Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Een parel uit de schat der Kerk (29)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Een parel uit de schat der Kerk (29)

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

GELOOFSLEVEN

Wij vervolgen Calvijns uitleg van het vierde gebod.

De blijvende waarde van de rustdag

Inmiddels zagen we de vorige keer dat er één dag per week nodig is, waarop de christenen de orde van de kerk onderhouden. Voor Calvijn heeft het getal zeven, de zevende dag, wel een symbolische betekenis, maar dat wil niet zeggen dat hij het aantal van zeven tot alle prijs handhaaft. Wel vraagt hij: Waarom heeft de zevende dag de voorkeur boven de andere? (176) Vanwege de symboliek die er in schuilt. Het getal zeven wijst in de Schrift een volkomenheid aan. Zo is het geschikt om de lange duur van iets aan te wijzen. Zo onderwijst het ons ook, dat onze geestelijke rust al begonnen is in dit leven, en dat ze niet volmaakt zal zijn, eer wij deze wereld hebben verlaten.

De Heere wilde het volk Israël toen en de gemeente van Christus nu een bijzondere dag geven om zich te oefenen en zich door het geloof in te leven in de eeuwig durende geestelijke rust. Heerlijke zondagsviering waarop wij op onze hoogte komen van het eeuwigheidsleven en eeuwigheidsverlangen. Een dag waarin het heim weever langen hoog opvlamt, om op te gaan tot Gods altaren. Tot God mijn God, de bron van vreugd. Wanneer we ons dan gereformeerd noemen in Calvijnse zin, betekent dat voor ons dan ook, dat we in Calvijns , , over denking van het toekomende leven" delen? Hoewel de symbohsche betekenis door Calvijn van harte wordt onderschreven, zo wil hij zich niet strikt binden aan de zevende dag. Er zijn altijd mensen geweest en groeperingen die beweren dat wij niet bijbels bezig zijn, omdat we op de eerste dag van de week en niet op de zevende onze christelijke Sabbat of rustdag hebben. Dat heeft te maken met de vervulling van de ware rust, die gelegen is in de opstanding van Christus en christenen bevrijdt van bijgelovige invulling van die dag. Waarom nog meer hechten wij aan die ene dag als rustdag?

In zijn Institutie zegt Calvijn dat eigenlijk iedere dag van ons leven tijd vrijgemaakt zou moeten worden om dagelijks rustdag te vieren. Hij is nuchter genoeg om te weten dat dit niet kan en niet gebeurt. Ook zegt hij: , , de liefde staat niet toe meer van de mensen te eisen dan in het veeleisende leven mogelijk is." (Inst. II-VIII-(33)) Daarom mogen en moeten wij ons schikken naar de wijze instelling van God, Die Zelf de zevende dag als rustdag heiligde.

Een zaak die te berde wordt gebracht in de vraag: Maar wil je de reden zeggen, die onze Heere hier aanvoert, namelijk dat wij moeten rusten zoals Hij dat gedaan heeft? (177) In het antwoord wordt het scheppingsmotief voor de ene rustdag per week naar voren gebracht. Nadat God in zes dagen al Zijn werken geschapen heeft, stelt Hij de zevende dag daartoe, dat die werken in ogenschouw genomen worden. En om ons te beter daartoe te brengen, haalt Hij ons Zijn voorbeeld aan. Want er is niets zo begeerlijks, dan met Hem overeen te stemmen. Het wil in geen geval zeggen dat we op de rustdag onze neus niet buiten de deur mogen steken en achter neergelaten rolgordijnen de dag moeten doorbrengen. Het wil in elk geval zeggen dat de rustdag geen andere bedoeling heeft dan de mens aan zijn Schepper gelijkvormig te maken, ons te verlustigen in de werken van Gods handen in schepping en herschepping. Om vanuit de rust in Christus ons hele leven lang oog te krijgen voor de schoonheid van de werken Gods. Ook dat blijde aanschouwen van Gods werken is niet tot één dag per week beperkt. Als je van harte en heel je leven door de Heere vreest, dan is de volgende vraag: Moeten wij Gods werken altijd overdenken, of is één dag per week wel voldoende? (178), toch eigenlijk geen vraag meer. Geloofsleven is toch de Heere liefhebben met je ganse hart, met je ganse ziel, met al je krachten en Hem dienen in je dagelijks leven. Calvijn is er de man niet naar om natuur en genade mijlenver van elkaar verwijderd te houden. Hij weet maar al te goed dat de genade ook het leven van iedere dag heiligt en bestemt tot dienst aan God. Het antwoord op de vraag of elke dag , , een dag Gods" moet zijn is bevestigend. Natuurlijk moeten we Gods werken alle dagen prijzen. Maar wegens onze zwakheid is er één dag bepaald toe bestemd. Dat is de gang van zaken die ik op het oog heb. Let op de pastorale mildheid die Calvijn hier aan de dag legt. Hij legt de zweep niet over de gemeente Gods door haar een wettische zondagsviering op te dringen. Hij speurt naar het geloof dat vanuit de rust in Christus Gods dag elke dag beleeft. En iedere rustdag als Gods dag beleeft. Daarmee doet hij allerminst afbreuk aan de (christelijke) sabbat. In zijn Institutie waarschuwt hij er nadrukkelijk voor, , , dat een volkomen en zekere verwarring en verwoesting de kerk boven het hoofd hangt, als de instelling van de ene rustdag zou worden weggenomen" (Inst. II-VIII-32). Waar dient die dag dan voor?

Welke orde moet er op die dag in stand gehouden worden? (179) Deze dat we er geen dag van maken om leeg te lopen, om te kniezen, of vol te maken aan pret en plezier. Als wij Gods gebod, met name het vierde als afgedaan beschouwen, is het dan zo'n wonder dat de strandweg en het heidepad zoveel drukker bevolkt zijn dan de kerkstraat? Dat brengt wanorde, chaos. Zó niet. Hoe dan wel? Het volk moet samenkomen, om in Gods waarheid te worden onderwezen, om gemeenschappelijk te bidden en getuigenis af te leggen van zijn geloof en religie. De achtergrond van dit antwoord laat zich licht raden. Ook al in Calvijns tijd had men die aansporing nodig om de dag des Heeren zo te besteden, dat we God de ruimte laten door Woord en Geest in ons te werken. Prediking, gebeden en getuigen van het geloof zijn de vaste elementen die de gemeente bouwen op het fundament van ons geloof. Een land zonder zondag en op God gerichte zondagsviering, wordt een land waar de kerken gesloten worden, de inwoners van God vervreemden, we doen allemaal wat we zelf willen. Kortom een land zonder zondag wordt op den duur een land zonder God.

Het sociale aspect van de rustdag

God heeft met Zijn wet altijd het beste met Zijn mensen voor. Hij buit mens en dier niet uit. In onze tijd van continue-arbeid en het prijsgeven van de zondagsrust en zondagsheiliging gaat de mens er onderdoor. Niet God, maar andere goden zoals materie, winstbejag, economische vooruitgang, opgestuwde arbeidsprestatie overweldigen mens en samenleving. Er blijft geen plekje rust op aarde meer over. We worden een opgejaagde kudde, die menen ergens achteraan te jagen. Een betere wereld, ruimer middelen en noem maar op. Maar we worden opgejaagd en het resultaat is je reinste onrust. Kan God van ons ook niet zeggen, wat Hij van Israël zei:

Och had naar Mijn raad. Zich Mijn volk gedragen?

Wat is dan die raad? Daarop doelt de volgende vraag, het derde motief voor de rustdag. Hoe versta je het, dat dit gebod ook is gegeven opdat dienstbaren een dag rust zou geschonken worden? (180) Niemand minder dan de Heere, niemand beter dan de Heere heeft oog voor de sociale factor van het leven. Hij beult Zijn schepsel niet af. Calvijn trekt duidelijk dit bijbelse spoor als hij antwoordt: Het gebeurt om enige ontspanning te geven, aan hen die in de macht van anderen zijn. Het dient ook de goede en gemeenschappelijke gang van zaken. Want ieder went zich er aan de overige tijd te werken als er één rustdag is. Natuurlijk moet je zo'n antwoord zien tegen het licht van het maatschappelijk leven in de tijd van Calvijn. En van een zeker ideahsme is het ook niet helemaal ontbloot. Want het is nog maar de vraag of iedereen zo dankbaar is voor die ene rustdag, dat hij alleen daarom al op alle andere dagen zijn werk met vreugde doet. Het gaat nu om de intentie. Om wat God met de werknemers om het zo eens te zeggen, voorheeft. God wil dat mens en dier adem zal scheppen en tijd zal krijgen om te rusten. Gelegenheid om tot lichamelijke en geestelijke ontspanning te komen.

Een samenvatting

De vragen en antwoorden die nu volgen zijn een toegespitste herhaling van wat reeds ter sprake is gebracht. Voor de helderheid kun je ze beschouwen als een samenvatting. Het vierde gebod blijft voor de christenen van kracht. Op de vraag: Wat heeft dit gebod aan ons te zeggen? (181) wordt bij wijze van herhaling geantwoord: De ceremoniële wet is afgedaan. Wij hebben haar vervulling in Christus. Op welke wijze? (182) Wel, omdat onze oude mens gekruisigd is door de kracht van Jezus' dood, en dat wij door Zijn opstanding opstaan tot een nieuw leven. Hier legt Calvijn het verband tussen de rustdag op de zevende dag in het Oude Testament en onze christelijke rustdag op de eerste dag der week, de dag van Christus' opstanding. Vanuit Christus' arbeid komen wij in de rust. In zijn Institutie brengt Calvijn de sabbatsrust in Christus in verband met de Doop, waardoor we in het geloof met Christus begraven zijn en opgestaan tot een nieuw leven. Een rust om Gode te leven. Het volbrachte werk van Christus sluit onze, , werkweek" af. Rusten in Hem is de ware Sabbat. Dat is ophouden om zelf het werk bij God klaar te krijgen. Dat is de Heere Jezus het werk laten doen. Het is ook de HeiUge Geest de gelegenheid geven om Christus en Zijn werk in ons te verheerlijken. Zo is er van een wettische zondagsviering allerminst sprake. Toch is het deze rust, die op haar beurt weer aanzet tot werkzaamheid.

Als dan alles door Christus gedaan is, ligt de vraag voor de hand: Wat hebben wij dus nu verder te doen? (183) Ons rest een goddelijke opdracht. De heilige instellingen, die de kerk geordend heeft, niet verwaarlozen. Samenkomen in de gemeente om Gods Woord te horen verkondigen, de Sacramenten waar te nemen, met elkaar te bidden, kortom God met blijdschap in Zijn huis te dienen. De zondag is er voor de dienst van God. Daarom moet de rustdag voor ons blijven een wonder van Gods genade, een dag, die we nodig hebben voor het bijzonder verkeer met Hem. Een dag die alles te maken heeft met Gods verborgen omgang, en zo ons wordt tot een teken van de eeuwige rust, na de werkweek van dit leven. Niet wat mag of niet mag, maar de heiliging, de toewijding van ons leven aan God moet het doel van de zondag zijn. De zondag is ten diepste dus de rust in Christus bezitten door het geloof, ten hoogste biedt de zondag uitzicht naar de toekomst.

Calvijn vraagt daarom: Heeft de beeldspraak die er in de Sabbat ligt voor ons general nut meer? (184) Ongetwijfeld, want we moeten de kern daarvan opmerken, namelijk deze, dat wij, als wij ware leden van Christus zijn, eigen werken laten varen, om ons aan Zijn leiding over te geven. De bedoeling is dat deze ene dag des Heeren zo beslag legt op ons leven van elke dag, dat het niet alledaags meer blijft, maar opgeheven tot de verwachting van de grote dag des Heeren, de dag dat we, (om een eigen uitdrukking van Calvijn te gebruiken) , , van de resten van het vlees" bevrijd, de Heere in volheid dienen zullen.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Een parel uit de schat der Kerk (29)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 november 1995

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's