Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oud en nieuw

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oud en nieuw

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„Zo dan, indien iemand in Christus is, ., 'j die is een nieuw schepsel; het oude is yv voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geil; worden." m 2 Cor. 5 : 17

We zijn weer begonnen aan een nieuw jaar. goede wensen zijn uitgesproken. En veel sen zitten vol met goede voornemens. Ze n het anders en beter gaan doen. iii*f'<

mar zou er nu in het nieuwe jaar echt zoeranderen? Moeten we niet vaak constadat na 1 januari alles weer op de oude feï. ? ! verder gaat? We zijn wel een nieuw jaar £ii*ii mnen, en we hebben een nieuwe kalender •s'j'i • - en nieuwe agenda. Maar we blijven dezelf-; 'j mensen. Daarom zijn wereld en maatschapfi: ; j ook niet veranderd bij de klokslag van 12 uur.

Er is maar één verandering die radicaal is, laar die is niet gebonden aan de jaarwisseling. indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel: het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden.

Paulus is bezig tegenover de gemeente van Corinthe zijn apostelschap te motiveren. Dat is nodig, want in Corinthe zijn er mensen die twijfelen of hij wel een geroepen apostel is. Gaat het niet om zijn eigen eer? Heeft hij zichzelf niet op het oog?

Nee, Paulus verdedigt zichzelf niet, maar de Heere Die hem tot deze dienst geroepen heeft. Hij hoeft niet geprezen te worden, als de Heere maar geprezen wordt. Zijn woorden kunnen niemand overtuigen, als het Evangelie maar gehoord en geloofd wordt.

Daarom durft Paulus ook voor het aangezicht van God èn tegenover de gemeente zeggen wat zijn motieven zijn. Wetend de schrik des Heeren beweegt hij de mensen tot het geloof. En de liefde van Christus dringt hem. Die twee sluiten elkaar niet uit! Het zijn twee kanten van één medaille. We moeten geopenbaard worden voor de rechterstoel van Christus. Daar zullen dienaar en gemeente verantwoording moeten afleggen. Maar voor het zover is wordt ons de liefde van God in Christus verkondigd. Hij Die komt als Rechter wil nü onze Redder zijn. Daar heeft Hij Zijn leven voor over gehad.

Wàt een üefde, Christus stierf voor vijanden! Maar die vijanden blijven niet zoals ze waren. Nee, zegt Paulus, we leven niet meer voor onszelf, maar voor Hem Die voor ons gestorven en opgewekt is.

En dat gaat hij nu nader uitwerken. Indien iemand in Christus is, die is een nieuw schepsel.

Indien iemand in Christus is... Wie is dat? Van nature niemand. Ieder mens, zonder enige uitzondering, komt zonder God en buiten Christus op de wereld.

In Christus... Zijn dat dan alle mensen die in de kerk zitten? Allen wier namen in het doopregister of in het Udmatenboek voorkomen? Let wel, het is niet onbelangrijk, in de kerk te zitten en tot de gemeente te behoren. Maar het valt niet automatisch samen met „in Christus zijn".

In Christus zijn. Dat is een geliefkoosde uitdrukking van Paulus. Het duidt zoiets aan als: geborgen zijn, veilig zijn. Als het buiten regent en stormt, maar ik zit in huis, dan heb ik geen last, dan ben ik veilig.

In Christus zijn. Dat is ook: in Hem ingelijfd zijn, in Hem ingeplant zijn. Zoals ranken geënt zijn in de wijnstok. Die rank kan geen vrucht dragen van zichzelf, alleen als ze is ingeplant in de wijnstok.

In Christus zijn betekent dus ook: deel hebben aan de vruchten van Christus' werk. Weten dat uit óns geen vrucht zal voortkomen in der eeuwigheid. Maar er ook iets van verstaan wat Hij gezegd heeft: uw vrucht is uit Mij gevonden.

In Christus zijn is behoren tot Zijn Uchaam. Hij is het Hoofd, wij zijn de leden. Dat wil zeggen dat we ons door Hem laten regeren. Want het hoofd regeert het lichaam. Wat we doen met onze handen, dat is in ons hoofd opgekomen. Christus Die het Hoofd is regeert al de leden van het lichaam. En de leden laten zich ook regeren. Ze vragen erom: regeer ons door Uw Geest en Woord...

In Christus zijn is door een innerlijke en levende band met Hem verbonden zijn. Ik leef, doch niet meer ik, maar Christus leeft in mij...

Bent u in Christus? Dat is ook aan het begin van een nieuw jaar de kardinale vraag. Ja, wij zitten meestal vol met andere vragen. Hoe zal het gaan in de wereld, in de maatschappij, in mijn eigen leven? En toch zinken al deze vragen in het niet bij deze ene vraag: bent u in Christus? Met het antwoord op die vraag staat of valt ons leven.

En we weten niet hoeveel tijd we nog krijgen. We brengen onze jaren door als een gedachte. En als het einde komt, hoe moet dat, als we niet in Christus zijn?

Hoe ziet zo'n mens eruit, die in Christus is' Wel, die weet er ook iets van wat het is, buiten Christus te zijn. Zonder Christus - zonder Borg voor je schuld, zonder toekomst en thuiskomst... Als je dat ontdekt, ga je zoeken met inspanning van al je krachten: geef me Jezus of ik sterf...

En dan dat wonder. Hem te mogen vinden, door Hem gevonden te zijn! Het heeft God beliefd Zijn Zoon in mij te openbaren! Die verwondering komt je nooit te boven.

Indien iemand in Christus is... Ja, dan wordt alles anders, alles nieuw. Dat zegt Paulus ook: die is een nieuw schepsel, een nieuwe schepping.

Een schepping is iets dat er vóór die tijd niet was. Scheppen is iets tevoorschijn roepen uit niets. , , Dit is de wedergeboorte, de vernieuwing, nieuwe schepping, opwekking uit de doden en levendmaking, waarvan zo heerlijk in de Schriften gesproken wordt, die God zonder ons in ons werkt. En zij is in haar kracht niet minder dan de schepping of de opwekking uit de doden" (Dordtse Leerregels, III/IV, 12).

Wie in Christus is, die is een ander mens, een nieuw mens. We zeggen wel eens, wanneer we gegeten hebben, of uitgerust zijn: , , ik ben een ander mens". Dat is natuurlijk maar bij wijze van spreken, want je bent precies dezelfde gebleven, maar je voelt je totaal anders.

Een ander mens, een nieuwe schepping. En scheppen - dat is niet óns werk. Dat is het werk van de Almachtige God. Op de eerste scheppingsdag zei God: er zij licht, en er was licht. Diezelfde God roept met één woord van Zijn almacht dode zondaren tot het leven.

Dat nieuwe leven is toch niet uit óns te verklaren? Die oude, verdorven mens is toch niet voor verbetering vatbaar? Die komt toch niet in aanmerking voor de reclassering?

Nee, Paulus verkondigt niet een stelsel dat erop gericht is ons beter of vromer te maken. Aan die oude mens is niets op te knappen. In hem is ook niet een kiem aanwezig die ontwikkeld kan worden.

Er is maar één manier waarop die nieuwe schepping kan ontstaan: de Heilige Geest werkt het geloof in ons hart. Het geloof dat ons aan Christus verbindt.

Een nieuwe schepping, en toch blijft het een mens, aan wie niets menselijks, ook niets zondigs, vreemd is.

Een vleselijk mens, verkocht onder de zonde. En toch een geestelijk mens, vernieuwd door de Heilige Geest en met Christus verbonden. Een zondaar tot de laatste snik, en toch een heilige. Ten dode gedoemd, en toch een leven dat met Christus verborgen is in God.

Zo'n wonderlijke tweemens, in wie oud en nieuw op elkaar botsen. Want die oude mens zal het niet opgeven, maar die nieuwe wint toch terrein. Zelf zie je het niet, maar anderen merken het op. Hoe is het mogelijk, zeggen ze, dat hij of zij zo anders is geworden? Hij of zij handhaaft zichzelf niet meer, staat anders in de maatschappij. Vraagt zich niet meer af: kan ik er beter van worden, maar: kan ik er mijn naaste mee dienen?

En toch ook in je eigen leven. Je gedachten gaan een andere kant uit. Je gesprekken krijgen een andere inhoud. Je plannen maak je niet meer zelf, maar je hebt er de Heere bij nodig.

Zodat je, ondanks alles wat er tegenop komt, toch mag zeggen: de zaligheid is ons nu nader, dan toen we voor het eerst geloofd hebben.

Het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden. Denkt Paulus hier aan het woord van Jesaja? „Overlegt de oude dingen niet, ziet. Ik zal wat nieuws maken”?

Ja, dat geldt in de eerste plaats van het leven van ieder die in Christus is. Het oude is voorbij. We zijn verlost van de heerschappij en de slavernij van de zonde. Zijne majesteit IK heeft het niet meer voor het zeggen. We hebben zelfs de dood achter ons.

Maar we mogen het gerust breder opvatten. Want Paulus zegt dit immers in het kader van zijn betoog over de verzoening? Het oude is voorbij gegaan, het is alles nieuw geworden.

De heilstijd is aangebroken. Het jaar van het welbehagen des Heeren. De zaligmakende genade van God is verschenen aan alle mensen.

Wie kan er nu nog in de zonde blijven leven? Wie kan er nu, terwijl alles nieuw geworden is, nog vasthouden aan het oude?

Wij zeggen wel eens: je moet met je tijd meegaan. Het is de vraag of dat onder alle omstandigheden wenselijk is. Maar zoiets bedoelt Paulus wél. Als je de zonde nog dient, dan loop je achter, dan ben je hopeloos ouderwets. Want het oude is voorbij.

Ziet! zegt Paulus. Schenk er terdege aandacht aan!

Nou, zegt u, ik zie er niet veel van. We zijn een nieuw jaar begonnen, maar wat zal er veranderen? Het is te vrezen dat de zonde en de ongerechtigheid meer en meer doorwerken! Dat de machten der duisteriiis steeds driester worden. Is het geen idealisme, doen alsof alles nieuw is?

Begrijpelijk... En toch - al die aktiviteiten van zonde, duivel en dood zijn maar stuiptrekkingen van het oude regime. Laatste krachtsinspanningen omdat ze weten dat ze de strijd verloren hebben.

Blijft u daarom niet bij het oude, want dat is voorbij. Wat oud is, is nabij de verdwijning.

Dat heeft geen toekomst.

Alleen wie in Christus is, die heeft toekomst.

Dan heb je een nieuw hart. Want de Heere geeft een nieuw hart en een nieuwe geest in het binnenste van ons.

En je krijgt een nieuwe naam. Een naam die niemand kent dan die hem ontvangt.

En je krijgt nieuwe moed en kracht. Want die de Heere verwachten zullen de kracht vernieuwen.

En je gaat een nieuw lied zingen. Hij heeft een nieuw lied in mijn mond gegeven, een lofzang voor onze God.

En straks wordt alles nieuw. Een nieuw Je- ruzalem, een nieuwe hemel en een nieuwe aarde.

En dat hebben we nu allemaal te danken aan Hem Die op de troon zit en Die zegt: ziet, Ik maak alle dingen nieuw.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Oud en nieuw

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 3 januari 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's