Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Van God de Heilige Geest en onze heiligmaking (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Van God de Heilige Geest en onze heiligmaking (1)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEER

De onvolprezen Heidelberger Catechismus laat er geen enkel misverstand over bestaan: et is onmogelijk, dat, zo wie Christus door een waarachtig geloof is ingeplant, niet zou voortbrengen vruchten der dankbaarheid (antw. 64). En het is waar, zonder de werken is het geloof dood (Jak. 2 : 26). Bovendien - om niet meer te noemen - is het apostoUsch vermaan te duidelijk om misverstaan te worden, dat zonder heiligmaking niemand de Heere zal zien (Hebr. 12 : 14). Zo maar een (willekeurige) greep, om te laten zien hoezeer het leven van de heiligmaking onze aandacht verdient.

Nu is het aan de ene kant zo, dat die werken wel aangenaam zijn voor God, maar dat ze bepaald niet in rekening komen bij de vrijspraak van de schuld voor God. Anders gezegd: elk verdienstelijk karakter wordt aan de werken ontnomen. We kunnen en mogen er ons heil en onze zaligheid niet op funderen. We hebben, als het gaat om het leven van de heiligmaking altijd weer het gevaar van twee klippen te onderkennen, om die klippen te omzeilen. De ene klip is die van de verdienstelijkheid van de goede werken. De andere klip is die van een lui, traag, ingezonken en goedkoop geloofsleven, waar niets van uit gaat. Tussen die twee klippen door moet gevaren worden, anders strandt het schip. Enige bezinning op dit thema is dan ook niet overbodig. We hopen er een drietal artikelen aan te wijden.

Herstelde gemeenschap

God heeft ons mensen goed geschapen, naar Zijn beeld geschapen. Dat wil zeggen, in ware kennis, gerechtigheid en heiligheid (Heid. Cat. antw. 6). Dat beeld is verbroken door de zonde, maar wordt in de herschepping hersteld.

Dat heeft dan in zich dat de verbroken verhouding tot God weer wordt hersteld en tegelijk I dat de zondaar innerlijk vernieuwd wordt naar de eis van Gods wet. Daarmee wil al direkt gezegd zijn dat heiligmaking het gevolg is van, opkomt uit de eenheid en gemeenschap met Christus. Dat is een geloofszaak. Door het geloof is er kennis aan Christus en Zijn volbrachte werk. Het is het oprecht geloof wat de Heilige Geest ontsteekt in onze harten. Dat geloof dan wat Jezus Christus met al Zijn verdiensten omhelst. Hem eigen maakt en niets anders meer buiten Hem zoekt (art. 22 NGB). De Heere Jezus Zelf gebruikt in Johannes 15 het beeld van de wijnstok en de ranken. In Hem ingelijfd, komt het er voor de ranken maar op aan in de Wijnstok te blijven, om zó veel vrucht te dragen. Daarin is de Vader verheerlijkt (vs. 5 en 8). De rank die geen vrucht draagt, is geen levende rank van de Wijnstok. Die wordt in het vuur geworpen en verbrand (vs. 6). Wanneer men zegt de eenheid en gemeenschap met Christus te kennen, maar het blijkt geen effect te hebben op het hart en het hele leven, dan is dat eenvoudig zonder waarde voor God. Al kunnen we er misschien bij de mensen nog een heel eind mee komen. De zondaar wordt gerechtvaardigd, vrijgesproken van de verdiende straf op grond van het offer van Christus. En dat door het geloof alleen.

Maar dat geloof blijft niet alleen! Het ware geloof is een gave. En waar geen heiligmaking is, in de bijbelse zin van het Woord, is ook geen geloof. Waar geloof werkt door de liefde, het wijdt heel het leven aan God toe, in diepe dankbaarheid voor de ontvangen verlossing. Het geloof toch wederbaart en maakt tot een nieuwe mens (art. 24 NGB). Dat waaiert breed uit. Het is de openbaring van het nieuwe leven, zoals zich dat vanuit het geloof gaat ontplooien. Het leven dus, waarin de zonde een bittere last is, die de weg soms lang en zwaar maakt. Het leven, waarin het zelfmishagen komt in de plaats van het zelfbehagen, wat ons van nature zo griezehg eigen is. Het leven, waarin het er is, het aanklagen van onszelf als dwaze, blinde en ellendige zondaren, die zichzelf verfoeien in stof en as - hoe langer hoe meer. Het leven, waarin de Middelaar, de algenoegzame Zaligmaker van zondaren, gans begeerlijk en absoluut onmisbaar is. Hij toch is ons geworden wijsheid van God en rechtvaardigheid en heihgmaking en verlossing (1 Kor. 1 : 30).

Een ander mens

Christus is op dezelfde manier en in dezelfde zin onze heiligmaking, als Hij onze wijsheid en verlossing is. Hij volbrengt niet ten halve, maar maakt ons werkelijk en volkomen zalig. Hij toch laat nooit varen wat Zijn hand begon. Hij is de overste Leidsman en Voleinder van het geloof (Hebr. 12:2). Hij rust niet, voordat Hij de Zijnen het eeuwige leven en de hemelse zaligheid tenvolle deelachtig heeft gemaakt. De christen vertrouwt met een oprecht geloof, dat hem in al zijn zonden vergeven zijn. En dat uit louter genade, enkel en alleen door de verdienste van Christus. Die christen voelt zich door dit besef een ander mens. Bevrijd van de schuld, waaronder hij gebogen ging. Verlost van de heerschappij, de slavernij van de zonde. Vrede bij God, door Jezus Christus. Staan in de vrijheid, waarmee Christus vrijmaakt. Dat geeft stof tot jubelen en danken: elgelukzalig is hij, wiens overtreding vergeven, wiens zonde bedekt is (Ps. 32 : 1). Dat is een geloofsjubel. En dat zaligmakend geloof, dat de gerechtigheid van Christus aanneemt en van de vergeving van de zonden zich bewust wordt, komt niet op uit de natuurlijke mens. Het is een vrucht van de wedergeboorte en onderstelt dus reeds een geestelijke verandering, die door de Heilige Geest in de mens heeft plaats gehad. De hartelijke vrede en vreugde, die de gelovige door de zekerheid van de vergeving van zijn zonden geniet, zijn eigenschappen van de geestelijke mens, die in de gemeenschap met Christus uit de dood der zonde is opgestaan (H. Bavinck).

Wie in Christus is, is een nieuw schepsel; het oude is voorbijgegaan, ziet, het is alles nieuw geworden (2 Kor. 5 : 17).

Dat werkt door. Dat werkt de Geest uit. De heiligmaking is dan ook een onafscheidelijk gevolg van de wedergeboorte. Hij die wedergeboren is en gemaakt tot een nieuwe schepping, ontvangt een nieuwe natuur, een nieuw beginsel en leeft altijd een nieuw leven. Wedergeboorte verbonden met een zorgeloos, zondig en werelds leven, komen we in de Bijbel nergens tegen. Integendeel, Johannes de apostel der liefde, is duidelijk in één van zijn brieven: ie uit God geboren is, doet de rechtvaardigheid - doet de zonde niet - heeft de broeders lief - overwint de wereld - bewaart zichzelf (1 Joh. 2 : 29; 3 : 9 en 14; 5 : 4 en 18).

Onderscheiden

Rechtvaardiging en wedergeboorte zijn dus niet hetzelfde. Er is niet alleen de schuld van de zonde, maar ook de smet. Van de schuld van de zonde worden we bevrijd in de rechtvaar digmaking, van de smet in de heiligmaking. De volkomen zaligheid bestaat niet alleen in kennis en gerechtigheid, maar ook in heiliging en verlossing. Beide heeft Christus aangebracht. De heiligheid die wij deelachtig moeten worden, ligt klaar in Christus. De heiligmaking bestaat daarin dat God ons in Christus met de gerechtigheid, ook de volkomen heiligheid schenkt.

Door de wederbarende en vernieuwende werking van de Heilige Geest wordt deze ons innerlijk meegedeeld en komt in de vruchten openbaar. Zo is de heiligmaking een werk van God. Een werk zowel van Zijn gerechtigheid als van Zijn genade. Het is dan ook het duidelijk bewijs van de inwoning van de Heilige Geest. Immers, zo iemand de Geest van Christus niet heeft, die komt Hem (dat is Christus) niet toe (Rom. 8 : 9). De inwoning van de Heilige Geest mist zijn uitwerking niet. Hij maakt Zijn aanwezigheid altijd bekend door de vruchten. En daar wordt tenslotte toch ieder boom aan gekend (Luk. 6 : 44). Paulus schrijft in niet onduidelijke bewoordingen over de vrucht des Geestes. En dan somt hij op: efde, blijdschap, vrede, lankmoedigheid, goedertierenheid, goedheid, geloof, zachtmoedigheid en matigheid (Gal. 5 : 22). Waar deze dingen gevonden worden, daar is de Heilige Geest. Waar ze niet gevonden worden, zijn mensen dood voor God. Het is dan ook buitengewoon gevaarlijk te veronderstellen dat de Geest in ons woont, wanneer we niet door de Geest wandelen (Gal. 5 : 25). Het zegel dat de Heilige Geest op hen die van Christus zijn zet, is het zegel van de heiligmaking. En dat is geen formaliteit, laat staan een dode vorm, maar zet in vuur en vlam. De kinderen van God hebben hun Heere en Zaligmaker lief om de schoonheid van Zijn heiligheid.

Wat de zon is voor de wereld, is heiligmaking voor de ziel. Heiligheid is de meest schitterende juweel in de Heere. O Heere! wie is als Gij onder de goden? wie is als Gij, verheerlijkt in heiligheid, vreselijk in lofzangen, doende wonder (Ex. 15 : 11)? Heiligmaking is vrucht van het werk van de Heilige Geest. Waar er geen heiligheid van leven is, is geen Heilige Geest. Iemand die werkelijk in de stroom van de genade is ondergedompeld, is helemaal aangewezen op Christus. Kan zonder Hem niets doen (Joh. 15 : 5). Wie werkelijk geheiligd wordt door het Woord en door de Heilige Geest, is zo bekleed met ootmoed dat hij bij zichzelf niets anders bespeurt dan zwakheid en zonde. Hij beseft welke gevaren hem omgeven, welke voetangels en klemmen er zijn. En zal meer en meer begeren in Christus gevonden te worden (Fil. 3:9). Om uit Hem te leven. Hem in alles te bedoelen. Strijdend en stervend. Door het geloof. En zo is heiligmaking een proces van groei. Een gelovige kan niet in meerdere of mindere mate gerechtvaardigd zijn. Hij is vrijgesproken of hij is dat niet. Hij bevindt zich onder de last van de zonde (al voelt hij daar misschien niets van) of hij heeft vergeving ontvangen. Als het gaat om heiligmaking, de vernieuwing van het leven door de Heilige Geest, is er de verdieping, de progressie. De herschepping naar het beeld van God is in beginsel, is onvolkomen. Daarom de strijd, de worstehng. Als er geen groei is, is er geen leven. Zovelen die daadwerkelijk door de Geest Gods geleid worden, en die alleen, die zijn kinderen van God (Rom. 8 : 14).

K.t.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Van God de Heilige Geest en onze heiligmaking (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 november 1994

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's