Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

KLEINE KRONIEK

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

KLEINE KRONIEK

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

Het opvoedingsdoel van Calvijn

In „De Reformatorische School" is een lezing afgedrukt die ds. C. Harinck, predikant van de Gereformeerde Gemeente van Houten, gehouden heeft over , , Calvijns opvoedingsdoel". Hij zet in bij de Catechismus van Geneve, die de lezers van ons blad dankzij de artikelenserie die ds. Visser daaraan wijdt, niet onbekend is. De overwegingen van ds. Harinck kunnen worden gezien als commentaar bij de eerste vragen en antwoorden van deze Catechismus.

„Om God en onze levensroeping te kennen moeten we allereerst op de schepping letten. God heeft ons geschapen! Wij zijn geen produkt van toevalHge omstandigheden. God schiep ons naar Zijn beeld, begiftigde ons met gaven om Hem te kunnen kennen, Hefhebben, aanbidden en verheerlijken. En hoewel de mens diep in zonde gevallen is, nochtans is hij niet zonder getuigen omtrent God. De ingeschapen Godskennis en het geweten getuigen binnenin hem. En hij is omringd van de bewijzen van Gods macht, goedheid en wijsheid in de wereld waarin hij leeft. Daarom is de mens er niet voor zichzelf. Hij is er voor God! Hij is bedoeld om God te eren en te verheerlijken. Steeds wanneer de mens naar de schepping kijkt, moet hij zeggen: , , Ik kom van God en ik ben hier met een doel.”

Dit vormt een belangrijk uitgangspunt voor de opvoeding van kinderen en jonge mensen. Ledeboer had het zo verkeerd niet gezien, toen hij zijn vragenboekje begon met: , , Wie heeft u geschapen? " en het kind als antwoord Het geven: „God!” Het moet de jonge mensen voorgehouden worden dat God hen geschapen en hier geplaatst heeft. Van Hem hebben zij hun leven ontvangen. Hij verzorgt en voedt ons en geeft ons de adem in onze neus. Daarom zijn wij verschuldigd Hem te eren en te verheerlijken.

Dit is de beste oplossing voor de identiteitscrisis waarin men zegt dat jonge mensen in onze tijd verkeren. Omdat niet meer gezegd wordt dat God ons geschapen en hier geplaatst heeft zeggen jonge mensen: Wie ben ik? Waarom ben ik hier? Wat is mijn levenstaak en zin?

Zo heeft de schepping een sleutelpositie in de opvoeding van de gedoopte jeugd. Het hoge belang daarvan heeft Calvijn ons geleerd. Wie de schepping loslaat, laat God los en verliest het zicht op de zin van het leven. Laten de leerkrachten daarom steeds terugwijzen naar dit ogenschijnlijk overbekende gegeven, dat God ons geschapen en hier geplaatst heeft.

De leer van de verlossing brengt tot de ware kennis van God. Warfield typeerde Calvijn reeds als een mens, die in zijn onwaardigheid en schuldigheid in aanbidding zich verbaast, dat deze God in Christus zondaren met Zichzelf verzoent en aanneemt tot Zijn kinderen en erfgenamen.

In de verlossing van de zondaar openbaart God Zich als de reddende, genadige en ontfermende God. De schepping toont ons Zijn heerlijkheid en macht, maar de verlossing Zijn genade en eindeloze goedheid.

Temidden van de werkelijkheden van zonde en genade ziet Calvijn de ontfermende God, Die Zich in Christus neerbuigt tot de schuldige en onreine mens. Christus is in de verlossingsleer voor Calvijn de spiegel waarin wij God in het hart zien. In de eniggeboren Zoon, Die mens werd en leed en stierf om zondaren te verlossen, maakt God Zich bekend als de reddende en ontfermende God. Over het leerstuk van de verlossing door Christus heeft Calvijn zich verbaasd met een verbazing, die hem altijd bijgebleven is.

Een ieder waar christen, die in zijn nood en dood de verlossing in Christus leerde kennen, zal zich daarover met Calvijn verbazen en blijven verbazen. Dat God dit heeft willen doen! Dat Hij de Eniggeborene gegeven heeft om zulke ellendige zondaren te verlossen! We ontvangen dan hemelse kennis van God.

Deze kennis werkt de Heilige Geest. De trinitarische gedachte keert in het werk van dep verlossing van de mens steeds in het denken van Calvijn terug. Zonder de verlichting van de Heilige Geest blijven wij in duisternis, ondanks de bewijzen van Gods bestaan, macht en goedheid binnenin ons en buiten ons in de schepping. Want om het boek der schepping te kunnen lezen en God daaruit te kennen moeten wij een bril gebruiken, n.l. de bril van de Heilige Schrift.

De inwendige Leermeester, God de Heilige Geest, werkt in ons kennis. Dit is kennis van God en van onszelf. Want wie God aan schouwt in Zijn heerlijkheid en ontferming ziet tegelijk ook zichzelf in zijn zonde en on waardigheid.

In die schuldigheid en onwaardigheid ont steekt de Heilige Geest in ons de kennis van de verlossing. Hij werkt dit door het geloof in de beloften van God. In de beloften zien we als in een spiegel Christus, de eniggeboren Zoon van God, Die om ons mensen en om onze zaligheid is nedergekomen uit de Hemel, mens is v geworden uit de maagd Maria, voor ons ge­ o kruisigd en opgestaan is en de verzoening met t God heeft teweeggebracht.

De mens komt tot de kennis van de verlossende en reddende God wanneer Christus niet langer buiten ons blijft en wij buiten Hem blijven, maar Hij in ons gevormd wordt door de Heilige Geest. Zo spreekt Calvijn daarover in het machtige eerste hoofdstuk van het derde boek van zijn Institutie.

Ieder die met Calvijn zich in aanbidding verbaast over Gods verlossende liefde in t Christus, zal begeren God te verheerlijken in hart, woord en wandel. En die mens ervaart: ik kan dit niet, want de zonde kleeft ons aan s in al onze verrichtingen.

Dit is en blijft de strijd en de smart. Alles is w en blijft hier ten dele. Maar toch is het de be­ g geerte geworden om God te verheerlijken. h Daar blijft het hart naar zoeken.

„Niet dat ik het airede verkregen heb, of airede volmaakt ben; maar ik jaag er naar of ik het ook grijpen mocht, waartoe ik van Christus Jezus ook gegrepen ben." Fil. 3 : 12.

Zie, dit was Calvijn. En dit is de calvinist.

Deze thema's van schepping en verlossing. die leiden moeten tot een kennis van God die brengt tot de verheerlijking van God in hart, mond en leven, moeten op een reformatoriche school aan de orde komen. Het moet ons doel zijn om jonge mensen tot deze kennis te brengen.

En wij moeten het verkeerde idee wegnemen, dat dit een somber, koud, kil, wettisch, vormelijk en arm leven is waarin alle vreugde ontbreekt.

Calvijn zegt van dit leven: , , Het hoogste en beste gedeelte van een gelukkig leven bestaat in dit, dat God een mens de schuld vergeeft en genadiglijk ontvangt in Zijn gunst.”

Het verklaart verder: , , Hij, die God als zijn erfdeel heeft, geniet een vast geluk en het eeuwige leven. Het geluk en de voorspoed die de goddelozen genieten is slechts een masker en een schaduw." Laat dit voor leerkrachten en allen die bij het onderwijs betrokken zijn de hoogste roeping en tegelijk de grootste vreugde zijn.”

Calvijns pedagogische aanwijzingen komen voort uit zijn geloofsovertuiging. Juist daarom zijn ze blijvend actueel en van fundamentele betekenis voor hedendaagse geloofsopvoeding.

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

KLEINE KRONIEK

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's