Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Liturgische verwarring

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Liturgische verwarring

6 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

Wanneer ik mijn ogen dichtdoe zie ik het nóg voor me. Het begin van de kerkdienst in mijn geboorteplaats, nu zo'n halve eeuw geleden. De voorlezer/voorzanger nam plaats achter zijn lessenaar en gaf de eerste psalm op. De organist zette in en terwijl de gemeente de eerste regel zong daalde de kerkenraad het trapje af, de consistoriekamer uit en de kerk in. Tijdens het zingen deden de broeders hun stil gebed in de kerkenraadsbank en de dominee aan de voet van de kansel. De voorlezer vervolgde zijn taak met het lezen van de Wet des Heeren en het Schriftgedeelte en pas dan kwam de dominee aan het woord met het uitspreken van het votum en de groet.

Ik herinner me nog dat kort na de oorlog de volgorde werd omgekeerd. Meteen na de voorzang sprak de predikant het votum en de groet uit en kondigde hij zelf Wets-en Schriftlezing aan om vervolgens te gaan zitten en met de gemeente te luisteren naar de voorlezer.

Met het afschaffen van het instituut- voorlezer werd in de meeste gemeenten gekozen voor een andere volgorde. Eerst kwam kerkenraad en predikant binnen en na het stil gebed werden terstond votum en groet uitgesproken, waarna de dominee de eerste psalm opgaf. Deze orde van dienst was tot voor kort in vele gemeenten de gangbare, en in sommige is zij dat nóg.

Verandering

„Alles woelt hier om verandering" zong de dichter Rhijnvis Feith in zijn melancholieke Oudejaarsavondüed... Want waar het vandaan gekomen is weet ik niet, maar de ene gemeente na de andere heeft ervoor gekozen vóór de dienst te gaan zingen. Soms één vers, soms twee. Dat kan het vers zijn dat de kinderen van de zondagsschool moeten leren, het is ook mogelijk de psalmen gewoon op volgorde te zingen, zodat ze tenminste allemaal een keer aan de beurt komen, ook die psalmen die in de dienst zelden worden opgegeven.

Allerlei variaties zijn hier mogelijk. In de ene gemeente wordt er gezongen terwijl de kerkenraad nog in de consistorie is. Het gebeurt ook dat de kerkenraad eerst binnenkomt, compleet met predikant en dat allen plaats nemen in de bank. Dan wordt het lied gezongen waarna de ouderling van dienst de predikant naar de kansel geleidt. Soms gaat het grootste deel van de kerkenraad naar binnen om met de gemeente mee te zingen en blijft de predikant met de ouderling van dienst achter in de consistoriekamer. En soms komt de hele kerkenraad al zingende binnen - men spreekt dan hoogliturgisch van , , introïtus-lied" - waarmee we weer terug zijn bij af, want zo ging het vijftig jaar geleden ook al. Waaruit maar blijkt dat je, als je twee moden achterloopt, weer gelijk bent...

Aangezien ik sinds kort weer , , rondreizend prediker" ben vraag ik meestal in de consistoriekamer: , , Hoe zijn julUe het hier gewend? " Want het is overal weer anders, en soms verandert het ter plaatse ook nog...

Motieven

Er zijn natuurlijk in de wereld en in de kerk belangrijker dingen, en we moeten er zeker geen principiële waarde aan toekennen. Daarom zal ik me ook wel wachten om over al deze variabele gebruiken een oordeel uit te spreken. Vooral als gastpredikant heb ik me niet te bemoeien met binnen-gemeentelijke aangelegenheden en pas ik me aan aan de plaatselijke gang van zaken.

Ik vind wèl, als je iets doet, dat je ook moet weten waaróm je het zo doet. En helaas heb ik soms de indruk dat er aan de meeste van deze gewoonten en gebruiken nauwelijks motieven ten grondslag liggen. Men heeft het ergens anders meegemaakt en men vond het wel mooi. Maar men heeft zich niet gereaUseerd of het wel juist was...

Om een voorbeeld te noemen, de zogenaamde intochtspsalm zingen terwijl kerkenraad en predikant in de bank zitten is natuurlijk uit liturgisch oogpunt een flop. Je kunt dat gerust doen, maar dan moet je het in geen geval een „ introïtushed” noemen.

Polarisatie

Tot zover is er eigenlijk niets aan de hand. Wèl of niet zingen voor de dienst, met de kerkenraad erbij of met de kerkenraad in aantocht, staande of lopende, het zijn allemaal marginale kwesties.

Waar gaat het dan fout? In gemeenten waar men de bijzaken tot hoofdzaken promoveert. En wie niet helemaal een vreemdeling is in kerkelijk Jeruzalem kan weten dat dit gevaar niet denkbeeldig is. In elke gemeente is tegenwoordig wel een behoudend en een vooruitstrevend gedeelte. Autochtonen en allochtonen. Mensen die alles bij het oude willen laten, en mensen die altijd uit zijn op vernieuwing. En naarmate de ene groep meer opschuift naar rechts, naar die mate kiest de andere groep naar de hnkerzijde - met excuus voor die aanduidingen - en omgekeerd. Dan heb je de zozeer gevreesde polarisatie in huis. Jawel, in het huis des Heeren! En ik denk toch niet dat dit de bedoeling kan zijn...

Wanneer in een gemeente de ene flank tegenover de andere komt te staan, alleen om zulke futiliteiten - en dit is niet een academische kwestie! - dan moet er aan beide zijden een rood lampje gaan branden. Dan is het hoog tijd om met elkaar rond de tafel te gaan zitten en de vraag aan de orde te stellen: zijn we nu wel goed bezig?

Ik zeg hiermee niet dat dan alles maar moet blijven zoals het was, evenmin dat een kerkenraad maar moet toegeven aan elke drang tot verandering en vernieuwing. Ik zou wel willen adviseren met elkaar in gesprek te komen en te blijven. Want het kan écht niet lijden dat er, terwille van onbeduidende zaken, scheuren ontstaan in de gemeente die naar de Naam van Christus is genoemd.

Hoofdzaak en bijzaken

Omdat ik van kerkenraden en soms ook van collega's weleens iets hoor ben ik over deze dingen gaan nadenken. En ik heb me afgevraagd: waar komt dat toch vandaan, die verwarring over zulke onbelangrijke kwesties? Wanneer we samen staan voor de hoofdzaak - en dat is toch de Gereformeerde leer en prediking? - kunnen we dan elkaar in de bijzaken niet meer vinden?

Of - ik vraag maar - zit het juist op de hoofdzaak vast? Weten we niet goed meer waar het in leer en prediking om gaat, en zoeken we het daarom in zulke marginale kwesties?

Jaren geleden - ik was zelf nog geen predikant - heb ik eens een dominee horen zeggen: , , Ik zal het niet doen, maar ik zie kans om in de preek een aantal ketterijen te verkondigen, zonder dat er iemand in de gemeente is die het merkt; als ik maar een paar bekende kreten slaak, en als er maar geen enkele verandering in de liturgie wordt aangebracht”.

Je kunt de zaak met evenveel recht ook omkeren. Zeg van de kansel wat je wilt, als het verder in de dienst maar vlot en gezellig toegaat.

Wanneer het er zó bijstaat, zouden we dan met elkaar op de goede weg zijn? Of is het de hoogste tijd dat we ons weer gaan bezinnen op wat Paulus schrijft in zijn brief aan Timotheüs: , , Opdat gij weet hoe men in het huis Gods moet verkeren”?

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Liturgische verwarring

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 24 januari 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's