Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebod en belofte

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebod en belofte

14 minuten leestijd Arcering uitzetten

CATECHISMUS

Zondag 39

Het opschrift waaronder wij het vijfde gebod plaatsen is geen vondst, wél openbaring. Het vijfde is het eerste zegt Paulus in Efeze 6. Deze boverunenselijke wijsheid ontleent de apostel aan het eigene, het karakteristieke van het vijfde woord in de reeks van tien.

Eert uw vader en uw moeder, opdat uw dagen verlengd worden in het land, dat u de HEERE uw God geeft.

Driemaal gegeven. Vader en moeder, lengte van dagen en land om te wonen.

En dat van de HEERE uw God! Dit maakt het eerste gebod met een belofte niet tot het enige. Vanuit de aanhef der Wet gezien... Ik ben de HEERE uw God... is de hele Wet een belofte.

Gaat dit u te ver? Raadpleeg dan Deuteronomium 30 : 6: En de HEERE uw God zal uw hart besnijden, en het hart van uw zaad, om de HEERE uw God lief te hebben, met uw ganse hart en met uw ganse ziel, opdat gij leeft”.

Is me dat even een belofte. Als kinderen der vrijheid, verlost van het diensthuis der zonde, i treedt voor Gods kinderen de Wet der dank-i baarheid in werking. Zo wordt de belofte tot een wet, en wel de wet der liefde. Tevens het gebod tot een belofte; omdat het een gebod der liefde is.

Uw hart besnijden staat voor innerlijke vernieuwing van de mens, een weldaad die ons , , levenslang" geeft. Levenslang om Gods stem gehoorzaam te zijn.

Vaart u nu niet vast op een gevaarlijke klip-Ik bedoel deze: Zolang ik nog niet vernieuwd van hart ben, kan ik dus met Gods geboden de hand wel lichten. Daar steekt Gods goedheid, die overigens geen palen kent, een stokje voor. „Maar indien uw hart zich zal afwenden, en gij niet horen zult, zo verkondig ik ulieden heden dat gij voorzeker zult omkomen”.

Samenvattend: Gods Wet een belofte en Gods belofte een wet om naar te leven.

Strikt genomen staat ook dit gebod onder

De hoogspanning van de liefde

Wat wil God in het vijfde gebod? (vr. 104) Naar de ouders toe dat vaders wil wet is? Alsof onze wil onverbiddelijk samenvalt met Gods wil? Alsof we zonder meer met een beroep op Gods wil onze kinderen op mogen dringen wat wij willen? Wil God dat ouders dit gebod als een knoet hanteren, als een ijzeren vuist? Het is helaas geen geheim meer dat met dit gebod in de hand er vaders zijn die hun kinderen sexueel misbruiken en moeders uit angst voor represailles zich op dit vijfde gebod ten onrechte beroepen.

Zo wordt de liefde tot Gods Wet er bij de kinderen uitgeslagen. En dragen vaders er toe bij dat zij diep gefrustreerd een totaal vertekend en verwrongen beeld van God de Vader in hun leven meedragen.

Gods Vaderschap is geen afschaduwing van het aardse vaderschap, als had God in een aardse vader een treffend beeld en een treffende gelijkenis gevonden van wat Hij wilde zijn.

Het is juist andersom. Het doel van het ouderlijk gezag is dan ook dat ouders en kinderen de Vader van de Heere Jezus Christus zullen leren kennen, gehoorzamen en verheerlijken. Ouders moeten kinderen voorzingen en voorleven: Hoe lief heb ik Uw Wet.

Calvijn heeft het helder als volgt geformuleerd: „Ouders staan boven de kinderen op een verheven plaats, waar de Heere hen gezet heeft, door een deel van Zijn eer, Zijn gezag aan hen toe te kennen”.

Het belieft God om ons vader en moeder te doen zijn (antw. 104).

Gods believen, Gods welbehagen zet het ouderlijk gezag onder de hoogspanning van de liefde. Zonder de aardse, natuurlijke liefde te geringschatten, zal het, om echt vader en moeder te kunnen zijn, de vraag zijn of ouders in hun leven iets kennen van de hef de van God. Iets van het Vaderlijke Gods, door genade geleerd hebben in hun leven. Het leven der dankbaarheid zet zijn stempel op het ouderlijke gezag. Verlossing betekent ook verlossing van tyranieke tuchtoefening, van ouderlijke geldingsdrang en eigenzinnige oplegging van de eigen wil. Verlossing betekent ook vergeving nodig hebben van ouderlijke zonden. Het ouderlijk gezag is onderworpen aan de opdracht die God geeft, maar ook gedoopt in de liefde die de hemelse Vader schenkt. Dit gezag alleen zal transparant zijn naar de Vader in Christus, zo( zodat onze kinderen door dit gezag heen Hem leren kennen. In de gehoorzaamheid aan de Heere God ligt dan ons leven en ons geluk, beide van ouders en kinderen.

OuderUjk gezag is dienend gezag, dat zichtbaar wordt in „de goede leer en straf”.

Goed in die zin dat de liefde van Christus, waar we zelf uit leven, ons tot echt-christelijke ouders maakt. Zo alleen geven wij aan de Uefde gestalte in een opvoeding in de vreze en vermaning des Heeren. De uiterste consequentie van het vijfde gebod plaatst ouders voor de vraag of we wel voluit vader en moeder kunnen zijn, als we zelf van Gods vergevende Vaderhefde nooit iets hebben leren kennen.

Zo niet dan mogen wij wel bidden dat God het hart der vaders (en moeders) tot de kinderen wederbrengen mag. Zo ja, dat wij dan , , goede" leer en straf (tucht waar nodig) oefenen op de wijze van Psalm 78; dat wij Gods beloften en geboden niet verbergen voor onze kinderen.

Waarbij het niet gaat om een overdracht van dorre stelUngen en nietszeggende slogans, waarbij wij óf onze kinderen prikkelen tot toorn, of er farizeeërtjes van maken (eerder dan u denkt).

Het gaat om wat een meiske ooit eens tegen haar moeder zei: „Moeder u hebt mij twee keer het leven gegeven; eenmaal zoals alle moeders doen, en één keer zoals maar weinig moeders het doen”.

David had zo'n moeder die hij eert en waardeert en zielsUef heeft als hij zegt in Psalm 22: „Op U ben ik geworpen van de baarmoeder af en van de schoot mijner moeder aan, zijt Gij mijn God". En ook wist hij: „Op U hebben onze vaderen vertrouwd". Ik gun alle kinderen zulke ouders. Immers wanneer ouders en kinderen zich bevinden onder de overspanning van Gods liefde, dan mag van onze jongens en meisjes gevraagd worden:

Liefdevolle gehoorzaamheid

Hier geldt precies hetzelfde wat we van de ouders zeiden. Echt kind zijn en zich als kind gedragen is alleen mogelijk als onze kinderen in aanraking komen met de liefde die uit God is.

Het onwedergeboren kinderhart komt in verzet tegen dit gebod, eer uw vader en uw moeder. Geen kwestie dus van min of meer meegaand karakter, maar van de zegenende handen van Jezus. Wat niet wegneemt dat naar Gods gebod alle kinderen aan hun ouders, eer, liefde en trouw moeten bewijzen. Niemand is vrij om God niet te dienen. Laten we wel wezen, het is onze kinderen niet aangeboren, evenmin als de ouders. Het tegenover- gestelde leeft in ons aller hart.

God wil dat ik mijn vader en moeder... die over mij gesteld zijn. God legt beslag op ons leven van onze geboorte af. En het geldt christen-kinderen in het bijzonder dat God dit bezegelt met de Heilige Doop. Hij vertrouwt ons toe aan onze ouders die Hij over ons stelt.

Het gebod begint met: eert uw vader en uw moeder. De Catechismus neemt dit „eren" als eerste op, serieus en consequent. Meteen moeten wij erbij bedenken dat het „eren" nooit goed van de grond kan komen, zonder liefde. Toch is eren méér dan liefhebben. Het gebod is heilig nuchter en het begint met , , eren" omdat het rekening houdt met de werkelijkheid der zonde. Ook al is liefde op een ogenblik naar onze maatstaven onmogelijk, dan zullen wij toch onze ouders eren, mogelijk niet zozeer om hun persoon, maar om hun „ambt" dat God hen gaf.

Eren betekent iemand het volle pond geven, ook als je ziet dat het verkeerd gaat.

Hebben Sem en Jafeth niet de naaktheid van hun vader Noach kuis bedekt, toen hij in zijn dronkenschap niet meer wist wat hij deed? Zo wijd is Gods gebod dat het zich niets aantrekt van de grenzen die door het gedrag van onze ouders en naar ons gevoel bereikt zijn.

Al is het zo dat ouders door hun gedrag zelf oorzaak van gezagscrises en generatieconflicten zijn, of aanleiding daartoe geven, dan mogen wij ze niet afdanken. Zeker er zijn grenzen aan de gehoorzaamheid. Kinderen hoeven hun ouders niet te gehoorzamen in een eventueel slecht voorbeeld of een met Gods wetten strijdig levensgedrag. Laten we eens in de leer gaan bij de apostel Paulus, die ons in Efeze 6 en Kolossenzen 3 laat zien hoe dit vijfde gebod dient te functioneren, met name in de christelijke gemeente en dus , , in het stuk der dankbaarheid". Opvallend is dat in beide bijbelgedeelten de vermaning aan het adres van de kinderen ter sprake komt vóór die aan het adres van de ouders.

„Kind willen zijn is willen leren, wat God door onze ouders met ons voorheeft" (G. Rothuizen, a.w. blz. 134). Het staat met zoveel woorden in Kolossenzen 3 : 20: , Gij kinderen, zijt uw ouders gehoorzaam in alles, want dat is de Heere welbehagelijk", In alles, wel te verstaan waarin het om de liefde tot God en de naaste gaat, en zeker om de ouders die onze eerste naaste zijn.

Paulus bedoelt het gezin moet geen slagveld zijn, maar oefenschool, waar het kind , , Gods wil leert pellen uit die van de ouders" (idem, blz. 134).

Liefdevol geduld

Betekent dat nu dat ouders maar doen mogen wat zij willen?

Volstrekt niet. „Gij vaders, tergt uw kinderen niet, opdat zij niet moedeloos worden". Nog sterker: , , Gij vaders verwek uw kinderen niet tot toorn, maar voedt hen op in de lering en vermaning des Heeren". Maar als ouders zich nu eens niet houden aan dit evangelisch gebod, wordt het dan voor kinderen niet een heel probleem om zich wèl te houden aan de opdracht van God?

Ligt ook voor kinderen de grens niet bij „men zal God meer gehoorzaam zijn dan de mensen”?

Ongetwijfeld een heel probleem. En blijf het ook maar als een probleem zien, waar je maar niet één, twee, drie mee klaar wilt zijn. Want , , eren" is niet als ouders kinderen in de steek laten of erger, dat het kind dit met gelijke munt mag betalen.

Hoe moeilijk ook de grenzen te trekken zijn, er is één grens duidelijk zichtbaar: , , mij aan hun goede leer en straf met behoorlijke gehoorzaamheid onderwerpen”.

Het houdt meteen in dat we ons als kinderen aan een slechte leer en straf niet hoeven te onderwerpen. En ook met hun zwakheden en gebreken geduld hebben. Zwakheden... dat zal nog wel gaan denkt u? Ik hoop het maar. Helemaal zeker ben ik er niet van. Hoeveel ouders worden als zij niet meer mee kunnen komen achter gelaten, letterlijk soms. , , Mijn kinderen komen bijna nooit meer bij me". De minste eer die kinderen hun ouders kunnen aandoen is ze in de steek laten en hand-en spandiensten verrichten bij een zogenaamde , , liefdevolle" bewerkstelliging van een eventuele euthenasie.

Natuurlijk voor dit laatste zijn we niet I , , in". Goed, goed. Maar hoe zit dat met het geduld als het om de gebreken van onze ouders gaat? Alleen als we als kinderen weten van Gods geduld en vergevende liefde zullen we de gebreken van onze ouders in het licht van onze eigen gebreken niet alleen kunnen relativeren, maar die ook vergeven, gelijkerwijs Christus ons vergeven heeft.

Een vraag aan de jongeren

Kunnen jullie zeggen dat je de Heere mag vrezen? Mag je weten van Gods genade en van Jezus leren dat Hij Zijn ouders onderdanig was? Een diepere vraag dan: ben jij altijd lief en gehoorzaam voor je ouders. Of in jouw hart het verlangen leeft een kind van God te : zijn, een kind van God te worden. Daar hoef je geen tachtig voor te zijn, dat kun je op je achtste ook weten.

Leer mij vroeg Uw kind te worden. Gods Geest wil ons als ouders en kinderen, vooral ook als kinderen twee dingen leren, denk ik. Aan de hand van dit gebod jouw ongehoorzaamheid jegens je ouders en God onder ogen brengen, en via dit gebod naar de Heere Jezus toe. Om vergeving en om genade. Maar dan ook via de Heere Jezus naar je ouders toe en om Gods wil ze liefhebben.

Zou jij dan nog langer willen doen waar je ouders uit liefde tot de Heere jou van terug willen houden? Zou jij dan je vader en moeder pijn willen doen en de Heere het verdriet aandoen door je eigen zin door te zetten? Lieve vrienden dan moet je hart toch wel breken als je moeder huilt en je vader over je in de war zit omdat je zonder de Heere Jezus verder leeft. Als die ruzies zaterdagsavonds en zondagsmorgens, al die conflicten over 't verschil van inzicht over wat bij een christelijke opvoeding hoort; al dat geharrewar over wat mag en niet mag, verdwijnt als sneeuw voor de zon waar de vreze des Heeren het beginsel van alle wijsheid aanwezig is. Dat is geen moralisme of een vroom praatje dat nergens op slaat, maar het is de diepste ernst en hoogste vreugde van dit gebod. Ouders en kinderen aan de voet van het kruis, in de oefenschool van het gebed en op de leerschool van de Heilige Geest.

En allen die over ons gesteld zijn

Een belangrijke tussenzin, die nu pas aan de orde komt. Waar ouders hun kinderen opvoeden in de vreze en vermaning des Heeren, en kinderen hun ouders eren, liefhebben, gehoorzamen in de Heere, d.w.z. om Christus' wil, zal deze levenshouding uitwaaieren over heel de samenleving. Doorwerken in alle gezagsverhoudingen. God regeert ons door , , Zijn handen" (Kohlbrügge). Dat zijn ouders, ambtsdragers en overheid.

Helaas dat de ambtsdragers over ons gesteld zijn dreigt een uitgesloten besef te worden. Je kiest een gezellige dominee en het huisbezoek van de ouderlingen wordt vaak niet gewaardeerd omdat het maar „zo'n gewoon mannetje" is. Voor de burgerlijke overheid heeft men over het geheel genomen geen ontzag meer. Helaas het breekt en scheurt en polariseert aan alle kanten.

Verbazen doet het ons niet dat in kerkelijke en maatschappelijke verbanden het gezag niet of nauwelijks meer functioneert. De gezagscrisis, bewust ingezet in de zestiger jaren van onze eeuw, rukte gezin en kerk en samenleving uit elkaar. Natuurlijk ben ik nu ook veel te laat in de datering, de kiemen liggen in de ongehoorzaamheid van onze eerste voorouders Adam en Eva in het paradijs. Het gezag valt echter niet meer op te krikken nu de liefde van velen verkilt.

De oplossing? Ik kan haar u niet aanreiken. Verlossing mag ik u verkondigen. Zij ligt daar waar ik met en voor mijn ongehoorzaamheid verzoening en vernieuwing zoek en vind in Hem, die gehoorzaamheid geleerd heeft, uit hetgeen Hij in onze plaats heeft geleden. Die ons een oorzaak van eeuwige zaligheid geworden is. In wien wij deel krijgen aan het vervulde gebod.

In Wie ons gegarandeerd wordt:

Het gebod met een belofte

En dit is de belofte: opdat uw dagen verlengd worden in het land dat u de HEERE uw God geeft.

Deze belofte is in eerste instantie niet individueel bedoeld. Gebod en belofte is gegeven aan het volk Israël. De belofte houdt in dat een volk, dat het door God ingestelde gezag - misschien is het nog beter te spreken van ambt van ouders, ambtsdragers en overheid eerbiedigt op de rechte wijze, een toekomst zal hebben. Gods genadebelofte: Ik ben de HEERE uw God gaat aan onze gehoorzaamheid vooraf èn volgt op onze gehoorzaamheid. Het is geen verdienste, maar onverdiende zegen. Uit de belofte komt het gebod voort. De belovende God is ook de gebiedende God. Met het verstaan van de belofte komt de begeerte naar alle geboden Gods te leven. Het land dat de HEE­ RE uw God geeft, is bepaald het land van Kanaan.

Het volk is uit een , , land" bevrijd, uit Egypteland. Egypteland is voor ons het teken van de slavernij der zonde. Het land KanaSn is teken en onderpand voor het koninkrijk waar Christus Koning is, het land van de vrijwillige gehoorzaamheid. Is het zo, dat iemand die oud wordt door de Heere God beloond wordt, en die jong sterft door de Heere God gestraft wordt? Zeker niet. Het leven in deze bedeling en het leven in de toekomstige eeuw zijn niet te scheiden. Van godvrezende kinderen die jong sterven geldt dat zij een betere vervulling van deze belofte ontvangen dan op aarde mogelijk is, zegt Calvijn. Het komt in dit leven op de inhoud en niet op het getal der jaren aan. Immers alleen hij die de Heere vreest, zal zijn leven lang de Heere God met zijn kinderen prijzen (Ps. 128).

K.a.Z.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Gebod en belofte

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 12 juni 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's