Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De verheerlijking op de berg (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De verheerlijking op de berg (2)

12 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

En daar kwam een wolk die hen overschaduwde, en een stem kwam uit de wolk, zeggende: eze is Mijn geliefde Zoon, hoort Hem. (Markus 9 : 7)

Jezus had drie van Zijn leerjongeren, Petrus, Jakobus en Johannes op een hoge berg gebracht. Volgelingen die de goede belijdenis hadden beleden. Een openbaring van de hemelse Vader. Volgelingen ook, die scherp waren teruggewezen: Achter Mij! Ze wilden Jezus weerhouden van de kruisweg. Dat is openbaring van vlees en bloed. Dat is tot niets nut. Dat ergert zich aan de Christus en aan het kruis. Maar dan, op die berg werd Jezus voor hen van gedaante veranderd. Zijn klederen werden blinkende, wit als sneeuw. Jezus zou Zijn uitgang volbrengen te Jeruzalem. Daarover spraken Mozes en Elia. De wetgever en de wetshandhaver. Christus was gekomen om de wil van God te doen. Jezus was gekomen om het verlorene te zoeken. Daarvoor moest Hij naar het kruis. Die heerlijkheid die hier zichtbaar was, deed de discipelen beven en vrezen. Dat spreekt. Wie zal die heerlijkheid kunnen verdragen? Ze zijn alle drie verbouwereerd door wat ze zien en horen. Ze zijn totaal van streek door deze aanblik van hemelse luister. En Petrus zegt dan: Meester, goed dat wij erbij zijn. Dan kunnen we drie tabernakelen bouwen en een onderdak verschaffen aan U en Mozes en Elia.

Markus zegt terecht: hij wist niet wat hij zei. Alsof wie in de vreugde van het eeuwige leven staan, nog behoefte hebben aan onderdak. Alsof je de heerlijkheid vast zou kunnen houden. Nee, we nemen Petrus dat natuurlijk niet kwalijk. Het kwam van de schrik, hij wist niet goed wat hij zei. Het zou ons niet anders zijn gegaan, als wij erbij waren geweest. Maar hier komt dezelfde Petrus weer naar voren als een week geleden: geen lijden, maar heerlijkheid. Geen kruis, direct de kroon. Dat was Petrus toen. Dat was satanisch. Het zou betekenen de passage van het kruis. Dat zou rampzahg zijn. Maar hij zegt het vandaag weer: Meester dit moeten we zien vast te houden. Zo moest het maar blijven. Wij zullen zolang wel voor een onderdak zorgen. Dit is de heerlijkheid, laten we die vasthouden en nooit meer over het kruis praten. Niet het leven verliezen, maar het leven behouden, het in een punt van de tijd tot heerlijkheid brengen - dat is zaügheid. Nee, zegt Christus.

Stem uit de wolk

Want Hij maakt direct een eind aan dit moment van glorie. Jezus gaat Zijn uitgang volbrengen. Jezus gaat de kruisweg. De weg die Petrus niet wilde. Vlees en bloed willen de weg van het lijden en van het kruis niet. Ze werken Christus tegen. Ze kunnen het koninkrijk niet beërven. Maar hoe geweldig is de Hefde van God en de Uefde van Christus. Die liefde die niet terughoudt, ook dan niet als Petrus vooruit wil lopen en vooruit wil grijpen. Ook dan niet als de discipelen heel bevreesd zijn. De Heere heeft de Zijnen Hef tot het einde. Maar die hefde leidt tot het kruis. Dat is de weg om in de heerlijkheid te delen. Van kruis naar kroon. Door lijden tot heerlijkheid. Gaan in het spoor van Hem, Die de geUefde Zoon van de Vader is. Zo klonk het daar boven op de berg van de verheerlijking. Zo klonk de stem uit de wolk, de stem van de Vader: Deze is Mijn gehefde Zoon, hoort Hem! Hij is de Zoon, de Geliefde, de Uitverkorene Gods. Gods welbehagen niet in Mozes en Eha allereerst. In Jezus, Die koos de weg van het lijden, van het kruis. In Jezus, in Hém is Gods welbehagen.

De stem was hoorbaar, de stem van de Vader, toen Jezus tot Zijn middelaarswerk inging, in de Jordaan werd gedoopt. De stem was ook hier, toen Jezus Zijn uitgang te Jeruzalem ging volbrengen, het verlossingswerk ging voltooien. Het getuigenis gegeven bij Zijn ambtsaanvaarding, de aanvaarding van de kruisweg, wordt hier bevestigd. Het dient tot bemoediging en versterking van de Zoon. Het wil ook de discipelen opwekken, om in Hem de Zoon van God, de Christus te blijven zien, al gaat Hij gekruisigd worden. Petrus heeft het beleden, nog maar kort geleden: Jezus is de Christus! Ja zegt de Vader, Hij is het. Deze is Mijn Knecht, Die Ik ondersteun. Mijn Uitverkorene in Wie Ik een welbehagen heb. Hij zal Zijn Zoon, in dat volbrengen van Zijn uitgang, al meer moeten benauwen en Hem tenslotte helemaal moeten verlaten. Maar Christus kiest die weg. Hij zal de drinkbeker drinken, die de Vader Hem gegeven heeft. Het gaat de Zoon om dat welbehagen van de Vader, om de wil van de Vader. Het moest, het kon niet anders. Wat een eenheid tussen de Vader en de Zoon. Wat een liefde van de Vader tot de Zoon en van de Zoon tot de Vader. Welbehagen!

De stem uit de hemel, de stem uit de wolk. Ook bestemd voor de discipelen. De leer jonger en die direct na deze verheerlijking op de berg en na die stem van God, getuigen zouden zijn van Jezus' gevangenneming, van Zijn lijden en van Zijn dood. Hoe zullen zij er later voor gedankt hebben. Voor dat welbehagen van God in hun behoud, door Jezus Christus Zijn Zoon. Ja, Déze is Mijn geliefde Zoon. Hij, Die nu niet ten hemel opvaart, Simon Petrus. Die ook niet in Uw tabernakelen wonen wil. Maar Die de weg van de vernedering opgaat. Die het bangste lijden verkiest om aan het recht van de Allerhoogste te voldoen. Om te betalen. De schuld. Om overtreders te verlossen van doem en verderf. En tegen alle aanvechting van de boze, de wereld en het eigen vlees - en wie zal staande blijven in de vele verdrukkingen waardoor Gods kinderen moeten binnengaan? - staat dit Woord uit de hemel: Deze is Mijn gehefde Zoon.

Hoort Hem

Daarom, Simon Petrus, zul je naar Hém horen! Naar Hem, Die de straf en de vloek zal dragen. Die de dood zal vershnden tot overwinning. Hoort Hem, gelooft Hem, ook dan, wanneer over Hem komen zal al dat lijden, al die smart, alles waarvan Hij gesproken heeft. Wat niet bij Mozes en niet bij EHa, wat niet bij apostelen en profeten te vinden is, dat is te vinden bij de volkomen bereidwiUige Zahgmaker: de zahgheid en zo de enige troost in leven en in sterven. De Zoon te horen, dat eist de Vader, dat verdient de Zoon, dat leert de Heilige Geest. Petrus moest dat leren. Wij niet minder. Wij, dood van nature in de zonden en misdaden. Wij, die aan ik weet met hoeveel stemmen gehoor geven. Hier moet je zijn, nee, hier moet je zijn. Zoveel hoofden zoveel zinnen. De Heilige Geest leert horen. Hij leidt in in de waarheid. Dat voltrekt zich in het horen naar Zijn stem. In dat horen naar de sobere, directe verkondiging van Christus de Gekruisigde. Die brede heirbaan waarlangs de Heilige Geest Zijn spoor trekt. Het heeft God behaagd, het behaagt God en het zal God behagen door die dwaasheid van de prediking te verlossen, te bevrijden, zahg te maken. Al staat die verkondiging onder zware druk en waaien er ik weet niet hoeveel winden, hier houden we het bij: Christus en Die gekruisigd. Dat is de ambtelijke dienst. Dat verlagen wij niet. Dat buigen wij niet om naar de hang van mensen. Die verkondiging alsof God door ons bidt: Laat u met God verzoenen.

Om dat te verstaan, die boodschap te horen, daar is dan wel Gods Geest voor nodig. Dat zien we ook bij de apostelen. Toen de Heilige Geest was uitgestort toen zagen ze het pas goed. Zodanig dat de apostolische verkondiging niet anders was dan de luide weerklank van dit Woord van de Vader: Hoort Hem. In betoning van Geest en kracht verkondigen zij Hem. Want deze woorden, hoort Hem, zeggen ons dat Christus de Weg, de Waarheid en het Leven is. Deze woorden zeggen ons: niemand komt tot de Vader door Hem. Wilt u weten wat u weten moet, wat u geloven moet: vraagt Hem, hoort Hem. Hij is de Zoon. Wie Hem hoort, zegt de Vader, hoort Mij. Wie Hem in het gelaat ziet, ziet Mij in het hart. Wat Hij u zegt, dat is genade. Wat Hij u voorhoudt, dat is gerechtigheid. Wat Hij u betuigt, dat is leven, dat is Hijzelf, dat is alles! De Vader heeft de Zoon verheerlijkt en zal Hem verheerlijken. Hij heeft Hem tot een Verlosser gegeven. Dé Verlosser, de Enige. De zaligheid is in geen Andere. Hij heeft alles verworven.

Hoort Hem dan om de verlossing, om de bevrijding van uw schuld. Hoort Hem om het bevel van de Vader. Hoort Hem om de Hef de die in Hem openbaar is gekomen.

Leef aan Hem niet voorbij. Kus de Zoon, met de kus van het oprechte berouw en de eerhjice ongehuichelde schuldbelijdenis. Want alleen bij Hem raakt u het pak van uw zonden kwijt. Alleen bij Hem en door de kracht van Zijn vergoten bloed ontvangt u vergeving. De vertroosting in de nood van uw bestaan. De bevrijding van alle knellende banden. Het is er bij Hem en bij Hem alleen. Wie er oog, oor en hart voor kreeg, zal er tegelijk niet genoeg van krijgen. Dan, als ik naar Hem mag horen, werkelijk en waar. Dat Hij de ergernis en het verzet opruimt. Dat mijn tegenstand tegen het kruis, mijn satanische tegenstand tegen de kruisweg, wegsmelt en plaats maakt voor aanbidding en verwondering. Het is een wonder van de eerste orde. Dat is niet uit ons. Dat is nooit uit ons. Dat is uit Hém, dat is door Zijn Geest. Dat is genade, alleen maar genade.

In Zijn spoor

Maar u houdt het vast: ook de volgeUngen gaan de kruisweg op. Hij trekt u op die weg achter Zich aan. De weg die wij niet op willen. Het is de weg van sterven aan alles wat van ons is. Het sterven aan alle eigendunk en eigengerechtigheid. De af sterving van de zonde. Het is de weg van afbraak en van dood. De weg van zelfverloochening, minder worden en kruisdragen. De weg van de hartelijke droefheid naar God, die die onberouwelijke bekering tot zaligheid werkt. De weg van de overgave en de hartelijke onderwerping aan Hem. Hoe pijnlijk voor vlees en bloed! Hoe bevrijdend echter. Het is dat stille vertrouwen op de schuldvergeving in het bloed van de Heere Jezus Christus. Naar Hem horen als Profeet, als Priester, als Koning. Niet Hem alleen aanvaarden als Priester, terwijl we ons niet aan Hem als Koning willen onderwerpen. Nee, wie zal leven van Zijn ontferming, treedt toe tot Zijn onderdanen die strijden onder Zijn bewind. Al komt er nog zoveel tegen in. Gods kinderen hebben nooit de wind mee. Als God mijn God maar voor mij is.

Naar Hem horen. Hem volgen. Hem dienen, zonder vrees. Hem te voet vallen en bidden: Heere, ontferm U over mij. Nooit heeft Hij een bidder die naar Hem hoorde en Hem gehoorzaamde, laten staan. Nog nooit heeft Hij iemand die naar Hem hoorde en Hem gehoorzaamde, beschaamd laten uitkomen, afgewezen. Wat een ontzaglijke rijke boodschap is dit dan voor ieder die onder het pak van zijn zonde gebogen gaat. Hij hoort die naar Hem horen. Hij heeft de last gedragen, weggedragen. Tot op het kruis. Tot in het graf. O dat we ons verliezen aan Hem, onze grote God en Zahgmaker. Naar Hem horen. Genade is op Zijn lippen uitgestort. En met het oog van het geloof op Niemand anders zien. Hem alleen overhouden. Meer hoeft niet, met minder kunt u niet toe.

De discipelen zagen niemand meer, dan Jezus alleen bij zich. Hij gaat met hen verder. Het is alles weer gewoon. Het buitengewone is nooit van lange duur. Al willen we het buitengewone graag vasthouden, dat leidt tot niets. Als we Jezus alleen maar overhouden. Dan eerst zijn we getroost. Dan eerst zijn we zalig. En als u dan de Heere Jezus in het oog hebt gekregen, Hem hebt gezien. Zijn stem hebt gehoord. Zijn Hefde hebt gesmaakt, maar het is weer voorbij. Al zo lang geleden. Jezus uit het gezicht verdwenen. Hoort dan het Woord van de Vader. Dit Woord: Hoort Hem! Zit er wat tussen? Geef ik wellicht toch andere stemmen gehoor? Het luistert hier bepaald nauw. In dat horen naar Christus gaat het wel om de gezonde woorden, de gezonde leer. Of ben ik misschien wat geworden met wat ik hoorde en zag? Kom maar gerust van dat voetstuk af. Hoezeer mensen er wellicht van onder de indruk waren of zijn.

Waar het God behaagt Zijn Zoon te openbaren, in dat horen naar Hem, daar slaan wij de ogen neer en vallen bevreesd ter aarde. En dat niet één keer. Mozes zegt: weet u wel hoe groot uw zonden zijn? En Elia prent het ons in: beseft u wel hoe groot het gewicht van de zonde is? De verootmoediging zal er zijn, hoe langer hoe meer. Noch- tans is er het zien op Hem. Het horen naar Hem. Hij lag gekneld in banden van de dood. Hij moest alle troost missen. En ik? Ik schatte mij geheel verloren en ik wilde van geen vertroosting horen. Maar toen ik Hem zag, Zijn stem hoorde (dit deed Ik voor u!), was Hij daar. Niemand dan Jezus alleen. Wie Hem ziet, ziet geen zonde, geen duivel en geen dood. Alleen maar oog voor Hem, de Koning in Zijn schoonheid. Ze volgen Hem. Ze gaan door vele verdrukkingen in. Maar ze zullen de eer kroon dragen. Want allen die van Hem zijn weten het: na het kruis de kroon. Lof zij het Lam. En ze zeggen het de stervende martelaar na: Niemand dan Jezus. Niemand dan Jezus!

K.t.K.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1997

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

De verheerlijking op de berg (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 februari 1997

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's