Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Het boek van Blaauwendraad

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Het boek van Blaauwendraad

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

KLEINE KRONIEK

Het onlangs verschenen boek van dr. ir. IA J. Blaauwendraad „Het is ingewikkeld geworden" heeft meteen in de kerkelijke pers binnen de gereformeerde gezindte veel aandacht gekregen. Het is wel bijzonder dat een hoogleraar (en zelfs rector magnificus) van een Technische Universiteit (Delft) over theologische zaken schrijft. Belangrijker nog is dat een oud-ambtsdrager en van harte meelevend lidmaat van de Gereformeerde Gemeenten (synodaal) openhartig een aantal indringende vragen rond de prediking en de theologische ontwikkeling binnen dit kerkverband aan de orde stelt.

Hopelijk leidt dit inderdaad tot een open gesprek, niet alleen binnen het genoemde kerkverband, maar ook breder in de gereformeerde gezindte. Wat dit betreft, sluit ik mij graag aan bij de wens die ds. J. Belder in zijn recensie in het Reformatorische Dagblad heeft uitgesproken:

„Het is mijn vurige bede dat dit mild getoonzette boekje niet in een reformatorische veldslag resulteert in onder meer de rubriek „Opgemerkt". Laat het tot bezinning mogen zijn en ons brengen met onszelf voor Gods Aangezicht. Er wordt genoeg tot nadenken aangereikt en wie heeft niet nodig steeds weer gecorrigeerd te worden?

Met deze opmerking zou ik het ook graag willen aanbevelen. En wie bezwaren maakt tegen bepaalde passages moet de weg van Matthéüs gaan door de schrijver maar persoonlijk aan de tand te voelen. Het zou overigens ook zeker geen geringe verdienste zijn van dit boekje als het de lezers deed grijpen naar Luther, Calvijn, Fisher, Koelman, Brakel, Erskine en anderen. Hoe ont­ dekkend en verrijkend dat is, weet ik uit eigen ervaring.”

Eerste reacties van min of meer officiële kant (ds. A. Moerkerken; ds. J. J. v. Eckeveld) acht ik niet zo bemoedigend: wat omtrekkende bewegingen die de kernpunten die in geding zijn niet raken. Maar er komt ongetwijfeld nog meer. Daartegenover staat dat in het blad, , Koers" van 3 oktober jl. een drietal , , prominente" leden van de Gereformeerde Gemeenten heel goed op de uitdaging van Blaauwendraad is ingegaan. Ik laat ze alle drie kort aan het woord:

De heer K. Bokma:

„”Het is een prikkelend, eerlijk boekje waarin hij op integere wijze dingen aan de orde stelt die van groot belang zijn, niet alleen voor de Gereformeerde Gemeenten, maar voor de hele rechterflank van de gereformeerde gezindte.”

„Er leven op het grondvlak van onze gemeenten heel veel vragen. Al eerder zijn daarvan signalen afgegeven, denk bijvoorbeeld aan het boekje van Jan Baaijens. Daarom is het naar mijn mening nuttig om dit in bespreking te brengen, op een evenwichtige manier, waarbij men elkaar niet gelijk uitmaakt voor vijanden van de Waarheid. Professor Blaauwendraad heeft het goede met onze gemeenten voor, en vanuit die optiek heeft hij het boek geschreven.”

Dr. R. Seldenrijk:

„”Sinds de Afscheiding in 1834 is er over de aard en de richting van de prediking stevig gediscussieerd. Dat heeft in de eerste dertien jaar van de Afscheiding geleid tot vijf afsplitsingen. Dus het is niet iets van vandaag of gisteren. Als je het boek van professor C. Veenhof over prediking en uitverkiezing leest (1959), dan kom je daarin dingen tegen die je nu in de gereformeerde gezindte nog tegenkomt.”

Kun je zeggen dat de meest gangbare opvatting in de Gereformeerde Gemeenten op dit punt de laatste decennia is opgeschoven in de richting van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland?

Dr. Seldenrijk: „Inderdaad, ik zie een toenadering die zijn grond vindt in een zich versmallend denken over het aanbod van de genade. Het is volstrekt duidelijk dat er door de kerkelijke leiding van de Gereformeerde Gemeenten met meer liefde wordt gekeken in de richting van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland dan in de richting van de Christelijke Gereformeerde Kerken of de Gereformeerde Bond in de Nederlandse Hervormde Kerk. En dat is iets van de laatste vijftien jaar”.”

„Drs. Van Beekhoven: , , Ik deel die taxatie in De Saambinder wordt er bij gelegenheid geen geheim van gemaakt dat men vindt dat er nauwelijks verschil is tussen de leer van de Gereformeerde Gemeenten en de leer van de Gereformeerde Gemeenten in Nederland. Zo zijn bijvoorbeeld de leeruitspraken van de Gereformeerde Gemeenten uit 1931 enkele jaren terug weer uitdrukkelijk naar voren gehaald. Als ware er in 1953 geen conflict met dr. C. Steenblok geweest. Er zijn uitzonderingen, maar de officiële kerkelijke lijn tendeert in de richting van een versmald aanbod van de genade.”

Bokma vult aan: , , Er wordt weleens gezegd - en ik denk dat dat juist is - dat wij pendelen tussen Kok en Steenblok. Na de scheuring van 1953, die een enorme schok teweeg bracht in ons kerkverband, is men het aanbod van genade weer ruimer gaan preken. Gelukkig maar, zeg ik dan. Maar ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat wij langzamerhand weer toeschuiven naar de kant van Steenblok. Ik heb daar zorgen over. Wij moeten het evenwicht bewaren, ook in de prediking.”

„Er is sprake van scheefgroei. Ik hoor soms spreken van een bevinding en een systematiek die niet strookt met de Bijbel. Het gaat erom dat wij schriftuurlijk bevindelijk zijn. We moeten er niets van afdoen dat een mens van dood levend gemaakt moet worden, maar daarnaast kunnen we een hele theorie opzetten over allerlei standen in het genadeleven die ik in de Bijbel niet tegenkom.”

„Een voorbeeld van scheefgroei is de overaccentuering van het Heilig Avondmaal. Die is in bepaalde gemeenten dusdanig sterk dat delen van de kerkenraad niet meer aangaan.”

Niet benauwd

Hoe denkt u zelf over het aanbod van de genade en het adres van de prediking?

Bokma: „Als je leest hoe welmenend, hartelijk en lokkend de oud vaders oproepen om tot Christus te komen, dan mogen wij daar toch niet in achter blijven? We moeten niet benauwd zijn het evangelie zo hartelijk en gunnend te brengen. Daar is een floers overheen gelegd en dat is niet goed. Wij zoeken God niet, nee, inderdaad, maar het is juist de kracht van het evangelie dat God zondaars zoekt. Dat moeten we weer voluit prediken, verbonden met de oproep tot geloof en bekering.”

Dr. Seldenrijk: , , Als het gaat om de taak van de prediker, dan is het zijn taak om de mensen te dwingen om in te gaan. Calvijn zegt daarover in zijn Institutie, eerste boek, hoofdstuk zeven, paragraaf vier: 'Als wij met zuivere ogen en ongerepte zinnen de Bijbel lezen, dan zal men gelijk de majesteit van God ontmoeten die ons dwingt tot gehoorzaamheid'. Dat is naar mijn overtuiging de kern van onze opdracht. Alleen zo kun je als christen wervend in kerk én samenleving staan.”

„Waaraan kun je een christen herkennen? Artikel 29 van de Nederlandse Geloofsbelijdenis geeft op die vraag een prachtig antwoord, namelijk: 'Aan het geloof, en wanneer zij, aangenomen hebbende de enige Zaligmaker Jezus Christus, de zonde vUeden en de gerechtigheid najagen, de ware God en hun naaste liefhebben, niet afwijken, noch ter rechter-, noch ter linkerhand, en hun vlees kruisigen met zijn werken'. En dan komt het kernpunt: 'ze nemen voortdurend hun toevlucht tot het bloed, de dood, het lijden en de gehoorzaamheid van de Heere Jezus’.

„Als dat centraal staat in de prediking, dan werkt dat wervend. Dan is dat de andere kant van 'het dwingen om in te gaan’.” Van Bochoven: „Hetzelfde vind je terug in het Avondmaalsformulier. Ook daarin tref je aan: het beleven van de dood in jezelf, gepaard aan het toevlucht nemen tot Christus. Geloven is een uitgaande daad, die wordt gewerkt door de Heilige Geest. Uit de belijdenisgeschriften spreekt onmiskenbaar het bevel tot geloof en bekering. Dit wezenlijke element komt helaas niet altijd in de bevindelijk-gereformeerde prediking duidelijk naar voren. Men is kennelijk bevreesd dat mensen daarmee op de loop gaan. Ik denk dan: dat is nimmer uit te sluiten, maar je hebt het te prediken”.”

Waarom we deze uitspraken overnemen in ons blad? Omdat deze discussie ook in hervormd-gereformeerde kring zeer relevant is. Ten dele hebben we dezelfde zorgen en vragen als die welke Blaauwendraad aan de orde stelt, ten dele ook weer andere (oppervlakkigheid, , , verbondsautomatisme"). En we leven van harte mee met de discussie in de verschillende kerkverbanden binnen calvinistisch Nederland.

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Het boek van Blaauwendraad

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's