Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over de mogelijkheid en onmogelijkheid van vergeving

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over de mogelijkheid en onmogelijkheid van vergeving

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

KLEINE KRONIEK

In „Bij de Tijd", gereformeerd magazine / voor opinievorming, schrijft ds. H. J. Messelink over vragen rond vergeving. Op dit punt liggen er altijd weer ingrijpende pastorale vragen. Door heel kort enkele situaties aan te geven, plaatst Messelink ons meteen middenin de problematiek:

„Een meisje dat meermalen door haar vader misbruikt is, vraagt aan haar wijkouderling: wil God echt van mij dat ik mijn vader vergeef?

Een zuster van de gemeente komt bij de dominee en zegt: kan ik wel avondmaal vieren? Ik voel namelijk in mijn hart haat tegen een gemeentelid dat mij diep vernederd heeft.

Een jongen vraagt op catechisatie: is het erg dat ik het mijn vader maar niet kan vergeven dat hij bij mijn moeder en mij is weggegaan?

Zomaar een paar vragen uit de praktijk. Ze zijn gemakkelijk met vele andere aan te vullen. Ze hebben gemeenschappelijk dat er een stuk onzekerheid in doorkhnkt. Moet je als christen eigenlijk niet altijd kunnen vergeven? Vraagt God dat niet van je? , , Als jij je naaste niet vergeeft, zal Ik jou niet vergeven? " En haatgevoelens horen toch al helemaal niet thuis bij Gods kinderen? Jezus zei: ebt uw vijanden lief en bidt voor wie u vervolgen, opdat gij kinderen moogt zijn van uw Vader die in de hemelen is. Mat. 5 : 44—45.

Daar sta je dan! Met die haat in je hart. Met dat gevoel niet te kunnen vergeven. Het zou anders moeten en je kunt het niet!” Messelink gaat in op de vragen , , moet je altijd vergeven? " en , , wat betekent het woord van Jezus dat je niet mag haten? ”

„God vergeeft graag maar niet vanzelfsprekend

Laten we beginnen met onze eigen verhouding tot God. We lezen in Ezechiël 18 dat de Here geen welgevallen heeft aan de dood van een zondaar, maar daaraan dat hij zich bekeert en leeft. God wil ons graag vergeven. Maar Hij verwacht wel van ons dat we dan ook onze zonden oprecht belijden en vergeving bij de Here zoeken. De Here moet om zo te zeggen ook zijn vergeving aan ons kwijt kunnen. In Psalm 32 tekent David een periode in zijn leven waarin hij tegenover God zweeg over zijn zonde met Bathséba. In die tijd was het niet goed tussen God en hem. Zijn zonde was niet beleden en vergeven.

Uit Mat. 18 leren we dat God ook van ons verwacht dat we, als we vergeving van Hem ontvangen hebben, ook anderen kunnen vergeven. Die bereidheid zal ons leven dan kenmerken. Gebeurt dat niet, heeft Gods vergeving ons niet veranderd, dan zal God ons alsnog anders behandelen. God vergeeft van harte, en verwacht dat nu ook van ons. En die vergeving is letterlijk grenzeloos. Jezus zegt: vergeef elkaar tot zeventig maal zevenmaal. Gods vergeving kent geen grens, en wij mogen lijken op onze hemelse Vader, door als begenadigde mensen anderen tegemoet te treden.

Gods Woord is duidelijk op dit punt dat ik altijd bereid zal zijn tot vergeving. Het mag nooit aan mij liggen. Ook al gaat het duizend keer tegen mijn gevoel in, als kind van God zal ik willen vergeven. God zal mij de kracht ervoor geven. God, die mij vergeeft, ook al heb ik Hem zo vaak op het hart getrapt.

Niet beter dan God

Als ik dit alles overweeg, noopt me dat allereerst tot zelfonderzoek. Als ik een ander niet kan vergeven, zal ik eerst goed naar mezelf moeten kijken en de vraag stellen: waarom kan ik dat niet? Is het omdat ik dat eigenlijk niet wil? Zit er zoveel wrok in mijn hart dat ik er niet toe kan komen om te vergeven? Als dat het geval is, gebeurt er iets gevaarlijks. Want dan zit ik met mezelf in de knoop. Dan is mijn eigen innerlijke houding niet goed. Wrok keert zich namelijk altijd tegen jezelf. Wrok betekent dat het tussen jou en God niet goed zit. Wrok verhindert je te bidden. Wrok sluit je hart af. Als je bij jezelf die wrok, die wraakgevoelens ervaart (, , ik wou dat die ander dood was"), zul je eerst met die gevoelens naar de Here mogen gaan. Je zult je onmacht en je onwil belijden en vragen of de Here die wraakgevoelens wil wegnemen. Hij kan het!

Maar het kan ook zo zijn dat je vanuit het bovenstaande meent dat je altijd iedereen alles moet vergeven. Maar is dat zo? Moeten we soms , , beter dan God" zijn? De Here vergeeft, zeker, maar niet zonder schuldbelijdenis. Zouden wij dat dan wel moeten doen? Elke zonde die een ander tegen mij doet, is ook tegen God gericht! Petrus heeft ons voor deze situatie de goede weg gewezen. Hij laat ons Jezus zien, die, als Hij gescholden werd, niet terugschold en als Hij leed, niet dreigde, maar het overgaf aan Hem die rechtvaardig oordeelt. Zie 1 Petrus 2 : 23. Natuurlijk, als een ander jou slecht behandeld heeft en daarna om vergeving vraagt, moet je bereid zijn die vergeving te schenken. Al is het zelfs dan nog maar de vraag of je ook niet te snel kunt vergeven. Denk aan dat meisje, dat door haar vader misbruikt is. Als het uitkomt, kan die vader geprest worden om zijn dochter vergeving te vragen, terwijl dat meisje er nog helemaal niet aan toe is te vergeven. En het zal maar gebeuren dat ze op aandringen van anderen haar vader vergeeft en ze krijgt er later spijt van, omdat het te snel is gegaan. Dan kan dat heel moeilijke complicaties opleveren. , , Ze heeft vergeven, dus mag ze er niet meer op terugkomen!" Daarom moeten we ook niet te snel op vergeving aandringen. Dat kan heel negatief werken in de verwerking van wat er gebeurd is. Bovendien is het de vraag of je de dader helpt door heel snel met vergeving aan te komen. Dan kon je hem weleens stimuleren in de gedachte dat het allemaal nog wel meevalt. En hij wordt door die snelle vergeving misschien niet tot echte overdenking van zijn zonde gebracht en dus ook niet tot oprechte bekering en schulderkenning.

Maar zeker als er sprake is van onbeleden schuld, kun je gewoon niet vergeven. Want vergeven betekent: opruimen; en onbeleden zonden blijven zitten. Zo gaat dat bij de Here en zo gaat dat bij ons ook. Vergeving zonder bekering en schuldbelijdenis hangt in de lucht. Er wordt niet echt iets uit de wereld geholpen.

Tegen die jongen op catechisatie (uit het begin van dit artikel) zou ik zeggen: het is vreselijk dat je vader je moeder en jou zomaar in de steek gelaten heeft. En als hij zich niet bekeert van die zondige weg, zal God hem daarvoor straffen. En God vraagt niet van jou dat je je vader zomaar vergeeft. Zeker niet zonder dat jij bij hem iets gemerkt hebt van berouw en inkeer. Want vergeving en verzoening horen bij elkaar; vergeving bewerkt dat het weer goed komt tussen twee mensen. En dat zal werkelijk niet gaan zonder dat de oorzaak van de ellende, de zonde ook daadwerkelijk opgeruimd wordt.”

Ik vind het treffend dat Messelink stelt dat wie meent altijd maar onvoorwaardelijk te moeten vergeven, beter wil zijn dan God. Anderzijds legt hij ook terecht de nadruk op het noodzakelijke zelfonderzoek wanneer er in ons hart geen bereidheid is om te vergeven in een rechte weg. Dat wil zeggen: daar waar schuld onder ogen gezien en erkend wordt.

Wie alvast vergeving schenkt zónder dat er ook maar enige sprake is van berouw en bekering, gaat daarmee God in de weg staan. Maar moeten we onze vijand niet on­ voorwaardelijk liefhebben? Ja, maar dat valt niet samen met lief vinden en vergeven. Het betekent dat we kunnen bidden om zijn bekering, dat we het zelfs onze ergste vijand gunnen dat hij vrede met God zal vinden. Dat gebed is ook een goed medicijn tegen haat. Zijn er toch haatgevoelens, dan is er de roeping die bij de Heere Jezus te brengen en Hem te vragen of Hij ons ervan geneest. Die genezing zal dan een proces zijn, dat soms langere tijd duurt. Terecht zegt ds. Messelink dat we zonder vergeving ook in de kerk met elkaar vastlopen. , , Maar juist omdat vergeving zo'n centraal woord is, moeten we er zuinig mee omgaan en het gebruiken en toepassen waar het past." Laten we God niet voor de voeten lopen door persoonlijke wraakzucht, maar evenmin door te snelle vergeving!

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1996

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Over de mogelijkheid en onmogelijkheid van vergeving

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 juni 1996

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's