Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Filémon en Onésimus

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Filémon en Onésimus

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

BIJBELSE FIGUREN

Van de apostel Paulus zijn ons vele brieven overgeleverd. Iemand heeft berekend, dat ruim 29 procent van het Nieuwe Testament uit brieven van Paulus bestaat. Het zijn gewichtige brieven, want het gaat daarin om gewichtige zaken. Om het simpel te zeggen: in deze brieven wordt de leer der zahgheid klaar uiteen gezet. Niet alle brieven zijn even lang. Eén ervan is zó kort, dat een verdeling in hoofdstukken niet nodig was. Men kon volstaan met een verdeling in 25 verzen. Ze werd geschreven, toen Paulus voor de eerste maal in Rome gevangen zat, maar de vrijheid had om in een eigen woning te verblijven, zij het onder toezicht. Het is een vrij persoonlijke brief, die, in tegenstelling met andere, door Paulus eigen­ handig is geschreven. Dit kleine briefje is gericht aan: Filémon te Colosse, aan diens vrouw Appia, hun zoon Archippus en aan de Gemeente , , die ten zijnen huize is." Waarschijnlijk is deze Filémon te Efeze met Paulus in aanraking gekomen. Door Gods genade ingewonnen voor het Evangehe had hij door het geloof in Christus zijn Heiland gevonden. Paulus noemt hem...: , , de gehef de en onze medearbeider" (Filémon vers 1). Zijn dienstbetoon aan zijn God bestond daarin, dat hij zijn ruime woning beschikbaar had gesteld voor de samenkomsten van de Gemeente van Christus te Colosse en er leiding gaf.

Blijkbaar genoot Filémon maatschappelijk een zekere welstand. Hij was althans in het bezit van slaven. Het christen-zijn van Filémon stond er borg voor, dat deze slaven met achting en op een menswaardige wijze behandeld werden. Zij zullen zich in de dienst van Filémon wel bevonden hebben en zich zonder morren in hun ondergeschikte positie geschikt hebben. Met één van hen was dit echter niet het geval. Het was een slaaf met een mooie naam... Onésimus d.i.: „de bruikbare", , , de nuttige". De slaafse banden mogen dan niet al te knellend zijn, Onésimus wil , , vrij" zijn! Baas over zichzelf zijn, zelf beslissingen nemen.

Op een bepaalde dag neemt hij de benen. Weg van hier! Als het aan hem Ugt, zien ze hem hier niet weer terug. Waarschijnlijk heeft hij ook wat geld van zijn meester gestolen om althans de eerste tijd in leven te kunnen blijven. Zo trekt hij een ongewisse toekomst tegemoet. Hij zal ondervinden, dat niet hij, maar de Heere God zijn leven leidt.

Dat slaven in de vlucht hun heil zochten, kwam meer voor. Dat vluchten was overigens niet zonder gevaar. Van tijd tot tijd werd een klopjacht op weggelopen slaven gehouden met kwalijke gevolgen voor wie gepakt werd. Die pakkans werd kleiner, als men naar een grote stad trok. Ondergedoken in de massa, was de kans zijn verkregen vrijheid weer te verliezen, minder groot. Zo dook ook Onésimus onder in de grauwe menigte van de stad Rome. Rome was de grote verzamelplaats van allen, die om de één of andere reden liever niet aan hun verleden herinnerd wilden worden.

Als de Heere een zondaar bekeert, gaat het soms langs wonderlijke wegen. Wat niet te voorzien was... in Rome komt Onésimus in contact met de apostel Paulus! Hij ontmoet hem in gevangenschap. Hoe dit contact tot stand kwam, blijft duister. Is hij Epafras, die ook uit Colosse kwam, ergens in Rome tegengekomen? Is hij door iemand meegenomen naar de gevangenis waar Paulus was? Of heeft hij Paulus uit eigen beweëii^g opgezocht? Hoe het zij... Paulus neemt als goed evangelist deze kans waar, om ook aan deze weggelopen slaaf het Evangeüe te verkondigen. Zo werd Onésimus één van hen, die de apostel in zijn , , woning" ontving, , , predikende het Koninkrijk Gods en lerende van de Heere Jezus Christus, met alle vrijmoedigheid, onverhinderd." Onder deze prediking ontsloot de Heilige Geest het hart van Onésimus en wordt deze tot het geloof in Christus gebracht. Onésimus begeerde de vrijheid en werd nu in Christus waarlijk vrij!

Paulus noemt in zijn brief aan Filémon, Onésimus zijn , , zoon", die hij in zijn , , banden geteeld heeft." En in zijn brief aan de Colossenzen noemt hij hem: , , de getrouwe en gehefde broeder, die uit de uwen is." Er zijn banden gevallen tussen de bejaarde Paulus en de nog jonge Onésimus. Banden, niet van vlees en bloed, maar van geloof en hefde. Het zijn de banden waarvan Groenewegen zong...: , , Zoete banden, die mij binden...”

Graag had Paulus Onésimus bij zich gehouden, opdat hij hem behulpzaam zou zijn in de dienst van het Evangelie. Maar Paulus weet... dat kan niet zonder goedkeuring van Filémon. Onésimus moet terug naar zijn meester. Maar Onésimus heeft daartegen grote bezwaren. Hoe zal zijn meester zijn weggelopen slaaf, die het er zo slecht heeft afgebracht, ontvangen? Hij vreest de toorn van Filémon. Om Onésimus gerust te stellen, schrijft Paulus de brief aan Filémon. Het is een brief van aanbeveling. Met deze brief vertrekt Onésimus naar Colosse, begeleid door Tychicus. Deze medearbeider van Paulus heeft tevens een brief van Paulus aan de Colossenzen bij zich.

Paulus schrijft aan Filémon, dat deze zijn slaaf terugkrijgt als een broeder in de Heere. Hij schrijft erbij, dat hij zich garant stelt voor de schade die het weggaan van Onésimus heeft opgeleverd. , , Neem hem aan gelijk mij. En indien hij u iets verongelijkt heeft of schuldig is, reken dat mij toe" (18). En om alle twijfel weg te nemen, bevestigt hij de brief met zijn handschrift: , , Ik, Paulus, heb het geschreven met deze mijn hand; ik zal het betalen" (19). Als een geestelijk vader pleit hij bij Filémon voor zijn geestelijke zoon.

Men heeft de brief aan Filémon wel genoemd een „meesterwerkje van zachtaardige overredingskunst." Met fijne tact stelt hij de zaken aan de orde. Hij had Onésimus wel „willen bij mij houden, opdat hij mij voor u dienen zou in de banden des evangelies; maar ik heb zonder uw goedvinden niets willen doen" (13 en 14). Men leert er Paulus door kennen als een door de hefde gedrevene. Gedreven door de liefde van Christus. Heerlijk als de drijfveer van ons bedoelen en handelen, de liefde is. De liefde van God uitgestort in het hart. Wat zijn we daar, in ons kerkelijk handelen en wandelen, soms ver vandaan.

De apostel beveelt niet, zoals hij had kunnen doen (8) maar verzoekt op grond van liefde (9) Onésimus, zijn weggelopen slaaf weer vriendelijk op te nemen. En hij zet zijn verzoek kracht bij, door te wijzen op zijn leeftijd en gevangenschap..." daar ik zodanig één ben, te weten Paulus een oud man, en nu ook een gevangene van Jezus Christus" (9). In voorzichtige termen wijst hij op de leiding van God: , , Want veellicht is hij daarom voor een kleine tijd van u gescheiden geweest, opdat gij hem eeuwig zoudt weder hebben" (15). De kanttekenaren tekenden hierbij aan: , , eeuwig, dat is zijn leven lang. Want dewijl hij nu een vroom christen geworden was, zo zou hij er niet aan denken om wederom weg te lopen of zijn heer ontrouw te zijn." En met de toespeling op zijn naam zegt Paulus, dat Onésimus hem vroeger niet , , nut" was, maar nu zowel Filémon als Paulus , , nuttig" is, een ware Onésimus. Straks hoopt Paulus weer vrij man te zijn, mede door het gebed van de Gemeente van Colosse. Dan wil hij deze Gemeente bezoeken. In verband daarmee verzoekt hij aan Filémon, om te zien naar een verblijfplaats voor Paulus.

De brief aan Filémon: een klein, eenvoudig briefje, maar van blijvende waarde. We leren er uit, dat het Evangelie niet allereerst een sociale, maar een godsdienstige boodschap brengt. Maar het laat wel over de sociale verhouding het hcht van Gods Woord vallen. De slavernij had al vele eeuwen bestaan en werd als heel gewoon en geoorloofd gezien. Paulus maakt niet met één slag een eind aan de verwerpelijke slavernij. Hij gaat niet zo ver, dat hij de slavernij verbiedt. Hij zendt zelfs Onésimus terug naar zijn meester. Maar hij tast het beginsel van de slavernij aan, door te stellen dat Filémon en Onésimus broeders zijn. Zij hebben beiden God tot hun Vader, omdat beiden Christus tot hun Heiland hebben. Wanneer dat zo is, is op de duur de slavernij niet te handhaven. Zo heeft de apostel, zoals iemand schreef: , , Onder het instituut der slavernij een lading dynamiet gelegd, al zou het nog eeuwen duren voor deze tot explosie zou komen." , , Onésimus voortaan niet alleen een dienstknecht, maar ook een broeder; naar het vlees de mindere: de broeder een slaaf; in de Heere is hij de gelijke: de slaaf een broeder.”

B.

H.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1997

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

Filémon en Onésimus

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 26 september 1997

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's