst kwam, waren er slechts enkele vrouwen en kinderen. Maar binnen enkele dagen kwamen ze van heinde en ver. De meesten uit nieuwsgierigheid.-Maar de Heere bracht ze aldus samen voor niets anders dan Zijn boodschap. Die moesten ze horen. Velen werden er door gegrepen, ontwaakten, werden diep overtuigd van hun zonde en ellende en riepen tot God om redding.

Het was daarbij voor Brainerd soms wonderlijk te moede hoe God deze onwetende Indianen bewaarde om niet bevooroordeeld te zijn tegen hem en tegen de waarheid die hij verkondigde. Er waren blanken die hen tegen de boodschap van het Evangehe opzetten.

Brainerd was volgens hen een bedrieger, die hen dagelijks leugens vertelde. Als ze christen zouden worden, waren ze bepaald niet beter of gelukkiger dan ze nu al waren. Maar al deze insinuaties werkten door Gods goedheid uit dat de Indianen meer genegenheid kregen voor Brainerd.

Niet minder groot was het voor hem hoe God hem door middel van een tolk hielp en terzijde stond. Brainerd beheerste de taal van deze Indianen niet. Dat was uiteraard een ernstige belemmering. Dat een tolk op zijn weg werd geplaatst, daar was hij de Heere diep dankbaar voor. Te meer daar de man enige kennis had betreffende de hoofdzaken van het christelijk geloof. Dat was van eminent belang. In de dienst van het Evangelie gebruik te moeten maken van een tolk, geeft een grote afhankelijkheid. Het is dan toch maar de vraag of de vertahng goed is. Zo niet dan zou de boodschap verkeerd of helemaal niet kunnen overkomen. Hoe dan ook, de hoorders kregen de boodschap om zo te zeggen uit de tweede hand. Brainerd achtte het een grote zegen dat de man de boodschap die hij vertaalde ook zelf ging verstaan. Dat hij persoonlijk mocht delen in de weldaden van het heil in Christus. Waarbij hij een groot verlangen kreeg naar de bekering van de Indianen. Zo was hij Brainerd tot grote steun in de dienst des Heeren ten tijde van dit geestelijk ontwaken.

Die opwekking in Crossweeksung was ongetwijfeld een werk van God. Een machtig werk van de Heilige Geest. Waarbij alles cirkelde om de Persoon en het werk van Christus. De nodiging klonk voortdurend aan het adres van verloren zondaren, om tot Christus te komen. De gevolgen waren even opmerkelijk als blijvend.

De God van Brainerd leeft nog!

M.

K.t.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

David Brainerd (6) EEN ZENDELING ONDER DE INDIANEN

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 september 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's