Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het prijsgegeven geheim

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het prijsgegeven geheim

11 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„Toen grepen hem de Filistijnen, en groeven zijn ogen uit; en zij voerden hem af naar Gaza, en bonden hem met twee koperen ketenen, en hij was malende in het gevangenhuis”. (Richteren 16 : 21)

Simson geeft zijn geheim prijs

Onze tekst begint met een klein, maar veelzeggend zinnetje: „ Toen grepen hem de Filistijnen". Zij overmeesterden hem.

Wie niet van de gebeurtenissen aan het einde van Simsons leven op de hoogte is, wrijft bij deze woorden even z'n ogen uit. Staat het er wel goed? Simson was toch de Nazireër Gods van de moederschoot aan tot zijn dood toe? Hij was toch uitverkoren om een geheel aan God gewijde te zijn? Dat had de HEERE tenminste beloofd. Maar waarom houdt de HEERE dan geen woord en laat Hij Simson hier in de steek? Want de Fihstijnen krijgen nu hun kans en hun zin.

Op het eerste gehoor lijkt de tekst Gods debacle met Simsons leven uit te roepen. Als klacht en aanklacht. De HEERE lijkt hier echt aan het kortste eind te trekken. De Filistijnen hebben toch nog gewonnen. Nu hebben zij hem, die Nazireër Gods. En ze weten wel raad met hem...

Je ziet het wel vaker gebeuren dat er in het leven van Gods kind een periode komt waarin het lijkt of hij door de HEERE is verlaten. Als je bijvoorbeeld de Psalmen leest, kom je diep onder de indruk van de vrijheden die Gods vij­ anden zich mogen veroorloven met betrekking tot Gods volk op aarde. En denk ook eens aan Job. Mocht de vijand met hem niet gaan tot aan de grenzen van de dood? Leek de HEERE voor Job niet in een vijand te zijn veranderd? Denk bovenal eens aan de Heere Jezus Christus. Hij was van de moederschoot aan de Heilige Gods. Zonder enige reserve stond Hij geheel aan Gods kant. Maar waar was God aan het einde van Zijn leven? Waar was God, toen Christus hing aan het kruis? Heeft de klacht over de Gods ver lating, over de prijsgave aan de wrede macht van duivel en dood, ooit dieper en aangrijpender op deze aarde geklonken dan op Golgotha?

En hoe staat het met Christus' kerk in onze zo veelbewogen tijd? Wat is er nog over van het reformatorisch élan, van de gloed van heilige ijver voor de HEERE en Zijn Woord? Heersen de machten dezer eeuw niet over Christus' kerk? Ligt over haar niet de grauwsluier van de , , Godsverduistering"?

Als bij ons niet de oppervlakkigheid troef is, dringt zich onweerstaanbaar de vraag op naar het waarom van deze eenzaamheid, dit van God verlaten zijn. Dat is een vraag voor je persoonlijk leven. Maar ook een vraag voor Gods kerk, waar de akehge tweeling van lauwheid en leegloop zich in een ongekende populariteit mag verheugen.

Wat Simson betreft, Richteren 16 laat ons ondubbelzinnig zien bij wie de schuld ligt. Het gaat niet goed met hem aan het einde van zijn leven. Deze grote zoon van Israël begint een spel met de macht van de zondige lusten. Deze schone gave van de sexualiteit wordt door deze aan God gewijde op een grove manier misbruikt. Is dat niet ook de zonde van onze eeuw? Mensen, ja ook kerkmensen, vergapen zich aan deze zonde en doen er zelf aan mee...

In Richteren 16 : 1 lezen we, dat Simson in de Filistijnse stad Gaza bij een publieke vrouw tot middernacht de tijd doorbrengt. Zo wordt deze Nazireër Gods één vlees met een vrouw van lichte zeden, met een hoer. Wat heeft de duivel in die nacht gelachen. O jawel, Simson laat na zijn nachtelijke avontuur nog wel een staaltje zien van zijn geweldige kracht. Hij neemt immers de zware stadspoorten van Gaza op z'n nek en draagt die weg. De vijanden hebben Simson en hun stadspoorten het nakijken. Maar toch is Simson de grote verUezer. De zonde heeft het gewonnen. De kiem van zijn ondergang is gelegd. Straks ziet Gaza hem terug. Als een machteloze...

Steeds dieper zakt Simson weg in het moeras. Daarin is hij voluit zoon van zijn volk, kind van het Israël uit zijn dagen. Na het gebeuren in Gaza kruist opnieuw een vrouw zijn Nazireërspad. Nu is het Delila, wonend aan de beek Sorek. Uit alles wordt ons wel duidelijk, dat ook Delila zedelijk een laagstaande vrouw is geweest. Zij deinst er niet voor terug om haar minnaar voor veel geld uit te leveren aan de Filistijnse stadsvorsten. Daarvoor moet ze wel eerst achter het geheim van Simsons leven komen. Simsons krachtbron moet worden ontdekt. Daarom gaat ze een spel spelen met Simson, een levensgevaarlijk spel...

En Simson? Hij gaat dat spel meespelen. Hij gaat spelen met Gods geheim. En al meer raakt hij in de strikken van deze sluwe vrouw verward. Al dichter brengt hij haar bij het geheim van zijn Nazireërschap, totdat hij haar eindelijk z'n levensgeheim vertelt: , , Geen mes kwam ooit op mijn hoofd..." Als een os wordt hij nu naar de slachtbank geleid. Nietsvermoedend sluimert Simson op Delila's knieën in en slapend gaat hij z'n ondergang tegemoet. Zijn lange haar, zichtbaar teken van Gods hulp en bijstand en symbool van zijn Nazireërschap, raakt hij slapend kwijt in Delila's schoot. En dan is hij ook de HEERE kwijt...

Op de wekroep van Delila: , , Simson, de Filistijnen over u!" is hij nergens meer.

U voelt zich ook van de HEERE verlaten? Het is niet meer zo als vroeger, toen u pas tot geloof was gekomen en de HEERE zo dicht bij u wist? En u zoekt naar de reden daarvan? O zeker, het kan zijn dat de HEERE u wil beproeven, zoals Hij ook eens deed bij een man als Job. Om u tot een rijkere en diepere kennis van Hem te leiden.

Maar maak het uzelf nu niet al te gemakkelijk. Onderzoek uw leven eens bij het licht van het Woord. Is uw omgaan met de HEERE nog wel als vroeger of hebt u misschien de eerste liefde verlaten? Leeft u nog wel uit uw levensgeheim, uit de verzoening door Christus, uit het geheim van uw doop? Of gaf u dit geheim prijs door mee te doen met de wereld en mee te spelen in het spel dat de zonde met u zo graag spelen wil? Wat is er nog te zien van het teken van uw levensgeheim met God, van uw doop?

En moet ook de kerk van Christus bij al haar klagen over geesteloosheid niet hoognodig de hand in eigen boezem steken? Is ze niet al gaandeweg meer afgedwaald van de oude en in de reformatie nieuw ontdekte wegen van het Woord? Is ze niet bezig om haar geheim van de verzoening door voldoening meer en meer prijs te geven voor allerlei theologieën naar menselijke snit? Gaat het haar nog wel echt om het herontdekte: de rechtvaardige zal uit het geloof leven? Weet ze nog wel van de rechtvaardiging van de goddeloze?

Ja, de kerk sluimert op de knieën van de moderne theologie. In haar waait allerlei wind van leer. Ze hgt in de schoot van de verleiding in plaats van aan Christus' borst. Ze slaapt, maar het is niet de slaap van de rechtvaardige. Wat is ze wereldgelijkvormig geworden. Zonder dat ze het beseft, is haar kracht geweken, want ze bleef geen trouw hoedster van Gods geheim met haar leven. De Kerk heeft uitverkoop gehouden van veel wat haar eens zo hef en dierbaar was. Ze moest zo nodig de deuren voor de wereld openzetten... Moest daarom de Geest niet bedroefd van ons wijken? Maar waar is de hartelijke belijdenis: Wij hebben gezondigd?

Gebroken kracht

Al verder lezend in de tekst beseffen we hoezeer Simson in de Fihstijnse val is gelopen. De HEERE heeft hem nu verlaten en de Fihstijnen kunnen hun hart aan Simson gaan ophalen: , , en (zij) groeven zijn ogen uit; en zij voerden hem af naar Gaza, en bonden hem met twee koperen ketenen, en hij was malende in het gevangenhuis".

Simson afgevoerd!

Nee, de Fihstijnen doen geen half werk. Simson, eens een onneembaar bastion van de Geest, wordt grondig ontmanteld. Zijn ogen verliest hij en zijn sterke handen binden zij.

Nu kan hij geen kwaad meer doen. Zo wordt Simson naar Gaza gebracht. De eens zo sterke komt opnieuw in de sterke stad. Onlangs had hij zich daar onaantastbaar gewaand na dat zo schandelijke, nachtelijke avontuur met een publieke vrouw. Wat was het toen donker geworden in z'n ziel. Nu is het ook donker van buiten. Ziet u nu wel: de zonde loont echt niet, ze brengt enkel duisternis.

Zijn verdere levensdagen mag hij gaan slijten in het gevangenhuis, geboeid met twee koperen ketenen. En niet dieper kon de vijand hem vernederen dan door hem het werk te laten doen van een slavin...

De ontwapening van Simson begon in Delila's schoot en wordt in Gaza wreedaardig voltooid. Hier is het diepste punt van Simsons leven bereikt. Het was alles zo stralend begonnen in het leven van dit , , zonnekind". De HEERE was met hem. Maar nu is het nacht, stikdonkere nacht. De HEERE is geweken. Over Godsverduistering gesproken!

De geschiedenis van Simson moet in elke eeuw worden doorverteld. Zijn levensverhaal is op de een of andere wijze in elke eeuw actueel. Actueel bijvoorbeeld in het leven van Gods kind, in welke eeuw dan ook geboren. Het begin van het geloofsleven is vaak zo stralend. Wat kan het geloof dat nog aan het begin van de weg staat en nog niet gedeukt en gebeukt werd in de aanvechtingen en verzoekingen van het leven, ongerept glanzen. Hoe broos is het, wanneer er nog niet de stormen over heen gingen. Hoe bang ben je voor de zonde, als je nog maar net tot geloof kwam. Maar het wordt vaak al zo gauw anders. De HEERE brengt Zijn werk in de beproeving. Een man als Petrus komt op de zeef van de satan! Elke gelovige weet er op de duur uit eigen ervaring over mee te spreken wat het betekent in geestelijke duisternis te komen. Moet Gods kind niet dikwijls klagen, dat z'n geloofskracht is gebroken, omdat hij een onvoorzichtig spel met de zonde waagde te spelen? Hoe kan hij dan verlangen naar het tere genadehcht waarin hij eens mocht wandelen.

Simson was een zoon van verloste slaven, maar door eigen schuld draagt hij in Richteren 16 nu de slavenketen. Ja, wat is zijn levensgeschiedenis actueel in het leven van de gelovigen, al de eeuwen door.

En wat is deze geschiedenis ook bij de tijd, wanneer we denken aan de christelijke kerk in onze dagen. Heeft ze zich niet laten verblinden, doordat ze in veel opzichten zo meeging met de dwaze Schriftkritiek? Wie het Woord van God, met al z'n weerbarstigheid vaak, prijsgeeft, heeft niet langer het licht der ogen bij zich. Die moet in het duister gaan, want Gods lamp is verdonkerd. Dan kom je onherroepelijk weer in het slavenhuis van eigen werken, van onheilig activisme. Daar kan niemand ademhalen. Daar kun je je dorst naar vrede, bevrijding en echt geluk niet lessen. Wie het Woord loslaat, wordt door de Geest losgelaten. Want de Geest wil slechts daar met Zijn zegen zijn waar het Woord is, dat is waar Christus is.

Simson zit in het absolute nulpunt. In dat punt is alle geloofsbeweging verstild en bevroren. En toch, de HEERE laat Simson niet los. Vanaf het moment dat zijn haar was afgeschoren begon het ook weer te groeien. Als teken van Gods genade. Ja, God denkt bij de Zijnen in Zijn toorn ook aan Zijn ontfermen. De diepe weg die Simson nu moet gaan, is immers tegelijk een weg waarop de HEERE hem ontrukt aan de verderfelijke invloed van Delila. De HEERE heeft hem eenvoudig niet over voor het eeuwige verderf. Gadeloze zondaarsliefde! Zeker, het is wel donker geworden voor Simson. Het gordijn lijkt voorgoed voor hem te zijn gevallen. Maar de HEERE werkt in Simsons leven toe naar groter licht.

Door al Simsons zonden heen voert de HEERE toch Zijn heilige raad uit. Kan hier ons verstand nog verder?

De Bijbel brengt ons, wanneer het over Gods ontferming en genade gaat, met blijdschap bij Christus. Ook Hij gaf eens Zijn levensgeheim prijs. Weet u wanneer? Toen Hij stond voor Kajafas en deze hem snijdend vroeg: , , Ik bezweer U bij de levende God, dat Gij ons zegt, of Gij zijt de Christus, de Zoon van de levende God? " Dat betekende voor Christus de duisternis van en om het kruis. Daar moest Hij het meest vernederende ondergaan dat er op aarde is: Als een slaaf sterven onder de vloek. Om te verzoenen en zahg te maken allen die de Vader Hem gaf en die Hij uit de diepten van de hel moest ophalen. Ligt u al in Zijn Middelaarsarmen? Aan Zijn hart? Zie, Hij stierf en stond op; nu leeft Hij in het eeuwige licht. Ja, Hij is het Licht Zelf. Laat van Hem onze verwachting zijn voor ons kleine leven en voor Christus' kerk. Ons gebed zij: O Christus, eeuwig Licht, kom tot Uw hof en doe de wind van Uw Geest waaien, verfrissend en vernieuwend, louterend en heiligend, en voer ons naar Uw eeuwige dag.

H.

P.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het prijsgegeven geheim

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 19 november 1993

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's