Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Mordechai en Esther (2)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Mordechai en Esther (2)

9 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSE FIGUREN

Esther wordt koningin

Hoe kwam het zover, dat Eshter meedong naar de vervulling van de ontstane vacature van gemalin van Ahasveros? Heeft ze zich vrijwillig aangemeld, zonder dat haar oom daartegen bezwaar aantekende, of heeft Mordechai zich wel verzet, maar moest hij wijken voor geweld? Hoe dit zij, wat hier gebeurde was toch wel duidelijk in strijd met de Wet des Heeren. Een Jodin mocht niet huwen met een heiden. Feitelijk gaf Esther door deze daad haar identiteit als joods meisje prijs. Gunstehnge te zijn van deze koning was eigenlijk meer schande dan eer. Of, zoals iemand schreef: , , Schijnbaar ontving zij de hoogste eer, doch 't was slechts geblankette slavernij”.

De uitgezochte jongedames werden overgebracht naar de koninklijke harem en toevertrouwd aan de hoofdeunich Hege of Hegai. Opmerkelijk, dat deze Hege aan Esther een voorkeursbehandeling gaf. Zij kreeg de beste vertrekken en kon beschikken over zeven staatsjuffers. Heeft deze kamerhng aangevoeld, dat dit meisje weleens de keus van Ahasveros zou kunnen zijn? Tussen het aankomen in 's konings harem en het bij hem opwachting maken, lag een lange tijd van voorbereiding. Die duurde een vol jaar. In Esther 2 vers 12 lezen we daarover, dat: , , haar twaalf maanden lang naar de wet der vrouwen geschied was" en dat: , , alzoo werden vervuld de dagen har er versieringen; zes maanden met mirre-olie en zes maanden met specerijen en met andere versierselen der vrouwen". De kanttekeningen op de Statenvertahng spreken over: , , oppronken", , , versieren" en , , parfumeren". En dat alles om de natuurlijke schoonheid extra glans te geven. Toch wel een bizarre en beklemmende wereld waar we binnen geleid worden! Een wereld. waarin alle eerbied voor de vrouw als persoonlijkheid, geheel ontbreekt.

Als reeds meerdere gegadigden met de koning hebben kennisgemaakt, is Eshter aan de beurt. En dan blijkt Hege het goed te hebben aangevoeld... Ahasveros geeft aan Esther de voorkeur boven de jonge vrouwen die haar voorgingen. Anderen komen niet meer in aanmerking... Esther gaat Vasthi opvolgen. , , En de koning beminde Esther boven alle vrouwen, en zij verkreeg genade en gunst voor zijn aangezicht boven alle maagden; en hij zette de koninklijke kroon op haar hoofd en hij maakte haar koningin in de plaats van Vasthi" (Esther 2 : 17). Zo werd Esther, de nederige dienstmaagd, uit het stof verheven, naast prinsen en wereldgroten gezet. Wonderlijke gedachte... een eenvoudig joods meisje koningin van het machtige Perzië. Deze ongedachte gang van zaken mag gezien worden in het licht van Gods voorzienigheid. Hierin is Gods hand. Hij schakelt Esther in, opdat deze straks het middel zal zijn om het joodse volk te behoeden voor de totale ondergang. Wonderlijk is Gods handelen! Want nog voor het gevaar voor de Joden dreigen gaat, heeft de Heere het instrument van de bevrijding al gereed. En Mordechai ontdekt in de poort een samenzwering tegen Ahasveros. Door zijn tussenkomst worden de samenzweerders gedood en het leven van de koning gered. En deze daad van Mordechai wordt opgetekend in de kronieken van het rijk. Ook dit feit zal straks een rol gaan spelen. Zo doet in de strijd tussen God en satan de Heere de eerste zet. , , God is de duivel altijd twee schreden voor". Wel doet satan een tegenzet... een zekere Haman wordt eerste minister van de koning.

Haman

Haman stamde af van Agag, de koning van de Amalekieten. Uitdrukkelijk wordt hij genoemd: „Haman de Agagiet". Koning Saul had deze Agag tegen Gods gebod in, laten leven (1 Sam. 15). Later, toen door David en anderen de uitroeiing van de Amalekieten verder werd uitgevoerd, zijn enkelen ontkomen. Vandaar de aanwezigheid van deze Haman. Hij behoorde tot het volk, waartegen Mozes de eeuwige oorlog had gepredikt. , , Zo zal de oorlog des Heeren tegen Amalek zijn, van geslacht tot geslacht". Amalek is de oude erfvijand, de doodsvijand van Israël.

Een machtig man deze Haman. Zó machtig, dat voor hem alle dienaars van de koning moeten knielen. Deze verheffing van Haman heeft Mordechai gestoken. Het heeft hem als het ware wakker geschud. Hij wordt er door gedreven om positie te kiezen. Zijn halfslachtigheid te laten varen. Mordechai laat zich door de positie van Haman niet intimideren. Hij maakt aan zijn medehovelingen zijn afkomst bekend en weigert aan Haman de gevraagde eer te brengen (Esther 3 : 1 e.v.).

Sommigen zien in de eis voor Haman te knielen, een goddelijke verering. En daar kon Mordechai niet aan meedoen. Als Israëliet mag hij alleen knielen voor God. Maar anderen menen, dat hier geen sprake is van goddelijke verering van een mens, maar dat gedacht moet worden aan het buigen van een lagere voor een hogere. En dit , , knielen" was als eerbetoon in het Oosten heel gebruikelijk en werd ook onder Joden gedaan. Mordechai zal later zonder enig bezwaar voor koning Ahasveros een buiging gemaakt hebben... In de Septuaginta, de Griekse vertahng van het Oude Testament, wordt in een aanhangsel bij het boek Esther ^^^ , , gebed van Mordechai" weergegeven. Deze zegt daarin, dat hij noch uit hardnekkigheid, noch uit hoovaerdigheid Haman weigerde te eren. Als dat voor Israël voordelig zou zijn, zou hij zelfs bereid zijn Hamans voeten te kussen. Doch hij handelde uit vroomheid, omdat hij alleen God wilde aanbidden". Aldus het gebed van Mordechai. Maar in werkelijkheid weigerde hij geen goddelijke eer, maar weigerde hij een gewoon eerbewijs aan Haman, omdat hij niet wilde buigen voor de erfvijand, voor de van God vervloekte Amalekiet.

Het conflict

En daarmee was het conflict geboren. , , 0, Mordechai in yver/Maeckt Haman nog te stijver" (Revius). Want toen Haman vernam dat Mordechai een Jood was, ging bij hem iets van de oude traditie werken. Zijn anti-joods gevoel werd versterkt. De oude strijd herleeft tussen Israël en Amalek, een strijd die terug gaat tot de tegensteUing Jacob-Ezau, en die in wezen een strijd is tussen God en de duivel.

Gehinderd door de afstandelijke houding van Mordechai, zint Haman op wraak. Mordechai moet gestraft worden. Maar niet alleen hij. Gedreven door haat tegen het joodse volk, rijpt in het brein van deze heiden, een afschuwelijk plan. Mét Mordechai moeten alle Joden in het land gedood worden. Hij bespreekt de zaak met de koning. Hij stelt het volk der Joden voor als een gevaar voor het land. Ze zijn verdeeld over het gehele land, zij leven afgezonderd, zij hebben andere, eigen wetten. Daarin schuilt waarheid. Maar als Haman daarbij vertelt, dat zij de wetten van de koning niet zouden eerbiedigen, dan liegt hij. Een uitlegger zei daarvan: , , In plaats van hen als een bederfwerend zout aan te zien, wil hij de koning doen geloven, dat zij allerwege een revolutionair element kunnen vormen." Haman biedt de koning tienduizend talenten zilver aan en neemt daarmee de geldelijke schade geheel voor zijn rekening. Maar de koning weigert dit geld. Zonder dat Ahasveros te weten komt over welk volk het gaat, tekent hij het decreet om de Joden uit te roeien. Hij heeft er niet het minste besef van, dat hij daarmee ook het doodvonnis tekent van zijn eigen gemalin. De datum van deze volkenmoord wordt door het lot (pur - poer) aangewezen. De voltrekking zal gebeuren op de dertiende dag van de twaalfde maand van het twaalfde jaar van Ahasveros. En nu gaat de zaak aan het rollen. Haman laat er geen gras over groeien. Brieven, voorzien van het koninklijk zegel, gaan uit naar alle streken van het land. In die brieven staat: , dat men zal verdelgen, doden en verdoen al de Joden van de jongen tot de ouden toe; de kleine kinderen en de vrouwen, op één dag, op 13 Adar, en dat men hun buit mag roven", (Esther 3 : 13). Overbrengers van deze verpletterende tijding zijn de ijlboden van de goed georganiseerde Perzische Post, waarvoor reeds de Grieken met grote bewondering vervuld waren. Groot is de verslagenheid bij de Joden. Mordechai loopt in rouwgewaad jammerend door de straten van de residentie. Het gerucht ervan dringt door tot in het paleis en bereikt Esther. Ze laat naar de oorzaak van Mordechai's rouwbeklag informeren. Zo verneemt ze, wat groot gevaar haar volk bedreigt. Om haar alle twijfel te ontnemen, weet Mordechai haar een afschrift van de uitgevaardigde wet in handen te spelen. Tevens vraagt hij haar dringend, bij de koning aan te dringen op herroeping van het uitgevaardigde decreet. Maar Esther maakt bezwaar. Wat Mordechai wil, kan niet. Immers... wie ongevraagd bij de koning in het binnenhof komt, wordt zonder pardon gedood... gemalin of niet! Alleen als de koning de gouden scepter toereikt, blijft men in leven. En... Esther is in geen 30 dagen bij de koning geroepen. Ze is blijkbaar uit de gunst.

Maar Mordechai blijft aandringen. Esther moet niet denken, dat het verblijf in het paleis haar zal vrijwaren van de dood. Haar leven is evenzeer in gevaar als dat van alle Joden. Mordechai houdt haar voor, dat als zij blijft zwijgen, ... , , de Joden verkwikking en verlossing uit een andere plaats zal ontstaan, maar gij en uws vaders huis zult omkomen; en wie weet of gij niet om zulken tijd als deze is, tot dit koninkrijk geraakt zijt" (Esther 4 : 14). Kanttekeningen: , Hij wil zeggen, indien gij in deze uiterste nood geen medelijden bewijzen, noch hulp doen zult aan uw landslieden en bloedvrienden, zo zal de Heere deze uw kleinhartigheid waarlijk straffen." , , Vermoedelijk zoudt gij tot dezen koninklijke waardigheid niet gekomen zijn, ten ware dat God u had willen gebruiken om zijn volk te dezen tijd te verlossen". , , Deze tijd" dat is de door de Heere zelf zo beschikte periode. Het gaat om het zijn of niet zijn van Israël.

Eindelijk geeft Esther aan het dringend verzoek van haar oom toe. Ze zal naar de koning gaan als is dit tegen de wet. , , Kom ik om, dan kom ik om”.

Esther bemiddelt

Esther verzoekt aan de joodse gemeenschap om drie dagen met haar te vasten ten teken van verootmoediging voor zij de gevaarvolle tocht naar de koning maakt. Dan betreedt zij in koninklijk gewaad de binnenhof. Het gaat voor haar om leven of dood. Maar dan... de koning ziet haar. En... hij reikt haar de gouden scepter toe. Esther treedt naderbij. Ze roert de scepter aan. De koning is haar gunstig gezind. Vriendelijk vraagt hij wat zij wenst. Bij voorbaat zal hij elk verzoek inwilligen al zou het de helft van zijn koninkrijk zijn. Esther vraagt alleen of de koning met Haman bij haar willen dineren. Na het eten drinkt men wijn. Het verhoogt de stemming. De koning herhaalt zijn vraag. Maar nog spreekt Esther haar gevoelens niet uit. Ze stelt de uitvoering van haar plan uit tot het diner de volgende dag, waartoe zij andermaal de koning en Haman uitnodigt.

Hamans ijdelheid is zeer gestreeld. Aanzitten aan de maaltijd met de koning en de koningin! En morgen zal dat weer zo zijn. Maar als hij op weg naar huis Mordechai ontmoet en deze doet of Haman lucht is, wordt zijn vreugde getemperd.

(Wordt vervolgd)

B.

H.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1997

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Mordechai en Esther (2)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 5 september 1997

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's