Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Lofzang op de liefde

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Lofzang op de liefde

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„Een lied Hammaalóth, van David. Ziet, hoe goed en hoe liefelijk het is als broeders ook samenwonen. Het is gelijk de kostelijke olie op het hoofd nederdalende, op de baard, de baard van Aaron, die nederdaalt tot op de zoom van zijn klederen. Het is gelijk de dauw van Hermon, die nederdaalt op de bergen van Sion. Want de HEERE gebiedt aldaar de zegen en het leven in der eeuwigheid." Psalm 133

Wat staat de dichter bij dit hooglied der hefde voor ogen? Een ideale gezinssituatie, waar alle gezinsleden, man en vrouw, ouders en kinderen, broers en zusters liefdevol met elkaar omgaan? Of een samenleving waar iedereen alles op alles zet om het elkaar op aarde zo aangenaam mogelijk te maken? Of de kerkelijke gemeenschap waar men de opdracht van Christus dagelijks in de praktijk brengt, dat wij elkander Hefhebben, met broederlijke liefde?

Je kunt in elk geval niet zeggen dat Psalm 133 daar helemaal niets mee te maken heeft. Natuurlijk heeft de dichter het samenkomen en samenwonen van het hele volk van Israël op het oog. De eenheid in liefde van het Godsvolk is een feestelijke aangelegenheid. Dus niet te snel de zaak waar het hier om gaat vergeestelijken. De liefde slaat op het gewone, zeg het alledaagse leven. Zonder te vergeestelijken is hier sprake van een geestelijke werkelijkheid. Ik val Luther helemaal bij als hij zegt, dat Psalm 133 een boodschap heeft voor de , , geestelijke" en de , , wereldlijke" stand. Wie de Hefde van God kent, zoekt haar praktisch in te vullen in de samenleving, het gezin en de manier waarop wij in de kerk met elkaar omgaan. Je vraagt je af: hoe geestelijk leven wij dan het leven van elke dag?

Moet je eens kijken

Als je goed kijkt weet je niet wat je ziet. Ziet! Daarmee zet David dit üed in. Waar ter wereld zie je het, zie je de Hefde zo mooi, zo schoon als waar broeders samenwonen? Tweemaal , , hoe" betekent nu eenmaal: er zijn geen woorden voor te vinden. Het is gewoonweg iets zeldzaams. Het moet wel opvallen. Kijk, een roos in een perk met rozen valt niet op. Je kunt er aan voorbijlopen zonder de bloemenpracht gezien te heb- ben. Maar één roos in de Sahara-woestijn, daar stop je voor. Daar sta je bij stil. Moet je nü eens kijken, zeg je dan. Zo wonderbaarlijk is de liefde die als een roos wil bloeien in de woestijndorre vlakte van dit leven. Waar alle liefde doodbrandt en onderlinge haat haar verwoestende sporen nalaat. Waar mensen doodgaan aan gebroken geluk en uitgebluste liefdesverhoudingen. Daar liefde te vinden mag een Godswonder heten. Ja, dat is het helemaal. Ja, u hoort het goed. David heeft het over de Hefde. De liefde voor elkaar en de liefdevolle omgang met elkaar. U voelt zich ietwat onwennig in dit anders wel bijbelse klimaat? Liefde! Eerlijk daar mankeert wel het één en ander aan. Over Hefde als ideaal valt nog te praten. Maar liefde als werkelijkheid? Kom er eens om! Worden we al eens attent gemaakt op ons gebrek aan Hefde, dan krijgt iemand die naar onze liefde snakt nogal eens te horen: , , Er is toch niets! Zeur niet". Juist dat is het erge. Er is niets. Er is alleen maar leegte. Het vraagteken, het luchtledige van onze Hefdeloosheid, waarin mijn naaste, ook mijn allernaaste bijkans stikt. Onmenselijk gewoon. Des te verbazingwekkender is het als we hier te horen krijgen. Ziet! Kijk dan toch! Er groeit een uitheemse plant van Hefde op deze verschroeide aarde. Er is een plek waar de broederlijke Hefde openbloeit. In het zure en gure klimaat toch een stukje hemel op aarde. En omdat het niet van ons wegkomt zegt de bijbel: want de Hefde is uit God.

Waar komt de liefde weg?

David staat er van te kijken. De Hefde is als een zegen die van , , hoog" naar , , laag" stroomt. Geurige, kostbare zalfoHe waarmee de hogepriester Aaron tot zijn ambtelijke dienst werd gewijd. In de geurende liefde staat hij in de dienst van de verzoening. De zalfoHe blijft niet op één plek. Drupt af op baard en kleren tot aan de onderste zomen, tot laag bij de grond. Het gaat hier echt om een geurige zaak. Het gaat hier ook om een fleurige zaak. Want de liefde is als de overvloedige dauw van de hoge Hermontoppen, die zich in de zomer wijd en zijd verspreidt. Ja zelfs de afstand Hermon - Jeruzalem overbrugt. Van de dauw van de Hermon gaan dorre Sionstoppen groeien en bloeien. Te denken valt hier aan de lelie van de liefde. Zo is het ook met de broederlijke liefde. Vóór alles is zij gave. Zij komt van Boven. Van de grote Hogepriester, Die meer is dan Aaron, omdat Hij uitnemender bediening gekregen heeft. Hij kwam van hoog naar laag. Hij heeft de brug van de liefde gelegd, over de oneindige afstand tussen God en deze liefdeloze wereld. Zijn liefde daalt zo diep, ' zo laag, dat zij terecht komt in de onderste regionen. In de laagvlakte van ons bestaan, waar tollenaars, zondaars, hoeren en moordenaars zich ophouden. In het kruis van Golgotha bereikt Gods liefde haar diepte-en haar hoogtepunt. Alleen wie echt met deze liefde in aanraking komt, erdoor bediend, bedauwd en gezegend wordt, kan liefhebben met broederlijke liefde. Ziet hoe goed en hoe liefelijk het is dat wij een Broeder hebben, die zo laag wilde afdalen, dat Hij de mensen gelijk geworden is. Van zo hoog naar zo laag. Hij was Gode evengelijk en is de mensen gelijk geworden, uitgenomen de zonde. Hij heeft Zichzelf vernederd tot in de dood van het kruis.

Nu er echte liefde tussen God en mens weer mogelijk is en die twee in Christus verzoend zijn, nu kan er ook wat van liefde, zoals in deze Psalm bezongen, terecht komen. En rriocht iemand gedacht hebben: dit zal wel een luchtig stukje worden, nu het gaat om de hef de, ik hoor liever iets over bekering, over de rechtvaardiging, over de wedergeboorte, dan moet hij z'n ogen maar niet sluiten voor de inhoud van dit lied. Voor de Hef de die te zien is.

Hoe kom ik aan die liefde?

Toch zeker niet anders dan door wedergeboorte en bekering, door het sterven van de oude en de opstanding van de nieuwe mens. Door de rechtvaardiging van de goddeloze. Het punt waarop God door de Hei­ lige Geest Zijn liefde uitstort in je hart. Liefde, deze liefde althans is ook totaal iets anders dan een soort van zelfbewerkte heiligmaking. Liefde van het merk , , eigen fabrikaat" houdt het niet uit en hou je niet vol. Het is niet: recht je rug, nu zullen wij eens wat aan die liefde gaan doen en dan zul je eens wat zien. Geen ideaüstisch humanisme, hef zijn voor elkaar. Geen medemenselijkheid voor Gods liefde laten gelden, waar de vergeving en de verzoening helemaal uitgeraakt is. Helaas leert de ervaring, dat zij die beweren dat ze zo lief zijn op het punt van de liefde vaak niet thuis zijn. Dat komt omdat liefhebben zoals God het bedoelt geen vanzelfsprekende zaak is, maar het wonder van een wedergeboren hart. Het is oneindig meer dan houden-van, sympathiek en aardig vinden. Aardig zijn in onze eigen kring onder geestverwanten en partijgenoten, dat gaat vanzelf. Nu ja... In elk geval daar hoefje niet voor wedergeboren te zijn. Dat kun je tot op zekere hoogte zonder de hefde van Christus in je hart nog wel een beetje klaarspelen. Maar Jezus geeft en vraagt dure liefde. Liefde tot onwaar digen, tot goddelozen, tot vijanden. Alleen met Zijn geschonken liefde komt de liefde van Psalm 133 tot haar recht.

De omvang van de liefde

Wie er weet van heeft dat de Heilige Geest de liefde Gods uitstort in onze harten, die heeft, zegt de apostel Johannes, de zalving van de Heilige. Die is gezalfd om te zalven, gered om te redden, bemind om te beminnen. Bracht ons zoeven Psalm 133 op Golgotha, van Golgotha neemt zij ons mee naar de Pinksterdag. Psalm 133 is dan ook klein-Pinksteren. Op de grote Pinksterdag komt er een hefde openbaar die gezien mag worden. Kijk er nog maar eens goed naar. Ziet, daar in Jeruzalem hoe goed en hoe hefelijk het is dat broeders ook samenwonen. Ze waren eendrachtig bijeen. Niemand ontbreekt, niemand gelooft er op z'n eentje; niemand zegt: jij gaat mij niet aan. Niemand laten ze links liggen. Niemand neemt de maat hoe ver iemand anders wel is. Ze waren gezalfd met de Geest en onder tekenen van vuur, lovend 's Heeren liefdegloed. Bloei en groei deden zich voor. Geurig en fleurig. Want drieduizend mensen worden er gedoopt, verfrissender kan het niet. De ene broeder en zuster deelt met de ander. Wat? Geloof, hoop en liefde. Maar ook geld en goed, vreugde en verdriet. Ze lieten elkaar met de ellende en armoe niet opgescheept zitten. Ze werden metterdaad huns broeders hoeders. Ze deelden goed en bloed. Ze brachten het Evangelie aan de verraders en moordenaars van Christus. Ziet hoe goed en hoe liefelijk.

Is dat niet bijzonder? Waar de liefde van Christus als een dauw op je ziel daalt, daar heb je geen vijanden meer. Althans niet van jouw kant. Daar kan het lijden: Heb uw vijanden lief, zegent ze die u vervolgen, zegent en vervloekt niet. En de Pinkstergemeente van die tijd viel zo op, dat de buitenwacht zei, wat we in deze Psalm horen zingen: Ziet hoe lief zij elkaar hebben. De Heere Zelf komt er aan te pas om die hefde met Zijn zegen te kronen. De hefde is het enige redmiddel om gebroken relaties te herstellen. Je huwelijk tot een hefdevol gebeuren te maken. Een stukje hemel op aarde, om er van te genieten. Je kleine en je grote kinderen laat je delen in het geschenk van de liefde. Broers en zusters gaan heel anders met elkaar om. Leven zoekt leven. En liefde zoekt de laagste plaatsen. De zegen is dat het geloof door de liefde werkende is. Ik vraag u of de praktijk van deze Psalm zonder te vergeestelijken niet geestelijk genoeg is. Let nog even op het woordje , , ook" aan het begin. Weet u wat dat zeggen wil? Dat het zichtbaar wordt in je leven. Dat we het niet bij woorden laten, maar Hefhebben met de daad en in waarheid. Het woordje , , ook" maakt het duidelijk naar de wereld en naar elkaar toe. Wat? Dat we uit de dood zijn overgegaan in het leven als we de broeders hefhebben. Nu hoop ik niet dat u na lezing van dit stukje zegt: Daar kunnen we het weer mee doen, zonder er ook maar echt iets aan te doen. Tenslotte: hoe ver u in de liefde gaan moet? Hieraan hebben wij de hefde gekend, dat Christus Zijn leven gesteld heeft voor de wereld en wij zijn schuldig voor de broeders het leven te stellen. Nou, dan mag je wel volmaakt zijn in de liefde. Het is heel anders. Veel bevrijdender. Gods liefde is in ons volmaakt.

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1996

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Lofzang op de liefde

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 13 september 1996

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's