Over het gezag van de Heilige Schrift

KLEINE KRONIEK

In het blad Profetisch Perspectief (2e J. jaargang nr. 7; 4e kwartaal 1996) schrijft drs. N. M. van Ommeren, pastoraal medewerker in de hervormde gemeente van 't Harde, over het gezag van de Schrift. Het unieke gezag van de Bijbel als Woord Gods ligt altijd weer onder een spervuur van kritiek. Het is daarom van betekenis dat rechtzinnige theologen telkens weer de autoriteit van de bijbel onderstrepen en de argumenten van tegenstanders weerleggen.

Van Ommeren schrijft:

„De bijbel is niet zomaar een boek, door mensen geschreven, de bijbel is het Woord van God, Schepper van hemel en aarde.”

„Kinderen van God leven op dit moment in een turbulente, een woelige tijd, waarin de tekenen van indirecte christen-vervolging in ons , , vrije" westen steeds meer zichtbaar beginnen te worden! Laten wij de Heere Jezus maar veel bidden om trouw aan Zijn Woord en of Hij in ons het willen en werken wil uitwerken om te leren in Hem, de Ware Wijnstok te blijven. Want alleen in Hem, door het geloof in Hem, de Redder, kunnen wij voor eeuwig gered worden van het oordeel dat komen gaat. En alleen in Hem, door te leren blijven in Hem, kunnen wij vruchtdragen voor God de Vader, de Landman.

Om te leren blijven in de Heere Jezus hebben wij Zijn Woord, de bijbel en elkaar als gelovigen heel hard nodig!”

„De openbaring komt van boven, niet van beneden. God, de Heere, de Almachtige, de God van Abraham, Izaak en Jacob, de Vader van onze Heere Jezus Christus, is de Schepper van hemel en aarde. Dat er een Schepper is, dat er een God is, kan door de ongelovigen met het verstand , , uit de schepselen verstaan en doorzien" worden. Daarom zijn ongelovigen niet te verontschuldigen, aldus Gods Woord bij monde van de apostel Paulus (Romeinen 1 : 20).

De Heere weet wat maaksel wij zijn (Psalm 103 : 14) en Hij weet wat maaksel Zijn aarde is. Wie kan de wereld met al wat daarin is, wie kan de mens met al wat daarin is, beter doorgronden dan de Heere Zelf? Zou deze Schepper van hemel en aarde en van ons mensen Zich onbetuigd hebben gelaten? Zou Hij alles geschapen hebben en vervolgens Zijn schepping in de steek hebben gelaten (deïsme)? Natuurlijk niet! Daarom geloven en belijden wij van harte met artikel 1 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis dat er een eeuwig, oneindig God is. Met artikel 2 van deze zelfde geloofsbelijdenis geloven en belijden wij, omdat de Schrift zélf ons ook deze gegevens aanreikt, dat wij God kunnen leren kennen (dat Hij bestaat) vanuit de natuur, maar nog duidelijker en volkomener (in Zijn Wezen, Zijn karakter) door Zijn Heilig en Goddelijk Woord, de bijbel.

God, de Schepper, heeft Zich niet onbetuigd gelaten. Hij heeft Zich geopenbaard van boven, vanuit Zijn hemel, allereerst in Zijn schepping en vervolgens heeft Hij Zich ook geopenbaard aan mensen, heeft Hij tot hen gesproken. Dat begint al bij het eerste mensenpaar, Adam en Eva. God sprak met hen. Dit zien wij verder in de hele geschiedenis van de mensheid: Dat God, de Schepper Zich van boven, vanuit de hemel, openbaart aan mensen, dat Hij spreekt met en tot Zijn mensen.

De Heere wilde Zich graag bekend maken aan de mensen. Hij wilde graag van Zijn kennis die Hij heeft van Zijn aarde en van Zijn mens delen met Zijn schepselen, de mensen. Om Zich aan de mensen te openbaren vanuit de hemel, moest Hij Zich wel aanpassen aan de taal en het bevattingsvermogen van de mensen.

De Heere, onze God, heeft Zich dan ook in voor de mens verstaanbare taal, in duidelijke zinnen geopenbaard. Zijn openbaring is geen logisch onsamenhangend geheel, maar ook weer niet helemaal in onze logica te vatten! God heeft ons werkelijk iets te zeggen, in woorden, in verstaanbare zinnen. Zijn openbaring is geen wartaal!

Daarin is de Heere tot ons afgedaald, heeft Hij Zich aan ons bevattingsvermogen aangepast om met ons te kunnen communiceren. Gods rechtstreekse openbaring aan de mensen noemt men in de theologie: de bijzondere openbaring. (Tegenover de algemene openbaring in de natuur.)

De schriftelijke fixatie geldt een deel van Gods Openbaring. Alle bijzondere openbaring van God komt van boven, maar niet alle bijzondere openbaring is schriftelijk gefixeerd, in de Schrift vastgelegd. Dat wil zeggen: Niet alle bijzondere openbaring van God is in de bijbel, de heilige Schrift terechtgekomen.

Niet al Zijn spreken tot en handelen met mensen is in de bijbel gekomen! Dit begrijpen wij het best, wanneer wij het spreken en handelen van God, de Heere, vergelijken met het spreken en handelen van God, de Heere, vergelijken met het spreken en handelen van de Heere Jezus, Zijn Zoon: , Jezus dan heeft nog wel vele andere tekenen in de tegenwoordigheid Zijner discipelen gedaan, die niet zijn geschreven in dit boek; Maar deze zijn geschreven, opdat gij gelooft, dat Jezus is de Christus, de Zone Gods; en opdat gij, gelovende, het leven hebt in Zijn Naam" (Johannes 20 : 30— 31).

Gods bijzondere openbaring bestaat uit woorden en zinnen, zo bestaat uiteraard ook de schriftelijke fixatie, het op Schrift stellen van Gods bijzondere openbaring uit woorden en zinnen, die voor ons mensen begrijpbaar zijn (uiteraard na vertaling uit de grondtekst in onze eigen taal). De bijbel is niet geschreven in één of andere buitenaardse taal, maar in begrijpbare menselijke taal. God, de Heere, de God van Abraham, Izaak en Jacob openbaart Zich niet alleen maar in daden, maar ook en vooral in spreken. Een spreken in woorden en zinnen tot Zijn mensen!

Gelukkig voor ons mensen is een deel van dat spreken van de Heere in Zijn Woord, de Heilige Schrift terechtgekomen: oe zouden wij anders Hem en Zijn Zoon Jezus Christus hebben kunnen leren kennen? Hoe zouden wij anders als gelovigen kunnen groeien in de kennis van de Heere en Zijn Zoon buiten de Schrift om? (Zie bijvoorbeeld Kolossenzen 1 : 10 en FiUipenzen 3 : 8).”

Duidelijk stelt Van Ommeren tegenover elkaar enerzijds de overtuiging dat de Bijbel een getuigenis is dóór God Zelf óver God Zelf. Anderzijds de vrijzinnige opvatting dat de Bijbel een bundel van geloofs-getuigenissen van de bijbelschrijvers zou zijn, over de wijze waarop zij God ervaren heb- ben. Als ik bijvoorbeeld in het boek Jesaja lees, leer ik dan Jesaja's visie op God kennen óf hoor ik Gods boodschap via Jesaja? Het orthodoxe geloof heef t altijd het laatste gezegd en het eerste als principieel te kort schietend gezien.

„Waarom is de Schrift/de bijbel de „Heilige" Schrift? Omdat de bijbel Gods Woord is! De bijbel is uit de adem van Zijn mond voortgekomen. Dat leert de Schrift ons zelf. Letterlijk staat er in 2 Timotheüs 3 : 16 in het Grieks: Al de Schrift is theopneustos: e gehele Schrift is door God uitgeademd.

De gehele Schrift is uit de mond van God voortgekomen. Wij zijn meestal bekend met een andere vertaling van het Griekse woord theopneustos, nl. „inspiratie". Deze vertahng wordt ook meestal gebezigd in het theologisch vakjargon. Zij stamt van de Latijnse bijbelvertaling uit vroeger eeuwen: de Vulgata.

Letterlijk betekent „inspiratie", inblazing. Maar nergens in de Schrift komen wij zulk een notie tegen, als zou na voltooiing van het op Schrift stellen van de Woorden Gods, de Heere deze Schrift vervolgens hebben ingeblazen met Zijn Geest. Nee, veeleer is er vanuit de Schriftgegevens gezien aanleiding om te geloven dat de Schrift uit God Zelf is voortgekomen, inderdaad uit de adem van Zijn mond: God-breathed. Wij zouden daarom ook kunnen spreken van theopneustie, in plaats van , , inspiratie", met de vertahng , , door God uitgeademd" in ons achterhoofd.

De Schrift zoals die voor ons hgt is uit God, de Heere, Schepper van hemel en aarde. Daarom noemen wij de Schrift: de Hei-Hge Schrift. Dit betekent natuurlijk weer niet dat de bijbel uit de hemel is gevallen. God werkt vaak, niet altijd, middelijkerwijze, dat wil zeggen door mensen heen!

De Heere gaf aan Mozes en veel van Zijn profeten de opdracht om Zijn Woorden op Schrift te stellen. Maar al is het door menselijke instrumenten heen, al neemt de Heere op een organische wijze mensen in Zijn dienst, het blijven tóch Gods Woorden.

Het gezag van de Heilige Schrift rust in haar theopneustie. Aangezien al de Schrift, de gehele Schrift door God is uitgeademd, heeft zij ook als geheel gezag. God, de Heere, is de Auteur van de Heilige Schrift. God, de Almachtige, heeft alle gezag in hemel en op de aarde. Daarom heeft ook Zijn Woord, Zijn Heilige Schrift, datzelfde gezag!

De bijbel is geen mensenwoord, het is Gods Woord, waarbij de Heere wel mensen als Zijn instrumenten in Zijn dienst heeft genomen om Zijn Goddelijk Woord te boek te stellen. Dit Woord van God is niet voortgekomen uit de wil van een mens, maar mensen werden gedreven door Gods Heilige Geest en hebben de Woorden Gods gesproken (vgl. 2 Petrus 1 : 21) en daarna heeft de Heere aan Zijn knechten, de profeten en apostelen, geboden Zijn geopenbaarde Woord op Schrift te stellen.”

V.

J.H.

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Printen