Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

Eén uit een stad en twee uit een geslacht?

In de Vragenrubriek van het familieblad Terdege gaat drs. W. van Vlastuin in op een vraag van een 16-jarig meisje over de betekenis van de tekst Jeremia 3 : 14 „Bekeert u, gij afkerige kinderen, spreekt de HEERE, want Ik heb u getrouwd; en Ik zal u aannemen, één uit een stad en twee uit een geslacht, en zal u brengen te Sion." Een leraar op school had haar verteld dat deze tekst zou inhouden dat er maar weinig mensen zalig zullen worden. Ds. Van Vlastuin gaat pastoraal op deze kwestie in:

„Wil het zeggen dat we niet meer om bekering hoeven te bidden als in ons dorp al een ander kind van God is? Het zal duidelijk zijn dat we het zo nooit uit kunnen leggen. In Jeruzalem woonden Simeon en Anna, twee kinderen van God. In Nazareth woonden Jozef en Maria, twee kinderen van de Heere.

Calvijn

Is deze uitdrukking dan misschien een manier van beeldspraak dat er echt maar heel weinig mensen zalig zullen worden? Graag wil ik in dit verband een citaat geven uit de commentaren van Calvijn: , , Het verbond van God was gemeen aan het gehele zaad van Abraham. Zij konden dus verzinnen dat dat verbond uitgewist was, tenzij Hij het gehele volk verzamelde. Want Hij had niet twee of drie uitgekozen, of honderd duizend; Hij had het gehele zaad van Abraham uitgekozen. Dus omdat deze belofte zonder uitzondering allen gemeen was, kon ieder zo redeneren: Wat heb ik met God te doen, anders dan voorzover ik voortgekomen ben uit het geslacht van Abraham? Maar ik ben er niet alleen, want wij zijn allen kinderen van Abraham; maar ik zie niemand tot God terugkeren; daarom moet ik ondergaan met het gehele volk. Dus opdat deze gedachte de vromen niet te­ rughoudt, daarom zegt Hij nu: Ik zal één aannemen uit een stad en twee uit een geslacht; dat is, ook al komt er slechts één uit een stad tot Mij, hij zal een geopende deur vinden. Als er slechts twee uit één stam tot Mij komen, zal Ik ook die toelaten."

Tot zover Calvijn. Je moet je even inspannen om te begrijpen wat hij bedoelt, maar het is de moeite wel waard.

De Heere wil ermee zeggen dat Hij er recht op heeft dat iedere Nederlander, ieder gemeentelid Hem liefheeft en erkent. Maar al zou jij nu de enige zijn in jouw woonplaats, dan hoefje niet te denken dat het daarom voor jou niet kan. Al zie je dan geen enkele leeftijdgenoot die de Heere waarlijk nodig heeft, dan hoeft dat toch voor jou geen verhindering te zijn om de Heere aan te lopen.

Heel persoonlijk

Zo moge het duidelijk zijn dat deze woorden uit Jer. 3 : 14 ons niet bewijzen dat er weinig mensen zalig worden.

Misschien mag ik eerst een persoonlijke vraag stellen. Als er in de Bijbel zou staan dat er heel veel mensen zalig worden, zou je dan wat gerust gesteld zijn? En dat je je dus niet zo druk hoeft te maken? Als dit achter jouw vraag leeft, wijs ik je met ernst op Matth. 7 : 13—14: , Gaat in door de enge poort; want wijd is de poort en breed is de weg die tot het verderf leidt, en velen zijn er die door dezelve ingaan.

Want de poort is eng en de weg is nauw, die tot het leven leidt, en weinigen zijn er die dezelven vinden." De Heere boort hiermee alle goedkope gerustheid de grond in. Hij brengt ons tot de zeer persoonlijke en indringende vraag of wij op de goede weg wandelen.

Zo zijn er veel meer schriftgegevens die ons deze richting wijzen. Ik denk aan 1 Petr. 4 : 18: , En indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen? ". We moeten de Schrift hierin voluit ernstig nemen! We zouden dit misschien door willen strepen, maar zo doen we geen recht aan het getuigenis van God.

De hele Schrift

Betekent het gegeven dat er weinigen zalig worden, dat je dan maar bij de pakken neer moet zitten? Zo kan het werken. Ik weet wel uit mijn eigen leven dat ik dacht dat er nog drie of vier bekeerde mensen in Nederland waren. Ik meende dat God niet meer werkte. Als dat het geval is, verzoen je je met de gedachte dat je zelf ook verloren gaat. En je meent heimelijk dat het voor een nette , , refo" dan wel wat mee zal vallen. Dan hoef je je ook niet meer in te spannen, dan heeft bidden geen zin meer, dan strijd je niet om in te gaan door de enge poort. En je vindt ieder die dat wel doet maar , , vroom". Totdat ik eens een predikant hoorde die wees op de noodzaak en de mogelijkheid van bekering. Ik vond dat maar verdacht. Achteraf weet ik wel hoe dat kwam. Het maakte mij onrustig. En ik wilde niet onrustig gemaakt worden. Ik wilde het liefste maar horen dat ik mezelf niet kon bekeren en dat een mens dood is. En dat ik er niets aan kon doen om tot bekering te komen. Maar ik wilde niet op mijn verantwoordelijkheid aangesproken worden. Want dat stelde mij schuldig. Daarom moeten we de hele Schrift eerlijk laten spreken. Aan de ene kant dienen we te benadrukken dat er weinig zijn die zalig worden om alle goedkope geruststellingen te ontmaskeren, maar aan de andere kant zullen we helder uit moeten laten komen dat er bij de Heere doen aan is. Het is een schare die niemand tellen kan (Openb. 7:9). Gelukkig wel. Daarom heeft de prediking nog zin. Preken is niet vertellen dat er niemand meer bekeerd wordt, maar preken is tegen alle hoorders zeggen dat bekering nodig is en dat het voor iedereen mogelijk is!

Eng, maar open

Het aantal dat de Heere waarlijk vreest zal inderdaad door alle tijden heen naar verhouding maar gering zijn, maar in zijn totaliteit zijn er door de eeuwen heen honderdduizend gered uit de banden van satan. Elia meende dat hij alleen was overgebleven. En toch waren er nog zevenduizend. Op het hele volk was dit niet zoveel, maar toch is het een groot wonder dat de Heere zevenduizend zondaren voor eeuwig redt en verlost en Zijn heerlijke liefde doet genieten om Hem groot te maken. We lezen in Hand. 21 : 20 dat er (tien)duizenden Joden geloofden... En dan te bedenken dat de Joden in het algemeen het evangelie verwierpen... Hoeveel meer heidenen zullen in deze tijden tot bekering gekomen zijn!

De poort is eng, maar de deur van de poort is wel geopend! De engte ligt niet aan Gods kant, maar aan onze kant. Wij hebben er zo'n hekel aan om van de zonde verlost te worden, om een pelgrim te zijn in deze wereld, om de Heere lief te hebben... Of is het bij jou anders? ...

De Heere roept jou! Ernstig!

De Heere Jezus heeft gezegd; , , Hoe menigmaal heb Ik uw kinderen willen bijeenvergaderen, gelijkerwijs een hen haar kiekens bijeenvergadert onder de vleugelen, en gijlieden hebt niet gewild" (Matth. 23 : 37).

Ligt het dan aan de Heere? Neen immers.

Hart

O joh, wat is dat een blijde boodschap. Je kunt zalig worden. God heeft deze wereld zo lief gehad dat Hij Zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een iegelijk die in Hem gelooft, niet verderve, maar het eeuwige leven hebbe (Joh. 3 : 16). Wie je dan ook bent, hoe je dan ook bent, wie je geweest bent, wat er allemaal in je hart leeft, je mag komen zoals je bent: , Wie tot Mij komt, zal Ik geenszins uitwerpen" (Joh. 6 : 37b). Al heb je een stenen hart, £il is je hart wereldsgezind, al ben je door en door ongelovig, ook al heb je de bekering al honderdmaal uitgesteld, ook al ben je dan met je gedoopte voorhoofd geweest op plaatsen waar je de Heere niet kon ontmoeten, bij de Heere is geen enkele verhindering!

Je hoeft niet een half vlesen hart mee te brengen. De Heere maakt van een stenen hart een vlesen hart. Zo kan de Heere jou roepen: , Mijn zoon (dochter), geef Mij uw hart" (Spr. 23 : 26). Er staat niet; geef Mij je ernstige hart, of je oprechte hart. Neen, zoals je hart nu is. , , Dan mag je nu nog vluchten tot de Heere Jezus Christus opdat Zijn Geest jouw hart zou vernieuwen", zo schrijft een zeker oud vader (Theodorus van der Groe).

Ga jij in?

Misschien herinner je je uit de Bijbel de geschiedenis van Luk. 13. Een jongen vraagt aan de Heere Jezus: ijn er ook weinigen, die zalig worden? Wat antwoordt Jezus dan? Zegt Hij dan dat er veel zijn? Maakt Hij dan duidelijk dat er weinig zijn? Neen, Hij zegt: , Strijdt om in te gaan door de enge poort" (Luk. 13 : 24). Het is niet zo heel belangrijk hoeveel mensen er zalig worden, de grootste vraag is: ul jij zalig worden? Ga jij in door de enge poort?

Al zou je weten dat er in jouw klas maar één persoon zalig wordt, dan moet je niet rusten voordat je weet dat jij dat bent. En als je zou weten dat in jouw klas één persoon verloren zou gaan, dan is dat al zo ontstellend vreselijk, dat je nooit moet rusten voordat je weet dat jij dat niet bent.

Val de Heere vandaag te voet! Hij wacht om genadig te zijn!"

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 augustus 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's