Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Hoe voornaam is onze voornaam?

Een aardig artikel over een niet alledaags onderwerp schreef ds. G. Treurniet Azn. onlangs in het „Gereformeerd Kerkblad" van het zuiden.

„Voor en achter

Wat wij nu iemands „vóórnaam" noemen, was tot ver in de Middeleeuwen iemands enige naam. Bij de adel kwamen in de twaalfde eeuw geslachtsnamen in de mode. De stedelijke elite volgde pakweg een eeuw later. De plattelandsbevolking en de „, gewone" stedelingen bedienden zich, althans in Holland, tot in de zestiende, zeventiende eeuw hooguit van een , , patroniem", d.w.z. men voegde aan z'n eigen naam die van zijn vader toe.

Eén van de eerste gereformeerde predikanten van Delft heette bijvoorbeeld simpelweg Arent Corneliszoon. In zuidelijke streken (Vlaanderen, Brabant) kwamen achternamen al wat eerder in zwang. In het noorden des lands (Groningen, Friesland, Drenthe) namen veel families pas een geslachtsnaam aan toen het verplicht werd, in 1811.

Bijbel

Ook in de bijbel hebben de meeste mensen maar één naam (we laten de in de bijbel vóórkomende Romeinen dan even buiten beschouwing).

Hoe kwam men aan die ene naam? We krijgen de indruk, dat namen in het Oude Testament in de regel gegeven werden vanwege hun inhoud, hun betekenis.

Soms is die betekenis tamelijk ongecompliceerd of zelfs lichtvoetig. Naara (1 Kron. 4 : 5) betekent , .meisje", Sabbethai (Ezra 10 : 15) , , op sabbat geboren". De dochters van Job (Job 42 : 14) heten in de Willibrordvertaling: ortel, Kaneelbloesem en Poederdoos.

Andere namen zijn een korte belijdenis: Enos (nietig mens). Jonathan (de HEERE heeft gegeven), Elia (mijn God is de HEERE).

Sommige namen zijn - al of niet in regelrechte opdracht van God - een complete profetie. Dat zien we bij de zonen van Jesaja: Schear-Jaschub (een rest keert terug) en Maher-Schalal Chaz-Baz (haastig buit, spoedig roof), en de kinderen van Hosea: Jizreël, Loruchama en Lo-Ammi.

In het Nieuwe Testament worden er nog steeds namen gegeven met (en vanwege) een bijzondere betekenis: Johannes (de HEERE is genadig). Lazarus (God is mijn Helper).

Maar intussen heeft ook het verschijnsel , , vernoemen" ingang gevonden. Bekende Israëlieten worden vernoemd (Jozef, Maria (= Mirjam), Jezus (= Jozua), Saulus, Zacharias).

En vooral ook familieleden: e buren en nabestaanden van Zacharias en Elisabeth vinden het heel raar, dat hun kind een naam krijgt, die niet in de familie voorkomt (Lucas 1 : 61).

Het zich bewust zijn van de betekenis van een naam komt in de bijbel duidelijk uit in het typische verschijnsel van de naamsverandering: Mannin-ï Eva, Abram-Abraham, Saraï-Sara, Jacob-Israël, j Hozea-Jozua, Salomo-Jedidja, Simon-Petrus.

Nederland

De betekenis van namen raakte in de loop van de I eeuwen op de achtergrond. Naamgeving was in Ne­ I derland eeuwenlang bovenal een kwestie van ver­ I noemen, een enkele keer naar een heilige of de ; landsheer (Karel, Philips), maar meestal naar een 1 familielid.

De regels voor dat vernoemen verschilden enigs­ i 1 zins per streek of zelfs per plaats. In de regel was i de volgorde globaal ongeveer als volgt: (eventueel) ' overleden vorige echtgenoot van vader of moeder; i (eventueel) overleden broer of zus; grootouders; i ooms en tantes; eventueel ouders en overgrootou­ j ders. Opvallend is daarbij, dat aanvankelijk - al­ \ thans in Holland, in andere gebieden heb ik zelf ; geen onderzoek gedaan - dikwijls alleen overleden | personen vernoemd werden. Naar grootouders, die j erg oud werden, werden dan geen kleinkinderen M i vernoemd, maar wèl achterkleinkinderen. In de zeventiende eeuw veranderde dit. Het werd algemeen gebruik, in elk geval de grootouders te vernoemen, 1 ook als die nog in leven waren.

Intussen bracht de Reformatie een nieuwe hausse in bijbelse namen, vooral namen uit de Verbondsgeschiedenis, die vóór de Reformatie weinig of niet gebruikt werden. Eind zestiende, begin zeventiende eeuw tellen tal van gereformeerde gezin­ i nen een Abraham, IsaSk, Jacob of David; veel meisjes luisteren naar de namen Sara en Rebecca, een enkele keer Lea (Leytgen).

Vandaag

Intussen is er alweer enkele tientallen jaren een f l nieuwe ontwikkeling gaande. Naamgeving vindt | steeds minder plaats op grond van vernoeming, ook niet op grond van betekenis (uitzonderingen: koningin Beatrix en prinses Irene), maar meer op grond van wat de ouders op dat moment leuk vin-; den.

Dat blijkt in de praktijk sterk aan mode onderhevig. Engelse namen, Scandinavische namen en zelfs namen van pop-en filmsterren hebben Nederland in rap tempo veroverd.

Vernoemen gebeurt nog wel, maar veel minder! en ook vrijblijvender. Als het nog gebeurt, worden namen vaak verhaspeld, of er wordt een fantasienaam aan toegevoegd, die dan als roepnaam fungeert, en - ook zoiets mafs - als je broer of je zus je , ^ vader en/of moeder al vernoemd heeft, doe jij het niet meer.

De kortzichtigheid, waarmee sommige landge-, noten namen geven, die ze op dat moment leuk: vinden, kent nauwelijks grenzen. Ik ken iemand, ji die eind jaren zestig als officiële naam „Wimmie” meekreeg. In de wieg klonk dat misschien leuk, maar het is nu een boom van een vent. Geluk bij een ongeluk dat hij nog een tweede naam heeft. Die gebruikt hij nu maar als roepnaam. Anders zou hij zich gevoeld hebben als een Sint-Bernard die Fifi heet.

En wij?

Ik heb de indruk, dat er in gereformeerde kring vaker dan gemiddeld namen gegeven worden vanwege de betekenis. Dat leid ik af uit gesprekken hierover en uit de , , vertaling", die er soms op een geboortekaartje bij staat.

Ook vermoed ik, dat het vernoemen, met name van grootouders, onder ons nog meer in ere is dan bij de totale bevolking. Dat meen ik als voorzichtige conclusie op te mogen maken uit enkele toptienlijstjes, die ik hier voor de aardigheid laat volgen (als het aantal groter is dan tien, komt dat, doordat een aantal namen even hoog scoorde en dus een gedeelde plaats innemen).

Bij jonge Nederlandse ouders waren in 1990 de volgende namen het populairst: (jongens) Jeroen, Mark, Jeffrey, Sander, Tom, Thomas, Tim, Niels, Martijn, Kevin; (meisjes) Sanne, Iris, Kim, Mandy, Linda, Chantal, Anne, Nicole, Sharon, Laura. In 1991 scoorden bij ouders, die een advertentie in het Nederlands Dagblad zetten, het hoogst: (jongens) Jan, Peter, Mark, Erik, Matthijs, Robert, Sander, Bas, Hans, Rick, Tim, Wouter; (meisjes) Laura, Janneke, Eline, Rianne, Sanne, Anne, Esther, Margreet, Joanne, Leonie, Linda, Marieke, Marije, Mirjam. (Tussen haakjes: het ziet er naar uit, dat het in deze statistiek niet om doopnamen gaat, maar om roepnamen.)

Ondanks de gunstig uitvallende vergelijking wil ik toch het volgende ei kwijt.

Staan wij niet wat te onkritisch tegenover de ontwikkeling, dat naamgeving puur een kwestie van persoonlijke smaak (of wansmaak) wordt?

Kan het niet getuigen van een oppervlakkige en individualistische insteUing, je kind een bepaalde naam te geven, alléén omdat Jij die naam leuk vindt?

Nee, ik noem nu geen voorbeelden. Dan dreigt de discussie over mijn smaak te gaan, en wil nou juist beweren, dat die niet zo belangrijk is. Ik geloof, dat wij als gereformeerden best wat meer historisch besef zouden kunnen gebruiken (niet te verwarren met conservatisme, dat juist een gevolg kan zijn van gebrek van historisch besef). Open staan voor nieuwe dingen die goed zijn - oké. Maar onkritisch met rages meehoUen die een goede traditie van eeuwen overboord zetten - nee, dank u.

Voorstel

Er staan inzake naamgeving geen directe algemene geboden in de bijbel. Maar laten we onze vrijheid op dit punt wél goed gebruiken.

Ik pleit voor het volgende.

1) Vasthouden aan de traditie, in elk geval je ouders te vernoemen. Geen gebod, maar wel een mooie toepassing van het vijfde gebod. En een dankbare erkenning van Gods trouw in de geslachten.

2) Ben je „klaar" met vernoemen, of zijn er geldige redenen om daarvan af te zien, denk dan eens goed na over namen die werkelijk iets , , zeggen". Een naam met een inhoudrijke betekenis. En/of een naam uit de bijbelse geschiedenis, de vaderlandse geschiedenis. Dan geef je je kind veel méér mee dan een klank die jij op een gegeven moment aardig vindt (c.q. onder druk van de mode aardig moet vinden).

3) Als je 't echt niet kunt laten , , zomaar" een naam te kiezen, kies dan een Nederlandse. En als het even kan niet de zoveelste Engelse. Het wordt in éénwordend Europa de hoogste tijd, eens wat minder weg-met-ons-achtig te doen over onze eigen cultuur, met name onze taal. Dat gemeenschappelijke minderwaardigheidscomplex heeft nu lang genoeg geduurd.”

Het zijn overwegingen die niet alleen van toepassing zijn op de eigen (vrijgemaakt-gereformeerde) kring van ds. Treurniet, maar ook op bijvoorbeeld de hervormd-gereformeerde kring. Graag onderstreep ik de drie aanbevelingen waarmee dit artikel besluit.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's