Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Problemen van een preekbeurtenregelaar

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Problemen van een preekbeurtenregelaar

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

Elke donderdag staan ze in het Reformatorisch Dagblad: minstens twee pagina's preekbeurten voor de komende zondag. Wanneer er een feestdag in het verschiet ligt komt er nogeens een bladzijde bij. Ik heb me al vele keren afgevraagd, móet dat nu, wekeüjks al die kerkdiensten van hervormd-gereformeerden, christeUjke gereformeerden, bevindeUjke gereformeerden en al die andere soorten, in een dagblad? De meelevende gemeenteleden hebben toch allemaal een abonnement op de kerkbode? En het zal een inwoner van Terneuzen toch een zorg zijn of ds. Rijpstra aanstaande zondag om 2 uur in Akkerwoude of in Murmerwoude voorgaat... En toch zou ik ze niet graag de kost geven, de mensen voor wie de donderdagavond zo ongeveer het hoogtepunt van de week betekent. Dan wordt de krant in z'n lengte en breedte op de tafel uitgespreid en dan worden de herderssporen gevolgd, van^ Oostburg tot Onstwedde, en van Aalten tot Aalsmeer.

Veel tijd

Slechts weinig gemeenteleden hebben er besef van hoeveel manuren het de scribae en andere preekbeurtenregelaars heeft gekost alvorens daar in Apeldoorn wekeUjks die pagina's kunnen worden gevuld. Vooral wanneer er ergens een gat valt doordat een predikant zijn toezegging niet kan waarmaken kunnen er vele uren mee gemoeid zijn om een geschikte en bereidwiUige vervanger te vinden. Om nog maari niet te denken aan de vakantiezondagen - berucht zijn de laatste twee van juli en de eerste van augustus - wanneer zo ongeveer de helft van het predikantenbestand zich in de bergen ophoudt.

Een moeizaam werk en een ondankbaar werk bovendien. Want altijd zijn er mensen die er de scriba op aankijken wanneer eeni gastpredikant niet helemaal aan de eisen vol-] doet. En dan duiken vragen op als: , , waarom preekt ds. De Betere eigenlijk nooit bij ons? Die wordt zeker niet gevraagd? Die moeten zeL zeker niet? " Een bejaarde scriba vertrouwde mij eens toe: , , De mensen denken dat ik alle dominees aan een touwtje heb, en dat ik maar hoef te trekken om ze hier te krijgen”.

Het jachtseizoen geopend

Hoe kom ik tot deze overpeinzingen? Om eerlijk te zijn, van een broeder die mij een brief schreef en zich daarin bekendmaakte als de man , , die de eer is vergund om de gastpredikanten uit te nodigen". Een eer is het inderdaad, althans, een bewijs dat men het vertrouwen geniet. Maar als ik de zorgen van deze broeder in aanmerking neem, dan wordt die eer toch een beetje twijfelachtig. Want hij legde zijn problematiek aan me voor om het nu maar eens publiek te maken. Wellicht zullen preekbeurtenregelaars in andere gemeenten zich in zijn verhaal herkennen en héél misschien kan het zelfs dominees tot nadenken stemmen.

In januari begint het al. Dan krijgt de scriba, of hij die met dit werk is belast, van de predikant de lijst met vrije beurten. Voor het volgende jaar wel te verstaan! Want in januari 1993 - meestal op de 2e! - zijn de beurten afgesproken voor het hele jaar 1994. Dan staat in vele pastorieën de telefoon de hele dag roodgloeiend en dan zeggen de bewoners tegen elkaar: , , het jachtseizoen is weer geopend”.

Dikwijls begint de betreffende broeder zijn verzoek om een beurt je met de verontschuldiging dat hij er zo vroeg bij is, maar ja, hij weet ook niet hoe het anders zou moeten... Al éénen andermaal is er op geattendeerd dat we op deze wijze toch wel een beetje op gespannen voet komen te staan met , , de voorwaarde van Jacobus". Maar tot nog toe heeft dat niet het resuUaat gehad dat men later begon. Integendeel, we krijgen de indruk dat er kerkeraden zijn die de anderen nog een slag voor willen zijn, om toch maar niet achter het net te vissen. Want - zo werd het eens door een scriba geformuleerd - , , de goeie" zijn hun beurten op 2 januari kwijt en dan moet je genoegen nemen met , , de tweede soort”.

De vakantiediensten

Nu dan het eigenlijke probleem dat mijn briefschrijver aan de orde stelt. Ik heb het terloops al genoemd: de vakantietijd. Dan gaan vele predikanten de grens over om ergens in het buitenland diensten te leiden. Ik citeer enkele zinnen uit de brief:

„Hele üjsten met predikbeurten zie je in de kerkelijke bladen met Hollandse diensten in het buitenland. En hier maar zwoegen, bellen en nogeens bellen. Meestal krijg je heel vriendelijk te horen: Nee, mijnheer, dan ga ik voor in Frankrijk of in Zwitserland. Soms zie je in het Gereformeerd Weekblad of in De Waarheidsvriend een oproep: wie kan er dan of dan voorgaan in... noem maar op, in ieder geval in het buitenland. Erg ontmoedigend!”

Laat nu niemand denken dat onze broeder de predikanten hun vakantie misgunt. Integendeel, maar, zegt hij, als ze wat meer in eigen land bleven zou dat geen kwaad kunnen.

Ik ben geneigd deze broeder bij te vallen. Ik kan dat, eerlijk gezegd, ook gemakkelijk doen omdat ik zelf in de gelegenheid ben om buiten het hoogseizoen vakantie te nemen, en omdat ik slechts zelden de grenzen overschrijd, en zeker niet in vakantiediensten in het buitenland voorga. Ik gun alle collega's hun vrijheid in deze, trouwens, als ik dat niet deed, zou niemand zich daar waarschijnlijk iets van aantrekken... Maar ik heb er wel moeite mee dat Hollanders, als ze met vakantie gaan, behalve hun eigenheimers, ook zo nodig hun dominees moeten meenemen.

Bovendien ben ik niet zo gecharmeerd van die happenings in het buitenland, waarbij men twee zondagen over de kerkmuren heenspringt om zich daarna weer veiUg terug te trekken in de eigen kerkelijke bunkers. Maar dat is persoonlijk. Ik gun anderen graag hun vakantiegenoegens, ook op de zondagen.

Ik vrees dat het probleem - de helft van onze predikanten tegelijkertijd in het buitenland en dus niet beschikbaar - onoplosbaar zal zijn. Ik kan niet veel meer doen dan deze nood op het hart van mijn collega's binden en mijn meeleven betuigen aan de preekbeurtenverzorgers die zich telkens weer zoveel moeite moeten getroosten om te voorzien in de dienst des Woords.

Waarom eigenlijk in noodgevallen niet een keer leesdienst houden? Dat is een suggestie die mijn briefschrijver zelf doet, maar hij zegt er meteen bij: dat kon vroeger, dat moet dus ook vandaag nog kunnen, maar waar gebeurt dat nog in onze Hervormde Kerk? Ik vind het in ieder geval ambtelij ker dat een ouderling een preek leest dan dat een dienst wordt geleid - zoals nu weleens gebeurt - door iemand die geen enkele bevoegdheid heeft.

Ethiek voor gastpredikanten

Er zijn nog een paar dingen die mijn correspondent zwaar op de maag liggen. Hij heeft teleurstellende ervaringen opgedaan met sommige dominees. Iemand die gevraagd werd voor een zomerse zondag gaf ten antwoord: „Het spijt me, maar als ik geen uitnodiging krijg voor andere beurten, dan kom ik in de vakantietijd ook niet". Terecht noemt mijn briefschrijver dat , , een twijfelachtige moraal”.

Dat een afgesproken beurt weleens teruggevraagd moet worden is duidelijk. Maar dat de betreffende dominee in dat geval zelf maar een vervanger heeft aangezocht, met wie men dan maar genoegen moet nemen, dat kan óók niet.

Waar mensen werken, daar worden fouten gemaakt. Onze broeder had eens twee voorgangers voor één dienst. De roomsen kennen , , een mis met twee heren", maar bij ons kunnen geen twee dominees tegelijk op één kansel staan. De meest voor de hand hggende oplossing is dat na overleg de één de dienst leidt en de ander in de kerk gaat zitten. Ik heb echter weleens gehoord dat één van de twee boos wegreed... Het verhaal van mijn briefschrijver is nog sterker. Die twee gingen later elkaar boze brieven schrijven!

Het zou kunnen zijn dat zulke voorvallen bij sommige lezers een schok teweegbrengen. Ik heb dan ook geaarzeld voor ik ze aan het papier toevertrouwde. Maar ach, iedereen kan toch weten dat ook dominees zondige mensen zijn, tot alle boosheid geneigd? En dat het veel gemakkelijker is over de zelfverloochening te preken dan haar ook metterdaad te beoefenen?

Er is ook een ethiek voor gastpredikanten. En ik denk dat het een grondregel is dat je een toegezegde beurt, indien enigszins mogelijk, ook vervult. Overmacht uitgezonderd natuurlijk. Dat kan ziekte zijn, dat kan een vakaturebeurt zijn in de ring, want die gaat altijd vóór. En verder hebben we allemaal weleens spijt dat we een bepaalde beurt hebben aangenomen, omdat het ons op dat moment minder goed uitkomt. Maar dan moeten we maar bedenken dat het één van de kenmerken is van de rechtvaardige: „heeft hij gezworen tot zijn schade, evenwel verandert hij niet...”

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Problemen van een preekbeurtenregelaar

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 16 april 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's