Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

Nogmaals: het „gravamen” De Ronde

In het GW van 16-10-92 nam ik met instemming over wat ds. P. v.d. Heuvel uit Harmeien schreef in Woord en Dienst onder de titel: „Synode schond kerkorde niet". Graag bied ik u als lezers van ons blad zo objectief mogelijke informatie. Daarom lijkt het mij goed u in kennis te stellen van de reactie die br. A. W. de Ronde uit Stellendam de dato 19.10 j.l. ons deed toekomen. Diaken

De Ronde schrijft:

„In het afsluitende stukje noemt ds. Hoek dit een helder betoog van ds. v.d. Heuvel.

Het zal u niet verbazen dat ik dat grondig met hem oneens ben.

Ook geeft ds. Hoek geen nadere uitleg aan zijn opmerking over , , het grotendeels materieel met mij eens zijn”.

Het formeel met mij oneens zijn stoelt hij op dezelfde gronden als het in mijn ogen mistige verhaal van ds. v.d. Heuvel.

In de eerste plaats heeft ds. v.d. Heuvel ds. Hoogendijk onvolledig en daarom onjuist geciteerd.

In de tweede plaats doet mijn persoonlijke mening momenteel niets ter zake; het gaat over het handelen volgens de kerkorde.

In de derde plaats is het van belang om te weten of de ambtelijke vergadering, in casu de PKV van Zuid-Holland, na onderzoek zoals de kerkorde dat voorschrijft, tot de overtuiging is gekomen, dat het voor de indiener om een gewetenszaak ging en gaat. Ik heb mij n.l. in mijn geweten bezwaard gevoeld en heb mij beroepen op Gods Woord.

Deze gewetenszaak is via de voorgeschreven weg uiteindelijk aan de generale synode voorgelegd; let wel, ook het voorleggen is onder beroep op Gods Woord geschied.

Aan de kriteria die de kerkorde noemt voor een gravamen is dus letterlijk voldaan. Ze zijn als zodanig dan ook door opeenvolgende ambtelijke vergaderingen erkend.

Het door deze ambtelijke vergaderingen erkende recht om gewetensbezwaarde te zijn, is door de generale synode zonder een enkel inhoudelijk tegenargument niet eens in behandeling genomen; dat noem ik samen met Hoogendijk schenden van de kerkorde.

Verder spreek ik dan nog maar niet over het niet toezenden van het gravamen, het niet agenderen en het niet voldoen aan de opdracht van de generale commissie van bezwaren en geschillen om dit gravamen te behandelen.

Sprak de synode zich op 16-6-89 uit tegen maatregelen van tucht, op 24-11-89 noemde zij dat een appèl om geen tucht te ondernemen.

In dit licht bezien vraag ik mij af waarom ds. Hoek stelt dat de synode zich nog nimmer op confessionele toonhoogte heeft uitgesproken voor acceptatie van alternatieve relaties.

Het valt mij zeer moeilijk om beide uitspraken te zien als een uitspraak tegen alternatieve relaties.

En is het ds. Hoek zelf niet geweest, die in , , Verwarring en Herkenning" heeft geschreven: , , Ik meen dat God hier voor altijd een rood stopUcht heeft gezet”.

En als ds. Hoek stelt, dat er nu nóg in de Kerkorde staat dat het huwelijk als inzetting Gods heilig gehouden zal worden (art. XXI-1) heeft hij gelijk, maar in het concept nieuwe kerkode is dat verdwenen evenals art. X.

En juist in art. X staat het gegeven over het beroep op Gods Woord (art. X-7).

Dit alles overziende zal het u niet verbazen dat ik er niet gerust op ben en om die reden mij opnieuw tot de generale commissie heb gewend.

Op grond van het niet voldoen aan de opdracht n.l. het toezenden van het gravamen aan de generale synode teneinde te komen tot een eindoordeel daarover van de Kerk, heb ik gevraagd dit opnieuw te laten agenderen.

Ik blijf dus nog steeds in mijn geweten bezwaard en blijf mij beroepen op Gods Woord en de Kerkorde.

De Kerk heeft nog steeds de taak om in alle opzichten het gezag van Gods Woord in alle facetten van haar bestaan als enig richtsnoer te hanteren. Dit onfeilbare kompas wens ik onze Kerk, zeker in deze onzekere tijden, van ganser harte toe!”

Inmiddels heeft ook ds. N. J. M. Hoogendijk in Woord en Dienst van 24.10 op het artikel van ds. v.d. Heuvel gereageerd. Hij wijst er op dat de PKV van Zuid-Holland tot de overtuiging is gekomen dat het bij br. De Ronde om een gewetenszaak gaat. Hij zou willen dat de synode zou uitspreken dat de pluriforme samenstelling van de Nederland se Hervormde Kerk mede gebaseerd is op verschil lende Schriftopvattingen, die alle legitiem zijn, zolang zij zich bewegen binnen de ruimte van artikel X van de kerkorde (over het belijden). En de heer De Ronde zou dan terecht van mening kunnen zijn, dat ook aan hem recht is gedaan, ook al krijg hij geen gelijk. Ik betwijfel of br. De Ronde met zo'n benadering vrede zou kunnen hebben. Per­ \ soonlijk zou ik dat zeker niet hebben. Ds. P. v.d. Heuvel reageert als volgt op ds. Hoogendijk en andere briefschrijvers:

„1. De kern van het meningsverschil ligt hierin: de briefschrijvers stellen a. dat het appèl van de synode in 1989 een belijdende uitspraak is; b. dat op grond daarvan tegen deze uitspraak een gravamen kan worden ingediend.

Mijn bezwaar richt zicht tegen wat onder a. is genoemd.

Ik heb geprobeerd duidelijk te maken: — het appèl van de synode uit 1989 was niet bedoeld als belijdende uitspraak, , , als een uitspraak om de gewetens te binden”;

— na het gesprek met de heer De Ronde en na overweging van zijn argumenten was de commissie van voorbereiding van de synode eveneens tot de conclusie gekomen dat het niet ging „om een belijdenis, maar om een pastorale beleidslijn"; — daarom had de synode kerkordelijk het recht uit te spreken dat (nu er geen belijdende uitspraak in het geding is) het bezwaar door de synode niet als een gravamen kon worden beschouwd.

2. Ds. Hoogendijk schrijft dat de PKV tot de overtuiging is gekomen, dat het voor de indiener van het gravamen om een gewetenszaak ging en gaat, dat die gewetenszaak via de voorgeschreven weg en met beroep op Gods Woord aan de synode is voorgelegd en dat dus aan de criteria die de kerkorde noemt letterlijk is voldaan.

Criterium voor een gravamen is volgens de kerkorde echter niet slechts dat het een gewetenszaak betreft, maar men zich , , in zijn geweten bezwaard gevoelt over uitingen der kerk terzake van haar belijden", en het meningsverschil gaat nu juist over de vraag of daarvan in dit geval sprake is.

Het bepaald onjuist te stellen dat de synode het gewetensbezwaar metterdaad ontkende. Maar „wanneer iemand in gewetensnood verkeert, dan betekent dit nog niet dat de kerk in statu confessionis is" (aldus prof. Schroten in de synode).

3. De synode verhindert de tucht niet, maar heeft opgeroepen bij tuchtuitoefening grote zorgvuldigheid te betrachten. Daarbij werd rekening gehouden met de mogelijkheid dat er gemeenten zijn die aan dit appèl (deze oproep) , , in gemoede geen gehoor kunnen geven”.

4. In het ontwerp-kerkorde voor de Verenigde Reformatorische Kerk wordt niet over de mogelijkheid van een gravamen gesproken. Daaruit mag echter niet bij voorbaat de conclusie worden getrokken, dat deze mogelijkheid zal vervallen. Het ligt in de bedoeUng het recht om bezwaren in te dienen later in de ordinanties te regelen.”

Tenslotte wil ik puntsgewijs nog persoonlijk reageren op enkele opmerkingen uit de brief van De Ronde.

Ik ben het grotendeels materieel met hem eens, omdat ook ik geen bijbels verantwoorde ruimte zie voor homoseksuele praxis en daarom van mening ben dat kerkeraden de vrijheid moeten hebben tot bijbels verantwoorde tuchtoefening (ook) op dit terrein. Ik sta nog altijd onverkort achter wat ik daarover in „ Verwarring en Herkenning" geschreven heb. Helaas heeft de synode zich niet uitgesproken tégen alternatieve relaties. Verschillende recente besluiten kunnen gezien worden als impli­ciete goedkeuring van dergelijke relaties! Dat is verontrustend genoeg. Maar we zijn gelukkig nog niet zo ver dat de synode zich op confessionele toonhoogte heeft uitgesproken vóór alternatieve relaties. Dat kan ook niet zolang art. XXI-1 (over het huwelijk) nog in de Kerkorde staat. We zullen ervoor moeten vechten dat een artikel van gelijke strekking in de nieuwe kerkorde wordt opgenomen.

De verontrusting van br. De Ronde deel ik volkomen, al ben ik het niet eens met de weg die hij gaat om deze verontrusting kenbaar te maken. De weg van het gravamen staat nu nog niet open.

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1992

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 november 1992

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's