Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De staf een teken

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De staf een teken

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

En Mozes nam de staf Gods in zijn hand. Exodus 4 : 20b

Is het u weleens opgevallen hoeveel mensen we in de bijbel ontmoeten die, wanneer ze geroepen worden tot een hoge taak, allerlei bezwaren aanvoeren? Als Gideon wordt geroepen om zijn volk aan te voeren in de strijd tegen de Midianieten, dan zegt hij: dat kan ik niet. Als Saul gezalfd moet worden tot koning is hij nergens te vinden. Jeremia zegt: Heere, ik kan niet spreken, ik ben te jong. En Jona zegt helemaal niets, die slaat op de vlucht.

Het is toch eigenlijk geen wonder dat mensen terugschrikken voor zo'n grote opdracht? Vraag het maar aan mensen die geroepen worden tot het ambt. Die zeggen ook dikwijls: dat kan ik niet, daar heb ik geen capaciteiten voor.

Maar dan vergeten we één ding: dat de Heere, als Hij iemand roept, er ook de kracht, de bekwaamheid bij geeft. Hij Die u roept is getrouw. Die het ook doen zal.

We zien dat ook bij Mozes. Ook hij is door God geroepen. Ook hij heeft duizend en één bezwaren. Maar tenslotte worden al die bezwaren overwonnen en neemt hij de staf Gods in zijn hand.

De staf een teken

1. Van Israels onmacht

We ontmoeten hier een volk in de verdrukking. Het nageslacht van Abraham, Izak en Jakob is een slavenvolk geworden. Israël ligt gebukt bij tichelstenen neer en moet z'n juk dragen.

Bovendien dreigt voor dat volk de totale vernietiging. Want Egypte voelt zich bedreigd en daarom moeten alle pasgeboren jongetjes gedood worden. Ethnische zuivering, noemen we dat tegenwoordig...

En een leider, een bevrijder heeft het niet. Het heeft er zelfs niet om gevraagd...

Zullen we de lijn even doortrekken? Er is een volk dat van de vrijheid in de slavernij terechtgekomen is. Vrije mensen zijn slaven geworden van de duivel en van de zonde. En van hun kant geen uitzicht op redding. Niets voor ogen dan de ondergang.

Eeuwen later wordt de vraag gesteld: wat moeten we dan voor een Middelaar en Verlosser zoeken? Want niemand van hen kon immers zijn broeder verlossen? Het is van God uitgegaan. HIJ heeft het initiatief genomen.

Net als hier in Egypte. God is opgestaan met gunstige gedachten. Het kind van Amram en Jochebed, dat de verdrinkingsdood had moeten sterven, is in leven gebleven. Door een wonder van de dood gered. Zo werkt de Heere, door de onmogelijkheid heen. Want het is niet vanzelfsprekend dat Israël een verlosser krijgt.

Wanneer in de volheid des tijds dè Verlosser wordt geboren, dan mag ook HIJ niet blijven leven. Boven Zijn hoofd hangt dreigend het zwaard van Herodes. En zo klein als Hij is moet Hij vluchten naar Egypte. Zo bereikt de Heere Zijn doel dwars door alle tegenstand heen. Zo worden wij mensen aan de kant gezet. Opdat we uit de grond van ons hart zouden kunnen zingen: Onze Koning is van Israels God gegeven.

In Israël is de verlosser al lang geboren, maar er is nog niemand die het weet. Blijkaar heeft de Heere alle tijd. Pas wanneer ozes 80 jaar is wordt hij tot zijn hoge taak eroepen. Maar nu heeft Mozes allerlei bewaren. En dan vraagt de Heere: Mozes, at heb je daar in je hand? Een staf, zegt ozes. Gooi die maar op de grond. En dan ordt die dode staf een levende slang. Moes is er bang van, hij wil weglopen. Niet oen, Mozes, grijp die slang bij haar staart! at is natuurlijk het domste wat je kunt oen. Bij de kop grijpen, dat zou nog kunen, dan heb je de meeste kans dat die slang iet bijt... Maar bij de staart! Dan kronkelt at beest en je wordt gebeten. Gegaraneerd.

Zo gevaarlijk, zo onmogelijk is de taak ie Mozes opgelegd krijgt. De Heere laat aar geen onduidelijkheid over bestaan. ij zegt niet: Och, die taak valt wel mee, je unt dat wel aan . Maar de Heere stelt de aak niet gunstiger voor dan ze is. Mozes, ie gevaarlijke slang, Egypte, moet je beetakken. Die slang die Mijn volk in haar reep heeft en dreigt dood te bijten.

Nu staat Mozes, nu staat heel Israël, eerloos tegenover die gevaarlijke slang. en volstrekt hopeloze situatie.

Zijn er in uw leven weleens zulke vervaarlijke monsters geweest, die dreigend op u afkwamen? De staf waarop we leunen kan van het ene moment op het andere in een slang veranderen. Je goede gezondheid, je gave huwelijk, je bloeiende zaak. Zomaar ineens is er een kink in de kabel. En je staat machteloos, niet wetend wat je moet doen. Je zou, net als Mozes, hard weg willen lopen.

We kunnen nog verder gaan. We zijn niet alleen in gevaar om gebeten te worden, het gif zit al in onze aderen. Gif dat niet onschadelijk gemaakt kan worden. En die oude slang gaat maar rond, zoekend wie hij zou kunnen verslinden... En we staan machteloos en weerloos. Wij zijn toch zwak, zijn sterkte is groot, dus zijn we elk ogenbhk in nood...

De staf een teken

2. Van Mozes' volmacht

Mozes moet de staf in zijn hand nemen. Dezelfde staf waarvoor hij op de loop wilde gaan... Die staf zal het teken, het symbool zijn, van de volmacht die hij krijgt.

Mozes heeft op allerlei manieren geprobeerd onder die opdracht uit te komen. Dat kunnen we wel begrijpen. We verzetten ons allemaal weleens tegen de weg die we moeten gaan, tegen de taak die ons opgelegd is.

Een stap verder nog. We worden allemaal geroepen de Heere te dienen. Maar wie heeft daar zin in? Wie verzet zich daartegen niet? We hebben allerlei verontschuldigingen bij de hand om aan die roeping te ontkomen. Ik ken er maar EEN Die Zich nooit tegen Zijn taak heeft verzet. Die volkomen gewillig was om Gods weg te gaan en Zijn werk te doen. Het was Zijn spijs, zegt Hij Zelf, het was eten en drinken voor Hem te doen de wil van Hem Die Hem gezonden had. En aan het eind van Zijn leven en lijden horen we Hem zeggen: Ik heb voleindigd het werk dat Gij Mij gegeven hebt om te doen.

Dat Gods werk doorgaat en dat Mozes toch die staf in zijn hand neemt is alleen maar te danken aan Hem Die nooit ongehoorzaam is geweest, maar altijd de wil van de Vader heeft gedaan.

Want wanneer Mozes naar zichzelf blijft kijken, dan kan het inderdaad niet. Dan is er tussen zijn bezwaren geen speld te krijgen! Maar de Heere zegt: Mozes, je hoeft het niet te doen in eigen kracht. Als je Mijn bevel maar opvolgt, als je Mijn stem maar gehoorzaam bent, dan gaat het vanzelf. Waarover moeten we ons meer verwonderen, over het hardnekkig verzet van Mozes of over de lankmoedigheid van de Heere?

Dat eerste vinden we wel terug bij onszelf. We spartelen zo lang mogelijk tegen. Als de roepstem van de Heere in ons leven komt, dan zijn we te jong, of we willen eerst nog wat van het leven genieten, of we willen de zonde niet loslaten, of we willen onze eigengerechtigheid niet kwijt... Als de Heere zegt heden, dan zeggen wij morgen.

Maar wanneer die tegenstand gebroken wordt, dan zijn we verwonderd over onszelf. Wat heeft de Heere een geduld met me gehad en hoe heb ik me toch zo lang kunnen verzetten?

Hij maakt, zegt onze belijdenis, dat de wil die dood was levend wordt en dat die niet wilde nu metterdaad wil, en die wederspannig was gehoorzaam wordt.

Mozes is ook gehoorzaam geworden. Hij neemt de staf in zijn hand waarmee hij voor de farao zal staan. De staf als teken van zijn volmacht.

De staf een teken

3. Van Gods Almacht

Want die staf, die Mozes in zijn hand neemt, is een slang geweest. En die slang heeft Mozes bij de staart gegrepen. Hoe heeft hij dat toch kunnen doen? Enkel op het machtswoord van de Heere.

Anders had hij het toch nooit gekund? Het was een echte slang, een sissende kronkelende slang. Mozes moest niet een dood stuk hout beetpakken, maar een levende slang.

En hij heeft het gedaan. Terwijl hij toen nog niet wist dat die slang in zijn handen weer een staf zou worden. Hij had alleen maar te gehoorzamen.

Dat is nu geloof. Het wagen met het Woord alleen. Hoe het moet en hoe het zal gaan weet ik niet, maar de Heere zegt het, en dat is genoeg.

En dan ziet Mozes tot zijn verwondering dat die kronkelende slang in zijn hand weer tot een staf wordt.

Die staf neemt Mozes in zijn hand. Als teken van zijn gehoorzaamheid aan de Heere, van zijn vertrouwen op de Heere. Want die staf is natuurlijk maar een stuk hout. Het gewone attribuut van een herder. Het zal wel dezelfde staf zijn waarmee hij de kudde van zijn schoonvader heeft geweid.

Die staf behoort bij degene die hem draagt. Die is een getuige van de tocht die men gemaakt heeft. Van alle wederwaardigheden onderweg.

Nu gaat Mozes die staf opnemen als teken van zijn leiderschap over de kudde van God, het volk Israël. Hij moet zich niet schamen voor zijn afkomst, hij was maar een gewone herder die een staf droeg.

De Heere bedient Zich van eenvoudige middelen. Samgar versloeg 600 Filistijnen met een ossestok. Simson versloeg duizend man met een ezelskinnebak. En de Heere Jezus gebruikte slijk om de ogen van een linde te openen.

Zo neemt ook Mozes de staf in zijn hand. en gewone herdersstaf, maar die op het evel van God een slang werd en vervolgens eer een staf.

Het is dus niet zomaar een staf, het is de taf GODS. De staf deed het wonder niet, et is God Die wonderen werkt. Van de staf eeft Mozes niets te verwachten, van zijn od mag hij alles verwachten.

Met U loop ik door een bende en met ijn God spring ik over een muur. Zonder ij kunt gij niets doen. Maar ik vermag ale dingen door Christus Die mij kracht eeft.

De staf is voor Mozes het teken dat de Heere zal doen alles wat Hij gesproken heeft. Hij heeft niets anders te doen dan die staf op te heffen. De Heere Zijn eigen Woord voor te houden.

En dan zullen er wonderen gebeuren. Dan zal Mozes zijn staf opheffen en het water zal bloed worden. En nog een keer en het stof wordt tot luizen. Als Mozes zijn staf omhoog houdt komen de plagen over Egypte.

De verharde koning en het trotse volk moeten buigen, niet voor die staf, maar voor de Almacht van God Die deze staf gaf tot een teken.

En straks, wanneer het volk staat voor de Rode Zee - weer zo'n onmogelijkheid - dan zal Mozes opnieuw zijn staf opheffen en het water zal wijken. En als Amelek optrekt tegen Israël zal Mozes de staf omhoog houden naar de hemel en Israël is aan de winnende hand.

Zulke grote dingen gebeuren er, wanneer we Gods weg mogen gaan, in gehoorzaamheid en in afhankelijkheid.

Zien we alleen op onszelf, dan eist de Heere het onmogelijke van ons. Maar mogen we van onszelf afzien, en alles verwachten van Hem, dan kan het en dan zal het.

Dan grijpen we de slang bij haar staart omdat de Heere het zegt. Want HIJ heeft immers op Golgotha die oude slang de kop vermorzeld? En wie in het geloof op Jezus ziet, die vreest niet voor die sissende slang, en niet voor de farao en zijn machtige leger.

Die zegt, net als koning Josafat, als hij staat voor een overmacht van vijanden: Heere, in ons is geen kracht, maar onze ogen zijn op U.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1996

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

De staf een teken

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 15 november 1996

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's