Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Christelijk geloof de religie van het gebroken hart (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Christelijk geloof de religie van het gebroken hart (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

VAN DE BEKERING

De puritein John Dodd werd door sommige van zijn tijdgenoten spottend „Old mr. Faith and Repentance" genoemd (De goede oude heer Geloof en Bekering). Dat was omdat hij in zijn preken op het geloof en de bekering sterk de nadruk legde. Hij kwam er dan ook gedurig op terug. Hij was er namelijk diep van doordrongen, dat wanneer het hier fout zou gaan, het overal misging. Met betrekking tot de bekering tot God zei hij ooit: „Als ik in de kansel moet sterven, verlang ik sterven terwijl ik de bekering preek en als ik buiten de kansel sterf, verlang ik ernaar dat dat gebeurt, terwijl ik de bekering praktiseer”.

Het belang van het onderwerp wat ons in deze en volgende artikelen bezig houdt, kan dan ook moeilijk overschat worden. Bekering is een van de grondbeginselen van het christelijk geloof, het is een wezenlijk deel van het Evangelie van vrije genade. Aan de dienaren van het Woord is dan ook opgedragen dat zij „grondig en oprecht aan hun volk zullen voordragen de Schriften van profeten en apostelen en het toeëigenen ervan zo in het gemeen als in het bijzonder, tot nut van de toehoorders, met onderwijzen, vermanen, vertroosten en bestraffen naar de behoefte van een ieder, verkondigende de bekering tot God en de verzoening met Hem door het geloof in Jezus Christus". Wat aldus is verwoord in het formulier voor de bevestiging van de predikanten wordt ondersteund door wat Paulus heeft gezegd bij zijn afscheid van de ouderlingen van Efeze, Hij zegt daar dat hij „niets heeft achtergehouden van hetgeen nuttig was, dat hij niet zou verkondigd en hen geleerd hebben, in het openbaar en bij de huizen. Hij heeft betuigd beiden Joden en Grieken, de bekering !tot God en het geloof in onze Heere Jezus Christus" (Hand. 20 : 20, 21).

Gerichtheid op God

Er is geen zaligmakend geloof zonder bekering. Hier hebben we de wacht bij te betrekken. Het is een gemeenplaats om te zeggen dat We vandaag kerkelijk en geestelijk geen florissante tijd beleven. Het is naar het apostolische Woord dat er in de laatste dagen zware tijden zullen ontstaan, „waarbij de boze mensen en bedriegers tot erger zullen voortgaan, verleidende en wordende verleid" (2 Tim. 3 : 13).

De jaren die achter ons liggen werden gekenmerkt door confessioneel relativisme en door dogmatische onverschilligheid. Wezenlijke noties zijn gaandeweg tot slapend bezit geworden en zijn bezig te verdwijnen of zijn inmiddels al verdwenen. Het ging (en gaat) er toch om in de verkondiging, dat het Woord van God, toegepast door de Heilige Geest, kracht doet. Dat die verkondiging diepe eerbied, verootmoediging en bekering tot God werkt. Heel de huidige tendens is er echter één van het gericht zijn op de mens en zijn behoeften, de mens en zijn beleving. Dat staat centraal in plaats de levende God en de eer en de glorie van Zijn Naam. Bepaalde centrale gegevens voor de verkondiging van het Evangelie nemen dan ook niet meer die plaats in, die bijbels gesproken nodig en geboden is. De vraag mag in dit verband wel gesteld worden in hoeverre de bijbelse notie van de bekering tot God nog functioneert in prediking en pastoraat, in kefkelijk en evangelisatorisch werk. Soms vermoed ik dat in verschillende verbanden het woord toerusting is gekomen in de plaats van het woord bekering. En dat is dunkt me niet alleen maar een andere naam voor dezelfde zaak. Eén van de grote waarheden van de Reformatie was de rechtvaardiging van de goddeloze door het geloof alleen. Dat de zondaar door God in gunst en in genade aangenomen werd niet op grond van iets dat in hem was of door hem gedaan zou zijn, maar enkel en alleen op grond van het volbrachte werk van Christus, zonder de werken van de wet. Een zaak van pure genade alleen. Het is het zaligmakend delen in het volbrachte werk van Christus, door het geloof alleen. Dat is klassiek, meer nog, dat is door en door bijbels. Maar de vraag is nu, in hoeverre hier een vermenging is opgetreden. Is er niet een conceptie inzake het geloof gekomen, waar de bekering uit weg is gesneden? En dat daarvan het gevolg is geestelijke oppervlakkigheid en griezelige wereldgelijkvormigheid?

De kloof kwijt

Ik bedoel hiermee aan te geven dat aan de wortel van heel veel wat zich aan ons voordoet, ligt het verlies van de bewustheid van de zonde. Anders gezegd: we zijn de kloof kwijt die er gaapt tussen de Schepper en Zijn schepsel. Dat laatste (de bewustheid van de zonde) was vroeger het vertrekpunt in de verkondiging. Het komt mij voor dat dat nu wel wat anders ligt. Komt dat doordat de tijden zijn veranderd? Of moeten we de oorzaak zoeken in een zich doorzettend machtig geestelijk proces, al dan niet stilzwijgend?

Een proces waarbij de Bijbel onder onze handen wordt weggetoverd (Kohlbrugge) en het doel al is bereikt voordat de man in de straat of in de kerkbank zich ook maar bewust is wat er aan de hand is. De titel van een dit jaar verschenen boek heeft als titel: „De stille revolutie". Dat is veelzeggend. Het gaat aan geen kerk en geen gemeente voorbij. Zijn we het zicht op de kloof die er is tussen Gbd en mens kwijt, dan is daarmee gegeven dat we kwijt zijn dat het christelijk geloof de religie is van het gebroken hart! Het christendom eindigt daar natuurlijk niet mee, dat bedoel ik niet te zeggen, maar het zet er wel mee in. Opdat het gebroken hart geworpen zou worden op Christus, door de genade van God. Zodat we van de schuld worden bevrijd, de vergeving zouden ontvangen voor al onze zonden. En in nieuwheid van het leven zouden wandelen. In het leven van de bekering.

Daarom wordt niet ten onrechte de hoofdinhoud van het Evangelie gesteld in boetvaardigheid en vergeving van de zonden (Calvijn).

Het begrip bekering

Gaan we het woord voor bekering na in het Oude Testament, het wil zoveel zeggen als omkeren, terugkeren tot de Heere. Een bekende tekst in dit verband is Jes. 55 : 7. , , De goddeloze verlate zijn weg en de ongerechtige man zijn gedachten; en hij bekere zich tot de Heere, zo zal Hij Zich over hem ontfermen, en tot onze God, want Hij vergeeft menigvuldig". Zo roept de Heere mensen die met de rug naar Hem toestaan en het hart voor Hem gesloten hebben. Bekering is de omkering van de zondige wegen, waarop de zondaar is terecht gekomen, om terug te keren tot de Heere door het hart aan Hem te geven.

In het Nieuwe Testament betekent het eerste woord voor bekering het omdenken, het anders denken, een verandering van inzicht en van gezindheid. In dit verband is de gelijkenis van de 2 zonen uit Matth. 21 : 28—32 illustratief. De eerste zoon antwoordde op het bevel van de vader om te gaan werken in de wijngaard, dat hij niet wilde. Maar dan lezen we: en daarna berouw hebbende, ging hij heen". Hij veranderde dus van gedachten. Bij de zondaar die van God is afgeweken, moet het komen tot een radikale verandering van inzicht en gezindheid. En dan volgt daarop het tweede woord voor bekering dat zoveel wil zeggen als omkering, verandering van levensrichting. Zo­ als de zoon uit de aangehaalde gelijkenis. Hij heeft niet alleen berouw, maar hij doet ook wat hem is opgedragen. Hij is gehoorzaam.

Bij dit alles moet opgemerkt worden dat be kering tot de Heere en de vernieuwing van het hart samen gaan. Het één is er niet zonder het ander. Met de bekering als omkeer en wederkeer, als verandering van inzicht en gezindheid is nauw vervlochten, zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament, de verandering van het hart.

Vatten we dit samen dan is met het woord bekering gezegd dat van de zondaar het hart moet worden vernieuwd, het leven moet wor den veranderd. Van de zondaar dus die een overtreder is van Gods rechten en inzettingen, de mens die een stuk vervreemding is van God Bekering is dus niet maar een kwestie van ui terlijke levensverandering, een zaak van de buitenkant. Het raakt ons hart, ons hele bestaan. In dit verband vallen de woorden besnijdenis van het hart, vernieuwing van het leven, een andere levensgang, een wandelen in goede werken, en breken met en strijden tegen de zonde. Een anders worden in woorden, daden en gedachten. Daarbij moet de samenhang met het geloof niet uit het oog worden verloren. De bekering tot God is niet iets wat op zichzelf staat. Bekering en geloof, geloof en bekering worden nogal eens in één adem genoemd.

M.

K.t.K

* Enigszins bewerkte weergave van de lezingen gehouden te Garderen op de (achtste) Haamstede-conferentic.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Christelijk geloof de religie van het gebroken hart (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 25 september 1992

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's