Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Kruisteken- Verbondsteken- Onderscheidingsteken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Kruisteken- Verbondsteken- Onderscheidingsteken

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

Zondag 27

Het Kruisteken

Er is geestelijk onderscheidingsvermogen nodig om te onderscheiden tussen het teken van de H. Doop - , , het uiterlijk waterbad" en de betekende zaak, , , de afwassing der zonde zelf."

In antwoord 72 klink het protest door tegen veruitwendiging van het Doopteken. Het , , Neen; want alleen het bloed van Jezus Christus en de Heilige Geest reinigt ons van alle zonden", is goed protestants. Wat méér zegt, het is Schriftuurlijk.

De profeten bestreden in het Oude Testament de vereenzelviging van de besnijdenis in het vlees met het kindschap Gods, zonder dat er sprake was van een besnijdenis des harten.

Jezus scherpt in Zijn dagen deze profetische notie aan door de Joden, die zich op grond van hun besnijdenis , , Abrahams zaad" noemden, af te vragen of zij het geloof van Abraham bezaten. Zo niet dan was hun besnijdenis slechts een uitwendig teken.

Op soortgelijke manier heeft de kerk van Rome de Doop tot slechts een uitwendig waterbad gemaakt. Het water van de Doop dient als voertuig voor de genade. Het doopwater wast de erfzonde van het kind af. De doophandeling als zodanig heeft een reële en onverwoestbare uitwerking op de menselijke ziel.

Ten onzent is er een betreurenswaardige versimpeling van de Doop waar te nemen. Men staat er op: mijn kind moet in elk geval gedoopt zijn. Des te meer kans heb je, dat, als het soms jong sterft, in elk geval naar de hemel gaat. Verder doet de Doop niets meer en doet men er niets meer mee.

Dat kan zo niet, zegt de Catechismus. Goed onderscheiden tussen uiterlijk waterbad en de afwassing der zonde zelf, vereist geloof. Het geloof ziet in het water van de Doop - een overigens eenvoudig teken - het opgerichte teken van het Kruis van Jezus Christus. Zijn Kruis en Zijn bloed brengen er de diepte in aan. Zijn Geest stempelt de echtheid van de Doop tot wat het werkelijk is: de afwassing der zonden , , De weg nu, waarin wij ontvangen wat de Heere ons in de Doop belooft, is het geloof. Wij geloven dat het God is. Die door dit teken tot ons spreekt, ons reinigt, afwast en de dood van Christus ons deelachtig maakt..." (Calvijn)

Staat dan Doopwater en het bloed van Jezus Christus mijlenver uit elkaar? Voor het ongeloof allicht. Voor het geloof allerminst.

De onderscheiding tussen water en bloed heft de eenheid van die twee niet op. Wel lokt zij een andere vraag uit.

„ Waarom noemt dan de Heilige Geest de Doop het bad der wedergeboorte en de afwassing der zonde"? (vr. 73)

Als we doopwater en afwassing der zonde door Christus' bloed en Geest dan zo onderscheiden, spreken we dan de Heilige Geest niet tegen? De veronderstelde tegenstrijdigheid is slechts een schijnbare.

Wel blijft staan dat er geen krachten in het doopwater wonen, die een geestelijke genade als , , wedergeboorte", of ook , , schuldvergiffenis" zouden kunnen veroorzaken.

Dat neemt echter niet weg dat het de eigen aard van de Doop is, ons zó te betuigen en te overtuigen, ons zó te bezegelen en verzekeren van de reiniging onzer zonden door Bloed en Geest , dat gezegd mag worden: , , laat u dopen en uw zonden afwassen", Omdat God de Heilige Geest het Zélf is, die hier als onbedriegelijke Naamgever optreedt, dan geschiedt dit nimmer willekeurig en nooit, , zonder grote oorzaak".

Er is dus niet sprake van een menselijke vereenzelviging van doopwater Bloed en Geest, maar een geheimnisvolle Goddelijke vereniging van teken met betekenende zaak. Vandaar de sacramentele spreekwijze, die zich als volgt uitdrukt: , , omdat Hij (de H. Geest) ons door dit Goddelijk pand en waarteken, ons verzekert, dat wij zo waarachtig van onze zonden gewassen zijn, als wij uitwendig met het water gewassen worden".

De God der heilsopenbaring. Die de Sacramenten inzette, gaf daarin Zijn Goddelijke garantie, pand en zegel, zodat voor de ware ontvanger van het Sacrament de geestelijke, hemelse genade hem ten goede komt.

En wie is dan die ware ontvanger? Dat is hij, dat is zij in wie het geloof, gewerkt door Woord en Geest, aanwezig is.

Zo is de Doop strikt gebonden aan het Woord van Gods belofte enerzijds, en aan het geloof van de dopeling anderzijds.

Wanneer u Jezus Christus niet in uw Doop ontdekt, ontmoet, dan ligt dit niet aan het teken, maar aan je ogen, aan je blindheid, aan je ongeloof. Moeilijk? Voor het verstand ja. Onbegrijpelijk? 'k Kan het mij voorstellen. Maar ik zeg er bij, zalig, onuitsprekelijk zalig, u die gelooft, Niet voor even, maar voor je hele leven, Luther zei: , , een christen kruipt zijn hele leven lang in zijn Doop", Wat hij daarmee bedoelde? Dat werd duidelijk als hij temidden van zijn aanvechtingen telkens herhaalde: , , baptisimus sum" - ik ben gedoopt. Anders denkt u maar aan een eenvoudig beeld dat ik ergens las. Wanneer ik een ter - dood - veroordeelde een gratie-brief van de koning mag overbrengen, dan roep ik hem toe: Zie hier je redding! Red die brief hem dan? Nee

maar het koninkhjk besluit in die brief vervat en met het zegel van de koning verzegeld.

Het Verbondsteken

Er doet zich door de eeuwen heen een onderschatting van de Doop, met name van de kinderdoop voor. Vandaar de vraag: „Zal men ook jonge kinderen dopen"? Neen, zo wordt hier en daar beweerd. En er worden een aantal argumenten , , tegen" genoemd.

Kleine kinderen kunnen niet geloven. En er staat in de Bijbel: wie geloofd zal hebben en gedoopt zal zijn, zal zalig worden. Kleine kinderen zijn geen verbondskinderen, zolang ze niet zelf tot het geloof gekomen zijn. Kleine kinderen moet je opdragen, want dat bedoelt Jezus met het woord: Laat de kinderkens tot mij komen. Tegen die argumentatie schijnt weinig in te brengen te zijn. De Catechismus weet wat de kinderdoop betreft niet van wijken. Ja zeker moeten kleine kinderen gedoopt worden. Dat is een zaak van geloof, hoop en liefde. Van het geloof allereerst. Het geloof in Gods verbond met name. De kinderdoop staat niet in de Bijbel. „ Onze kinderen zijn, zowel als de volwassenen, in het Verbond Gods en Zijn gemeente begrepen".

Geen vader of moeder zal tegen het kleine kind zeggen: ij deelt niet in het verbond van het huwelijk tussen je ouders. Je moet eerst maar eens bewust zijn van je kindschap, eerder hoor je er niet bij. God zegt dat zéker niet, tegen onze kleine kinderen. En zo staat de kinderdoop wèl in de Bijbel. Want het verbond, waarmee de kinderdoop staat of valt, staat in de Bijbel. En dat lag toch niet zó natuurlijk in het Oude Testament, of God was, als men dit ging overschatten, ook wel in staat uit stenen Abraham kinderen te verwekken (Matth. 3 : 9). En het verbond wordt niet opeens zo geestelijk in het Nieuwe Testament, of in Handelingen 2 : 39 beweegt zich het heil nog steeds in de lijn der geslachten. , , U komt de belofte toe en uw kinderen".

Welke belofte? „Dat hun door Christus' bloed de verlossing van de zonden en de Heilige Geest, die het geloof werkt, niet minder dan aan de volwassenen wordt toegezegd".

Hier komt de liefde aan het woord, Gods hefde, die Petrus door de Geest de kinderen van mensen, die Jezus gekruisigd hebben, die van Christus niets wilden weten, zet onder de belofte van de vergeving der zonden. Ik zou die liefde niet tekort durven doen door te beweren: kinderen... o, die vallen er buiten. Welnu waar het geloof door de liefde werkende is bloeit de hoop op het erf des verbonds. De hoop dat God doet wat Hij belooft. Dat Zijn Verbond in stand blijft van geslacht tot geslacht.

Onze kinderen zijn niet in Gods verbond begrepen omdat ze vroom zijn, ook niet omdat ze zo klein zijn, of nog geen dadelijke zonden hebben gedaan. Evenmin omdat hun ouders eventueel iets bijzonders zijn geworden door wedergeboorte en bekering. God fnuike deze vrome

duivel, die zegt; het kind heeft wat, of de ouders hebben wat en daarom mogen onze kinderen gedoopt worden. Dat is een onbarmhartige leer die niets belooft aan arme zondaren. Maar de grond voor en de hoop op Gods barmhartigheid alleen maakt mij in de Doop van Gods beloften zeker.

Het onderscheidingsteken

Er staat nadrukkelijk in antwoord 74 dat door de Doop, of de besnijdenis - die krachtens Gods Verbond tweeërlei teken zijn van één zaak - onze gedoopte kinderen van de kinderen der ongelovigen onderscheiden worden.

Het is immers zo, dat gelovige ouders de Doop van hun kinderen verlangen. Waarom? Omdat zij weten wat de ongelovigen niet kunnen weten, dat hun kinderen van de geboorte af aan, het Goddelijk heil in Jezus Christus nodig hebben, om niet ten onder te gaan. Dit geloof van de ouders ten aanzien van hun kinderen is nodig om hen hun Doop duidelijk te maken. Wanneer ouders werkelijk in de klare bewustheid van dit geloof (en dus niet uit gewoonte of bijgelovigheid!) hun kind laten dopen, dan kan het niet anders, of de gehele opvoeding zal daardoor worden gestempeld.

Ons druk maken over de kinderdoop heeft immers alleen zin, als wij bereid zijn ons nog druk te maken over al die gedoopte kinderen. Anders helpen ons al de discussies over vóór of tégen de kinderdoop geen stap verder. Als we de Doop niet stellen in dienst van het gedoopte kind, komen we vroeg of laat toch weer bij het uiterlijk waterbad terecht. Dat is dan de protestantse uitholling van de Doop. En hoe maken wij nu dat onderscheid tussen gedoopte en ongedoopte kinderen? Door ze christelijk onderwijs te geven, door ze te laten onderwijzen op de catechisatie, door ze goede voorlichting te geven en ze de weg te wijzen in het oerwoud van het moderne en mondaine leven?

Inderdaad! Maar daarmee zijn wij niet klaar.

Wij moeten ze leren wat het zeggen wil dat zij gedoopt zijn. Dat wij zelf in hun Doop geloven. Dan verandert er iets grondig in de verhouding ouders en kinderen. Onze kinderen zijn dan onze kinderen niet meer. Door in het geloof uw kind te laten dopen hebben we daadwerkelijk beleden dat zij in de dood en de wederopstanding van Christus zijn ingelijfd. Dat het alleen God is. Die in Christus Jezus recht heeft op dat kind.

Ik ben er diep van overtuigd dat velen het heil niet buiten de kerk in allerlei doperse kringen zouden zóeken, en door herdoop hun kinderdoop met het grootste gemak overboord zouden gooien.

Wanneer de kerk, en wij als kerk, de liefde en de vreze Gods in praktijk zouden brengen. Onze kinderen de inhoud van de Doop en het Verbond van God bekend zouden maken. Zodat de tegenstanders van de kinderdoop niet langer zouden kunnen zeggen: , Nu ja, ze zijn wel gedoopt, maar je merkt er niet veel van. Soms helemaal niets". Wanneer wij onze kinderen al vroeg leren dat door de Doop Jezus Christus grote schoonmaak houdt in ons leven, dan zullen de nakomelingen, zoals in Jesaja 44 staat, uitspruiten als wilgen aan de waterbeken. Dat is het enige waarbij de mens groen en fris blijft (Ps. 92 : 15 en 16).

K.a.Z.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's

Kruisteken- Verbondsteken- Onderscheidingsteken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 22 november 1991

Gereformeerd Weekblad | 12 Pagina's