Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De navolging van Christus (IV)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De navolging van Christus (IV)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

GEESTELIJK LEVEN

Het bewaren van Zijn geboden

We zagen het al meermalen: ohannes hgt in zijn brieven een heel nauw verband tussen de liefde en het bewaren van de geboden Gods. Ze zijn niet los te maken van elkaar. Wanneer de apostel dan ook tot de gelovigen de oproep doet uitgaan om te wandelen gelijk Christus gewandeld heeft, moet naast het liefhebben ook gewezen worden op de onderhouding van de geboden. Ook daarin treedt een christgelovige in de voetstappen van Christus. In Joh. 15 : 10 zegt de Heere: , Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn hefde blijven; gelijkerwijs Ik de geboden Mijns Vaders bewaard heb, en blijf in Zijn liefde". Duidelijk komt hier naar voren de navolging van Hem in het bewaren van de geboden.

Herhaaldelijk schrijft Johannes in zijn brieven over het bewaren van de geboden en het doen van de wil van God. Het krijgt sterke nadruk bij hem. Welnu, Christus vond er al Zijn lust in! Het was Zijn spijs en drank! Hij brandde van lust en ijver om de wil van Zijn Vader te volbrengen. Zelfs toen het Hem bracht in de diepte van de godverlatenheid, deinsde Hij niet terug. Hoe lief had Hij Gods wil! Ontroerend is het woord van Christus bij Zijn worstehng in Gethsémané: , , ...doch niet Mijn wil, maar de Uwe geschiede”.

Niemand kon Hem overtuigen van zonde. Hem betrappen op het vertreden van de geboden Gods. Dit alles heeft uiteraard nogal wat te zeggen voor ons onderwerp. Hem navolgen bergt in zich de liefde tot Gods wil. Het is in dit verband veelzeggend, dat in onze Catechismus de uitleg van de Wet zo'n grote plaats inneemt in het stuk der dankbaarheid.

In de navolging van Christus krijgt bijv. Psalm 119 een grote glans en waarde. In heel deze lange Psalm bezingt de dichter zijn liefde tot de inzettingen, de getuigenissen, de woorden, de Wet van God. Hij komt er niet over uitgezongen! De ene tekst rijgt zich aan de andere en het wordt nergens eentonig. Hoe komt zo'n man eraan? Het klinkt misschien vreemd als het gaat over een dichter die eeuwen voor Christus leefde, maar het mag zo gezegd worden: hij heeft het van Christus. Hij draagt in zekere zin het beeld van Hem Die later komen zal.

Luther zou zeggen: hij is een echt christenmens! Zou vandaag iemand die door Woord en Geest in de levende gemeenschap met Christus gebracht wordt, dat ook niet gaan verlangen, om zo de voetstappen van Christus te drukken?

Navolging uit zich in het bewaren van de geboden Gods. Niet wettisch-bekrompen, maar wel teer en nauwgezet. Juist omdat het navolging in de verbondenheid met Christus is, heeft het liefde in zich. Het gaat niet om een harde slavendienst, maar om een hartelijk verlangen naar Zijn beeld vernieuwd te worden, een begeerte in Zijn voetstappen te treden. Wat kunnen we op dit punt als kerkmensen bij het gebrek aan navolging een schade aanrichten, niet in het minst ook schade voor Gods Naam en zaak. Wat kan aan de andere kant iemand tot zegen zijn in zijn omgeving door de oprechte navolging. Paulus verspreidt iets van de reuk van Christus in het navolgen van de Heere. Wat hebben we zeker vandaag in het kerkelijk leven mensen nodig bij wie iets te tasten en te proeven is van de levende gemeenschap met Christus en vandaaruit het navolgen van Hem! Wat zijn ze de eeuwendoor tot zegen geweest, degenen bij wie iets te merken was van het profetische, priesterlijke en koninklijke van Christus. In het voortdurend gebed: O Zoon, maak ons Uw beeld gelijk, hebben zij de Wet van God liefgehad en gestreden tegen hun eigen wil. Dat zou ook temidden van alle stormen van secularisatie nog wel eens van grote betekenis kunnen zijn aan het einde van de twintigste eeuw!

In Hem blijven

Wie zegt dat hij in Hem blijft, moet alzo wandelen gelijk Hij... We kunnen dit woord ook nog van een andere kant bekijken. Op rond van dit woord en van andere teksten uit et Evangelie en de brieven van Johannes kan ezegd worden, dat de navolging van betekeis is voor het blijven in Hem en voor de vol­ harding in het geestelijk leven. Het heeft te maken met de groei en wasdom van het ge loofsleven. In de gemeenschap met Christus gebracht worden, aan Hem verbonden wor den, is een machtig wonder van genade. Maar wat zou u denken van het bewaard worden in de gemeenschap met Hem? Is dat niet een even groot wonder van Gods genade? Zondaren tot bekering brengen is een machtig werken van Woord en Geest. Zondaren keer op keer tot bekering brengen evenzeer. En voor het blij ven in Hem, het bewaard worden bij Hem, is de navolging van het grootste belang. Natuurlijk wil dat niet zeggen dat het blijven in hem verdiend wordt door mijn navolgen. Maar de navolging van Hem is wel de weg waarlangs Hij de Zijnen bij Zich bewaren wil en ook steeds meer met Zichzelf wil verbinden. Langs deze weg maakt Hij Zichzelf al heerlijker voor de Zijnen, gaat het leven uit Hem almeer openbloeien. Een rijke genade, of niet?

„Indien gij Mijn geboden bewaart, zo zult gij in Mijn liefde blijven". Joh. 15 : 10a.

Zelfverloochening

Nu we bij ons nadenken over de navolging vooral gelet hebben op de brieven van Johannes is een bepaald facet nog niet zo sterk naar voren gekomen, terwijl het toch niet mag ontbreken. Het verdient wat meer aandacht. Ik denk dan aan de zelfverloochening, de vernedering in de navolging. Calvijn spreekt in dit verband over de zelfverloochening als een centraal deel in de vernieuwing naar het beeld van Christus. Wat is Christus' leven op aarde anders geweest dan een voortdurende zelfverloochening? Wat heeft hij nameloos diep gebogen op Zijn weg! Naar het woord van Paulus heeft Hij Zichzelf vernietigd, de gestalte van een dienstknecht, een slaaf aangenomen. Voordat Hij door de hand van Zijn Vader gekroond werd met eer en heerlijkheid, heeft Hij eerst de doornenkroon gedragen. Voordat Hij de Zijnen de kroon der rechtvaardigheid geeft, oefent Hij hen eerst in zelfverloochening. Ik zou dat graag anders zien, maar dit is Zijn koninklijke weg!

Christus zocht op Zijn aardse weg niet Zichzelf, niet Zijn eer, maar de eer van Zijn Vader en het behoud van zondaren. Hij gaat in de meest diepe zin van het woord de onderste weg. Wat houdt dat in? Dat de navolging van Hem de zelfverloochening in zich heeft, dat het buigen met zich meebrengt, het geoefend worden in het niet-zoeken van de eer van mensen. Het valt nogal mee om deze woorden op te schrijven, maar ondertussen...! Hier wordt goed zichtbaar dat de navolging een strijd met zich brengt, het meest nog wel met mijn eigen Ik. Mijn Ik wil immers pertinent niet de onderste weg gaan, wil absoluut niet gekruisigd worden. Hier hgt in de goede strijd een uitgestrekt strijdperk. Voortdurend en keer op keer is hier nodig het bediend worden uit de volheid van Christus. , , Vernieuw me naar Uw beeld ”!

Het leven in de navolging is een leven met tegenkanting, niet in het minst toch tegenkanting vanuit jezelf. De Schrift is daar overduidelijk in. Maar dan ben je toch beklagenswaardig, als je zo geoefend wordt in zelfverloochening, in de kruisiging van je IK? ! Ja, dat maken wij er maar al te gauw van (en dan niet alleen jongeren trouwens!). We laten ons zo gemakkelijk betoveren door de schijn. Het zal waar zijn wat Calvijn zegt: , , Ook wij worden, evenals Christus, door strijd tot hemelse heerlijkheid geleid". Intussen is dit niet het enige wat te zeggen valt. Zou de navolging van Christus niet van harte aan te bevelen zijn...?

Dit leven is aan te bevelen vanwege de heerlijkheid van Christus. De heerlijkheid van Zijn heil. De onuitsprekelijke heerlijkheid van het vernieuwd worden naar Zijn beeld. Is er geen reden ons neer te werpen voor Hem en te bidden, te bedelen: , Heere, neem me toch mee op Uw weg"? Moet het voor Timotheüs niet van grote betekenis zijn, als Paulus tot hem schrijft: , Indien wij verdragen, wij zullen ook met Hem heersen"? In de beproeving en aanvechting op de weg achter Hem aan kan een woord als Hebr. 5 : 8 een stralende glans krijgen: , Hoewel Hij de Zoon was, nochtans gehoorzaamheid geleerd heeft uit hetgeen Hij geleden heeft". Over zo'n woord kom je in de navolging van Hem niet uitgedacht.

Wat we vanuit de Schrift zien over ons onderwerp, is enerzijds diep verootmoedigend. Hoe heeft Christus gewandeld? En hoe is mijn wandel voor het oog van de Heilige? Ons nadenken over de navolging van Christus zou Wel als gevolg mogen hebben dat we ons als goddelozen in zelfveroordeling neerwerpen aan Gods voeten. Daar klinkt het Woord van Christus: , , Vader, Ik heb Uw wil gedaan. Ik heb Uw Naam verheerlijkt. Ik heb Uw eer gezocht". En zo wil Christus, naar het woord van Calvijn, de navolging van Hem tot een begerenswaardige zaak maken. Wie de verschijning van Christus liefkrijgt, krijgt er zin in, onherroepelijk!

Het is eenmaal de heerlijkheid der zaUgheid om Hem gelijkvormig te zijn!

A.

M.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De navolging van Christus (IV)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 31 maart 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's