Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De persoonlijke omgang met God

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De persoonlijke omgang met God

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

PASTORALE VRAGEN

Inleiding

Ons leven speelt zich af in een tijd die duidelijk lijdt onder een steeds groter wordend relevantieverlies van het geloof. Secularisatie en Godsverduistering zijn begrippen die het moderne levensgevoel in toenemende mate kenmerken. Steeds groter lijkt de afstand te worden tussen God en de mens van onze twintigste eeuw, een eeuw die nog maar kort heeft te gaan. Wat zal er bij de ingang van de nieuwe eeuw nog aan geloofsomgang met God over zijn? Veel mensen hechten in onze tijd immers niet zoveel belang meer aan de omgang met God. Er treedt, om zo te zeggen, vervluchting van allerlei godsdienstige gebruiken op omdat ze te zeer vorm zonder inhoud werden. Denk maar eens aan de kerkverlating over de hele breedte van de kerk. Let ook maar eens op het gebedsleven. Menigeen weet geen raad meer met het gebed. De omgang met God is voor velen een vaag begrip geworden. Wat is dat eigenlijk, omgang met God? Ook bij mensen die kerkelijk nog meeleven, treffen we dikwijls grote problemen aan wanneer het gaat om het beoefenen van de dagelijkse omgang met God. Het moderne levensgevoel dringt door alle naden en kieren van ons leven naar binnen. Onze tijd pleegt een geweldige aanslag op de tijd die we zo hard nodig hebben voor de omgang met God. Vanuit de Schrift is duidelijk dat voor een herleven van het leven met God een opnieuw en krachtig waaien van Gods Geest nodig is. Daar zullen we allen wel van overtuigd zijn. Maar het vraagt van een ieder van ons in­ tussen wel waarachtige bekering van een verkeerde tijdsbesteding. Het komt niet zomaar aanwaaien! Een bijbels verantwoord rentmeesterschap heeft alles te maken met een bijbels verantwoorde wijze van tijdsbesteding en tijdsbewaking. Want onze tijd is nog altijd Gods tijd. Vandaar dat het ons goed leek om in dit artikel op het aspekt van de tijdsbesteding wat in te gaan. Pastoraal gezien liggen hier grote belangen, al hebben we in dit opzicht de tijd niet mee. We hebben overigens niet de pretentie het onderwerp hier uitputtend te behandelen. Het wil alles slechts een kleine handreiking zijn, die tot verder nadenken wil aanzetten.

De persoonlijke omgang met God centraal!

Wanneer we in dit artikel spreken over omgang met God, dan willen we ons daarbij toespitsen op de persoonlijke omgang met God. Daarmee zeggen we niet dat dit de enige vorm is van omgang met God. Het veld is wat dat betreft veel breder. We noemen bijvoorbeeld de omgang met God in gezinsverband, We spreken dan van huisgodsdienst. Een nog wijdere cirkel is de samenkomst van de gemeente voor Gods aangezicht. Ook dan is er sprake van omgang met God, nu als gemeente die samenkomt om de Heere te ontmoeten, Zijn Woord te horen. Hem in Zijn deugden te prijzen en in gemeenschappelijk gebed Zijn Naam aan te roepen. De reden dat we de omgang met God willen toespitsen op het persoonlijke aspekt, heeft te maken met onze gedachte dat de persoonlijke omgang met God de noodzakeUjke zuurdesem is voor het toewijden van de wijdere levenskringen aan de dienst des Heeren. De persoonlijke omgang met God kunnen we niet missen. Hij is nodig om in de eenzaamheid met God gemeenzaam te kunnen zijn. Daarbij is er natuurlijk wel sprake van wisselwerking. Het opgaan met de gemeente naar Gods huis en het meedoen aan de huisgodsdienst, zal dringen tot de persoonlijke omgang met God om het gehoorde of gelezene te verwerken en zo tot geestelijke verdieping te komen. Tenminste als het goed is Het omgekeerde is ook waar. Wat in de binnenkamer, waar de persoonlijke omgang met God plaats vindt, ons werd geschonken, w niet zonder vrucht blijven voor gezin of kerk Je kunt binnenkamer, gezin en kerk niet los van elkaar zien. Wat in het ene , , stiltecentrum" werd ontvangen, vraagt om te worden omgezet in pasmunt voor de beide andere. Hoe meer nu de persoonlijke omgang met God wordt beoefend, des te meer glans en voor- naamheid krijgt het leven in de wijdere verbanden waarin de Heere ons stelde.

Wanneer omgang met God?

Van Henoch lezen we in de Bijbel dat hij wandelde met God. Dat ziet op een voortdurend omgaan met de Heere. Wij voor ons zijn van mening dat er geen dag zonder die omgang met God mag zijn. Om zo te zeggen: laat geen dag voorbijgaan zonder in de binnenkamer te zijn geweest! Zeker, heel ons leven moet worden gestempeld door de omgang met God, maar daarin is ook plaats voor tijden van bijzondere omgang met Hem. Daaronder verstaan we hier tijden waarop men in de binnenkamer is. Laten we niet vergeten dat de Heere Zelf elke dag naar ons toe komt. Elke morgen is er opnieuw voor ons Zijn zorgen! Elke dag is een geschenk dat Hij ons aanreikt om daar een dankbaar en goed gebruik van te maken. Zonder daarom van elke dag een stukje af en wijdt dat op bijzondere wijze toe aan het zoeken van Zijn gemeenschap. Dat is een goede en vruchtbare tijdsbesteding.

De praktijk van ons zo gejaagde leven is helaas dat we ons vaak geen tijd gunnen om die tijd voor de bijzondere omgang met God vrij te maken. We zijn voor ons gevoel meestal te druk! Heel veel binnenkamers zijn naar we vrezen meer op slot dan open omdat het argument „ik ben te druk" een gemakkelijk te hanteren sleutel bleek. Bekend is echter het voorbeeld van Luther. Had hij een dag met een overvolle agenda, dan trok hij zich extra lang terug in zijn bidvertrek...

Zonder nu de persoonlijke omgang met God in een voor ieder geldend schema te willen wringen, geloven we dat een stuk regelmaat zegenrijk werkt. Elk mens heeft nu eenmaal zelfdiscipline nodig. Anders vervloeit de tijd van omgang met God op den duur. We denken daarbij allereerst aan een beginnen van iedere dag met God. Denk aan het voorbeeld van Luther. Hoe drukker de agenda, des te meer tijd genomen voor de omgang met God! Om de nodige kracht op te kunnen doen! Overigens, wie de dag niet zo begint, handelt naar onze mening ondankbaar en hoogmoedig. Immers, een zoeken van de Heere aan het begin van de dag drukt onze afhankelijkheid van Hem uit. Wij hebben Zijn hulp en trouwe zorg toch de hele dag nodig! Bovendien is het goed om aan het begin van de nieuwe dag de Heere te danken voor Zijn hoede in de voorbijgegane nacht. Een christen moet iets hebben van de zangvogels, die God loven met hun prille morgenlied. Zo kan de rust. die opbloeit uit de vroege omgang met God, zich over de hele dag heenleggen. Evenals de rust van de zondag zich wil heenleggen over al de andere dagen van de week.

We denken ook aan het einde van de dag. Het Woord zegt dat elke dag genoeg heeft aan z'n eigen kwaad. Dat betekent heel concreet dat wij aan het einde van elke dag genoeg te belijden hebben waarover we de Heere vergeving hebben te vragen. Hoe zou het anders gerust de nacht in kunnen? En is er aan het einde van elke dag ook niet veel om de Heere voor te danken? Wat werden wij voor veel zonden bewaard waar anderen in vielen. Wat een zegeningen vallen ons ook dagelijks ten deel. Het reukwerk der dankbaarheid moet toch wel elke dag worden ontstoken! Ons leven moet dus ook iets hebben van de nachtegaal, die vooral 's avonds en in de voornacht heerlijk zingt.

Zo moeten we dus de dagen vatten in de gulden lijst van de verborgen omgang met God, In de gestage gang zit daarbij de kracht. Laat echter ook het spontane element niet ontbreken. De binnenkamer moet een plaats zijn waar we ook buiten de morgen en avond graag vertoeven, bijvoorbeeld om de Heere te vertellen hoe het een en ander gegaan is en waar onze zorgen of verlangens liggen. Zo moeten we ons aan een gedurige omgang met de Heere gewennen.

Wat zijn de momenten in de omgang met God?

Voorzover we het kunnen overzien kent de omgang met God drie momenten: het lezen van het Woord, het mediteren over het gelezene en dan ook het gebed.

Letten we eerst kort op de omgang met het Woord. In het Woord heeft God Zich aan ons willen openbaren als de drieënige God. Al onze Godskennis ontspringt aan de Schrift. In het wondere Woord heeft God voor ons met de pen van Zijn genade de naam „Jezus Christus" uitgeschreven. Het is deze Christus, Die in het gewaad van het Woord tot ons komt en ons de Vadernaam openbaart. Wie Hem gezien heeft, die heeft ook de Vader gezien. We vorderen dus in de kennis van God-wanneer we verder komen in de kennis van Christus. Om dit Godswoord nu echt te horen, is nodig een gelovige luisterhouding. Daarvoor moeten wij stil worden voor God en hebben wij een door Gods Geest geopend oor en hart nodig. Wie luistert naar het Woord van God, is dicht bij Zijn mond. De Bijbel is daarom het kostbaarste wat wij op aarde bezitten. Hij is de sleutel waardoor ons het Koninkrijk Gods wordt geopend, de spiegel waarin wij Gods aangezicht zien, het gewaad waarin Christus Zich hult. Wie in de binnenkamer gaat om de omgang met God te zoeken, zette zich bij de open Bijbel en hore ingespannen toe om Gods stem te vernemen...

Als tweede moment in de omgang met God gaven we aan: het mediteren over het gelezene. Men kan elke vorm van biddend en rustig overdenken van het Woord van God meditatie noemen. Het is aan te bevelen om voor de meditatie een vaste tijd en misschien ook wel een vaste plaats te zoeken. Al mediterend mag dan het gelezene worden verwerkt. Men zoeke het daarbij niet in een grote hoeveelheid stof. Beter is het om zich als regel te beperken tot een enkele tekst dan een heel Bijbelgedeelte te nemen. Dit om te voorkomen dat men zich laat meeslepen door een veelheid van gedachten. Al kloppend op het tekstwoord komen de schatten vrij. Een goede hulp kan daarbij een dagboek vormen. Daar vindt men al enige gedachten aangereikt die als uitgangspunt voor verder overpeinzen van het Schriftwoord kunnen dienen. De beste tijd voor de meditatie lijkt ons de vroege morgen. Dan is de geest nog fris. In dat stille overdenken van het Woord ligt vaak zo veel zegen, voor het moment zelf en ook voor later. Het is een goede gelegenheid om het Woord tot ons te laten doordringen en erop te ènt-woorden. Het zet ook aan om wat uit de Schrift al mediterend werd verstaan door te geven aan anderen of in het eigen leven vruchtbaar te maken in handel en wandel. Laten we van dat overpeinzen ernstig werk maken. We eren er het Woord mee als een kostbare schat, ons van God gegeven. Het is al de eeuwen door een vruchtbaar ondernemen gebleken.

Het derde door ons aangegeven moment is het gebed. Dit is beslist niet het minst belangrijke onderdeel. Het werd in het voorgaande al steeds meegedacht. Willen immers het leven van en het mediteren over het Woord vruchtbaar zijn, dan moeten zij door het gebed worden gedragen. In de Bijbel kan het belang van het gebed nauwelijks worden overschat. In het gebed klopte het hart van Israel's godsdienstige leven, zowel in de eredienst als in het persoonlijke geloofsleven. Niet ten onrechte zijn daarbij de Psahnen wel „de binnenkamer van het Oude Testament" genoemd. We vinden er een schat aan gebeden in die tot op de dag van vandaag niet aan belang hebben ingeboet. De gebedspraktijk in Israël kende een stuk regelmaat. Denk bijvoorbeeld aan de drie gebedstijden van Daniël. Ook de Heiland is in die gebedspraktijk groot gebracht. Voor Hem was het gebed een bron van kracht omdat het' een ontmoeting met de Vader betekende. Het Israël van Zijn dagen kende voor het gebed ook vaste vormen. Nergens blijkt echter dat de Heiland Zich tegen regelmaat en vaste vorm-L geving verzet heeft. Desalniettemin nam in Zijn leven het vrije gebed een grote plaats in. Dikwijls zocht Hij de eenzaamheid op om tef bidden. Soms stuurde Hij zelfs de schare heen om tijd vrij te kunnen maken voor het gebed Wanneer de Heere in gebed ging, volgde daar op vaak wat bijzonders. Op het gebed bijvoor beeld daalde de H. Geest op Hem neer (Luk. 2 : 21w), horen we van het betoon van groteï kracht (Matth. 14 : 22—33) en koos Hij Zijn^ discipelen (Luk. 6:12—19). Zo heeft de Heere Zijn jongeren de gebedspraktijk voorgeleefd en onderwezen. Het gebed is immers de weg waarlangs de H. Geest met al Zijn goede gaven in het leven van mensen komt!

Terwille van onze zwakheid is het goed om " er in ieder geval vaste gebedsuren op na te houden. Om het afdwalen van de gedachten tegen te gaan, is daarbij het hardop bidden een beproefd middel. Het is waar, onze tijd met z'n jachtige levenstempo en met de vele prikkels die via de media tot ons komen, is niet gunstig voor een bloeiend gebedsleven. Maar zal hier elke tijd niet z'n eigen zorgen hebben? Waar echter het gebedsleven (weer) opbloeit en de gebedsmalaise wordt doorbroken, daar werpt de verborgen omgang met God z'n heil zame vruchten af. Hoe goed zou het dus zijn als we ijverig werden in het bidden, zoals de Heere zo ijverig is met ons te prikkelen, te lokken, te gebieden, te beloven en te nodigen tot gebed. Hij vergeve ons onze ondankbaarheid en lere ons door Zijn Geest bidden gelijk het behoort.

Huizen

P.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1992

Gereformeerd Weekblad | 14 Pagina's

De persoonlijke omgang met God

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 29 mei 1992

Gereformeerd Weekblad | 14 Pagina's