Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gods Geest en de toekomst (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gods Geest en de toekomst (2)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

De vorige keer besteedden we vooral aandacht aan de toekomst. Nu willen we letten op de eerste term van het opschrift namelijk Gods Geest.

Nadenken over God de Heilige Geest kan alleen maar onder voorbehoud. Allereerst is er het bezwaar dat aan nadenken over levende werkelijkheden in het algemeen kleeft. Een mens is toch nog altijd weer anders, dan de ideeën, die wij over hem of haar hebben. Iemand, die we redelijk denken te kennen, stelt ons toch altijd nog weer voor verrassingen. Hoeveel te meer geldt dat van God. En de Hei-Uge Geest is toch ook voluit God de Heilige Geest. We zijn dan ook wel helemaal aangewezen op wat God aangaande Zichzelf openbaart. Daarop kunnen we vertrouwen en we kunnen er van weten, dat het voor ons genoeg is. Tegelijk blijft het besef, dat God altijd nog groter is. We moeten maar nooit menen Hem met ons kennen in de greep te krijgen. God kennen is anders dan het kennen van de samensteUing van een bepaalde stof. We weten daarvan, wat we er mee doen kunnen en wat we er onder bepaalde omstandigheden van verwachten kunnen.

Dit bezwaar geldt nog als het gaat over God de Heilige Geest. De Heere Jezus heeft tegenover Nikodemus heel sprekend het beweeglijke en ongrijpbare van de Heilige Geest laten zien. Hij is als de wind, waarvan je het geluid hoort, maar je ziet Hem niet. Je weet niet vanwaar Hij komt, noch waar Hij heengaat. Joh. 3:8. Dit alles mag ons voorzichtig maken en bescheiden juist als we spreken over de Heilige Geest. Het is goed om daarbij ons uitgangspunt te nemen in wat de kerk der Reformatie van Hem beleed in Zondag 20 van de Heidelbergse Catechismus.

Allereerst wordt daar beleden dat de Heilige Geest voluit met de Vader en de Zoon waarachtig en eeuwig God is. Dat dienen we ons altijd weer voor ogen te stellen. De belijdenis van het voluit God zijn van de Heilige Geest wordt Ucht wat afgezwakt. Het spraakgebruik al geeft daar aanleiding toe. De geest van de mens is iets van de mens, niet de mens zelf. Het is zijn uitstraling, de invloed, die er van hem uitgaat. Bij een begrafenis willen kinderen graag in de geest van vader of moeder handelen, ook al zijn ze soms zelf een andere levensovertuiging toegedaan. Zo geeft de uitdrukking Geest van God ook gemakkelijk aanleiding om te denken, dat de Heilige Geest iets van God is, iets dat van God uitgaat, maar toch niet God Zelf.

In de eerste eeuwen van de christelijke gemeente is daar veel over nagedacht en gesproken. Het kreeg haar afronding in de belijdenis van de drieëenheid van God. Die houdt in dat ook de Heilige Geest voluit God is. In de Hei­ lige Geest komt niet iets van God tot ons, maar God Zelf. Dat betekent voor ons onder werp, dat we nadenken over de Geest en de toekomst nooit los mogen zien van Gods toekomst. De toekomst, waar de Heilige Geest op betrokken is, is Gods toekomst. Het is God de Vader, de Zoon en de Heilige Geest, die op de toekomst betrokken zijn. Enkelvoud en meervoud moeten hier wel door elkaar gebruikt worden. Wat God de Vader beoogt met Zijn schepping, is niet minder het oogmerk van de Zoon en van de Heihge Geest.

Wel mogen we zeggen, dat ieder daar ook weer op een eigen wijze in betrokken is. Anders had het geen zin om hier onderscheiden-i lijk te spreken.

En wat is dan dat eigene van de Heilige Geest? Zondag 20 reikt ons twee momenten aan. Deelachtigmaking en immanentie. DaJ laatste woord kan uitdrukking zijn van het bij ons büjven van de Heilige Geest. Het komt uiti het Latijn en heeft letterlijk ook die betekenis van , , bij-blijven, in-blijven". We gebruikeil het omdat het in de theologische bezinning een vaste uitdrukking is geworden voor het bi, en in ons zijn van God. Tegenover de imma nentie staat de transcendentie. Dat is dat Go boven ons uitgaat. Hoger is en verder reik dan ons denken en ons zijn. , , Immanentie" i God hier en nu. God in ons. God bij ons. In derdaad kunnen we zoals wel op catechisatie geleerd wordt zeggen: God de Vader, dat i: God boven ons. God de Zoon, is God vooi ons en God de Heilige Geest is God in ons

Wel moeten we hier nog wat scherper on derscheiden. Immers God de Zoon is ook im manentie, ook God bij ons. De Hebreeuwsi naam van de messiaanse koning die gebore zal worden luidt volgens Jes. 7 : 14 Immanuël en Mattheüs ziet die belofte vervuld in d komst van Jezus, Matth. 1 : 23. In Hem ii God ook in onze menselijke geschiedenis ing& komen. Hij is in Hem mens onder ons mensei geworden. Maar dan toch anders dan in di Heilige Geest. In Jezus Christus is God op eei geheel eigen, unieke, onherhaalbare maniei bij ons. We kunnen zeggen op de manier vai de intreding, de plaatsvervanging. God heefj in Christus volbracht, wat wij hadden moetei volbrengen. De straf is gedragen, de zondi verzoend. De toekomst van herschepping ei vernieuwing is in en door Hem verworven. 1 de Heilige Geest is God niet op die uniekel eenmalige manier bij ons. De Heere Jezu heeft beloofd, dat Hij bij ons zal blijven. Joh 14 : 16, 17. Van Zichzelf betuigt de Heere Je zus zelfs, dat het nut is dat Hij heengaat om dat anders de Troostergeest niet komen kan, Joh. 16 : 7. We moeten dan ook woorden als die van Paulus in Ef. 3:17 goed verstaan. Zoals uit de kontekst wel blijkt woont Christus door Zijn Geest in de harten van de gelovigen. Ook het klassieke avondmaalsformulier wijst ons er op, dat Christus Zelf in de hemel is, maar door Zijn Geest onder de tekenen van brood en wijn in ons wil wonen en werken.

De Heilige Geest is dus God met ons en in ons, die het werk van Christus aan ons toepast, ons deelachtig maakt. We zouden kunnen denken aan een medicijn, dat Christus verworven heeft, en dat ons toegediend wordt door de Heilige Geest. We zijn niet zo gewillig om dat medicijn in te nemen. Maar de Geest is vindingrijk. Zoals een verpleegkundige van alles verzint om dat geneesmiddel binnen te krijgen bij een tegenwerkende oude man, zo weet de Heilige Geest altijd wel weer een manier om ons te bereiken. Hij woont bij ons in. Bij die inwoning moeten we niet alleen denken aan ons hart, maar ook bijvoorbeeld aan de kerk, aan de school en ons gezin. De Heilige Geest is God op de baan van de geschiedenis naar ons toe, en in ons.

Voor het goede begrip moeten we er wel bijzeggen, dat dit geen vereenzelviging betekent. We mogen door de inwoning van de Heilige Geest wel geestelijke mensen zijn, we worden geen Geestmensen. Ons denken, willen en voelen wordt niet vernietigd om plaats te maken voor het denken, willen en voelen van de Geest. Nee, het wordt alles vernieuwd. De Heilige Geest wederbaart en vernieuwt ons zo, dat wij nu ook zelf gaan willen wat God wil. Ons verduisterde verstand wordt verlicht en ons gevoelsleven gericht op Christus. De apostel Paulus laat in Romeinen 8 : 16 die tweeheid duidelijk uitkomen als hij schrijft: ie Geest getuigt met onze geest, dat wij kinderen Gods zijn.

Er is een woord, dat in het Nieuwe Testament vaak wordt gebruikt voor de werking van de Heihge Geest. Dat is kracht. Niet, dat de Heilige Geest opgaat in dat „kracht" zijn. Een kracht is immers onpersoonlijk. Het is maar net de vraag door wie die kracht wordt gebruikt en gestuurd. Zo willoos en willekeurig is de Heihge Geest zeker niet. Maar als het gaat over de kracht, die God uitoefent tot verandering, vernieuwing en bezieling van mensen, dan wordt toch wel vaak de Heilige Geest genoemd. We hoeven dat zelfs niet te beperken tot mensen. God de Heilige Geest is God in Zijn kracht, zoals Hij werkt in heel de Schepping. Maar met name ook in de her­ schepping vanuit Christus. In Lukas 24 : 49 horen we de Heere Jezus aan Zijn discipelen beloven, dat ze de belofte van de Vader zullen ontvangen en aangedaan zullen worden met kracht uit de hoge. In Romeinen 15 : 13 spreekt Paulus de wens uit, dat de gelovigen door de kracht van de Heilige Geest vervuld mogen worden met alle blijdschap en vrede in het geloven, opdat ze overvloedig mogen zijn in de hoop. Zo bidt Paulus ook voor de gemeente in Efeze 3 : 16, dat zij door de Geest met kracht versterkt mag worden in de inwendige mens.

Zo mogen wij meebidden, opdat God de Vader van onze Heere Jezus in ons wone en werke door de kracht van Zijn Heilige Geest en ons vervuUe met de hoop op Zijn heerlijke toekomst.

P.

W.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1993

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Gods Geest en de toekomst (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juli 1993

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's