Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Gezegend door Gods milde hand

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Gezegend door Gods milde hand

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSTUDIE

„En Jakobs overblijfsel zal zijn in het midden van vele volken als een dauw van de HEERE, als druppels op het kruid, dat op geen man wacht, noch mensenkinderen verbeidt. Ja, het overblijfsel van Jakob zal zijn onder de heidenen, in het midden van vele volken als een leeuw onder de beesten van het woud, als een jonge leeuw onder de schaapskudden; die wanneer hij doorgaat, zo vertreedt en verscheurt hij, dat niemand redt. Uw hand zal verhoogd zijn boven uw tegenpartijders en al uw vijanden zullen uitgeroeid worden". (Micha 5 : 6—8)

Groei en bloei van gras en gewas hingen '^in het oude oosten op het allernauwst samen met regen en dauw. Geen dauw of regen betekende geen groei en bloei. Met als gevolg: een mislukte oogst. En in het verlengde daarvan: honger. Maar als regen en dauw in ruime mate op akker en veld neerdaalden, leefde heel de natuur weer op. Dan botte alles uit. Alles groeide en bloeide.

Dit beeld van dauw en regen en de daarmee gegeven groei en bloei wordt nu door Micha gebruikt om de zegen te tekenen, die het herstelde Israël onder het bewind van Vorst Messias ten deel zal vallen. Zeker, zolang deze bedeling duurt, blijft het omringd van Godevijandige machten (Assur!, vs. 4—5), die het op zijn ondergang gemunt hebben. Nochtans, geen vijand zal zijn groei en bloei kunnen tegenhouden (vs. 6) en in Gods kracht zal het als een sterke leeuw tenslotte over al zijn vijanden triumferen (7—8).

Dauw en regen

Micha schrijft: , En Jakobs overblijfsel zal zijn in het midden van vele volken als een dauw van de HEERE, als druppels op het kruid" (vs. 6). Gaat het hier over , , Jakobs overblijfsel", dan heeft de profeet het oog op dat deel van het volk, dat aan Gods gericht is ontkomen en dankzij Zijn herscheppende genade tot een nieuw Israël zal worden. Nog wat preciezer gezegd: ver dat deel van het volk, dat onder de gezegende heerschappij van Gods Messias tot nieuwe groei en bloei zal komen. We zagen reeds eerder: at dat overblijfsel er is en er zal zijn is niet te danken aan Israels trouw of volharding, maar alleen aan de genade van God. Paulus schrijft: et is er en het zal er zijn dankzij , , de verkiezing der genade" (Rom. 11 : 5).

Intussen, dat overblijfsel zal zijn het midden van vele volken , , als een dauw van de HEERE, als druppels op het kruid"! Woorden, die nogal verschillend opgevat worden. Er zijn verklaarders, die hierin getekend zien, hoe het herstelde Israël onder het bewind van Vorst Messias de volken ten zegen zal zijn (o.a. Kantt. S.V., Van der Woude). Dus: zoals dauw en regen ten ze- gen zijn voor kruid en gewas, zo zal Israël ten zegen zijn voor de omringende volken. Op zich een voluit schriftuurlijke gedachte, maar het is de vraag, of dat hier de bedoeling is van de profeet. Persoonlijk voelen we meer voor de verklaring, dat hier getekend wordt in welke zegen Israël zélf zal delen (o.a. Calvijn, Ridderbos, Edelkoort).

Zeker, wanneer God Zijn gericht voltrekt, zal het volk gedund worden. Velen onder het volk zullen vallen en weggevoerd worden in ballingschap. Slechts een , , rest" keert weer. Slechts een , , overblijfsel" zal aan het gericht ontkomen. Maar dankzij Gods bijzondere genade zal dat overblijfsel toch weer tot nieuwe groei en bloei komen. God zal het zegenen. De Messias zal komen (5 : 1). Die het volk bijeen zal vergaderen (5 : 2). Die zal staan en weiden in de kracht des HEEREN (5 : 3). En onder Zijn scepter zal het niet alleen volstrekt veilig zijn (5 : 4—5), maar ook tot nieuwe bloei komen (vs. 6). Hij zal Zijn Sion zegenen met Zijn , , dauw" en , , druppels". En bedoeld zijn dan uiteraard: ijn /-egewdruppels. Waarbij u niet moet denken aan een druppeltje hier en een druppeltje daar. Nee, Hij zal dat in rijke mate doen. In stromen en stralen.

De dauw van de Geest

Bezien we deze belofte in nieuwtestamentisch licht, dan gaan onze gedachten als vanzelf uit naar Pinksteren. Ook aan Jesaja, Micha's tijdgenoot, had de HEERE het toegezegd: , Ik zal water gieten op de dorstigen en stromen op het droge. Ik zal Mijn Geest geven op uw zaad en Mijn zegen op uw nakomehngen"! En de groei en bloei, die daaruit voortkomen, tekende Jesaja in soortgelijke beelden als Micha: , En zij zullen uitspruiten tussen in het gras, als de wilgen aan de waterbeken" (Jes. 44 : 3—4). We kunnen hier ook denken aan Gods belofte gedaan bij Hosea: , Ik zal Israël zijn als de dauw" (14 : 6). Micha's boodschap kan dan ook als volgt worden samengevat: ankzij de zegenende hand van Vorst Messias zal Israël zijn als , , een groene weide, door dauw en regen natgemaakt" (Ridderbos).

In die dagen zal het ook aan Hem genoeg hebben en zal het zijn heil ook alleen van Hem verwachten. Want - zegt Micha - zoals veld en akker helemaal zijn aangewezen op de dauw en de regen, die van boven komen en door geen mensenhand kunnen worden aangebracht, zo zal ook Jakobs overblijfsel zijn als een bedauwde akker, die , , op geen man wacht, noch mensenkinderen verbeidt"! Micha bedoelt: gezegend door Gods milde hand zal men het niet langer bij mensen zoeken, of van mensen verwachten, maar alleen van Vorst Messias. De Heerser uit Bethlehem, Die voor Israël in de volle zin van het woord tot , , Vrede" (vs. 4) zal zijn.

Me dunkt: oorden, die ook vandaag nog niets van hun kracht en betekenis hebben verloren. Als Micha ons in dit vijfde hoofdstuk tekent welke zegeningen uit Christus' doorboorde hand worden ontvangen, dan ligt daarin ook een krachtige aansporing naar u en mij. Om het niet van mensen te verwachten. Geen vlees tot onze arm te stellen. Persoonlijk niet, maar ook als kerk en gemeente niet. Maar temidden van alles wat tegen is - de volken, de machten - juist te zien op Hem en te belijden: , Ik verwacht de HEERE, mijn ziel verwacht en ik hoop op Zijn Woord" (Ps. 130 : 5). Hoe groot is de heerlijkheid van Christus. Die uit Bethlehem is voortgekomen. Die gekruisigd is, gestorven en begraven. Maar Die ook opgewekt is en nu eeuwig leeft aan Gods rechterhand. En Die vanuit de hemel Zijn dauw, Zijn regen doet neerdalen.

De dauw van Zijn Geest. De regen van Zijn genade. Een dauw, een regen, die het harde hart verbreekt en weekmaakt. Zorgdraagt voor waarachtig berouw. Voor oprecht geloof en voor hartelijke liefde. Een dauw, een regen, die zorgdraagt voor wasdom in de breedte, zodat velen worden toegebracht tot de gemeente, die zalig wordt. Maar die evenzeer zorgdraagt voor wasdom in de diepte. Zodat mensen ook opwassen in de kennis van Christus. Meer en meer sterven aan zichzelf en aan al het hunne, maar ook al grondiger leren verstaan wie Christus is en hoe hun zaligheid vastligt in Hem. Zodat de blijde roem in Christus zich baanbreekt: , , Ik weet, in Wie ik geloofd heb"! En de vrucht van de Geest zich zal zetten. Een vrucht, die bestaat in hartelijke wederliefde tot God en elkaar. In zelfverloochening en dienende liefde. In een godvruchtig kruisdragen en heiligmaking. U voelt: een vurig verlangen mag wel ons aller hart doortrekken: , , Laat ook van die milde regen/dropp'len vallen ook op mij”!

Krachtig als een leeuw

Het herstelde Israël zal onder de heerschappij van Christus echter niet alleen in rijke mate gezegend worden, het zal ook aangegord worden met nieuwe kracht. Micha zegt: , , Ja, het overblijfsel van Jakob zal zijn onder de heidenen, in het midden van vele volken als een leeuw onder de beesten des wouds" (vs. 7a). Het beeld van de lééuw dient om te tekenen, dat , , God Zijn volk zal wapenen met een onoverwinnelijke en onweerstaanbare kracht zodat het alle vijanden overwint" (Calvijn). De leeuw is de koning van de dieren. De eerste , , onder de beesten des wouds". Alle andere beesten sidderen voor hem.

Naast de belofte van kracht is er echter ook de belofte van overwinning. Want Jakobs overblijfsel zal ook zijn , , als een jonge leeuw onder de schaapskudden, die wanneer hij doorgaat, zo vertreedt en verscheurt hij, dat niemand redt" (vs. 7b). Kortom, Israël zal zijn als een jonge leeuw, die de kudde of de schaapskooi binnendringt, terwijl niemand bij machte is om zich tegen zijn uitgestrekte klauw te verweren. Onder de zegenrijke heerschappij van Gods Messias zal het dus aangegord worden met leeuwenmoed, en teewwe/zkracht. Een beeld, dat we overigens wel op de juiste wijze moeten verstaan.

Calvijn tekent aan: , Wanneer de profeet zo spreekt, dan bedoelt hij niet, dat het volk van God wreed en bloeddorstig zal zijn", maar , , dat de gelovigen met een ze­ gevierende kracht de macht over hun vijanden zullen hebben, zodat zij hun tot een verschrikking zijn". Of, zoals we in vs. 9 lezen: Uw hand zal verheven worden boven uw vijanden en al uw tegenstanders zullen worden uitgeroeid". In Christus zullen ze dus meer dan overwinnaars zijn. Let wel: n Christus en onder Zijn heerschappij. Alleen zó wordt het vervuld: , Zo daalt Gods kracht op u in zwakheid neer" (Ps. 27 : 7 ber.)!

Wanneer het vandaag de gelovigen persoonlijk, maar ook Christus' Kerk in zijn geheel dan ook zozeer aan moed en kracht ontbreekt, dan is de schuld daarvoor dus nooit in Hem, maar in ons. Dat Gods Sion zelf niet op zijn plaats is. Niet voor de volle honderd procent leunt en steunt op Christus. Niet onvoorwaardelijk buigt onder Zijn scepter en Zich laat leiden door Zijn Woord. Zeker, Gods Kerk zal altijd omringd zijn van vijanden. Zolang ze op de aarde is, leeft ze in bezet gebied. Daar waar de troon des satans staat (Openb. 2 : 13). En de vijand heeft maar één oogmerk: itroeien, verdelgen en te gronde richten alles wat van Christus is.

En wat moet daar nu tegenover gesteld worden? Het compromis? De aanpassing? Een vredesverdrag met de vijand? Je zou het haast denken, als je tal van (zelfs kerkelijke) stemmen moet geloven. Maar de apostel zegt: , Dewelke wederstoot, vast zijnde in het geloof" (1 Petr. 5 : 9). Dat is: ederstaat in de kracht van Christus. In de kracht van Hem, Die ook vandaag de Zijnen wil versterken met kracht in de ziel. Die Zijn Geest doet wonen in hun hart. De Geest , , des raads en der sterkte" (Jes. 11 : 2). De Geest, Die in Zichzelf zwakke en wankelmoedige gelovigen wil herscheppen tot vrijmoedige getuigen. Opdat ook vandaag zijn beslag krijgt, waar Salomo al van profeteerde: , De goddelozen vluchten, waar geen vervolger is, maar elke rechtvaardige is moedig als een jonge leeuw" (Spr. 28 : 1).

Micha laat het ons zien: dankzij de zegenrijke heerschappij van Christus, wordt Zijn Israël te rechter tijd toch vervult met nieuwe kracht. Mag het strijden „in de krijgsdienst van het kruis" (Calvijn) én overwinnen. Nu in beginsel. Straks in volkomenheid. De eer van de overwinning komt echter aan niets en niemand anders toe dan alleen aan het Lam, Dat in het midden van de troon is. Gode zij dank Hggen de dingen in Hem eeuwig vast!

M.

L.W.Ch.R.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Gezegend door Gods milde hand

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 21 februari 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's