Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Over geloften (5)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Over geloften (5)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

PASTORAAL

Algemene geloften

In het vorige artikel voerde ik een pleidooi voor eerherstel voor het doen van geloften. Ik noemde het een wat vergeten hoofdstuk in de omgang met God. Daarbij had ik vooral de bijzondere geloften in gedachten. Toch is het goed om in het kader van ons onderwerp ook aandacht te geven aan wat in het verleden wel het doen van algemene geloften is genoemd. In de gereformeerde traditie heeft men namelijk willen onderscheiden tussen algemene en bijzondere geloften. De eerste noemde men ook wel de noodzakelijke, de tweede de vrijwillige geloften. We kunnen bij de eerste categorie bijvoorbeeld denken aan de Doop, de openbare geloofsbelijdenis, het huwelijk en het ambt.

Doop

Calvijn zegt in zijn Institutie over de algemene geloften: , , Er is één gemeenschappelijke gelofte voor alle gelovigen, die bij de Doop gedaan is en welke wij door de onderwijzing in de christelijke leer en het gebruik van het Avondmaal versterken en als het ware bekrachtigen. Want de sacramenten zijn als handschriften, waardoor de Heere ons Zijn barmhartigheid en daaruit het eeuwige leven schenkt, en wij van onze kant Hem gehoorzaamheid beloven”.

De hoofdinhoud van deze gelofte is - zo zet Calvijn uiteen - dat wij de duivel afzweren en ons leven aan de dienst van God toewijden door Zijn heihge geboden te gehoorzamen en niet toe te geven aan de slechte begeerten van ons vlees. Van deze gelofte weten we zeker - zo zegt Calvijn - dat ze heilig en heilzaam is, want ze heeft haar getuigenis uit de heilige Schrift zelf. Ze wordt daarom van alle kinderen van God geëist.

Dat niemand de door God gevraagde volmaakte gehoorzaamheid aan Zijn wet in dit leven kan volbrengen, staat hier niet in de weg, zo vervolgt hij zijn exposé. Deze algemene gelofte functioneert namelijk binnen het verbond der genade. In dat verbond is ook de vergeving van de zonden en de Geest van de heiligmaking begrepen. De gelofte die wij bij de Doop doen, is daarom met het smeken om vergiffenis en het vragen om hulp verbonden.

Wanneer een kind wordt gedoopt doen ook de ouders aan de Heere een gelofte. Zij beloven namelijk dat zij - met hulp van anderen - het hun toevertrouwde kind in de betekenis van de Doop zullen onderwijzen, opdat het kind straks zelf zijn Doop zal , , overnemen". Dat laatste gebeurt bij het afleggen van openbare geloofsbelijdenis.

Openbare geloofsbelijdenis

Wie openbare belijdenis van het geloof aflegt, neemt de Doop voor eigen rekening en verbindt zich openlijk aan de Heere. In het openbaar belooft men aan God, de roeping te aanvaarden om, als lidmaat van de gemeente van Christus, door Gods genade te strijden tegen de zonde en de duivel, de Heiland te volgen in leven en sterven. Hem te belijden voor de mensen, met blijdschap te arbeiden in Zijn Koninkrijk, getrouw te zijn onder de bediening van het Woord en de sacramenten, te volharden in het gebed en het lezen van de heilige Schrift, en naar de door God geschonken gaven mee te werken aan de opbouw van de gemeente van Christus. Van deze gelofte is de gemeente getuige.

Tot deze belijdenis - en de praktisering daarvan - is elk lid van de gemeente van Christus geroepen. Ze is eis van het verbond. Ook het Israël van het Oude Verbond was geroepen, de Naam van de Heere te heiligen in z'n midden en onder de volke- ren. Er is hier sprake van een doorgaande lijn.

Dat menigeen er niet toe kwam om zijn Doop over te nemen, valt daarom ernstig te betreuren. De band van velen met de kerk is uiterst dun. Anderen haakten in hun jeugd al af. Onder het meer meelevende deel komen we er tegen, die maar niet tot die beslissende keus in hun leven kunnen komen, omdat zij heel goed beseffen dat er dan gebroken moet worden met een bepaalde levensinvuUing die niet naar de hoge norm van het Woord is. En dat willen zij (nog) niet. , , Ik ben nog niet aan het doen van belijdenis toe", zo zeggen zij. Er zijn er ook die eraan twijfelen of zij wel aan hun gelofte zullen kunnen voldoen. Zij zouden wel graag willen, maar nemen zij niet teveel op hun schouder? Is het niet beter niet te beloven, dan te beloven en niet te volbrengen? Zij zien niet dat de zaak niet staat of valt met het volmaakt volbrengen van de gelofte, maar met de gezindheid van het hart. Ook deze gelofte functioneert immers binnen het verbond der genade. Het is goed om hier het bemoedigende woord van Calvijn in herinnering te brengen dat in dit verbond zowel de vergeving als de Geest der heiligmaking is begrepen. Nog weer anderen tobben met de vraag óf zij wel het ware geloof bezitten.

Dat bedoelde gelofte ook lichtvaardig of onoprecht kan worden afgelegd, leert de ervaring en is eveneens te betreuren. Ook kan het gebeuren dat men voor zichzelf oprecht meent dat de goede keus in het hart ligt, maar dat men toch op den duur niet staande blijft. Er is geen volharden bij de aan de Heere gegeven gelofte. Op een gegeven moment haakt men toch af. Ook dat is heel verdrietig en diep aangrijpend. Menig ouderhart is daaronder gebroken.

Huwelijk

Al is het niet zo dat iedereen in de christelijke gemeente tot een trouwdag komt, toch is dat bij de meesten wel het geval. En gelukkig zijn er nog velen die over hun huwelijk Gods zegen willen vragen en het kerkelijk willen laten , , bevestigen”.

In ons oude, zo mooie huwelijksformulier wordt van alle gehuwden gevraagd of zij voor hun rekening beloven te nemen wat God met het huwelijk voor heeft. Het gaat daarbij nadrukkelijk om een heilig leven, nu in de huwelijkse staat. De gehuwden beloven aan God de Heere - van Wie wij belijden dat Hij man en vrouw bij elkaar brengt - om elkaar gelovig uit Zijn hand te aanvaarden en elkaar naar Gods bevel in liefde en trouw bij te staan in de tijdelijke en eeuwige dingen. Men belooft dus niet alleen aan elkaar wat, maar men belooft ook samen aan God wat. Wie breekt, doet niet alleen de ander onrecht, maar breekt ook de aan God gedane gelofte.

Binnen de christelijke gemeente kan, naar mijn mening, het geen vrijblijvende zaak zijn of een in het stadhuis gesloten huwelijk wel of niet kerkelijk wordt bevestigd. De aangewezen weg is ongetwijfeld die, waarbij men in het huis des Heeren aan God de genoemde gelofte doet. De redenen die een kerkenraad kan hebben om een huwelijk niet kerkelijk te laten bevestigen, en daardoor het doen van deze gelofte verhindert, moeten inderdaad van zwaarwegende aard zijn.

Ambt

Onder de algemene geloften kunnen we ook die van het ambt rekenen. Weliswaar is het maar een klein deel van de gemeente dat tot het bijzondere ambt van diaken, ouderhng of predikant wordt geroepen, maar voor hen die geroepen worden geldt wel dezelfde gelofte. Ze is aan het ambt gebonden en in die zin algemeen. Men leze hier de mooie oude formulieren voor de bevestiging van diakenen, ouderlingen en predikanten. De gelofte om trouw te zullen dienen in het ambt en die dienst te versieren met een godzahg leven, wordt in het midden van de gemeente voor Gods aangezicht afgelegd. De gemeente is getuige dat deze gelofte aan God wordt gedaan, de ambtsdrager is op de gedane gelofte aanspreek- baar en belooft zich te zullen onderwerpen aan de kerkelijke tucht als hij zich zou komen te misgaan.

Ik laat het bij het noemen van deze voorbeelden. Ze zijn ons allen heel vertrouwd uit de gangbare kerkelijke praktijk. Het zijn wat we eerder onvoorwaardelijke geloften noemden. Ze hebben dus niet de vorm: Als Gij..., dan zal ik...

Ze hebben ongetwijfeld het karakter van vrijwilligheid in die zin dat je ouders niet kunnen dwingen met hun kind naar het doopvont te gaan, een dooplid niet kunt dwingen openbare geloofsbelijdenis af te leggen, gehuwden niet kunt dwingen hun verbintenis voor het aangezicht van God te laten bevestigen noch iemand kunt dwingen een ambt in de kerk te aanvaarden.

Toch kan hier, zoals gezegd, geen sprake zijn van vrijblijvendheid. Het is eis van Gods verbond dat ouders hun kinderen la­ ten dopen, het is ook eis van Gods verbond dat kinderen zelf de gelofte van de Doop voor hun rekening gaan nemen. Vandaar dat men in het verleden sprak van noodzakelijke geloften. Ik zou dit ook, met alle voorzichtigheid, willen uitbreiden tot het huwelijk en het aannemen van een ambt. Het is mijns inziens ook naar de eis van Gods verbond dat gehuwden de Heere beloven Zijn heilige inzetting van het huwelijk zuiver te houden. Dan kan het best vorm krijgen in een officiële kerkdienst. En wat de roeping tot het ambt betreft, bedanken zou nog weleens moeilijker kunnen zijn dan aannemen, zeker wanneer men ernst maakt met de gelofte die men bij de openbare geloofsbelijdenis aan de Heere deed. En wie vrijmoedigheid kreeg tot het ambt, doet van ganser harte de Heere de gelofte om ijverig, gewiUig en heilig als ambtsdrager te zullen arbeiden in Gods Koninkrijk.

E.

P.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Over geloften (5)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 28 februari 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's