Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luthers uitleg van het boek Prediker (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luthers uitleg van het boek Prediker (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT DE SCHAT VAN DE KERK

Apart boek

Het boek Prediker is in het geheel van de canon van het Oude Testament één van de minst bekende. Er wordt over het algemeen ook niet zoveel uit gepreekt. Een tekst uit Prediker 3 op Oudejaarsavond en misschien Prediker 12 : 1 in een dienst voor jongeren - , daar blijft het gewoonlijk bij. In begrafenisdiensten, ja ook dan verricht het boek Prediker de predikanten ' menigmaal een dienst.

De inhoud van Prediker is echter niet alleen vrij onbekend, zij heeft ook temidden van het totale Schriftgetuigenis iets eigens, iets aparts. Wij beluisteren hier allerlei klanken die men elders in de Bijbel of in het geheel niet tegen-* komt of althans niet in dezelfde intensiteit.

„Prediker" behoort tot de drie boeken in ^ onze canon die op de naam van Salomo staan. \ Het boek heeft enige verwantschap met Spreuken en met het Hooglied. Men spreekt in dit verband van de , , wijsheidsliteratuur". En Ij toch: zelfs binnen die drie boeken neemt het boek Prediker een eigen plaats in.

Heel veel schrijvers van commentaren in on-i ze tijd, plaatsen het boek Prediker aan de rand van de canon. In ieder geval ontkent men dat Salomo de auteur ervan is. Helaas behoort | hiertoe ook drs. M. J. T. Biewenga, getuige zijn uitleg van het boek in het ook onder ons nogal eens geraadpleegde commentaar Tekst voor tekst. De argumenten die hij aanvoert in zijn bestrijding van het auteurschap van Salomo acht ik onvoldoende.

Men gebruikt ten aanzien van het boek Prediker ook heel vaak, en al te gemakkelijk, de begrippen , , scepsis" en , , pessimisme". Twijfelzucht zou hier aan het woord zijn, en een pessimistische houding ten aanzien van het leven en het bedrijf van de mensenkinderen.

Maar er staan in het boek Prediker toch ook ^ duidelijk uitspraken die allerminst pessimis- tisch van aard zijn, en bepaald niet negatief geladen zijn, maar die juist, in hoge mate, getuigen van levensvreugde.

Kortom, het boek Prediker is toch nog wel wat moeilijker dan gewoonlijk gedacht wordt. Men is er minder gauw mee klaar dan men soms wel meent. Ik ben ervan overtuigd dat Luther gelijk heeft gehad, toen hij beweerde dat, , Prediker" vaak is misverstaan, en dat dit bijbelboek één van de moeilijkst verstaanbare is.

Hieronymus

Gaan wij even na hoe in de Vroege Kerk, bij de kerkvaders en later in de middeleeuwen het boek Prediker is uitgelegd, dan stuiten wij al dadelijk op een grof misverstand.

Onder de kerkvaders heeft in ieder geval Hieronymus, een tijdgenoot van Augustinus, gestorven ca. 420, zich intensief met Prediker bezig gehouden. Hij was een geleerd man die heel wat boeken naliet, en zo ook een commentaar op Prediker.

Vooral met hem heeft Luther, in zijn Uitleg van het boek Prediker, herhaaldelijk de degen gekruist. Hém vooral heeft Luther aansprakelijk gesteld voor het feit dat men eeuwenlang dit bijbelboek verkeerd heeft uitgelegd. Hieronymus is de grondlegger geworden van een exegese van het boek Prediker die in Luthers ogen niet anders dan bederf betekend heeft.

Hieronymus' uitleg kwam hierop neer dat Prediker niet anders zou bedoeld hebben dan de mensen te leren dat zij de wereld met al wat daarin is, zouden moeten verachten, haten en ontvlieden. Het boek zou één lange aanbeveling zijn van het kloosterleven. Hieronymus had daarvoor een vaste term: de contemptus mundi, dat wil zeggen: de verachting van de wereld. Hieronymus zelf leefde een monnikenbestaan, en hij meende daarmee te voldoen aan de eis van het boek Prediker. De inhoud van dat boek was bij hem, zo meende hij, levende werkelijkheid geworden.

Zijn commentaar op Prediker droeg hij op aan één van zijn leerhngen, een zekere Blasilla. In die Opdracht spoort hij er haar toe aan toch ook zulk een leven te leiden. Leef ver van de wereld en veracht al wat in de wereld is!

Middeleeuwen

De kerkvader heeft hierin school gemaakt. Duizenden monniken en nonnen hebben zijn ideaal overgenomen. Zij waren er trouwens ook al vóór Hieronymus. De , , contemptus mundi" werd een vast begrip. Het ideaal heeft duizenden, niet zelden jonge mensen, het klooster ingedreven.

Er verschenen over dit thema vele gedichten en boeken. Zelfs de meest roemrijke paus uit de middeleeuwen, Innocentius III, schreef aan het begin van de 13e eeuw, over de contemptus mundi, de verachting van de wereld. Hijzelf baadde in de weelde, was rijk en machtig, en toch schreef hij over dit thema, zo populair was het. En enkele eeuwen later, in Luthers tijd, heeft de jonge Erasmus, toen nog kloosterling ook een gedicht gemaakt op dit thema. Hij was bepaald niet een monnik die geschikt was om model te staan voor anderen, maar toch: schrijven over de verachting van de wereld!

Heel de geschiedenis van de middeleeuwen is doortrokken geweest van dit ideaal. Men kan geen enkel leven van een mysticus bestuderen of men komt het tegen. Het klooster ingaan betekende reeds als zodanig een verachting van de wereld. En dat zou ons dan ook in het boek Prediker worden voorgehouden.

Luther

Dit brengt ons tot het volgende: Luthers uitleg van dit bijbelboek. Het jaar waarin Luther dit boek, in de collegezaal, voor de studenten, behandelde was 1532. Al sinds lang was de reformator tot volle rijpheid gekomen. Hij had al vele bijbelboeken uitgelegd: Psalmen, Romeinen, Galaten, Hebreeën.

Er was ook al heel wat gepasseerd in Luthers leven. Het was al weer geruime tijd geleden dat hij voor keizer Karel V stond te Worms, en daarna enkele maanden doorbracht op de Wartburg. Daar, op die Wartburg, had hij een geschrift geschreven dat voor zijn latere uitleg van het boek Prediker van direct belang zou worden, namelijk een boek Over de geloften. In dat boek had Luther betoogd - voor het eerst in de geschiedenis - dat de geloften die afgelegd waren door de kloosterlingen, monniken en nonnen, noch voor God noch voor de mensen enige rechtsgeldigheid hebben. Zulke geloften hebben geen grond in de Schrift. Zij mogen niet van ons geëist worden, en als wij ze hebben afgelegd, dan behoeven wij ons er niet aan gebonden te achten, wij mogen ze verbreken.

Luther was in de loop der jaren, door veel strijd heen, tot een heel ander inzicht in het wezen van de zonde gekomen dan in de theologie van zijn dagen gangbaar was. Eeuwenlang had men het wezen van de zonde gezocht in de lagere lusten en begeerten in de mens, en met name in de sexuele drift. Het is onlangs nog weer eens in een proefschrift De mooiste onderde vrouwen (Hilversum 1993) door Eloe Kingsma aangetoond hoezeer bij middeleeuwse mystieke schrijvers het lichaam de „zondebok" is. De zonde zou haar eigenlijke zetel hebben in 's mensen lichaam, in het stoffelijke, en in de begeerten die daaruit voortkomen. Deze in wezen heidense gedachte vond haar ware element in de kloosters, met name bij de mystici. Eeuwenlang heeft men bijna uitsluitend negatief geoordeeld over Gods goede schepping. De , , ziel" of het , , zielevonkje" zou goed zijn, maar het lichaam zou zondig zijn. Vandaar het ideaal van de contemptus mundi, de verachting van de wereld. Vandaar dat het celebataire leven zo hoog stond aangeschreven. , , Kuis" is alleen hij en is alleen zij die ongehuwd leeft.

Over de geloften

Maar al in 1521 gaf Luther in zijn boek Over de geloften de monniken en de nonnen de vrijheid om terug te keren tot het leven in de maatschappij, en eventueel tot de huwelij ksstaat te komen. Hij had ontdekt dat de zonde geestelijk van aard is. Dat juist 's mensen ziel verdorven is. Dat het kwaad niet zit in het lichaam en het stoffelijke als zodanig. Dat niet het Hchaam de , , zondebok" mag heten, maar dat we letten moeten op ons verdorven hart. Dat het juist tegen Gods bedoeling in is dat wij ons terugtrekken uit de wereld en een kloosterleven verkiezen. Aan dat alles heeft Luther al uitdrukking gegeven in 1521.

Luthers uitleg van het boek Prediker in 1532, dus 11 jaar later, zullen wij moeten zien in het verlengde van wat hij schreef in 1521. Dan komt het in het juiste licht te staan.

Breuk met de middeleeuwen

Hier hetzelfde geluid, maar dan aan de hand van , , Prediker". We vinden hier een breuk met Hieronymus en al zijn navolgers. Luther ondergraaft de middeleeuwse mystiek, als onbijbels. Niet in de dingen zélf zit het kwaad, niet in Gods schepselen als schepselen, ook niet in de sexuele begeerte als zodanig. De zonde zit in de afgekeerdheid van de mens van God. De zonde zit juist in wat men de „hogere zielekrachten" placht te noemen: 's mensen wil, zijn rede! De wortel van alle zonde is het ongeloof. Wij geven ons niet aan God over, wij vertrouwen niet op Hem. Wij zijn overbezorgd en daarom angstig.

Hier dus een nieuw geluid. Luther heeft in zijn uitleg van Prediker de goedheid van Gods schepping verdedigd. Hij las het boek Prediker met heel andere ogen dan Hieronymus en zijn navolgers. Hij liet recht wedervaren aan de opgewekte en opwekkende, men zou zelfs kunnen zeggen vrolijke klanken die wij in het boek Prediker tegenkomen, wanneer we worden vermaand om zelfs van het leven te genieten. Prediker zegt immers dat het voor de mens een goede zaak is om te eten en te drinken, en te genieten het goede van al zijn arbeid, want dat dat 's mensen deel in dit leven is (5 : 17). En wat verderop zegt de Prediker: k prijs de blijdschap, omdat de mens niets beters heeft onder de zon, dan te eten en te drinken en blijde te zijn (8 : 15). Er wordt zelfs gezegd dat onze klederen ten allen tijde wit mogen zijn (9 : 8) en er wordt ook gezegd dat wij genieten mogen het leven met de vrouw die wij hefhebben (9:9).

Neen, deze woorden zijn niet - zoals wel beweerd is - cynisch bedoeld, zo in de trant van: Dit kun je nu alles wel hebben en genieten maar... de straf komt. Zo niet! Luther heeft deze woorden het volle pond gegeven. Daarover de volgende keer.

K. Exalto

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Luthers uitleg van het boek Prediker (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's