Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

Moet er een nieuwe Bijbelvertaling komen?

Die vraag wordt de laatste tijd weer in toen mende mate gesteld. Sommigen zijn er heel sn mee klaar. Ze zeggen: „voor ons hoeft dat niet Wij hebben toch de beproefde, zuivere Staten vertaling." Wat schamper wordt opgemerkt da de, , Nieuwe Vertaling" van 1951 het heel wat m der lang uithoudt dan de Staten-Vertaling uit 1 Maar we kunnen er de ogen niet voorsluiten da ontwikkeling van de nederlandse taal bijzond snel gaat en dat het taalkleed van de Nieuwe Ve ling bij verschijning al verouderd was. Ieder wel eens iets aan evangelisatie-of jeugdwerk daan heeft, weet dat er een geweldige vervreem optreedt door de verouderde taal van de gebru lijke bijbelvertalingen. Dr. M. J. Paul uit Aalbu geeft in een vraaggesprek in Terdege van 15 jan heel open en helder aan dat er zeker behoefte b staat aan een nieuwe, eigentijdse bijbelvertali met handhaving van de vertaalprincipes die d Staten-Vertaling kenmerken. Ik citeer enkele deelten uit het gesprek dat H. de Vries met de h vormde predikant en oud-testamenticus voerde

„Ruim veertig jaar geleden verscheen de zogenaamde Nieuwe Vertaling. Binnen een groot deel van de protestantse kerken verdrong die de beproefde Statenvertaling. In bevindelijke kring hield men vast aan de overgeleverde schat uit de zeventiende eeuw. Er werd zelfs een Gereformeerde Bijbelstichting in het leven geroepen, om het voortbestaan ervan te waarborgen.

Inmiddels is de vertaling van 1951 alweer verouderd in taalgebruik. Vandaar dat het mammoetproject NBG-2002 wordt voorbereid. In de komen- de tien jaar moet de Bijbel vanuit de grondtekst worden vertaald in het Nederlands van nu.

Sceptisch

Ook exegeten uit evangelische en reformatorische kring, met name uit „Heverlee", hebben belangsteUing getoond voor het project. Ze verenigden zich in de werkgroep Evangelisch Beraad-2002 (EB-2002), in de hoop een orthodoxe inbreng te kunnen hebben. Een van de mensen die door de werkgroep op de hoogte worden gehouden is dr. M. J. Paul, hervormd predikant te Aalburg. Een gesprek dat een delegatie van EB-2002 met het NBG had, verliep volgens de oudtestamenticus positief. , , Het is voor het eerst dat uit orthodoxe hoek in een heel vroeg stadium constructief wordt meegedacht over een nieuwe vertaling. Meestal blijft het bij achteraf kritiek leveren". Hoewel hij positief tegenover de doelstelling van EB-2002 staat, is de predikant sceptisch over de betekenis ervan voor de gereformeerde gezindte. , , Wat de inbreng van de werkgroep ook is, de vertaling zal voor onze kring toch niet acceptabel zijn. Dat maakt me aarzelend om er energie in te steken. De breedte van de NBG maakt het waarschijnlijk dat zal worden samengewerkt met de Katholieke Bijbelstichting, wat betekent dat er een compromisvertaling uit de bus komt. Die kan best nog redelijk positief zijn, maar de gereformeerde gezindte kennende verwacht ik niet dat deze vertaling geaccepteerd zal worden. Neem alleen de vertaling van de naam JAHWE. Laat je die onvertaald, schrijf je Heer, Here met één e, met twee e's? Alleen dat is al een breekpunt.”

Voetnoten

De markt is inmiddels overvoerd met bijbelvertalingen. Wat beweegt het NBG om daar nog een nieuwe vertaling aan toe te voegen?

„Die behoefte is vooral ingegeven door de veranderingen in de taal. Het NBG wijst erop dat met name jongeren de taal van de vertaling van 1951 niet meer verstaan. Alleen de trouw kerkelijk meelevenden kunnen ermee uit de voeten.”

Denkt het NBG dan aan een vertaling volgens dezelfde principes als de Statenvertaling en die van 1951? Anders kan men toch terugvallen op „Groot Nieuws voor u”?

„Dat is nog niet helemaal duidelijk, omdat men in de overlegfase verkeert. Zo is vanuit EB-2002 geopperd om met voetnoten te werken. Dat hoeven er niet veel te zijn, maar zijn twee gelijkwaardige vertaUngen van een tekst mogelijk, dan moet dat aangegeven worden.”

Een soort kanttekeningen?

„Nee, die gaan veel verder en geven naast alternatieve vertalingen ook uitleg. In de voetnoten zouden alleen de evenzeer verdedigbare mogelijkheden aangegeven moeten worden. Het bijbelgenootschap heeft dat voorheen altijd geweigerd, maar staat er nu duidelijk welwillender tegenover. Zo kunnen er al pratende meer motieven komen om een nieuwe vertaUng te brengen.”

Hoe beoordeelt u zelf het idee van voetnoten?

„Positief. Als vertaler moet je keuzes maken. In Genesis 4 vers 13 lezen we bij voorbeeld dat Kaïn tegen God zegt: , , Mijn misdaad is groter dan dat zij vergeven worde." Je kunt ook vertalen: , , De straf op de misdaad is te groot om te dragen.”

Taalkundig is dat evenzeer verdedigbaar. Dan vind ik het een goede zaak als dat in een voetnoot wordt aangegeven. Als vertaler moet je zo veel mogelijk terugtreden om je persoonlijke mening niet als een filter te laten werken.”

Middenklasse

Is de ontwikkeling van de taal een wettig argument om een nieuwe vertaling te brengen?

„Dat vind ik zeker. Luther vond dat hij in zijn vertaling de taal van de doorsnee huismoeder en van de man in de straat moest gebruiken.”

Moet de bijbelse taal niet juist de omgangstaal beïnvloeden?

„Dat is de meest wenselijke situatie, maar helaas niet de praktijk. Doordat de overheid het gebruik van de Statenvertaling destijds min of meer heeft opgelegd, heeft die een enorme invloed uitgeoefend op de Nederlandse taal. Maar die tijd is voorbij. De Statenvertaling en ook de Nieuwe Vertaling bevatten zo veel woorden die de gemiddelde Nederlander niet meer kent, dat je er goed aan doet om een vertaling in hedendaags Nederlands te brengen. Taalkundig is er nauwelijks verschil tussen de Statenvertaling en de vertaling van 1951.”

Bezwaren

Heeft ook de gereformeerde gezindte behoefte aan een vertaling in hedendaags Nederlands?

„De Statenvertaling en de Nieuwe Vertaling functioneren het best in trouw kerkelijk meelevende gezinnen. Daar groeit men op met de taal van de Schrift. Bij de minder meelevenden worden de problemen al veel groter. Hetzelfde geldt voor de minder ontwikkelden. Men zegt van onze kerken dat ze gericht zijn op de middenklasse. Dat is inderdaad zo. De intellectuelen en de arbeiders zijn we voor een groot deel kwijtgeraakt. De uitstroom van de laatste groep wordt bevorderd door het gebruik van de Statenvertaling. Die is gewoon te moeilijk.”

Bepleit u een totaal nieuwe vertaling vanuit de grondtekst, of is een revisie van de taal voldoende?

„Het eerste. Gelet op de kennis waarover men in de zeventiende eeuw beschikte, is de Statenvertaling een voortreffelijk werk. Maar de huidige kennis van de oude talen en de archeologie moet je zeggen dat bepaalde gedeelten zeker voor verbetering vatbaar zijn.”

Waar liggen de belangrijkste bezwaren?

„Met name in het Oude Testament. De kennis van het Hebreeuws was in de tijd van de Statenvertalers beperkt. Honderden woorden komen maar een enkele keer in het Oude Testament voor. Hoe moest je die vertalen? Nadien is het Egyptisch ontcijferd, het Assyrisch, het Ugaritisch, het Moabitisch, het Fenicisch... Vooral het Ugaritisch, dat sterke overeenkomst vertoont met het Hebreeuws, heeft veel licht geworpen op de betekenis van bepaalde woorden.”

Wijsheidsboeken

Aan welke gedeelten in het Oude Testament denkt u dan vooral?

„De poëtische gedeelten. Boeken als Psalmen, Spreuken, het Hooglied, Job, gedeelten van de profeten. De poëtische vorm komt in de Statenvertaling niet tot uitdrukking. Daar komt bij dat in de tijd van de Statenvertalers alleen de bijbelse wijsheidsliteratuur bekend was. Nu kennen we daarnaast een dertigtal wijsheidsboeken van omringende volken, die ons veel meer inzicht hebben gegeven in de betekenis van bepaalde begrippen en uitdrukkingen.”

Wat zijn de gevolgen daarvan?

„Dogmatisch minimaal. De leer als zodanig wordt door de toegenomen kennis niet aangetast. Maar er zijn wel verzen die nu, terecht, totaal anders vertaald worden dan in de Statenvertaling is gebeurd.”

Welke criteria moeten naar uw mening worden gesteld bij het vertalen van de Bijbel?

„De vertalers moeten uitgaan van het absolute gezag van de Schrift. Dat is het eerste. Een tweede vereiste is vakkundigheid. In de praktijk zie je vaak dat of het één of het ander wordt gemist. Er is diep respect voor het Woord van God, maar geen taalkundige en archeologische kennis. Of zeer veel kennis, maar een onbijbelse visie op de Schrift.”

Innerlijke verbondenheid

Moeten de vertalers per definitie mensen van gereformeerde signatuur zijn?

„Dat vind ik een moeilijke vraag. Neem , , Het Boek", dat niet in de strikte zin van het woord een bijbelvertaling is, maar een parafrase. Zowel mensen uit evangelische als reformatorische richting hebben daaraan meegewerkt. Dat gaf geen problemen.

Hetzelfde kan ik me voorstellen ten aanzien van een bijbelvertaling. De meeste verschillen zijn dogmatisch van aard en hebben te maken met de uitleg, niet met de vertaling zelf. Verder zouden voetnoten ook hierin kunnen voorzien, bijvoorbeeld bij de weergave van „oudsten” of „ouderlingen" in een nieuwe vertaling.”

Hoe ziet u de visie van de Dordtse synode dat bijbelvertalers ook gekenmerkt moeten worden door persoonlijke godsvrucht?

„Dat ligt voor mij opgesloten in het eerste criterium dat ik noemde. Het gaat om innerlijke, geestelijke verbondenheid met het Woord van God, niet een uitwendig toestemmen van de letter.”

Door aanhangers van de Statenvertaling wordt vaak gewezen op verschillen tussen de Statenvertaling en die van 1951. Hoe beoordeelt u die?

„Je zult altijd de vraag moeten stellen: Wat staat er in de grondtekst? Mijn bezwaar tegen de Gereformeerde Bijbelstichting is dat aan die vraag te weinig aandacht wordt besteed. In Psalm 16 vers 10 geeft de Statenvertaling bij voorbeeld: , , Gij zult mijn ziel in de hel niet verlaten." In jongere vertalingen wordt gesproken over dodenrijk. Daarin ziet men een afzwakking van het woord hel. Vanuit de grondtekst gezien is dat een onterecht verwijt. Ook een exegeet die volledig vasthoudt aan de realiteit van een eeuwige rampzaligheid, zal moeten erkennen dat het in Psalm 16 niet gaat om de hel in de negatieve betekenis van het woord, maar om het graf of het dodenrijk.”

Toekomst

Heeft de Statenvertaling binnen de gereformeerde gezindte wel toekomst?

„Er zijn sterke aanwijzingen dat in de helft van de gezinnen waarvan kinderen naar een reformatorische school gaan, thuis weinig meer uit de Statenvertaling wordt gelezen, 's Morgens is er geen tijd om te lezen, 's middags eet men niet thuis en 's avonds leest men uit de kinderbijbel van Vreugdenhil of Kuijt, omdat de kinderen de Bijbel niet begrijpen.”

Ook in de gereformeerde gezindte wankelt de Statenvertaling?

„In theorie niet. Maar in de praktijk komt hij in veel gezinnen nog maar weinig uit de kast. Ik hoop van harte dat de reformatorische kerken over de onderlinge verschilpunten zullen heenstappen en met het oog op de genoemde zaken met elkaar een nieuwe, verantwoorde bijbelvertaling zullen maken. Er zijn mogelijkheden genoeg, maar we moeten ze wel benutten, om de inhoud van Gods Woord zo dicht mogelijk bij onze generatie te brengen”.”

Vanwege de beperkte plaatsruimte liet ik enkele passages uit het boeiende vraaggesprek weg. De tendens meen ik echter zuiver te hebben weergege ven. In een volgend nummer van Terdege zalL. M P. Scholten, directeur van de Gereformeerde Bijbelstichting zijn visie geven op de toekomst van d bijbelvertaling in Nederland.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's