Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Komen, zien, geloven

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Komen, zien, geloven

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„Toen ging dan ook de andere discipel erin, die eerst tot het graf gekomen was, en zag het, en geloofde." Joh. 20 : 8

Het Paasevangelie begint anders dan wij gedacht zouden hebben. In de vroege morgen van de eerste Paasdag luiden er in de hof van Jozef geen Paasklokken. Worden geen Paasliederen aangeheven. Is er nog geen blijde stoet die de Vorst van Pasen tegemoet treedt. De Herder is geslagen en de schapen der kudde zijn verstrooid.

In eerste instantie ontmoeten we wat zenuwachtige vrouwen en verontruste discipelen. Maar op de achtergrond is Jezus, en werkt Jezus, de Opgestane Levensvorst.

Niet ineens, maar geleidelijk aan laat Hij het tot al die bedroefde mensen doordringen dat Hij opgestaan is van de doden. Stap voor stap leidt Hij hen op de weg van Zijn overwinning.

1. Hij kwam

Johannes schildert ons twee discipelen op weg naar het graf. Petrus is de ene, hijzelf is de andere. Twee mensen die nogal wat verschillen in leeftijd. Petrus is een stuk ouder dan Johannes. Twee mensen die ook nogal wat verschillen in karakter. Petrus is vurig en impulsief, Johannes is zacht, bedachtzaam en trouw.

Hoe vinden ze elkaar, en hoe houden ze het bij elkaar uit? Dat kan alleen omdat ze beide door Jezus gevonden zijn. En wat Hij samen­ brengt, dat past altijd bij elkaar en dat vult elkaar aan.

Beide hebben ze Jezus lief, en die liefde drijft hen naar het graf. Ze verstaan nog weinig van Zijn werk, ze zijn nog zo blind in de dingen van Zijn Koninkrijk. Maar ze lopen tegelijk: de vurige Petrus en de zachte Johannes.

Dat zien we vandaag nogal eens anders. Twee mensen die beide Jezus liefhebben en toch verschillende kanten uitlopen. Deze naar die kerk en de andere naar die groep. En als ze elkaar tegenkomen draaien ze hun hoofd om. Is het een wonder wanneer mensen van de wereld zeggen: als dat christenen zijn, dan hoeft het voor mij niet...?

Dit twee lopen tegelijk. En toch loopt Johannes op den duur vlugger dan Petrus. Kan de jongere Johannes harder lopen dan de oudere Petrus? Of wordt Petrus een beetje afgeremd door de gedachte aan wat er gebeurd is? Is er een last die op zijn schouders drukt?

Zijn tred is misschien wat vertraagd en toch wordt hij als met een onzichtbare hand naar het graf getrokken. Vreemd is dat... Hij weet niet beter of Jezus is gestorven. Wat kan een dode Heiland nu voor hem doen? En toch kan hij niet bij Hem vandaan blijven. Wat hij eens gezegd heeft geldt nu nog: Tot Wie zouden we anders heengaan? Gij hebt de woorden des eeuwigen levens.

2. Hij zag

Daar komt Petrus bij het graf, en Johannes staat er al. En toch gaat Johannes niet naar binnen. Hij heeft een bUk in het graf geslagen, hij heeft de gr af doeken zien liggen. En nu staat hij te peinzen: hoe is dat mogelijk? Het graf leeg en het lichaam weg.

En nu is Petrus Johannes weer vóór. Want terwijl Johannes nog staat te dralen gaat Pe- trus resoluut naar binnen. En hij geeft zijn ogen de kost. Hij neemt alles goed in zich op. En dan trekt hij zijn conclusie. Hier kunnen geen dieven aan het werk geweest zijn. Dit graf is niet geschonden, dit graf is verlaten. Dieven gaan niet zo ordelijk te werk. Wie heeft deze orde aangebracht? Niemand anders dan de Opgestane Levensvorst Zelf.

Wat een troost voor de Gemeente van Christus! Als HIJ, het Hoofd van de Gemeente, het graf zo ordelijk en rustig heeft verlaten, dan zullen ook de leden van Zijn hchaam niet door de dood gehouden kunnen worden. Als de laatste bazuin zal khnken, en de doden opgewekt zullen worden zal er ook een volmaakte harmonie heersen. Dan mogen we het graf, dat maar een wachtkamer was, rustig verlaten om de eeuwige sabbat te vieren. Het doodskleed afleggen om het nooit meer aan te trekken. Want de dood is verslonden tot overwinning.

Nee, zo ver zijn deze twee discipelen nog niet. Maar er begint iets te leven. Johannes weet nog niet wat hij ervan denken moet. Petrus verwondert zich. Maar op een afstand is de Opgestane bezig de verbroken verbindingen te herstellen. Hij bereidt Zijn discipelen voor op het grote nieuws: de Heere is waarlijk opgestaan.

En dan gaat ook Johannes naar binnen. Waarom aarzelde hij zo lang? Was het de angst voor het lugubere? Schroom om de plaats van de dood te betreden? Of is het omdat dit graf de slaapkamer van zijn Meester is?

Hoe dan ook, als hij Petrus daarbinnen bezig ziet, misschien wel zijn verwonderde uitroepen hoort, dan overwint hij zijn schroom en treedt hij ook de grafkamer binnen.

Johannes, de discipel die Jezus Uefhad. Die tot het laatst toe in Zijn buurt gebleven was. Hij bleef maar voor het graf staan... En hij liet Petrus, die het er veel slechter had afgebracht, voorgaan.

Johannes die een dieper geloofsleven kent dan Petrus, heeft het voorbeeld van Petrus nodig. Want op den duur kan hij niet buiten blijven staan. Dan wil ook hij het met eigen ogen zien. En meteen is hij overtuigd. Het lege graf, de sfeer van orde en rust die er heersen. Hier zijn geen mensen aan het werk geweest, dit is Gods werk. Jezus is opgestaan. Hij leeft!

3. Hij geloofde

Johannes heeft genoeg gezien. Het lege graf, de opgerolde doeken. Hij heeft geen bewijs meer nodig. Die doeken waren het middel om het geloof in hem wakker te roepen. Opeens schiet het woord van Christus hem te binnen: na drie dagen zal Ik opstaan.

Hij heeft het er zelf, jaren later aan toegevoegd: want ze wisten nóg de Schrift niet, dat Hij van de doden moest opstaan. Alsof hij wil zeggen: hoe is het toch mogelijk, dat waren we nu allemaal vergeten...

Dat is het eerste wat we doen, zodra het geloof weer werkzaam wordt, we schamen ons weg over ons ongeloof. Hoe bestaat het, dat ik het Woord niet heb geloofd, dat ik de Heere maar heb laten praten, ..? Dat ik heb getwijfeld aan Zijn macht, dat ik Hem heb gewantrouwd in Zijn liefde?

En wat is er dan eenvoudiger, dan de Heere op Zijn Woord te geloven? Het is weliswaar vandaag een beetje verdacht. Je kunt er meer eer mee inleggen wanneer je het maar niet kunt geloven en altijd twijfelt. Wat zijn we ver afgeraakt van het eenvoudig getuigenis van de Schrift! Johannes zag het, en geloofde. Meer woorden heeft de Heilige Geest er niet voor nodig. En voor de Heere is het maar één wenk om een mens te verlossen van dat verschrikkelijke ongeloof.

Zou dat ook voor u mogelijk zijn? Ja, daar is het Paasevangelie nu juist voor geschreven. Daartoe wordt het ons verkondigd. Want hoe zullen we het geloven als het ons niet gepredikt wordt?

Hoeveel keer hebt u het Paasevangelie al gehoord? Het graf is leeg, Christus is opgestaan. En Hij heeft zoveel macht dat Hij dode zondaren levend kan maken. Hebt u iets met die boodschap gedaan? Heeft die boodschap iets met u gedaan? Heeft het Paasevangelie uw leven al veranderd?

Het is geschreven opdat gij gelooft. Kan een mens dan van zichzelf geloven? Nee, maar dat Woord heeft zoveel kracht. Het is een levendmakend Woord, het kan alle ongeloof overwinnen, alle tegenstand breken. Gelooft Zijn heil-en troostrijk Woord.!

Wie is er op weg naar het graf, zoals Petrus en Johannes? Vastgelopen met uzelf, ten prooi aan twijfel en ongeloof. Geen inzicht in de Schriften. U staat van verre. En u weet niet meer hoe het moet.

De Levensvorst zegt: kom en zie! Ik heb alles in orde gebracht. Ik heb alles gedaan wat er bij God te doen was om uw zonde te verzoe­ nen. Ik heb uitgeroepen; het is volbracht. En alles wat van u was heb Ik in het graf achtergelaten. Uw zonde, uw schuld, uw nood, uw dood. En wie in de Zoon gelooft, die heeft het eeuwige leven.

Jezus heeft Zich nog niet laten zien. En toch - Johannes zag het en geloofde. Dat is werk van de Heilige Geest Die het uit Christus neemt en het ons verkondigt. Die Geest bedient Zich van eenvoudige middelen. Daar de opgerolde doeken. Hier niets anders dan het naakte Woord. Dat is het kleed waarin de levende Christus aan ons verschijnt.

Petrus en Johannes, ze waren het beide kwijt. Maar beide konden de Heere Jezus niet missen. En beide zijn ze hun ongeloof aan Hem kwijtgeraakt. Beide hebben ze zich verheugd over Zijn opstanding. En beide hebben ze ervan getuigd.

Want Petrus schrijft aan de verstrooiden: Geloofd zij de God en Vader van onze Heere Jezus Christus, Die naar Zijn grote barmhartigheid ons heeft wedergeboren tot een levende hoop door de opstanding van Jezus Christus uit de doden. En Johannes zegt: hetgeen wij gezien hebben, hetgeen onze handen getast hebben van het Woord des Levens.

Een veldheer in de Oudheid zei: veni, vidi, vici. Ik kwam, ik zag, ik overwon. Johannes mag zeggen: ik kwam, ik zag, ik geloofde. En dit is de overwinning die de wereld overwint, namelijk ons geloof.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1995

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Komen, zien, geloven

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 april 1995

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's