Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Oefen uzelf tot godzaligheid (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Oefen uzelf tot godzaligheid (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

Van groot belang

De boven dit artikel geschreven woorden vloeiden uit de pen van de apostel Paulus. Deze machtige man Gods schrijft ze aan zijn geestelijke zoon Timotheüs (1 Tim. 4 : 7). En niet alleen hier, ook op andere plaatsen in deze brief stelt hij de zaak van de godzaUgheid nadrukkelijk aan de orde. Wanneer hij geschreven heeft dat Timotheüs zich daarin moet oefenen, laat hij er direkt op volgen, dat de lichamelijke oefening tot weinig nut is; maar dat de godzaligheid tot alle dingen nut is, want het heeft in zich de belofte van de tegenwoordige en van het toekomende leven (1 Tim. 4 : 8). Daarmee is gezegd dat met de godzaligheid een zaak van het grootste belang is aangewezen. En dat alles in het leven van Gods kerk daarop gericht dient te zijn. De godzaligheid is dan ook een groot gewin, met vergenoeging (1 Tim. 6 : 6). En bij wijze van kontrast stelt Paulus tegenover het rijk worden, tegenover dwaze en schadelijke begeerlijkheden, die de mensen doen verzinken in verderf en ondergang, alsmede tegenover de geldgierigheid de godzaligheid. Maar gij o mens Gods, vlied deze dingen; en jaag naar gerechtigheid, godzaligheid, geloof, hef de, lijdzaamheid, zachtmoedigheid (1 Tim. 6 : 9—11). De mens Gods, vernieuwd en herschapen naar het beeld van Christus zal zich oefenen tot Godzaligheid. Wie door de Geest van God en van Zijn Christus wordt geregeerd, zal zich oefenen tot godzaligheid. Levenslang. De geestelijke schraalheid van onze dagen zou wel eens heel wat met het ontbreken ervan te maken kunnen hebben. Dus is voortdurende bezinning op dit aangelegen punt niet overbodig. We zullen dat in dit en enkele volgende artikelen doen. Hopelijk tot bevordering van de ware godzaligheid.

In zware tijden

Nu is voor de godzaligheid de gezonde leer van het grootste belang. Die gezonde leer werd bedreigd. Ook toen al. Het is altijd weer een zaak die om zo te zeggen veroverd moet worden. En vervolgens ook bewaard. Altijd weer aangrijpend hoe in soms enkele decennia kerken en gemeenten radikaal van karakter ver­ anderen, wanneer de gezonde leer wordt losgelaten. En ook vandaag is er geen kerk nochr gemeente die in zichzelf de garantie heeft dat het haar niet zal overkomen. We hebben te waken. Timotheüs moest zich teweer stellen. Profetisch waarschuwt Paulus Timotheüs voor de afval van de laatste tijden. Om hem bij voorbaat te wapenen. Het was bepaald niet iets wat Paulus zelf bedacht had, nee de Geest zei het duidelijk (1 Tim. 4:1). Was het twijfelachtig geweest, had Paulus het niet zo nadrukkelijk aan de orde gesteld. Dat spreekt. Het is vast en zeker dat mensen afvallen van het geloof en zich zullen begeven tot verleidende geesten en leringen der duivelen. Wanneer het op het einde aangaat, op de dag van Christus, zal men meer en meer de afgoden aanbidden, zal de neergang inzake de ware religie tastbaar zijn. De satan en zijn trawanten, zullen als eenmaal de vossen die Simson bond, het vuur van de verleiding en de duivelse leer alom verspreiden. Ze zullen veel gewillige oren vinden. En zo veel harten veroveren.

Timotheüs evenwel is opgevoed in de woorden des geloofs en der goede leer (1 Tim. 4 : 6). Daar heeft hij aan vast te houden, die heeft hij te vertolken. Alles wat met het onfeilbare Woord van God, en dus met de gezonde leer op gespannen voet staat of daarmee in tegenspraak is, heeft hij tegen te staan en af te wij-f zen. Alles wat niet leidt tot waarachtig geloof en tot heiligheid van leven. Met de ongoddelijke en oudwijfse fabels moet hij maar korte metten maken (1 Tim. 4:7). Die zijn onnut en volstrekt verwerpelijk. Weg ermee! Het is als roept Paulus Timotheüs op die fabels met verachting te verwerpen. Hij moet er voor oppassen dat hij zich niet laat meevoeren in de stroom van de laatste dagen. Hij moet beducht zijn voor allerlei wind van leer. Hij moet opletten uit welke hoek de wind waait. Ook moet hij zich niet laten bedriegen door wereldse verhalen en gewoonten, van welke snit of makelij, al zijn ze nog zo oud. De wil van de Vader der geesten zal zijn de regel van zijn handel en wandel. Niet de wegen van de vaders van ons vlees. Het Woord Gods en de daarin vervatte gezonde leer daar gaat het om. Vroeger en nu. De meest verheven eredienst, de feestdag aller feestdagen is dan ook, zich in godsvrucht te oefenen en Gods Woord te onderzoeken en te horen. Niets is gevaarlijker dan dat we het Woord van God zat worden (Luther).

Allereerst de dienaar

De oefening in de godzaligheid, in het zich grondig toeëigenen van de gezonde leer en het uitdragen ervan, bewaart voor infectie. Bewaart voor het aangetast worden door de geest van de tijd. Het voorkomt dat de afgodendienst toeslaat. Het voorkomt ook dat de vijand wordt onderschat en dat valse apostelen ons ten val brengen.

Daarom is de aansporing van Paulus aan het adres van Timotheüs urgent. In zijn spoor worden al de dienaren van het Evangelie ertoe aangezet. Zij in de eerste plaats. Zij hebben hun roeping met de grootst mogelijke nauwgezetheid te verrichten. In leer en leven hebben ze voorbeelden te zijn voor de kudde. Daarom hebben zij zich te oefenen tot godzahgheid. Zij hebben het Woord der waarheid recht te snijden (2 Tim. 2 : 15). Zij zijn het zout der aarde (Matth. 5 : 13, 14). Zout is bederf werend. Dat is de roeping van de dienaren met betrekking tot de schapen van hun kudde. De ijver van Gods huis, niet de voze rust van de leegheid, moet de dienaar verteren. Zij moeten brandende en lichtende kaarsen zijn, willen zij de harde harten van hun hoorders doen smelten. De levende en ware godsvrucht is voor de dienaren van Christus absoluut noodzakelijk. Gezond in de leer, heilig in het leven. Dat is schering en inslag. De apostel gaf daarvoor zelf een patroon: n hierin oefen ik mijzelf, om altijd een onergerlijk geweten te hebben bij God en de mensen (Hand. 24 : 16).

Het is duidelijk, wie een slaaf is van satan en van de verdorven begeerten van het vlees, kan geen man Gods zijn. Al heeft hij misschien de gave van het woord, hij is niet bekwaam het Woord van God te onderwijzen. Het is heel erg als mensen het ware geestelijke leven niet kennen. Niet uit God geboren zijn.

Het is oneindig veel erger als mensen onherboren zijn en in de dienst intreden. Waar dat het geval is, is dat een uitermate trieste zaak. En tot grote schade van de kerk. Bonifatius moet ooit gezegd hebben toen iemand hem vroeg of het wel geoorloofd was de wijn van het sacrament uit te reiken in een houten beker: Er was een tijd dat we houten bekers hadden en gouden priesters, maar nu hebben we gouden bekers en houten priesters.

Daarom zal een dienaar acht hebben op zichzelf (Hand. 20 : 28).

Hij zal zich oefenen tot godzaligheid. Hij zal in alles de Naam en de zaak van zijn Meester bedoelen en niet zichzelf. Het is bepaald geen eenvoudig en gemakkelijk werk. Dienaren worden vissers, arbeiders, soldaten en wachters genoemd. Dat zijn bepaald niet de lichtste beroepen!

Ook de christen

Maar niet alleen de dienaren van het Woord. Ieder christen zal met inzet van al zijn krachten, strijden en ernstig moeite doen om in de leer onderwezen te worden en haar te bewaren en te wandelen in de wegen des Heeren. Zo zal elke oprechte christgelovige zich eveneens oefenen tot Godzaligheid. Daarmee is noodzakelijk het heil vervlochten. De lezer begrijpt dat godzaligheid uiteraard meer is dan op gezette tijden een gebed uitspreken, een hoofdstuk uit de Bijbel lezen, een preek beluisteren en ieder het zijne geven. Er moet een nieuwe natuur zijn, voordat een mens in een nieuw leven Gode kan behagen. Iemand die dood is in de zonden en de misdaden kan zichzelf hierin niet oefenen. Wil iemand het koninkrijk van God binnengaan, hij zal opnieuw geboren moeten worden (Joh. 3).

Dat gaat met strijd gepaard. Er gaat niemand slapende naar de hemel. Zonder heiligmaking zal niemand de Heer e zien (Hebr. 12 : 14). Het leven van de christen is een oefening. Hij heeft veel te doen, het is een lopen, strijden, het koninkrijk der hemelen nemen met geweld. Het is het Woord van de God van de hemel: ie overwint zal alles beërven; en Ik zal hem tot een God zijn en hij zal Mij tot een zoon zijn. Maar de vreesachtigen en ongelovigen en gruwelijken en doodslagers en hoereerders en tovenaars en afgodendienaars en de leugenaars, hun deel is in de poel die daar brandt van vuur en sulfer; hetwelk is de tweede dood (Openb. 21 : 7, 8).

Ware christenen moeten zijn als Kaleb en Jozua temidden van de verspieders. Er zal in hun leven iets zijn van een worsteUng met God, zoals bij Jakob (Gen. 32). Er is heel wat strijd te strijden op het terrein van de beproevingen. Zoals bij Abraham, die geroepen werd zijn zoon Izaak te offeren (Gen. 22). In zulke gevallen zijn er de legers van ontmoedigingen en vleselijk redeneren, die de mens aanvallen. Er is ook de worsteling met de duivel, de strijd tegen de geestelijke boosheden in de lucht (Ef. 6). Heel veel mensen hebben daar nooit last van, ze zijn onder het getal van de slapende kinderen van satan. En willen niet wakker gemaakt worden. Hun rust is hun aangenaam. Maar heeft iemand smaak van de geestelijke dingen, hij zal strijden. Ook tegen de wereld. Wat uit God geboren is overwint de wereld. En dit is de overwinning die de wereld overwint namelijk ons geloof (1 Joh. 5:4), Dan is daar ook de worsteling met het eigen vlees. Er is dus zowel oorlog van binnen als van buiten. Want het vlees begeert tegen de Geest (Gal. 5 : 17). Daarom de oefening tot godzaligheid.

K.t.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Oefen uzelf tot godzaligheid (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 juni 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's