En Deze zal Vrede zijn...

BIJBELSTUDIE

„Daarom zal Hij hen overgeven tot de tijd toe, dat zij, die baren zal gebaard hebbe; dan zullen de overigen van Zijn broeders zich bekeren met de kinderen Israels. En Hij zal staan en zal weiden in de kracht des HEEREN, in de hoogheid van de Naam des HEEREN zijns Gods en zij zullen wonen, want Hij zal groot zijn tot aan de einden der aarde. En Deze zal Vrede zijn". (Micha 5 : 2—4a)

Vrede...! Hoe kan het hart ernaar verlangen. Allereerst, naar waarachtige verzoening en vrede met Gód. Dat het goed, werkelijk goed is tussen Hem en ons. Dat we met Paulus mogen belijden: , Wij dan gerechtvaardigd zijnde uit het geloof hebben vrede bij God door onze Heere Jezus Christus" (Rom. 5:1). Maar dat van daaruit ook waarachtige onderlinge vrede opbloeit. Geen twist meer. Geen wrok meer. Laat staan oorlog, haat, geweld en bloed vergieten. Maar waarachtige eenheid en Hef de: , Ai ziet, hoe goed, hoe lieflijk is 't dat zonen/van 't zelfde huis als broeders samenwonen"! Een onbereikbaar ideaal? Nee, zegt Micha, hier zal nu de Messias, de Christus Gods zorg voor dragen. Want , , Deze zal Vrede zijn...”!

Het beloofde Vrouwenzaad

De verzen, die uitmonden in deze belijdenis, sluiten nauw aan bij het voorafgaande. Daarin hoorden we, dat de ondergang voor Juda en Jeruzalem onafwendbaar is. Vijandelijke legers zullen Juda binnenvallen en Juda's koning zal , , met de roede" op , , het kinnebakken" worden geslagen (4 : 14).

Beeld voor grote verachting en vernedering. De koning en zijn volk zullen volstrekt vernederd worden en worden weggevoerd in ballingschap. Dwars door dat oordeel heen zal God Zijn volk echter toch weer herstel bereiden. Verlossing. Heil. De Messias zal komen en Hij zal Israël bevrijden en verlossen. Micha mocht de bazuin aan de mond zetten en profeteren, hoe Hij op Gods tijd uit Bethlehem zou voortkomen: , En gij, Bethlehem Efratha, zijt gij klein om te wezen onder de duizenden van Juda? Uit u zal Mij voortkomen. Die een Heerser zal zijn in Israël" (5 : 1).

In nauwe aansluiting hierop klinkt het nu vervolgens in vs. 2: , , Daar om zal Hij hen overgeven tot de tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard heeft..."! , , Daarom..."! Dat is: omdat eenmaal uit Juda's stam de Messias zal voortkomen. Omdat God in de toorn toch gedenkt aan Zijn ontfermen. Daarom zal Israels vernedering niet altijd duren. Zeker, Hij zal hen ..overgeven". Overgeven in de hand van de vijand. Als een gericht over hun zonde en afval van Hem. En toch, Hij zal Zijn volk niet eindeloos kastijden. Integendeel, Hij stelt er paal en perk aan. Want, zegt Micha, dat overheerst worden door vreemde machten zal duren, , , tot de tijd toe, dat zij, die baren zal, gebaard heeft..."! Dan zal een nieuw tijdperk aanbreken. Een nieuwe eeuw en een nieuwe bedeling. Een tijdperk van heil, verlossing en vrede.

Het zal duidelijk zijn, dat met de uitdrukking , , zij, die baren zal" een moederfiguur is bedoeld. Het ziet in dit verband op de moeder van de beloofde Heerser uit vs. 1. Dus: p de moeder van de Messias. Het is de vrouw, uit wie de beloofde Verlosser zal voortkomen. Deze vrouw, deze moeder speelt in de adventsprofetie een belangrijke rol. Denk bijv. ook aan dat bekende woord van Jesaja, Micha's tijdgenoot: , Ziet, een maagd zal zwanger worden en zij zal een Zoon baren en Zijn Naam Immanuël heten" (Jes. 7 : 14 vgl. ook Gen. 3:15). Intussen, hoe heerlijk is deze belofte vele eeuwen later vervuld, toen Maria bevrucht werd door tussenkomst van de Heilige Geest en zij in de Kerstnacht haar eerstgeboren Zoon baarde (Lk. 2:7). Toen nam dit woord van Micha vlees en bloed aan in de geboren Zaligmaker. Toen was het tijdstip daar, waarop het mocht klinken: , Ziet, ik verkondig u grote blijdschap, die al den volke wezen zal, nl. dat u heden geboren is de Zaligmaker, welke is Christus, de Heere in de stad Davids" (Lk. 2 : lOv).

Verdrukking, vernedering voor Israël tot op de tijd, , , dat zij, die baren zal, gebaard heeft..."! Toen kwam Hij, Die beloofd was aan Abraham, Izak en Jakob. De beloofde Verlosser. De grote Zoon van David, van Wie Gabriel mocht verkondigen: , En God, de Heere zal Hem de troon van Zijn vader David geven. En Hij zal over het huis van Jakob Koning zijn in eeuwigheid en aan Zijn koninkrijk zal geen einde zijn" (Lk. 1 : 32—33). Kortom, met Zijn geboorte brak een nieuwe tijd aan. Een nieuwe dag. De dageraad van het heil. Willen we echter in dat heil delen, dan is het wel zaak, dat we ons in de kracht van Zijn Geest tot Hem bekeren. Hem in het geloof omhelzen en ons ook daadwerkelijk door Hem laten leiden en regeren!

De eenheid hersteld

Wanneer de Messias komt, zullen er grote dingen gebeuren. Micha zegt: , Dan zullen de overigen van Zijn broeders zich bekeren met de kinderen van Israël..."! Bij zijn ..broeders" moet u krachtens het verband hier in het bijzonder denken aan het Tweestammenrijk van Juda. De Christus stamt immers uit hen, nog preciezer: it het huis van David. Hij is vlees van hun vlees en been van hun been. Helemaal één geworden met hen. Uit hen voortgekomen. Wat een wonder! Hij, Wiens uitgangen zijn van ouds, van de dagen der eeuwigheid (vs. 1) is hen in alles gelijk geworden, uitgenomen de zonde en schaamt Zich niet hen ..broeders" te noemen (Hebr. 2 : 11).

We dienen er overigens op te letten, dat hier sprake is van de ..overigen" van Zijn broeders. Weer die gedachte aan een heilige rest. Het gaat hier om hen, die door het oordeel heen gered zullen worden. Als de Messias komt, geldt van hen: e zullen „zich bekeren"! Anderen vertalen: e zullen wederkeren. En bedoeld is dan: it de verstrooiing en de verdrukking wederkeren tot het beloofde Land. Een terugkeer, waar de geestelijke wederkeer tot de HEERE in ieder geval nauw mee verbonden is (J. Ridderbos). De Statenvertalers kiezen voor de vertaling: ich bekeren. Dat is: ederkeren tot de Heere! M.a.w.: ls de Messias komt, zullen ze hun zondige wegen verlaten en wederkeren tot hun God. In ootmoed en berouw buigen aan Zijn voeten en zich opnieuw aan Hem en Zijn dienst toewijden. De apostelen getuigen: , Deze heeft God verhoogd tot een Vorst en Zaligmaker om Israël te geven bekering en vergeving der zonden" (Hand. 5 : 31).

Tegelijk zal dan ook de onderlinge eenheid onder het volk weer hersteld worden. Immers, Zijn broeders zullen zich bekeren, of wederkeren ..met de kinderen van Israël". Bij deze laatsten dienen we in het bijzonder te denken aan de inwoners van het Tienstammenrijk. In Micha's dagen is het volk van Gods verbond nog smartelijk verdeeld. Er is het Twee-en het Tienstammenrijk. En hoewel „broeders naar het vlees" staan die twee rijken elkaar toch naar leven. Soms zelfs met behulp van heidense vorsten. Maar, zo verzekert Micha, komt de Messias, dan zullen beiden zich bekeren tot de Heere en onder Zijn scepter zullen ze weer tot één volk worden samengesmeed. Later sprak Christus - en daarbij had Hij naast Israël ook de heidenen op het oog: , En het zal worden één kudde en één Herder" (Joh. 10 : 16).

Er is vandaag ontzaglijk veel te doen over kerkelijke eenheid. Denk aan Samen op Weg. Denk aan de pogingen van het Contact Orgaan voor de Gereformeerde Gezindte. Maar als uit Micha's profetieën iets duidelijk wordt, dan wel dit: waarachtige eenheid ontstaat alleen daar, waar wederkeer is tot Gód! Waar alle eigen hoogheid en dwaasheid wordt afgelegd en Christus in het middelpunt komt. Waar berouw is en verootmoediging, gepaard met hartelijke geloofsomhelzing van Christus. Waar alles wat de gemeenschap met God en elkaar in de weg staat uit het midden wordt weggedaan en wederkeer is tot de fundamenten door Hem gelegd en tot de inzettingen door Hem gegeven. Daar alleen ontstaat waarachtige eenheid. Waar dat ontbreekt, daar is alle eenheidsstreven op zijn best gerommel in de marge en op zijn slechtst valse oecumene. En daarom: Kom, Schepper Geest, doorwaai onze hof...!

Herder in Gods kracht

Niemand dan alleen de beloofde Messias zal dat kunnen bewerken. Want , , Hij zal staan en weiden in de kracht des HEEREN en in de hoogheid van de Naam des HEE­ REN". Kortom: als een Herder zal Hij zijn (vgl. o.a. Ezech. 34, Joh. 10). Wat de herder is voor zijn kudde, zal Hij zijn voor Zijn volk. En dat in volmaakte zin. Helemaal gericht op de eer van Zijn Vader en het heil van Zijn kudde. Micha zegt: Hij zal , , staan" en „weiden in de kracht des HEE­ REN . Woorden, die kracht, fierheid en aktiviteit uitstralen. Hij zal aangegord worden met kracht uit de Hoogte. Gods Geest zal Hem vervullen en bezielen. In Zijn kracht zal Hij optreden onder het volk. Spreken en wonderen doen. Maar ook: Zijn leven geven tot een verzoening voor de zonde en op de Paasmorgen opstaan uit de dood. Samenvattend: in de , , kracht des HEEREN" zal Hij zonde, duivel en dood overwinnen. Zijn kudde verlossen uit de hand van de vijand en al Zijn schapen eeuwig thuisbrengen.

Tegelijk geldt: ij zal staan en weiden , , in de hoogheid van de Naam van de HEE­ RE, zijn God"! Gods , , Naam" is Zijn wezen. In Zijn Naam openbaart Hij Zichzelf. Kortom: ijn Naam is Zijn Zelfopenbaring. Dat betekent hier: n deze Herder staan we oog in oog met God Zelf. Paulus zal het later zeggen: , In Hem woont al de volheid der Godheid lichamelijk" (Kol. 2 : 9). Terwijl Hij Zelf zal getuigen: , Wie Mij gezien heeft, heeft de Vader gezien" (Joh. 14 : 9). Kortom: ie Hem ontmoet, ontmoet God Zelf. Hij is niemand minder dan God geopenbaard in het vlees (1 Tim. 3 : 16). Hoezeer hebben we daarom voor Hem te buigen en dienen we ons door Hem te laten regeren. Want wie heeft zich ooit tegen God verzet en vrede gehad? Niemand! Anderzijds, wie Hem in het geloof mag omhelzen, zal ontdekken, dat Hij Immanuël is, God met ons. De Herder, Die ons met God verzoent en ons voor eeuwig doet delen in Diens Vaderlijke hoede en zorg.

Hoe goed is het onder Zijn scepter. Micha zegt: , , en zij zullen wonen, want nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde" (vs. 3b). M.a.w.: onder Zijn heerschappij zal Israël rust en vrede kennen. Zij zullen , , wonen". Niet langer verstrooid zijn onder de volken. Niet langer dolen als schapen, die geen herder hebben. Maar , , wónen" in het land, dat God Abraham, Izak en Jakob gezworen heeft. Rust, vrede en veiligheid zal hun deel zijn. Geen vijand zal hen meer verschrikken, want „nu zal Hij groot zijn tot aan de einden der aarde". „Nu", dat is: als die heilstijd aanbreekt. Dan zal Hij , , groot" zijn. Groot van macht. Groot in heerlijkheid. Allen en alles overtreffend. Bovendien, Zijn macht en heerschappij zullen zich uitstrekken tot aan de einden van de aarde. U bemerkt: als vanzelf worden hier reeds de contouren zichtbaar van het Messiaanse Vrederijk, waar ook Jesaja veelvuldig van heeft gezongen (vgl. o.a. Jes. 11).

Vredevorst

Micha vat het tenslotte alles samen in die ene belijdenis: , , En Deze zal Vrede zijn"! Vrede. Niet slechts in de zin van: afwezigheid van oorlog. Nee, in het grondwoord (sjaloom) ligt een herinnering opgesloten aan het verloren paradijs. Waar alles goed, heel en volkomen was. Waar de vrede Gods alles en allen doortrok. Deze vrede is door de zondeval verloren gegaan, maar keert in de Messias weer terug. Micha profeteert: , , En deze zal Vrede zijn"! Welk een heerlijk perspectief. Hij doet zondaren weer delen in de vrede met God. Hij herstelt ook de onderiinge vrede. Ja, Hij zal zelfs Gods schepping weer in deze vrede laten delen.

En Deze zal Vrede zijn! Leeft u misschien nog altijd in oorlog met Hem? O, Micha beweegt u middels deze regels in de kracht van Gods Geest tot capitulatie. Tot oprechte en hartelijke overgave aan Hem, opdat ook u zult mogen delen in Zijn vrede en het uitzicht zult kennen op Zijn eeuwig Vrederijk.

M.

L.W.Ch.R.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen