Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Pastoraat rond de Heilige Doop (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Pastoraat rond de Heilige Doop (2)

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

PASTORAAL

De doop niet begeerd

Naast de mensen die de doop uit gewoonte of bijgelovigheid gebruiken hebben we tegenwoordig te rekenen met nog een andere categorie. Dat zijn de mensen die de doop gewoon niet meer begeren. Daarvoor kunnen ze verschillende redenen hebben.

In de eerste plaats zijn dat de mensen die volkomen losgeweekt zijn van het Woord en van de dienst van God. Ze leven niet meer aan de rand van de kerk, maar zijn al lang over die rand heen. In het kaartsysteem staan ze welhcht apart als niet-meelevenden.

Uit deze levenshouding trekken zij zelf de consequenties. Ze denken er niet aan hun kinderen te laten dopen. Ze zouden niet weten waaróm ze dat zouden doen. Ze willen immers geen huichelaars zijn?

Tot op zekere hoogte zijn deze mensen eerlijk. Eerlijker dan vorige generaties, die evenmin enig meeleven toonden, maar desondanks eisten dat hun kinderen gedoopt werden. Al hebben we hier wèl te doen met een huiveringwekkende eerlijkheid... Een openlijke breuk met de dienst en het Verbond van God.

Een tweede groep vormen zij die misschien zwaarder tillen aan de verantwoordelijkheid dan vorige geslachten deden. We kennen hun argumenten wel. "Je belooft zoveel wat je toch niet kunt nakomen". Aan de ene kant geeft het reden tot dankbaarheid, dat mensen niet zomaar klakkeloos ja zeggen op de doopvragen, zoals in het verleden vaak gebeurde. Anderzijds is het triest dat ze van mening zijn hun verantwoordelijkheid te kunnen ontlopen door de doop dan maar niet te laten bedienen. Bovendien kan die verantwoordelijkheid natuurlijk ook als een uitvlucht worden gebruikt.

Dan is er een derde groep die denkt de verantwoordelijkheid te kunnen afschuiven op de kinderen. Dat is een typisch verschijnsel van onze tijd, waarin opvoeding in een bepaalde richting al gauw indoctrinatie wordt genoemd. Door kinderen te laten dopen sturen we hen een richting in, die ze misschien helemaal niet op willen. Stel je voor dat je je kinderen opzadelt met iets waarvan ze later niet gediend blijken te zijn. Dat zou hen maar beperken in hun vrijheid... Daarom kun je beter de verantwoordelijkheid niet op je nemen en je kinderen niet laten dopen. Dan kunnen ze later, als ze volwassen zijn, in alle vrijheid zelf een keuze maken. We kennen de kreten wel: "Ons kind moet later zelf maar kiezen". Of: "Als het later belijdenis wil doen en gedoopt wil worden, dan zullen wij hem of haar niet in de weg staan".

Als laatste groep noemen we hen die de doop niet meer begeren omdat ze problemen hebben met de kinderdoop op zich. Neemt ook onder ons het aantal van hen die de kinderdoop discutabel stellen toe? De invloed van de zogenaamde , , vrije groepen" moet niet worden onderschat! Het simplistische bijbelgebruik - , , waar staat dat, dat kleine kinderen gedoopt moeten worden? " - doet het nu eenmaal goed bij mensen die niet worden gehinderd door al te veel kennis...

Het opzicht

Aan de kerkeraad is het opzicht over de handel en wandel van de gemeenteleden toevertrouwd. Daaronder valt ook het pastoraat rond de Heilige Doop.

Terecht stelt de kerkorde dat de kerkeraad erop toeziet dat de doop in het midden der gemeente heilig gehouden wordt. Dat wil dus zeggen dat we niet zonder meer alles kunnen dopen wat in het doophuis gebracht wordt.

Anderzijds zegt dezelfde kerkorde dat de kerkeraad ook opzicht houdt dat de doop door ouders en verzorgers voor hun kinderen wordt begeerd.

Dat laatste kan toch niets anders betekenen dan dat we ons niet zomaar mogen neerleggen bij het feit dat ouders nalatig blijven, of de kinderdoop van geen belang achten. Bij doopbezoeken, maar ook in het reguhere huisbezoek, zullen we telkens weer moeten wijzen op het voorrecht dat ouders en kinderen mogen leven binnen de omheining van het Verbond der genade. Op de eis van de Verbondsgod, Die recht heeft op het leven van ouders en kinderen. En op de betekenis van de doop, waardoor de beloften van God aan ons voorhoofd worden betekend en verzegeld.

Dooponderricht

Het pastoraat rond de doop blijft, als het goed is, niet beperkt tot het zogenaamde doopbezoek. Het is een goede zaak dat ouders vóór de bediening van de Heilige Doop bezoek krijgen dat speciaal gericht is op de doop en de opvoeding. Maar dat dient toch te staan in een breder kader van dooponderricht, dat de hele gemeente aangaat. Wie als ambtsdrager geen vreemdeHng is in zijn gemeente zal terstond erkennen dat dit geen overbodige luxe is.

De apostel schrijft in de brief aan de Hebreeën dat de gelovigen verder moeten en dat hij daarom niet iedere keer de eerst beginselen, zoals de leer van de doop, aan de orde wil stellen. Maar het is te vrezen dat dit voor vele van onze gemeenten te hoog gegrepen zal zijn. Wij moeten iedere keer weer, zoals de apostel zegt, het fundament leggen.

Het dooponderricht zal allereerst een plaats moeten hebben in de prediking. Er is wat dat betreft in onze tijd veel ten goede veranderd. Vroeger fungeerde de doop in de kerkdienst als een soort zwerfsteen. Het formuHer werd gelezen (of afgeraffeld? ), de dominee hield een dooptoespraakje, dat vrijwel altijd op hetzelfde neerkwam, de kinderen werden gedoopt en toegezongen. En verder kwam in de hele dienst de doop niet meer aan de orde.

Het is een winstpunt dat een dienst waarin de doop wordt bediend, tegenwoordig ook helemaal in het teken staat van de doop. Dat wil niet zeggen dat predikanten altijd krampachtig moeten zoeken naar een zogenaamde dooptekst, want vanuit de hele Schrift zijn lijnen te trekken naar Verbond en doop. We hoeven ook in een doopdienst niet telkens een complete doopleer te ontwikkelen, wel dient de prediking in een doopdienst een pastorale spits te hebben naar de doopouders en naar de hele gemeente. Vrijwel allen zijn immers gedoopt, en velen lieten korter of langer tijd geleden kinderen dopen. Het is de taak van de dienaar van het Woord, te laten zien dat de doop niet een privé-aangelegenheid van die ouders is, maar een zaak die de hele gemeente aangaat.

Bovendien geeft de Heidelbergse Catechismus bij de behandeling van de zondagen 26 en 27 nogeens een extra gelegenheid om de doop expliciet aan de orde te stellen.

Daarnaast is het broodnodig dat de doop op de catechisaties uitvoerig ter sprake komt. Bij de jongere catechisanten en bij de oudere, en vooral op de belijdeniscatechisatie. Als predikanten veronderstellen we altijd nog te veel kennis bij onze jongeren. Wanneer we hen telkens opnieuw proberen bij te brengen waarom de Heere de doop heeft ingesteld, en wat de betekenis is van dat sacrament, dan doen we echt niet een overtollig goed werk...

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Pastoraat rond de Heilige Doop (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 23 juni 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's