Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Joël 1 : 1—4

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Joël 1 : 1—4

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

1. Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Joël, den zoon van Pethuël:

Deze inleidende woorden op het boek Joël laten ons niet in het ongewisse, ook al weten we niet wie toch die beide personen, Joël en Pethuël, zijn. De oorsprong van het boek is wèl duidelijk: de HEERE, de God van Israël..., de HEERE van Zijn volk en kerk en gemeente. Het geschrevene komt dan ook met Goddelijk gezag tot de lezer(es). Het is de HEERE, Die autoriteit aan deze boodschap verleent. Hier staan derhalve niet slechts woorden van een zwak en zondig mens, die we naar beUeven kunnen gehoorzamen of niet. Door de profeet spreekt de God van hemel en aarde mensen aan. Door hèm openbaart Hij wat Hij Israël en ons te zeggen heeft. Joël is daarom een middel in Gods hand. Hij is een geroepene en gezondene, om de woorden van de HEERE door te geven. Vergeten we niet: de profeet Joël heeft een mandaat van God! Vergeten we evenmin: ook in deze tijd heeft de HEERE geroepenen in Zijn dienst gesteld, die ons Gods woorden doorgeven, waaraan wij - tot ons eeuwig heilgehoorzaamheid verschuldigd zijn. Heeft het woord des HEEREN, en daarmee de HEERE Zelf, de liefde van ons hart?

De HEERE verkoos Joël voor Zijn opdracht om redenen uit Zichzelf. Dat is een manifestatie van Gods souvereine wil. Er staat niet, dat Joël verstandiger, beter of heihger was dan anderen in Juda of Jeruzalem. Nee, er is geen andere reden voor het uitkiezen van Joël dan Gods eigen vrije Raadsbesluit, overeenkomstig de heihge en wijze wil van de HEERE.

Uit de inleidende woorden van de profetie (vers 1) blijkt de grote barmhartigheid van de HEERE. Het volk, dat Hem zozeer ongehoorzaam is, blijft onder Zijn hoede en bestuur. De zonden van het volk hebben de HEERE er niet toe gebracht om in toorn Zijn trouw op te zeggen. Juist in Zijn verbondstrouw heeft de HEERE Zijn dienstknecht Joël geroepen, hem toegerust voor zijn opdracht en hem Zijn Woord toebetrouwd. Hoor, Israël!

Vers 1 leidt onze aandacht af van de profeet en naar de profetie tóe. Nadrukkelijk wordt zo de hemelse afkomst van de boodschap onderstreept. Wie Joël is..., wie Pethuël is..., het blijft voor ons verborgen. De betekenis van hun namen spreken aan. Joël: , , de HEERE is God". Pethuël betekent , , jongeHng van God". Heel bijzonder is het om bij geboorte en doop zo'n betekenisvolle naam te ontvangen. En wat wordt de HEERE verheerlijkt als naam en leven meer en meer gaan overeenstemmen...

„’s HEEREN woord, , , dat geschied is". Of de HEERE Zich openbaarde in een verschijning, door hoorbare spraak, in een droom of door middel van een visioen, daarover laat Gods Geest ons in het ongewisse. Het is dan niet nodig dat te weten. Duidelijk is, dat Joëls ziel voor de HEERE toegankelijk was en Hij er ingang vond. Hier komt geen mensenwoord op ons af. God Drieënig komt Zelf tot ons over en richt door middel van Joël het woord tot ons.

„Dat geschied is". Het komt voort uit 's HEEREN mond en daarom geschiedde wat Hem behaagde. Dan geschiedt ook nu wat Hem behaagt! Hij spreekt en mens en dier handelen naar Zijn uitdrukkelijke wil. Gods schepping buigt voor Gods spreken! Wat gaat het spreken van God..., wat gaat Zijn willen in tegen ons natuurlijke hart. Ook op deze plaats valt te leren hoe verzet tegen de HEERE zondig en zinloos is... We bemerken hier, dat Joël zich niets aanmatigt. Hij gaat uitspreken, wat hij van de HEERE heeft gehoord.

Niemand wist welk een verschrikkelijke rampen over Juda gingen komen, alleen de Allerhoogste. De Eeuwige kiest een mens om daarvan te getuigen...

Joel 1 : 2—4 beschrijven de unieke aard van de verschrikkelijke plaag.

2. Hoort dit, gij oudsten! en neemt ter oren, alle inwoners des lands! Is dit geschied in uw dagen, of ook in de dagen uwer vaderen?

„Hoort dit". Woorden, die een plechtig pleidooi inleiden en aandacht vragen voor wat volgt. Nieuwe en ongehoorde dingen, waarvan nog nooit iemand in het joodse land gehoord heeft, doen een beroep op jullie aandacht. De oudsten niet alleen, ook alle inwoners van het land, worden aangeroepen. Joel vraagt de aandacht van het gehele volk. , , Neemt ter oren, alle inwoners des lands!" Het Hebreeuws geeft te kennen: , , gebruik het oor". De achterliggende gedachte is wel, dat ze ook ter harte zullen nemen wat de HEERE hen te zeggen heeft!

Sommige uitleggers menen, dat men , , oudsten" de grijsaards bedoeld worden, de mensen met levenservaring. Anderen zijn van oordeel, dat sprake is van de leiders van het volk, de mannen, die bekend zijn met de traditie en de geschiedenis van het volk. De vraag is, of we hier wel zo'n duidelijk onderscheid moeten maken. Al bestond er in de steden een zekere vorm van zelfbestuur, de oudsten stonden zeker niet geheel en al buiten elke verantwoordelijkheid.

Bij „oudsten" hebben we ook wel te denken aan politieke en geestelijke vertegenwoordigers van het volk en aan plaatselijke overheden. Vanwege hun leeftijd en ervaring gaven zij de lessen van het verleden door aan de generaties na hen. Tijdens hun leven hebben ze van Godswege vele en grote weldaden ontvangen. Zij móeten dan wel een diepgaande bevinding hebben van 's HEEREN goedheid en genade! Ze hebben er niet alleen van gehoord! Juist zij worden het eerst door de HEERE benaderd. Daarom! En zij krijgen van de HEE­ RE opdracht terug te zien en voorbijgegane jaren in herinnering te roepen. Volk van Juda, bewoners van Jeruzalem, kunt u een parallel noemen van de gebeurtenissen van het heden?

Verschrikkelijke dingen kwamen eerder over Juda en Jeruzalem, maar Gods oordeel nu is groter, erger. De misdaden zijn dermate groot en erg, dat de ernst van 's HEEREN straffen groter en dieper moest worden.

Tweemaal staat er , , dit". Het gaat om de zaak, waarvoor de HEERE nu hun aandacht vraagt. Hebben zij , , dit" ondervonden? Staat er iets van in de herinnering? Hebben hun vaders , , dit" beleefd? Hebben zij u een dergelijk getuigenis overgelaten? Het ongeschreven antwoord luidt , , NEE!" Het antwoord kan niet anders luiden! Alles wat zij en hun voorvaderen gehoord, gezien en meegemaakt hebben, valt in het niet bij de plagen van het heden. Waar de sprinkhanenplaag van Ex. 10 : 1—20, door de HEERE over Egypte gebracht, slechts uit één zwerm insecten bestond, bestaat de bezoeking thans uit wel vier zwermen. De kracht van de ene is nog verwoestender dan de andere...

Waarom zou Joel de opdracht hebben gekregen om het boze en kwade verleden in herinnering te roepen? Zou het niet beter zijn om de aandacht te richten op de vele en grote genadegaven, die de HEERE hen bewees? De levenspraktijk noodzaakte de HEERE een andere weg te gaan. Bij voortduur in eigen wegen te volharden gaf er alle aanleiding toe. Hoe groter de zonden van het volk, des te erger oordelen kan het verwachten. Eeuwige gerechtigheid vereist dat het lijden van het individu en het lijden van de gemeenschap in verhouding staan tot het aantal en de ernst van de zonden. Dit zegt ons: , , Zondaar, wees gewaarschuwd! Met elke bedreven zonde verzamelt u wraak van God." Hij kan het niet hebben dat Zijn eer wordt aangetast...

3. Vertelt uw kinderen daarvan, en (laat het) uw kinderen hun kinderen (vertellen), en derzelver kinderen aan een ander geslacht.

Joel geeft nu, door de inwerking van de Heihge Geest, te kennen, wat Gods opdracht aan de lezers is. De onvergelijkelijke gebeurtenissen, dienen verhaald te worden. Zó onvergelijkelijk erg zijn ze, dat de ouders de opdracht krijgen de details aan hun kinderen door te geven. De volgende generaties zullen zich er ook met ontzag rekenschap van geven. De verschrikkingen zijn wehswaar nog niet genoemd, maar worden aangekondigd. Dit roept Dt. 32 : 7 ons in de herinnering: „Ge- denk aan de dagen van ouds: erk op jaren van elk geslacht; vraag uw vader, die zal het u bekend maken, uw ouden, en zij zullen het u zeggen." Zie hiervoor tevens Ex. 12 : 26; Dt. ; 9; 6 : 7 en Ps. 78 : 4—6.

„Vertelt" heeft in het Hebreeuws de betekenis van zorgvuldige, gedetailleerde informatie geven. Zie Dt. 4 : 9; 6 : 6—7; 11 : 8 en Ps. 78 5. , , Vertelt" is Gods opdracht, opdat alle hoorders zullen inzien, dat de HEERE regeert, de Almachtige, Alwijze, Alwetende en in alles Rechtvaardige. , .Vertelt" opdat de hoorders de vreze des HEEREN leren en Zijn betrouwbaarheid bevestigd zien. , , Vertelt", opdat zondaren inzien, dat de HEERE weet heeft van hun zonden en die verafschuwd Joel vermeldt in getrouwheid, wat Juda, wat Jeruzalem, wat wij niet verachten mogen. Laat het volk letten op de oordelen des HEEREN en tot bezinning komen. Immers, wie Gods woorden in de wind slaat, laat zien hoe dwaas hij/zij is.

„Daarvan" (of , , daarover") duidt erop, dat de aangesproken zekere gevolgtrekkingen zullen doen om één en ander in hun leven practisch toe te passen.

Wat de rups heeft overgelaten, heeft de sprinkhaan afgegeten, en wat de sprinkhaan heeft overgelaten, heeft de kever afgegeten, en wat de kever heeft overgelaten, heeft de kruid worm afgegeten.

Al worden in dit vers ook vier insectennamen weergegeven, in andere vertahngen kregen ze andere namen, omdat de vertalers niet goed raad wisten met de Hebreeuwse vormen. Hier is dus geen eenduidigheid. Het ontbreekt ons derhalve aan een vertahng, die geen twijfel overlaat. (Let op: we trekken niet de Heilige Schrift in twijfel, maar wel of hier een goede vertaling gegeven is.) Ook anderszins is men het oneens. Gaat het hier letterlijk om insecten of betreft het vijanden als Babyloniërs en Perzen? Eén uitlegger wil zelfs beide betekenissen handhaven. Vier insectennamen. Eerst noemen we de , , gazam", een naam, die ook wel aan een harige rups wordt toegekend. Het Woord stamt van , , gazaz", dat afscheren of afsnijden betekend. Voorts staat er de naam ., arbeh", de meest algemene naam voor de sprinkhaan. Het staat voor , , zwerm", en ziet op de aantallen, die elke berekening te boven gaan. Vervolgens neemt de profeet de „yalek", de vershnder en als laatste de , , chasir', de af werker of verdelger. Vier benamingen voor - naar we met anderen op goede gronden aannemen - één insectensoort: de sprinkhaan. Vier zwermen, die achtereenvolgens het land kaalvreten en daarmee een strafgericht van de HEERE uitoefenen.

Ter oriëntatie volgen de namen zoals we die in enkele vertalingen en in deze volgorde tegenkwamen: a. rups, sprinkhaan, kever, ongedierte; b. sprinkhaan, knager, sprinkhaan, rups; c. afsnijder, sprinkhaan, verslinder, verdelger.

Veenendaal

Ds. J. G. van Willegen

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 1995

Gereformeerd Weekblad | 17 Pagina's

Joël 1 : 1—4

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 4 augustus 1995

Gereformeerd Weekblad | 17 Pagina's