Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Luther over de engelen (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Luther over de engelen (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

RONDOM DE REFORMATIE

„De engelen zijn weer terug" - die slagzin kwamen we onlangs tegen in een artikel in een Duits wetenschappelijk Jaarboek. De engelen zijn weer terug... Zijn ze dan weggeweest? Neen, naar onze overtuiging niet, maar wel naar het besef van vele moderne mensen in onze tijd. Over engelen en duivelen werd niet meer gesproken, die hadden als oud bijgeloof afgedaan. Van God geldt trouwens hetzelfde.

Weer engelen

En nu? In de denkwereld van velen zijn de engelen - zo lijkt het tenminste - weer teruggekeerd. Er verscheen een Duitse film met als ti­ tel , , Engelen op aarde". Nog krasser, er verscheen ook een film onder het opschrift , , En-[ gelen boven Berlijn". In Hessen was in 1987 een tentoonstelling te bezoeken , , Over engelen en andere hemelse wezens". En wat dichter bij huis, nog dit jaar was er in het Catharijneconvept in Utrecht een tentoonstelling die als opschrift had , , Duivelen en demonen" - zij de-1 lings betrof zij ook de engelen. En nóg actueler: Tot en met 27 november a.s. is er in het museum te Valkenswaard een expositie te zien van , , engelen voorstellingen uit de 14e tot en met de 19e eeuw”.

Nu moet men echter niet denken dat al deze kijkevenementen geboren zijn uit een her-l nieuwde belangsteUing voor hetgeen de Bijbel ons leert omtrent God, Zijn engelen en de duivelen. Allerminst! Men heeft de secularisatie niet de rug toegekeerd, en men is - helaas - niet op zoek naar God. Maar er is een nieuwe religieuze interesse ontwaakt. Hier en daar, in moderne kunst en hteratuur, valt een zeker heimwee op te merken naar hetgeen het louter aardse te boven gaat, en naar geborgenheid. Helemaal zonder religie kan blijkbaar de mens, ook de moderne mens, op de langere duur toch niet.

Het thema: Engelen - is niet nieuw. Trouwe bijbellezers zijn er vertrouwd mee. We komen de engelen tegen zowel in het Oude als in het Nieuwe Testament. Binnen de christelijke kerk heeft zich in de loop der eeuwen een hele leer der engelen (angelologie) ontwikkeld. Niet vrij van speculaties. Het leek soms erop dat men méér van de engelen wist dan onze bijbelschrijvers.

Daarnaast had zich een uitgebreide engelenverering ontwikkeld. De engelen leken wel halfgoden. Heiligen-en engelenverering vielen samen.

Met de Reformatie in de 16e eeuw kwam er een hele verandering. Luther heeft als eerste de engelen weer hun plaats aangewezen die zij naar Gods bestel en huishouding innemen. Dat betekende heel concreet een wegsnijden van allerlei uitwassen in de roomse leer en praktijk; een terugdringen van afgoderij en bijgeloof. Maar Luther heeft méér gedaan. Hij heeft de Bijbel laten spreken. En wat de Bijbel over de engelen leert is in hoge mate leerzaam en troostvol. Het hart van de ware gelovigen kan zich eraan ophalen.

Het ligt in ons voornemen in een paar artikelen enig inzicht te geven in hetgeen Luther omtrent de engelen geleerd heeft. In een aantal van zijn preken heeft hij het thema vrij uitvoerig behandeld.

Michael

Nu was daar ook wel aanleiding toe. Al sinds lang gold 29 september de dag van de aartsengel Michael. Dan werd er over Michael en de engelen gepreekt. Luther heeft dat gehandhaafd. Ook hij preekte op Sint Michaëlsdag, maar zonder middeleeuwse fantasie en speculatie. Hij liet de Schrift spreken. 't Zal wel bekend zijn dat de aartsengel Michael een bijbelse figuur is. We komen hem enkele malen tegen in het boek Daniël en verder in de Brief van Judas en in het boek Openbaring. Daniël zag in één van zijn gezichten een Man met linnen bekleed. In de confrontatie met de Vorst van Perzië (door Luther geïdentificeerd met de duivel) kreeg deze Man hulp van Michael, die eveneens een , , vorst" wordt genoemd (Dan. 10 : 13). Wat verderop komt Michael nog een keer voor, en wordt hij , , een grote vorst" genoemd die zal opstaan en Juda zal verdedigen (Dan. 12 : 1). Michael is dus een Vorst, een Strijder, een Helper in de nood.

De Brief van Judas sluit hier bij aan. Hier heet hij de , , archangel" die, rondom het lichaam van Mozes, twistte met de duivel (vers 9).

Ook in het boek Openbaring ontmoeten wij hem als een held, een machtig strijder. , , En er werd krijg in de hemel: ichael en zijn engelen krijgden tegen de draak, en de draak krijgde ook en zijn engelen. En zij hebben niet vermocht, en hun plaats is niet meer gevonden in de hemel" (Openb. 12 : 7—8). We worden hier getuigen gemaakt van een gigantische geestelijke strijd. Enerzijds Michael, anderzijds de draak, die de , , duivel" word genoemd (vers 9). Beide hebben een heel leger achter zich, de één goede engelen, de andere kwade engelen: uivelen, demonen. De draak wordt door Michael overwonnen. Men heeft hem later de Drakendoder genoemd.

In de middeleeuwse vroomheid ging men nog veel verder. Michael zou gewoond hebben in Apulië, in Zuid-Italië, op de berg Gargano; en hij zou door een wonder te doen de mensen ertoe bewogen hebben voor hem een tempel te bouwen en hem te aanbidden. Men maakte van hem ook een beschermengel van reizigers en vooral van pelgrims. Hij kreeg in de beel­ dende kunst de attributen: pelgrimsstaf en reiszak. En men maakte van hem een Zieleweger, die in het Laatste Oordeel door middel van een weegschaal zal uitmaken of de ziel wel voldoende , , gewicht" heeft om voor eeuwig behouden te worden.

Toen eenmaal als reactie op het optreden van Luther en andere hervormers van de 16e eeuw, de roomse Contra-reformatie op gang kwam ging men van die zijde Michael voorstellen als verdediger van de heilige roomse kerk. De Reformatie werd nu de , , helse draak" die door Michael zou vernietigd worden. De figuur van de aartsengel werd dus aangepast aan de gewijzigde omstandigheden.

Engelen

Wat vervolgens de engelen betreft: ver hen hebben wij in de Bijbel een hele reeks gegevens. We kennen de engelen onder andere uit de Kerst-en Paasgeschiedenis. Een paar bijbelteksten die door Luther vooral benut zijn willen we hier apart vermelden. Allereerst Psalm 34 : 8 „De engel des HEEREN legert zich rondom degenen, die Hem vrezen, en rukt hen uit". Vervolgens Psalm 91 : lOv , , U zal geen kwaad wedervaren, en geen plaag zal uw tent naderen. Want Hij zal Zijn engelen aangaande u bevelen, dat zij u bewaren in al uw wegen. Zij zullen u op de handen dragen, opdat gij uw voet aan geen steen stoot. Op de felle leeuw en de adder zult gij treden, gij zult de jonge leeuw en de draak vertreden". Ook herinnert Luther meer dan eens aan wat we lezen in Hebreeën 1 : 7 waar de engelen , , geesten" worden genoemd, die door God geschapen zijn en hun verschijning wordt aangeduid als , , een vlam des vuurs". En hij verwijst ook naar vers 14: , Zijn zij niet allen gedienstige geesten, die tot dienst uitgezonden worden, om diegenen, die de zaligheid beërven zullen? ”

De middeleeuwse leer der engelen waar Luther mee te maken kreeg, was die van Dionysius de Areopagiet, die omstreeks het jaar 500 leefde en die van Thomas van Aquino, de grote roomse dogmaticus die leefde van 1225 tot 1274.

Dionysius die een mysticus was verdiepte zich vooral in de rangorde der hemelgeesten. Hij onderscheidde onder de engelen allerlei rangen en standen, en sprak van een , , hemels e hiërarchie". Aan de top staat God Zelf, eii dan beneden Hem de engelen, in hun verschil- lende soorten, de ene hoger dan de andere. Alles zeer indrukwekkend, maar voor een groot deel berustend op fantasie, op speculatie. Dat de engelen ervoor zijn om de christenen hier op aarde tot hulp en zegen te zijn komt niet aan de orde. Zij schijnen zich met de mensen niet te bemoeien. Het wezen van de engelen interesseerde Dionysius, niet hun ambt en taak.

Bij Thomas van Aquino was het niet veel anders. Ook hem heeft Luther er een verwijt van gemaakt dat hij het ambt en de taak van de engelen in zijn geschriften heeft verwaarloosd.

Over de verering van de engelen in de middeleeuwen behoeft niet veel gezegd te worden. De heiligenlevens, samengevat in de Legenda aurea, een boek dat ook Luther heeft gekend en waaruit hij menigmaal heeft geciteerd, zijn er vol van. Heiligen-en engelenverering stonden op één vlak. En de kerkelijke overheden remden het niet af, maar bevorderden het. De preken van de bedelmonniken droegen er ook nog het hunne toe bij.

Fabels

Wat heeft Luther ervan gezegd? Hij sprak van , , fabels". Nergens in de Bijbel lezen wij van een aanbidden en vereren van engelen. Integendeel. Toen in de Kerstnacht engelen verschenen aan de herders, zongen zij: Ere zij Gód, in de hoogste hemelen. Zij vroegen niet eer en aanbidding voor zichzelf, maar prezen God. Men heeft, zegt Luther, van de engelen en van de heiligen , , goden" gemaakt, en hij spreekt dan van een , , schandelijk misbruik". Zonden vergeven en mensen behouden , is niet het werk van engelen maar van God Zelf. De engelen zijn slechts schepselen, de Schrift zegt dat ze door God , , gemaakt" zijn, men mag ze niet aan God gelijk stellen.

Uit Luthers preken blijkt dat zijn kritiek op de engelenverering bij zijn roomse tegenstanders toch wel enige indruk heeft gemaakt, hij zegt tenminste in één van zijn preken: Tegenwoordig trachten de papisten de zaak te versluieren, zij doen het voorkomen alsof het met die engelenverering nogal meevalt. Maar Luther weerspreekt het, hij zegt: Leest dan maar eens de legenden over heihgen en engelen, en kijkt maar eens naar de beelden!

Luther wraakt het vervolgens dat ook mannen als Dionysius en Thomas en andere geleerde doctores zo goed als niets gezegd hebben over het ambt en het werk van de engelen en[ alleen maar spraken over hun wezen. Juist dat ? ambt, dat werk van de engelen zat Luther hoog. De engelen heten , , geesten", zo is hun wezen: ze zijn geestelijke wezens, maar verder lette men op hetgeen zij van Godswege onder ons hebben te doen. En dat is niet weinig. Dat zullen we nog wel horen.

K. Exalte

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van maandag 24 oktober 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Luther over de engelen (1)

Bekijk de hele uitgave van maandag 24 oktober 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's