Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Als domineesvrouw in de pastorie

Het Orgaan van de Bond van Nederlandse Predikanten wijdt het oktobernummer aan het leven in de pastorie. Van verschillende kanten wordt dit thema belicht.

Mevr. W. Poot-Jongeneel, echtgenote van de emeritus-predikant T. Poot te Woerden, geeft navolgende terugblik op haar ervaringen als domineesvrouw in de pastorie.

„Hoe je het als predikantsvrouw vroeger had in de pastorie en wat er in de loop van de jaren veranderde, vroeg de redactie mij. Bij zo'n vraag komt er een veelheid van indrukken bij je boven. Om te beginnen dit: als een kerkeraad een predikant beriep - een getrouwde bij voorkeur of een kandidaat die op trouwen stond - ging men er stilzwijgend van uit dat zijn vrouw als domineesvrouw zou functioneren in de gemeente. Met dat verwachtingspatroon stapte ik in 1953 over de drempel van onze eerste pastorie. Zonder tegenzin of protest daartegen. Integendeel, zo hóórde het en ik had mij in onze verlovingstijd op die toekomstige rol voorbereid door mede leiding te geven aan het kerkelijke jeugdwerk in ons dorp en door bezoekjes af te leggen aan enkele chronisch zieken. Het pannetje soep behoorde toen gelukkig al tot het verleden.

Fijne herinneringen

Aan die eerste jaren in de pastorie bewaar ik fijne herinneringen. Ik was leidster van de vrouwenvereniging, ging op bezoek bij kraamvrouwen en bejaarden, ontving mensen thuis en vergezelde mijn man bij representatieve verplichtingen van blijde en droevige aard. Ons (grote) huis was in zekere zin ook het huis van de gemeente: daarin gastvrouw te zijn vond in heerlijk.

Naarmate ons gezin groeide moest ik natuurlijk enkele van die taken laten vallen, want ik heb het altijd als mijn eerste verantwoordelijkheid gezien om , , het thuisfront" zo soepel mogelijk te laten marcheren. Maar ik bleef me ook toen echt domineesvrouw voelen. De representatieve taken en enig bezoekwerk ben ik altijd blijven waarnemen, zelfs in de drukste gezinsperiode. En 's zondags zat ik op mijn vaste plaats in de domineesbank...

Toen mijn man een aantal jaren bij , , Kerk en Wereld" werkte en wij dus geen eigen gemeente hadden, miste ik het pastorieleven, al vond ik ook toen gelegenheid om thuis mensen, met name jonge mensen te ontvangen.

Praatpaal

Hoewel ik dus in de latere jaren minder buiten de pastoriedeur deed, binnen bleef er genoeg te doen. Al was het alleen maar het aannemen van de telefoon. En als dan zo'n telefonische boodschap uitliep op een gesprek van hart tot hart - want soms is de predikantsvrouw nabijer dan de dominee - dan voelde ik mij gelukkig iets voor een medemens te hebben kunnen doen. En verder: een predikant maakt in zijn pastorale werk veel mee, vooral veel verdrietige en moeilijke dingen. Dan is er thuis een luisterend oor nodig, een praatpaal, soms ook een wrijf paal. Zodoende kwam het nogal eens voor dat we pas in de kleine uurtjes ons bed opzochten.

In onze pastorie waren de zaterdag en de zondag top-en stressdagen. Mijn man heeft altijd in elk geval de gehele zaterdag gebruikt om zijn diensten voor te bereiden. Dan moest het rustig zijn in huis - dat vergde de nodige tact - en dan was de telefoon voor mij. De zondag was een fijne dag, maar ook wel een beetje spannend. In de tijd dat mijn man nog twee diensten had in zijn eigen gemeente, moest de tweede preek soms 's zondagsmiddags nog afgeschreven worden. Daaraan heb ik geen fijne herinnering, en zeker de kinderen niet.

Opkomen voor jezelf

Misschien is de grootste verandering die ik in de loop der jaren bij mijzelf bespeurde dan ook wel deze dat ik meer voor mijzelf en voor mijn eigen leven ben gaan opkomen. Wij begonnen destijds met de gedachte: als domineesgezin ben je er voor 100 procent en voor 24 uur per dag voor de gemeente. Ik heb het nooit erg gevonden beschikbaar te zijn voor de gemeente en voor het werk van mijn man, maar ik ben wel scherper de noodzakelijke grenzen aan die beschikbaarheid gaan zien. Je bent er als vrouw zelf ook nog! En om het als (dominees-) vrouw te kunnen volhouden moet je ook van ophouden en van je terugtrekken weten. Zo goed als je ook Ieren moet jezelf te blijven. De pastorie was, zeker in onze tijd, een glazen huis. Men wist graag alles van de dominee en zijn vrouw en hun gezin; hun gangen werden nagegaan en becommentarieerd en men wilde ook wel graag uitmaken wat zij te doen en te laten hadden, door de week en vooral 's zondags. Het is voor mij nooit een punt geweest mij te voegen in de gemeenschap, waarbinnen je leeft en werkt, maar er zijn wel grenzen. En het kost soms moed en moeite om die grenzen duidelijk zichtbaar te maken en ze ook te bewaken.

Zinvolle levenstaak

Al met al kijk ik met vreugde en voldoening terug op mijn leven als predikantsvrouw. Er waren hoogtepunten en ook dieptepunten, maar in wiens leven zijn die niet? Mij boeide de omgang met zoveel en zo verschillende mensen, het delen in hun lief en leed, het participeren in het werk van mijn man en zijn collega's en hun echtgenoten, ook de uitdaging die telkens weer gelegen was in verandering van gemeente en werkkring. Verveeld heb ik mij nooit, ook en juist niet op die lange winteravonden, als ik alleen thuis was en de kinderen op bed lagen. Heerlijk, die stille uurtjes met en voor mijzelf!

Ik heb best begrip voor de hedendaagse predikantsvrouw, die een goede opleiding genoten heeft en die naast haar gezin ook haar beroep wil blijven uitoefenen en die daarom niet als , , domineesvrouw" te boek wil staan, maar zelf heb ik dat niet als een last, maar als een zeer zinvolle levenstaak ervaren.”

Voor vele predikantsvrouwen zal dit relaas heel herkenbaar zijn, al zal iedereen uiteraard weer haar eigen accenten leggen. Voor gemeenteleden is het goed te beseffen dat, ook al is er zoals mevr. »Poot opmerkt heel wat veranderd in het pastorieleven, er voor de domineesvrouw toch een bijzondere rol is weggelegd. Zij is voor de predikant een onwaardeerbare steun en voor de gemeente iemand die samenbindend kan werken en, zij het indirect, een pastorale functie heeft. Anderzijds moet zij ook in haar vrijheid gerespecteerd worden om zelf te kunnen invullen hoe zij, naast haar inzet voor eigen huwelijks-en gezinsleven, haar specifieke gaven ten nutte maakt voor het koninkrijk Gods.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1994

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 november 1994

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's