Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

De Opgestane openbaart Zich

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

De Opgestane openbaart Zich

10 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

„Na dezen openbaarden Jezus Zichzelf wederom aan Zijn discipelen aan de zee van Tibéreas. En Hij openbaarde Zich aldus. Dit was nu de derde maal, dat Jezus Zijn discipelen geopenbaard is, nadat Hij van de doden opgewekt was." Johannes 21 : 1 en 14 (Lezen: ohannes 21 : 1—14)

Waar het begon

Laten we met de verschijning van Jezus aan de zee van Tiberias gewoon bij het begin beginnen. Waar begint het verhaal dan? Ergens in een kamertje in Galilea. In het vissersstadje Tiberias. Het kan ook wel een ander dorpje geweest zijn. Ze zaten met z'n zevenen bij elkaar. Simon Petrus, Thomas, Nathanaël, Jacobus, Johannes en nog twee anderen, wier namen niet genoemd worden. Wie weet, mag iemand zijn eigen naam invullen. Zo kom je met de discipelen in hetzelfde schuitje te zitten. Ik bedoel: Ben je ook een discipel van de Heere Jezus? Een discipel is een leerling, een volgeling van de Heere Jezus. Kinderen die ter school gaan noem je leerlingen. Nu, je kunt ook een leerling op de school van de Heere Jezus zijn. Het mooiste is als je een jonge leerling mag zijn. Zoals Samuel, die al heel jong zei: , , Spreek (Heere), Uw knecht hoort." Of Timotheüs, die als kleine jon­ gen aan de rokken van zijn moeder en grootmoeder hing. Vooral aan hun lippen. Hij kon er maar niet genoeg van krijgen als ze hem vertelden uit de Bijbel van de Heere God. Misschien moet ik zeggen: je zult het niet altijd gemakkelijk krijgen. Netzomin als de discipelen in hun vissersbootje. Ik zeg er alvast bij: je zult er nooit spijt van krijgen.

Het begint allemaal als de avond daalt. De discipelen zitten te wachten op de komst van Jezus, die maar uitbleef. Ze worden ongeduldig. Nemen op het voorstel van Petrus: , , ik ga vissen", een resoluut besluit: , , wij gaan met je mee". Ja, begint het daar? Ja toch! Ik zeg: Nee toch!

Het staat er heel duidelijk. Het begint daar, waar Johannes schrijft: Na dezen openbaarde Jezus Zichzelf. Openbaren, weet u wat dat betekent? Hij komt in het licht te staan. In het licht van de prille dag.

Meer nog, in het licht van Zijn opstandingsheerhjkheid. Hij laat het licht op Zichzelf vallen. Jezus neemt als Allereerste het initiatief. Om te laten zien Wie Hij is, hoe groot Zijn hefde is, hoe onmetelijk Zijn genade, hoe rijk in eer. Het is zoiets als een moeder, die haar kind in het donker hoort huilen, de deur van het kamertje opendoet, het licht aanknipt. Je ziet moeder ineens in het volle licht staan. Je ziet haar en zegt: , , Mama". Dat is openbaren. Licht verspreiden in de duisternis. Wat een openbaring!

Jezus openbaarde Zich aldus

Hoe dan? Het gaat heel anders dan je zou denken. Aldus wil ook zeggen: Jezus' openbaring begint met Zich schuil te houden. Hij liet ze even begaan toen ze gingen vissen. Toen ze in hun eigen bootje stapten, die zij met man en macht het water hadden ingeduwd. Goed en wel in volle zee gooiden zij het net overboord. Aan de linkerkant, aan bakboord. Zo doen vissers van het vak. Ze gaan vakkundig te werk. Zorgen dat ze niet vastvaren in hun eigen net. Ze vissen op de plek waar de meeste vis zit.

Na een uur of wat, de eerste nachtwake, halen zij. Leeg komt het net boven. Nog een keer en nog een keer. Het resultaat is en blijft nihil. In die nacht vingen zij niets. Nul komma nul.

Tegen de morgen als het vistij verstreken is, stevenen ze met een leeg schip op de oever aan. Nu zijn er altijd mensen geweest, die precies weten waarom de discipelen in die nacht niets vingen. Hadden ze ook maar... niet zo ongeduldig moeten zijn. Ze hadden ook stil de komst van Jezus moeten afwachten. Zo spreekt Jezus niet. Hij openbaart Zich altijd , , aldus". Als Eén Die mild geeft en nooit verwijt.

In die nacht vingen zij niets. Teleurstel fc ling en verbijstering komen ons uit die enkele woorden tegemoet. Heel de vruchteloosheid van die lange, eenzame nachi klinkt er in door. Wat zit daar achter Vraag liever: Wie staat daar achter? Jezus! Hij is bezig Zich te openbaren, terwijl Hij nog versluierd is. Aldus, zo doet Hij meer als Hij Zich openbaren wil. Dan laat Hij ons weleens achter het net vissen. Opdat wij erachter zullen komen, dat er geen nacht zo donker is of Jezus gaat mee. Liever nog: Hij gaat ons in de nachten van het leven met Zijn heillicht voor. Hij ging niet slapen, toen zij het water opgingen in de nacht. Hij waakt over de vissers en Zijn vissen.

Zijn vissen, ja. Volgens Psalm 8 is alles onder Zijn voeten gezet: De dieren des velds, het gevogelte des hemels en de vissen der zee. Hij regeert zó over Zijn vissen die nacht, dat er niet één visje in het net zwemt. Hij kan je gebeden verhoren. Als je Hem vraagt om te helpen in ziekte bijvoorbeeld. Of bidt om een goed cijfer voor je proefwerk. Of als je bidt om een levensgezel, een levensgezeUin. Of dat je kinderen in Zijn wegen mogen wandelen. Maar soms is het alsof de Heere niets doet. Zijn handen op Zijn rug houdt. Je maar een beetje laat tobben en zwoegen. Je weet dat Hij er is, maar je ziet Hem niet.

De discipelen zag ook niet dat Jezus bij het ochtendgloren al op de oever stond. Je krijgt het gevoel dat je in de boot genomen bent. Lege netten. Daarmee lijkt het wel of je in de nesten terecht bent gekomen. Als je naar je lege netten kijkt kun je niet zomaar zien en zeggen: Het is de Heere. Dan ga je eraan twijfelen of God alles wel kan. Alles kan Hij inderdaad. Maar één ding niet. Jezus kan nooit te laat komen. Ik kan nergens in terecht komen of van Jezus geldt: Hoe kent Hij al mijn noden. Waarin Hij trouw voorziet. Maar, hoor ik iemand zeggen: dat kun je zomaar niet pakken. Dat weet de Heere en daarom komt Hij er altijd Zelf aan te pas.

Paasverrassing

Waar is de Opgestane? In aardse en geestelijke nood kunnen wij het uitschreeuwen: Wachter wat is er van de nacht? Hoor, de morgenstond is gekomen! Alles goed en wel, maar voor mij is het nog nacht. Ik kom uit mezelf de zorgen en de zonden al helemaal niet te boven. De dageraad van de nieuwe dag onderstreept de teleurstelling van de discipelen. Niemand haalt het in zijn hart om de nevels weg te zingen, al had het gekund. Omdat de morgen der opstanding van Christus al was aangebroken. Zondaar is uw hart verslagen?

Het is Pasen geweest. Pasen geeft recht en reden om te zingen: Des avonds vernacht het geween en des morgens is er gejuich.

Maar wat als de lust tot zingen is vergaan? Omdat je niets gevangen hebt? En de buit van Jezus' borgwerk, wel voor anderen is, maar je zelf die buit niet aan boord kunt hijsen? Ik zeg u en het staat hier. Jezus staat op de oever. De bhnkende Morgenster. Hij is de Opgestane, in het nachtelijk duister, voor hen die in hun vergeefse werkzaamheden gevangen zitten. In het kleurrijke morgenlicht staat Jezus, de VreemdeUng op de oever, om Zich te openbaren dat Hij niet vreemd is aan ons vergeefse getob. Zet Jezus Zich in het hcht, dan staat Hij op de oever. Dat is de grenslijn van zee en land. Waar de golven worden gebroken. Is de zee in de Bijbel niet het beeld van de duistere chaosmachten? Zie Hem staan in het Paaslicht. Hij daalde neer in de donkere machten en nachten van de dood. Over Hem gingen al Gods golven en baren. Maar het is Pasen geweest! Hij is opgestaan. God de Vader heeft Zijn leven opgevoerd uit het verderf. Hoog rijst Zijn gestalte boven al uw en mijn golven en baren. De zee van angst en beproeving rust kalm en stil aan Zijn doorwonde voeten, die Hij al eenmaal en andermaal en nu voor de derde maal laat zien.

Hij vult al het duister met Zijn lichtende gestalte. Dat is nu openbaring. Kijk, luister! Met de hand aan de mond roept Hij over het water: , , Kinderkens, hebt gij niet enige toespijs? Iets om te eten? Heel weinig maar? " Helaas van hun kant is er niets. Vandaar het korte bijna bitse antwoord, waar heel hun verlegenheid èn leegheid in schuilgaat: , , Neen!” Ze zijn zo bezeten van zichzelf dat ze de liefde van Jezus in het tere woord „kinderkens" niet eens horen. Het kan soms zo donker zijn, dat je met de open Bijbel voor je, van de genade, de trouw, de liefde van de Opgestane niet hoort of ziet.

Neen! Een schreeuw of een zucht? Allebei. Ik weet niets mee te brengen. In het woord , , kinder kens" schuilt alle begrip, klopt de liefde van Jezus' hart. Juist als wij moeten zeggen: , , Ik heb niets voor U. Zelfs mijn armoede is niet geschikt voor een verhaal." Jezus vindt er een opening in voor Zijn bevel: , , Werp het net aan de rechterzijde van het schip en gij zult vinden." Tegen alle berekeningen en vakmanschap in. Dat is nu Jezus' Paasverrassing. Als we niets meer in te brengen hebben, hebben we ook niets meer te verliezen. Oog in oog met Christus verUes je het laatste restje inbreng. Dan overwint het Woord van bevel en belofte tevens je hart en je gehoorzaamt. Je mag gaan geloven op Zijn Woord van eeuwig leven.

Zie wat een volle zee van Gods zegen, als de zilveren vangst der vissen door de kracht van Jezus' opstanding de lege netten van ons hart doet overlopen. In diepe verwondering zwelt de stille fluistering aan tot een blijde Paasiubel: , , Het is de Heere!”

Hij laat Zich kennen aan Zijn grote daden. Wat vraagt de Heere van u en mij?

Met een leeg schip naar de kant te komen. Met een leeg hart naar de Heere te komen. Een hart waarin Hij Zijn liefde in uitstort. Heel de volheid van Zijn genade. En alles wat we Hem dan te brengen hebben en het enige wat we Hem dan brengen mogen zijn de gaven die Hij ons eerst schonk.

Hier de vissen. In uw geval, in elk geval, Uefde en lof. De hoge God alleen zij de eer en dank voor Zijn genade. Ook als vissers van mensen staan we er telkens vol verwondering van te kijken, dat er uit de grote mensenzee mensen gevangen worden in wie de kracht van Jezus' opstanding zich zo manifesteert, dat ze uit de dood overgaan in het leven. Zo openbaart de Heere Zich, altoos weer.

Hij maakt je doorgaans twee keer beschaamd. Eerst in het niets-zijn, nietskunnen, niets-hebben. En dan in het wonder, dat wij uit Zijn volheid ook ontvangen genade voor genade. Van deze onze Heere zegt Luther: , , Om ons zalig te maken voert Hij ons steeds dieper in onze verlorenheid." Om ons vandaar op te voeren tot de hoogte van de Paaslof: Het is de Heere!

H.V.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

De Opgestane openbaart Zich

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 18 april 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's