Micha: de boer uit Moresjeth

BIJBELSTUDIE

„Het woord des HEEREN, dat geschied is tot Micha, de Morasjtiet, in de dagen van Jotham, Achaz en Jehizkia, koningen van Juda; dat hij gezien heeft over Samaria en Jeruzalem". Micha 1 : 1

Hij behoort tot , , de oude garde van Israels profeten" (Chr. W. J. Teeuwen). Jesaja is zijn tijdgenoot. Hosea eveneens. Kortom: zijn optreden valt in , , de bloeitijd van de profetie" (J. Ridderbos). Wie echter op grond daarvan in zijn boek profetieën verwacht van schone vorm en uitgebalanceerde inhoud heeft het mis. Micha is geen man, die z'n kracht zoekt in de vorm. Integendeel, de stijl, die deze boer van het Judeese platteland hanteert is ruig en onverbiddelijk. Gedreven door Gods Geest staat hem maar één doel voor ogen: het recht en de eer van zijn God. En daarin het behoud van zijn volk. Als zodanig is hij een profeet , , vol recht en heldenmoed" (A. H. Edelkoort). Welnu, aan de inhoud van zijn profetieën willen we - na de afronding van de Hebreeënbrief - een nieuwe serie meditatieve bijbelstudies wijden.

Zijn naam

Wie was hij en waar kwam hij vandaan? Wat dat betreft staan ons niet zo heel veel gegevens ter beschikking. Het enig houvast, dat we hebben, is het opschrift van zijn profe- tieën, zoals boven dit artikel uitgeschreven. Zijn naam luidt , , Micha..."! Dat is een afkorting van het Hebreeuwse „Michaja", dat letterlijk betekent: , Wie is gelijk de HEERE? " Een prachtige en veelzeggende naam. Een naam, die ten diepste een belijdenis inhoudt. We horen er de weerklank in van Israels eeuwenoude geloofsbelijdenis: Hoor, Israël, de HEERE, onze God is een enig HEERE" (Deut. 6:4). Kennelijk vreesden Micha's ouders Israels God en hebben ze bij de geboorte van hun zoon het innerlijk verlangen gekend om Gods onvergelijkelijke grootheid en heerlijkheid hulde te brengen.

Tegelijk beluisteren we in die naamgeving ook een protest tegen de afgodendienst, die in die dagen het volk van Gods verbond meer en meer in zijn greep kreeg. Dwars tegen de stroom van de tijd in verkondigden Micha's ouders: ie is gelijk de HEERE? , , Wie is aan U gelijk? Wie kan U evenaren? " (Ps. 89 : 3 ber.). Wie van de afgoden? Wie van de volken? Wie van de demonische machten, die zich op aarde breedmaken? Niemand toch? En daarom: eg ermee. Dat gold toen, maar ook nu. Micha's naam roept ook ons toe om niemand te vrezen dan de HEERE alléén. Voor niemand onze knie te buigen dan alléén voor Zijn Christus. Aan niemand hulde te bewijzen dan alléén aan Hem, Die de volstrekt Soevereine is, de enige en waarachtige God. Zeker, er is ontzaglijk veel, dat dingt naar ons hart, maar... , , Wie is gelijk de HEERE”?

Zijn afkomst

Het tweede, wat uit het opschrift duidelijk wordt, is dat Micha afkomstig is uit, , Moresjeth-Gath". Dat betekent zoveel als: oresjeth, dat in de nabijheid van Gath ligt of tot het gebied van Gath behoort. Het stadje was gelegen in het heuvelland ten zuidwesten van Jeruzalem, in de omgeving van de militaire vesting Lachis. Net als Amos komt Micha dus niet uit de hoofdstad, maar is hij een man van het platteland. Dat kenmerkt zijn stijl, alsook de beelden, die hij bezigt. Intussen, net als elke waarachtige profeet, die weet, dat er bij God geen aanneming des persoons is: icha schaamt zich niet voor zijn boeren-komaf. Integendeel, hij weet zich één met het volk, in wiens midden hij groot geworden is en spreekt over de plattelandsbevolking van Juda dan ook meermalen als over , , mijn" volk (2 : 9, 3 : 3).

In zijn dagen hebben deze eenvoudige plattelanders het niet gemakkelijk. Er is sprake van uitbuiting en verdrukking. De rijke bovenlaag van de bevolking, die voornamelijk in de stad woont, schroomt niet om hen middels afpersing en bedrog het vel over de oren te halen: , En zij begeren akkers en roven ze; en huizen en nemen ze weg; alzo doen ze geweld aan de man en zijn huis, ja aan een ieder en zijn erfenis" (2 : 2). Dat is echter niet het enige kwaad, waartegen Micha zijn profetische stem moet verheffen. Uitbuiting en ontrechting staan nooit op zichzelf. Ook vandaag niet. Het zijn beide de tastbare bewijzen van een dieper liggend kwaad, nl. dat de vreze des HEEREN ontbreekt! En waar geen vreze des HEEREN is, daar heeft de zonde vrij spel. Micha legt de vinger dan ook bij nog tal van andere zonden: oogtedienst (1 : 5), afgoderij, met alle liederlijkheid, die daarmee gepaard gaat (1 : 7), onschuldig bloed vergieten (3 : 10), omkoping (3 : 11), toverij (5 : 11), het onderhouden van de werken van Achab (6 : 16) en temidden van dat alles dan toch denken, dat het goed met je zit, omdat je de offers brengt en de tempel in ere houdt (6 : 6—8).

Micha ziet de verwondering onder zowel het Twee-als het Tienstammenrijk met grote smart aan. Niet slechts, omdat zijn eigen volksgenoten eronder lijden, maar bovenal omdat de eer en het recht van zijn Gód in het geding zijn. Omdat Gods recht vertreden en vertrapt wordt: , Hierom zal ik misbaar bedrijven en huilen; ik zal beroofd en naakt gaan; ik zal misbaar maken als de draken en treuren als de jonge struisen" (1 : 8). En juist zó is deze , , boer uit Moresjeth" ook type van Christus, onze allerhoogste Profeet en Leraar! In Wiens hart op volmaakte wijze dat heilige vuur brandde van hefde tot het recht en de eer van Zijn Vader. Maar Die in Zijn volkomen gehoorzaamheid en Zelfovergave dat recht en die eer van Zijn Vader ook herstelde. Welnu, het is op Zijn kosten, dat Micha niet alleen boeteprofeet is, maar ook verkondiger van heil en verlossing. Hoe heeft hij van verre Christus' dag gezien! Iets geschouwd van het lichten van Zijn toekomst. De dageraad zien gloren van het heil, dat Christus zou verwerven. Op gestrenge en onverbiddelijke oordeelsaankondigingen volgen machtige en ontroerende adventsprofetieën (2 : 12—13, 4 : Iv, 5 : Iv, 7 : 18—20).

Zijn roeping

Wat Micha's roeping tot profeet betreft, daarover lezen we nergens een uitgebreid verslag. Desalniettemin heeft hij niet zichzélf de profetenmantel aangetrokken, zoals velen uit zijn dagen. Integendeel, Gód was de Eerste. Gód riep. Gód legde Zijn Woord in Micha's hart en toen werd ook zijn tong losgemaakt. Let u maar op de kernachtige zinsnede, waarmee zijn profetieën worden ingeleid: , Het woord des HEBREN, dat geschied is tot Micha... "! Met andere woorden: icha's woord kwam van Boven. Van Gód. Hij kwam niet met een aantal eigen gedachten en ideeën. Nee, God sprak éérst, pas tóen sprak Micha. Welk een les voor allen, die net als Micha tot profetische dienst worden geroepen. Slechts de mond van God te zijn. Slechts na te spreken, wat God ons heeft voorgezegd. Dat vraagt van al Gods knechten heilige oefening. Daartoe is dagelijks nodig de verborgen omgang met God. Biddend waken en wakend bidden: , Spreek Heere, want uw knecht hoort" (1 Sam. 3 : 10). Zó is Micha Gods gezant. Zó spreekt hij met goddelijk gezag. Zó kan hij het zeggen: , Waarlijk, ik ben vol kracht van de Geest des HEEREN en vol van gericht en dapperheid om Jakob te verkondigen zijn overtreding en Israël zijn zonde" (3 : 8).

En zó was zijn woord ook een daadkrachtig woord. Een woord, dat iets uitwerkte. Een woord, waarvan de inhoud ook daadwerkelijk kwam. Van veel woorden, die wij spreken geldt dat niet. Het zijn ijdele woorden. Vergeefse woorden. Woorden, die vervliegen in de wind. Maar dat geldt van Gods Woord nooit. Integendeel, Gods Woord , , geschiedt... "! Het kwam tot Micha. En via Micha kwam het tot het volk en ging het de geschiedenis in. Om vervolgens als een vergeten woord te verdwijnen? Nee, het doet wat. Het werkt wat uit. Het wordt vervuld. , , Geen ding geschiedt er ooit gewisser dan 't hoog bevel van 's HEEREN mond"! Gods Woord is daad! Het geschiedt. En dat zowel in Zijn gericht als in Zijn belofte. De HEERE zegt: , Mijn Woord zal niet ledig tot Mij wederkeren, maar het zal doen hetgeen Mij behaagt en het zal voorspoedig zijn in hetgeen, waartoe Ik het zend" (Jes. 55 : 11). U voelt: eilig ontzag voor dat Woord dient ons hart te vervullen. Hoe hebben we het ter harte te nemen. Ervoor te beven. Er ootmoedig onder te buigen en het in waarachtig geloof te omhelzen!

Zijn werkzaamheid

Tenslotte, wat de werkzame periode van Micha betreft, het opschrift zegt daarover, dat het woord van de HEERE tot hem geschied is , , in de dagen van Jot ham, Achaz en Jehizkia, koningen van Juda..."! Dat betekent, dat zijn optreden plaatsvond in de tweede helft van de achtste eeuw voor Christus en dat ze zich heeft uitgestrekt over een periode van ongeveer veertig jaar. Er zijn verklaarders, die dat ontkennen. Zij menen op onzes inziens uiterst zwakke gronden, dat er naast Micha, de Morastiet ook nog een andere Micha is geweest, eenzgn. , , deutero-Micha" (= tweede Micha). Deze laatste zou dan gewerkt hebben in de dagen van Jotham en Achaz, terwijl onze Micha alleen geprofeteerd zou hebben in de dagen van Hizkia. Hun beider profetieën zouden dan vervolgens in het ene boek Micha zijn samengevat. We leggen deze schriftkritische theorieën met een gerust hart naast ons neer en houden ons aan de gegevens, die het boek Micha zelf ons aanreikt.

Heeft Micha geprofeteerd in de dagen van Jotham, Achaz en Hizkia, dan betekent dat tegelijk, wat we al eerder opmerkten, dat hij een (jongere) tijdgenoot geweest is van Jesaja, die net als Micha ook voornamelijk in Juda optrad en van Hosea, die meer op Noord-Israël gericht was. Ongetwijfeld hebben Jesaja en Micha dit van elkaar geweten. Calvijn meent zelfs, dat Micha aan Jesaja werd , , toegevoegd" om op deze wijze temeer , , de hardnekkigheid van het volk te verbreken". Beide mannen zijn één van hart en één van ziel. Spreken als uit één mond (delen van hun profetieën overlappen elkaar zelfs, vgl. bijv. 4 : 1—3 met Jes. 2 : 1—4). Naar de gouden regel van het Koninkrijk Gods, dat in de mond van twee of drie getuigen alle woord zal bestaan! Micha is dus geen éénhng. Integendeel, zoals later Christus Zijn discipelen , , twee aan twee" uitzond (Lukas 10 : 1), zo hebben ook Micha en Jesaja zij aan zij gestaan om hun volk te manen tot geloof en bekering. Wat een bemoeienis van God tegenover een afkerig en wegdwalend volk.

Blijvende aktualiteit

Tenslotte, Micha's stem klinkt niet meer, maar zijn boodschap blijft van grote aktuali- teit. Ook voor ons. Het is een boodschap van recht en genade. Van oordeel en heil. Zij laat geen enkele ruimte voor welke vorm van eigenwillige godsdienst dan ook. Ontmaskert vlijmscherp alle zonden, die ook ons aankleven en kondigt Gods oordeel erover aan. Maar wijst ook de weg ter ontkoming. Gegeven in het Kind van Bethlehem, Wiens uitgangen zijn vanouds, van de dagen der eeuwigheid (5 : 1). Eens bracht deze heilsprofetie van Micha de wijzen uit het Oosten aan de voeten van de geboren Zaligmaker, vol overgave, aanbidding en geloof (Mt. 2 : 1—12). Het is onze hartelijke bede, dat dat ook de vrucht zal zijn van deze nieuwe serie bijbelstudies. Dat de overdenking van het Woord zó door Gods Geest wordt geheiligd aan ons hart, dat we in gebrokenheid van hart voor het eerst of weer opnieuw voor dit Kind zullen neerknielen en in diepe verwondering en aanbidding zullen uitroepen: , Wie is een God gelijk Gij..." (7 : 18).

M.

L.W.Ch.R.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen