Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het geloof van Kuitert (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het geloof van Kuitert (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

In het vorige artikel heb ik enkele voorbeelden gegeven van de verregaande herinterpretatie die Kuitert geeft van het christelijk geloof. Ik stelde dat Kuitert gelooft wat in zijn kraam te pas komt. Hoe kan hij dat verantwoorden? Het antwoord is eenvoudig: door zijn visie op openbaring. Hij gaat uit van een vaag godsbesef dat bij alle mensen te vinden is. Daarnaast ijn er de universele ervaringen van mensen. Het gaat dan om oer-ervaringen die mensen overal en altijd opdoen: gevoelens van geluk n blijdschap, angst voor eenzaamheid en ood, momenten van onzekerheid of juist van eborgenheid. Aan de hand van deze ervarinen gaan de mensen een nadere invulling geven an dat vage godsbesef. Zo ontstaan verschilende godsdiensten met variërende opvattinen en voorstellingen aangaande God of de oden. Deze geloofsopvattingen kunnen verolgens bevestigd of gecorrigeerd worden door ieuwe ervaringen. Blijft de bevestiging door ctuele ervaringen uit, dan vallen geloofsvoortellingen weg. Ze zijn kennelijk door de tijd chterhaald. Mensen kunnen er niets meer mee.

Afscheid van de openbaring

Wat we nu heel goed moeten zien, is dat dit lles bij Kuitert ook voor het christelijk geloof eldt. Hij breekt resoluut met de gedachte dat e Bijbel zou teruggaan op een bijzondere penbaring rechtstreeks van Gods wege. Neen, o'n uitzonderingspositie mogen christenen iet voor zichzelf claimen. Daarmee zou ook n één keer elke basis voor een ontmoeting met ertegenwoordigers van andere reUgies zijn eggenomen. Men zou immers bij voorbaat e pretentie hebben de waarheid in pacht te ebben en zo de andere gesprekspartners niet cht serieus kunnen nemen (hiermee hangt ook ijn visie op zending samen: dialoog, niet geuigenis). Bekend is de opmerking die ook in et nieuwste boek van Kuitert herhaaldelijk teugkeert: alle spreken over boven komt van eneden. Als de profeten hun boodschap inuiden met een plechtig: „zo spreekt de HEB­ E", dan moeten wij beseffen dat „God preekt bij wijze van spreken". Een godspraak van Jesaja is niet meer en niet minder dan een religieuze uiting van de mens Jesaja, die we als zodanig welwillend en met respect bejegenen, maar waarvan het nog maar de vraag is of wij er wat mee kunnen en wat mee moeten.

Een in dit verband typerend citaat: , , Het beste wat we kunnen zeggen is: geloofstradities hebben dezelfde papieren, ze vullen, vanuit hun eigen ervaringsachtergrond, het besef van God in. Of die papieren goed zijn? Daarover moet te praten zijn vanaf het moment dat we inzien dat de christenheid op dezelfde manier tot haar kennis van God is gekomen als alle andere mensen." (blz. 25) Vanouds kennen we in de gereformeerde geloofsleer het onderscheid tussen algemene en bijzondere openbaring. Dat onderscheid is voor Kuitert vervallen. Openbaring betekent voor hem niet meer en niet minder dan dat God Zich niet onbetuigd Iaat. Hij geeft Zichzelf te kennen. , , Maar niet door op bovennatuurlijke wijze waarheden over Zichzelf te openbaren die mensen behoren te aanvaarden om christen te mogen heten." (blz. 30) Er is geen bovennatuurlijke kennisbron. Wat heeft dit voor consequenties ten aanzien van de visie op de Schrift?

De Bijbel als neerslag van de traditie

Helemaal aan het eind van zijn boek komt Kuitert over de Bijbel te spreken. Die plaatsbepaling is meteen al veelzeggend. Het is in een gereformeerde geloofsleer gebruikelijk om in het begin over de openbaring van God en in dat kader ook over de Heilige Schrift als boek van de openbaring te spreken. Kuitert begint echter met de christelijke traditie en beschouwt de Bijbel als een onderdeel daarvan. De Bijbel is voor hem , , de klassieke verwoording van het christelijk ontwerp van God", Daar zijn dus gelovigen aan het woord in een grote verscheidenheid van inzichten op grond van al even veelkleurige ervaringen. Is de Bijbel dan niet Gods Woord? De leer van de inspiratie van de Heilige Schrift acht hij een bijbelbeschouwing die veel te ver is gegaan en zo de Bijbel zelf aan banden heeft gelegd. Op dit punt wordt hij heel fel. Hij verzet zich hartgrondig tegen een visie op de Schrift die in zijn eigen kerken tot voor kort verdedigd werd en die een vijftig jaar geleden in dr. G. C. Berkouwer een uitnemend verdediger vond (ik denk hierbij aan zijn gedegen werk , , Het probleem der schriftkritiek"). Kuitert roept uit , , Weg ermee, dat is het enige dat ik zeggen kan. Om de bijbel over te houden, of liever, haar terug te krijgen, moet de klassiek-gereformeerde beschouwing weg... Het zijn, voor- al voor Orthodox-Protestantse christenen, harde maatregelen die ik voorstel, maar ik zie niet in hoe we het ze kunnen besparen. Het kan echt niet anders, laat ik het zo duidelijk mogen zeggen." (blz. 292) Het mag duidelijk zijn dat hier het kruispunt ligt waar de wegen scheiden van enerzijds Kuitert en zijn vele volgelingen en aanhangers, anderzijds allen die ook in deze tijd gereformeerd willen geloven en denken. Voor ons als (hervormd-) gereformeerden is de Bijbel het geopenbaarde Woord Gods en wij geloven zonder twijfel al wat daarin geschreven is. Hier ligt dan ook de reden waarom wij onmogelijk zoals Kuitert zo selectief kunnen omgaan met de artikelen van het christelijk geloof. Wie buigt voor het gezag van de Schrift zoals deze zichzelf aandient, namelijk als het Woord van God, zal het wel uit zijn hoofd laten om vraagtekens te zetten achter de werkelijkheid van bijvoorbeeld de maagdelijke geboorte of de hemelvaart van Christus.

Voor elk wat wils

Daarbij is het ook duidelijk dat Kuitert voor datgene wat hij zelf als geloofwaardig uit de christelijke traditie en dus ook uit de bijbel overhoudt evenmin ieders instemming kan en wil vragen. Het is immers nooit , , slikken of stikken". Mondige gelovigen bepalen zelf wel of ze wat zien in voorzienigheid Gods, verzoening of opstanding. Het enige wat Kuitert hen kan aanraden is om eens goed te overwegen of het toch niet de moeite waard is om er wèl in te geloven. Je gelooft dan niet omdat het in de Bijbel staat, maar omdat die bepaalde elementen uit de stroom van de christelijke traditie je aanspreken. Zo kan iedereen zijn of haar eigen geloofsbelijdenis schrijven en is de kerk per definitie pluraal. Nog een citaat om te laten zien hoe ver die vrijheid om binnen de kerk al dan niet centrale punten van het belijden te onderschrijven strekt: , , Wat gebeurt er als je niet kunt geloven dat Jezus door God is opgewekt en wij Hem zullen volgen? Wordt God dan kwaad, ga je dan verloren? Beide antwoorden zijn even onzinnig. De liefde van God wordt niet verdiend door er braafjes een aantal verplichte voorstellingen op na te houden en niet verspeeld door er geen raad mee te weten. Wat je wel kan zeggen is: je loopt iets mis, je had mogen geloven dat een mens de dood overleeft en bij God aankomt. Breng je dat niet op, dan heb je alleen jezelf ermee." (blz. 168)

Populair

Het is te begrijpen dat Kuitert grote popuia l riteit geniet en dat zijn boek bij duizenden is verkocht. Dat is niet alleen te danken aan de titel en aan de heldere en vaak boeiende e schrijfstijl, maar vooral aan de gevonden aan­ z sluiting bij een modern levensgevoel. Het is de d dogmatiek van de moderne, mondige, buiten­ o kerkelijke , , gelovige", die het fijn vindt nu r eens een theoloog op zijn weg te vinden die b hem de ruimte en de vrijheid laat. Van Kuitert t hoefje niet zo nodig van alles te geloven watje t als mens met je nuchtere verstand onmogelijii g kunt meemaken. Vanuit de supermarkt van de g christelijke traditie mag je naar eigen inzicht m een boodschappenmandje met geloofsvoor­ d stellingen vullen. Je kunt christen zijn zonder m de kerk ooit van binnen te zien, al verdient het s wel aanbeveling om een kerkelijke bijdrage te V betalen, zodat de kerk als instituut tenminste kan voortbestaan. Voor het leven van elke c is de Bijbel als gids overigens niet nodig. Je leert eruit dat je als zondaar verzoening nodig hebt. Maar hoe God wil dat je zult leven, is je ook zonder de Bijbel wel bekend. Ons gezond verstand en het redelijk overleg met andere mensen wijzen ons de weg om te bepalen wat B goed en wat kwaad is. Kennis van goed er kwaad berust immers op natuurlijk licht. De , Bijbel is geen bron van normen. Je leest dat - boek voor het verhaal, maar niet voor de mo­ — raal. En de tien geboden dan? In hun vorm — zijn ze sterk gekleurd door de tijd waaruit ze stammen. Inhoudelijk geven ze bepaalde gren­ B zen aan die we vanuit ons eigen redelijk inzicht — ook al wel kennen: je mag niet moorden, ste — len enzovoorts.

Contrast

Met een diepe zucht leggen we dit boek ter­ a zijde. Lezing ervan stemt triest. Des te triester w dat dit boek, dat zozeer op een dwaalspoor o leidt, door zovelen is gekocht en gelezen. Dat m D zou nog niet zo erg zijn, als men dan maar ool( b een ander boek kocht en las. Ik denk hierbij t concreet aan een bijzonder waardevol boeit m van de Apeldoornse hoogleraren J. van Gen­ b deren en W. H. Velema, dat onlangs verscheen: „Beknopte gereformeerde dogma­ S tiek". In dit boekwerk van 830 pagina's wordt W de gereformeerde geloofsleer uiteengezet in b confrontatie met allerlei andere visies uit de v kerk-en dogmengeschiedenis, maar met name d ook met de moderne theologie. Uitgangspunt u d is in laatstgenoemd boek de Schrift als enig^ bron en norm. , , Het schriftbewijs is het hart van de reformatorische theologie. Daarachter ligt de overtuiging, dat de Schrift het Woord van God is en dat geen enkele traditie met haar op één lijn gesteld mag worden, dat zij een eenheid is en dat zij duidelijk is..." (blz. 27) U ziet het: een uitgangspunt dat haaks staat op dat van Kuitert. Genoemde dogmatiek zal in ons blad nog nader besproken worden. Nu reeds mag ik uitspreken dat het tot grote dankbaarheid stemt dat naast boeken als van Kuitert zo'n betrouwbaar en verrijkend dogmatisch werk kan verschijnen. Van vrijgemaaktgereformeerde zijde is het al enthousiast begroet als een , , geschenk uit Apeldoorn". Ik meen dat wij van hervormd-gereformeerde zijde daarbij van harte kunnen aansluiten. Niet met Kuitert, wel met Van Genderen willen wij samen op weg!

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het geloof van Kuitert (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 10 juli 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's