Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gebed om God Zelf

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gebed om God Zelf

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„Toen zeide hij tot Hem: ndien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken!" (Exodus 33 : 15)

Deze tekst is een zin uit een gebed. „ Toen zeide hij (Mozes) tot Hem (de HEERE)". Dat is meteen al een wonder! Dat er een gesprek, een dialoog mogelijk is tussen God, de Eeuwige, de Heilige, en nietige mensenkinderen. De HEERE spreekt tot ons in Zijn Woord en wij mogen Hem antwoorden, wij mogen Hem ook aanspreken óp Zijn Woord.

Wat een voorrecht dat wij biddend tot de HEERE mogen komen. Zelfs met , , een gebed om het bidden te leren", met een smeking: HEERE, schenk mij toch de Geest der genade en der gebeden!

Niet alleen Mozes mocht biddend tot God gaan. Ook wij mogen dat doen. De HEERE roept ons toch toe: Zoekt Mijn aangezicht en leef. Wij mogen dat doen in ons jonge leven, wij mogen dat doen bij het ouder worden en wij mogen dat zeker niet nalaten aan het begin van een nieuw kalenderjaar. Moge er bij u en mij op de drempel van 1996 zijn een gebed om God Zelf!

Dit gebed van Mozes heeft een heel bijzondere achtergrond. Er is nogal wat ge­ beurd daar aan de voet van de berg Sinaï. De HEERE had Zijn volk uitgeleid uit het diensthuis Egypte. Op de 50e dag na de uittocht was bij de Sinaï het verbond tussen God en Zijn volk gesloten. Dat verbond werd bevestigd toen Mozes daar boven op de berg uit Gods hand de twee stenen tafels ontving, waarin de HEERE eigenhandig de tien geboden had gegrift.

Dat was een hoogtepunt, een climax, daar bovenop de berg. Maar tegelijkertijd was er een dieptepunt, een anti-climax, beneden in het dal. Toen Mozes nogal lang weg bleef, werd het volk ongeduldig. Er begon zich iets te roeren, er kwam een beweging op, een verlangen om een tastbare en zichtbare god te hebben. Zo is dat beeld van het gouden kalf gemaakt. De hogepriester Aaron was niet krachtig genoeg om hiertegen weerstand te bieden. Zo werd er feest gevierd en gedanst rondom het gouden kalf. Er werd geroepen: , , Dit is uw god, die u uit Egypte heeft verlost”.

Dat betekende niets minder dan verbondsbreuk. Radicaal heeft dit volk gebro- ken met de HEERE, door zo lijnrecht tegen Zijn wil in te gaan en Hem de gehoorzaamheid op te zeggen. En dat terwijl ze zoveel gunsten van Hem hadden genoten!

De HEERE is dan zo vertoornd over deze verbondsbreuk, dat Hij hen wil verteren, dat Hij hen wil verdelgen door Zijn geduchte toorn.

Dan gaat Mozes voor het volk in de bres staan. Mozes, de voorbidder - die in deze vurige voorbede, in deze bewogen inzet voor zijn volk een voorafschaduwing is van Christus, de grote Voorbidder aan de rechterhand van de hemelse Vader.

En de HEERE hoort in zoverre naar dat pleitend bidden van Mozes, dat Hij er van afziet het volk te verdelgen. Israël mag verder trekken naar het beloofde land Kanaan. Er zal zelfs een engel Gods voor hen uittrekken, zodat de vijanden zullen moeten wijken voor Israël, gedurende de woestijnreis en straks bij de verovering van Kanaan.

Maar tóch... toch is het niet meer zoals het geweest is. Er is iets kapot in de verhouding tussen de HEERE en Zijn volk. De straf wordt wel uitgesteld, maar is bepaald nog niet van de baan. Het komt er op neer dat de HEERE bij de berg Sinaï zal achterblijven. Hij gaat Zélf niet mee naar Kanaan. Israël moet het maar met een engel doen. Dat is nu de wrange vrucht van de verbondsverbreking! Wat heeft het nu nog voor zin dat de ark in het midden van het legerkamp is en dat de priesters daar dienst doen? Als de HEERE Zich terugtrekt, is er ook in de godsdienstige plechtigheden en kerkelijke verrichtingen één en al holheid en leegte.

Maar het is dit wat Mozes niet kan verdragen, wat hij niet kan verwerken! En dat brengt hij dan ook in zijn gebed naar voren. Zie maar vs. 12: , , Zie, Gij zegt tot mij: voer dit volk op! maar Gij laat mij niet weten, wie Gij met mij zult zenden." Mozes wil eigenlijk nog iets anders zeggen, maar dat hoge woord durft hij nauwelijks uit te spreken. Mozes bedoelt eigenlijk: , , HEERE, dat U Zélf toch meegaat, dat U Zélf toch voorop gaat". En daarbij pleit hij er op dat hij genade bij God gevonden heeft en dat de HEERE hem toch bij name kent. Hij brengt zijn eigen geloofsleven in het geding. Hij pleit er dus op dat hij de HEERE toch persoonlijk heeft leren kennen en dat de HEERE Zijn woord aan hem kwijt is. Dat hij toch bij ervaring weet dat de HEERE de grote Hoorder van het gebed is!

Hij pleit ook op het verbond: „Zie aan, dat deze natie Uw volk is!" Wat blijkt dan in reaktie op dit gebed van Mozes de nederbuigende goedheid van de HEERE. Want dan zien we in vs. 14 hoe de HEERE Zelf Mozes de woorden in de mond legt als het ware: Zou Mijn aangezicht moeten medegaan, om u gerust te stellen? " Ja, dat is het nu precies en dat is het helemaal waar het Mozes om te doen is. Om Gods aangezicht. Dat wil zeggen: Gods persoonlijke zorg en trouw, Zijn gunst, ja. Zijn genade in de Heere Jezus Christus. Dat Zijn aangezicht, in gunst tot ons gewend, ons in het kort verzadiging van vreugde zal schenken! O, dan alleen kan Mozes gerust zijn, dan alleen weet hij zich veiUg en dan alleen is het écht goed met het volk van Israël, als de HEERE er is - , niet maar dat Hij gaven geeft, dat Hij overwinningen geeft door middel van een engel, dat Hij een land vol melk en honing schenkt... Dat alles is nog zo leeg en zo arm zonder de HEERE Zélf. Het is om genade te doen. , , Genade betekent méér dan dat je iets van God krijgt. Genade betekent voor Mozes, dat God Zélf meegaat" (W. H. Velema).

Mozes brengt heel sterk tot uitdrukking hoezeer het hem daarom begonnen is. Indien Uw aangezicht niet medegaan zal, doe ons van hier niet optrekken! Dan maar liever , , hier" blijven, dat wil zeggen aan de voet van de Sinaï. Dan maar niet naar het beloofde land. Dan maar water en zand in plaats van melk en honing. Want je kunt beter mét God in de woestijn verkeren, dan zónder God in een eldorado.

Lezers, moge nu door genade deze bede ook in onze harten leven. De omstandighe-den waarin wij verkeren aan het begin van het Annus Domini 1996 zijn natuurlijk heel verschillend van die in Exodus 33. Maar het gaat nu om die keuze, die spreekt uit Mozes' gebed. Dat we het zó mogen beleven: , , HEERE, wij willen wel graag verder, verder het nieuwe jaar in en het leven dóór, maar dan niet zonder U." Dat Uw aangezicht met ons zij. Dus dat het ons niet allereerst te doen is om gaven uit Gods hand, maar om het wonder van Immanuël - God met ons. Van onze kant kan het niet. Dan ligt daar de verbondsverbreking. Hoe vaak hebben we de HEERE geen pijn gedaan en gekrenkt door onze zonde? Het kan alleen om Jezus' wil, van Wie Mozes slechts een voorbeeld is. Wat een machtige Voorbidder is de Heere Jezus! Hij mag de Vader immers wijzen op Zijn volbrachte werk op Zijn volkomen offer! Mozes kon niet in plaats van het volk sterven. Jezus kon dat wél en heeft dat ook gedaan! Nu mogen we door Hem vrijmoedig toegaan tot de troon van Gods genade om barmhartigheid te verkrijgen, om geholpen te worden ter bekwamer tijd. En er is nóg iets. De HEERE gaf Mozes zelf de woorden in de mond. , , Zou Mijn aangezicht moeten medegaan, om u gerust te stellen? " Dat doet de HEERE nóg. Hij geeft ons immers Zijn beloften? Die belofte legt Hij ons op de lippen. En Hij legt ze ook door Zijn Geest in het hart. Bijvoorbeeld deze belofte: „ Wie Mij vroeg zoekt, zal Mij vinden ". Gaan wij dan zó, in het besef van onze eigen onwaardigheid en schuld, in het verlangen naar Gods nabijheid en naar de kennis van Zijn wegen het nieuwe jaar in. Zien wij dan op de meerdere Mozes, Jezus. In Hem ligt de grond van de gebedsverhoring. Om Zijnentwil wil de HEERE ook ónze God en hemelse Vader zijn. Houden wij ons vast aan Gods beloftewoorden. Wie Hem op Zijn Woord vertrouwt, heeft zeker op geen zand gebouwd!

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1996

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Gebed om God Zelf

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 januari 1996

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's