Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Guido de Brès als waarheidsgetuige (1)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Guido de Brès als waarheidsgetuige (1)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

UIT DE SCHAT VAN DE KERK

De aanleiding tot het schrijven van een paar artikelen over Guido de Brés, de opsteller van onze Nederlandse Geloofsbelijdenis, als waarheidsgetuige is gelegen in het feit dat onlangs bij uitgeverij De Schatkamer te Geldermalsen een fascimile-uitgave is verschenen van één van De Brés' grootste en belangrijkste werken. Het betreft een boek dat hij geschreven heeft tegen de wederdopers, figuren als Thomas Müntzer en Jan van Leiden, en tegen de doopsgezinden, figuren als Menno Simons en Sebastiaan Franck. Het boek bevat echter, zoals we nog zien zullen, veel meer dan alleen maar een bestrijding van de dopers, die de kinderdoop afwezen en overal eigen gemeenten stichtten. De Brés zet ook uitvoerig eigen geloofsovertuiging uiteen. In dat opzicht biedt dit werk een zeer waardevolle achtergrondinformatie. We leren er de theologische achtergrond uit kennen van de Nederlandse Geloofsbelijdenis.

Het boek

De titel van het boek lujdt als volgt: Den Wortel, den Oorspronck/Ende het Fundament der Weder-dooperen. Het is oorspronkelijk geschreven in het Frans in 1565. De eerste Nederlandse uitgave verscheen in 1570, drie jaar nadat De Brés de marteldood was gestorven. In 1589 verscheen een herdruk en in 1608 nog een derde druk. De oude uitgaven zijn heden uitermate zeldzaam. Ds. J. van der Haar is op zijn speurtocht naar oude boeken in ons land in openbare bibliotheken slechts negen exemplaren tegengekomen. Zij staan in zijn , , Schatkamer van de gereformeerde theologie in de Nederlanden" vermeld. Mij is echter bekend dat er althans ook nog één particulier theoloog is die een oud exemplaar, uit 1589, in zijn bezit heeft. Toch is dat al met al niet veel. Het was tot voor kort praktisch onmogelijk om het boek in handen te krijgen.

Hoe verheugend is het dan ook dat het heden in een herdruk (oude druk) en nog wel voor een redelijke prijs weer verkrijgbaar is. Zoiets kan stimulerend werken op een nader onderzoek aangaande de geloofsinzichten van de vroegste gereformeerde theologen in ons land. De Brés was namelijk, al woonde en werkte hij in het Zuiden, een Nederlander. Nederland omvatte in die tijd meer dan het Noorden, het tegenwoordige België, zeker het noordelijk gedeelte daarvan behoorde er ook bij.

We willen in een serie van vier artikelen allereerst stilstaan bij De Brès’ levensloop, en dan in een volgend artikel naar voren brengen hoe hij gedacht en geschreven heeft, in verband met de dopers die hij bestreed, over de christelijke levenshouding en levensstijl. Daarna volgen nog een paar artikelen over andere theologische onderwerpen, die ook het één en ander te maken hebben met de christelijke levensstijl en vroomheid.

Levensverhaal

Dus nu eerst zijn levensverhaal. De Brés is geboren te Mons in 1522. Als jonge man koos hij het vak van glasschilder. Tussen zijn achttiende en vijfentwintigste jaar vond zijn overgang plaats van rooms-katholiek naar reformatorisch. Hij had de Bijbel gelezen en reformatorische geschriften en die hadden zijn ogen geopend voor de dwalingen van de kerk van Rome. In 1547 vluchtte hij naar Engeland. Daar waren tal van vluchtehngengemeenten. Hij vond er een goede leerschool.

Naar alle waarschijnlijkheid is hij rond 1552 in zijn vaderland teruggekeerd. Hij ontpopte zich al spoedig als een bekwaam dienaar des Woords. Maar het was oppassen, want het was een tijd van vervolging, de reformatorisch-gezinden werden niet geduld. Dankzij De Brés' activiteiten kwam de huisgemeente te Rijssel tot grote bloei. In 1556 moest hij vluchten. In Duitsland, in Frankfurt vond hij een toevluchtsoord. Hij ontmoette hier de Poolse hervormer Johannes a Lasco, maar ook Calvijn. Vandaar ging hij naar Zwitserland en kwam hij onder andere in Geneve, waar hij Calvijn hoorde.

Begin 1559 was hij weer in de Nederlanden. Hij trouwde er met Catharina Ramon. Hij werkte opnieuw in Rijssel, maar ook in Doornik. Een vaste woonplaats had hij niet. In Doornik heeft hij in de nacht van 1 op 2 november 1561 de koning van Spanje een Verweerschrift (Remonstrantie) en zijn (Nederlandse) Geloofsbelijdenis aangeboden. Hij liet het pakje in die nacht werpen over de buitenste muur van het kasteel van Floris de Montigny, de gouverneur van de stad Doornik. Het zal naar wij aannemen wel nooit de keizer in het verre Spanje bereikt hebben.

Het gevolg was dat er een hele jacht georganiseerd werd op De Brés. Het heeft maar een haar gescheeld of men had hem - toen al, in 1562 - te pakken gekregen. Men ontdekte zijn verblijfplaats te Doornik; hijzelf ontkwam, maar al zijn boeken, brieven en papieren vielen in de handen van de vervolgers. Op bevel van Margaretha, de landvoogdes, werd alles verbrand. Het was een ramp voor De Brés, want hij was een man van studie. Hij bezat vele werken van kerkvaders en reformatoren. En boeken waren in die tijd duur.

Hij vluchtte nu naar Frankrijk. Ook daar wachtte hem allerminst een rustig leven. In Amiens kwam hij ergens in het geheim samen met Hugenoten, het huis werd echter ontdekt en verwoest, de preekstoel in stukken geslagen, de predikanten gevangengenomen. Gelukkig kwam De Brés al weer spoedig daarna vrij.

Vanuit Frankrijk kwam hij in juh 1566 te Antwerpen. Hier sprak men Vlaams en niet Frans. Maar De Brés kende ook het Vlaams. Een maand later treffen we hem aan in Doornik. Daarna in Valenciennes. De velden leken wit om te oogsten. Door een jubelende menigte is De Brés in Valenciennes binnengehaald. De roomse stadsregering kon het preken in het openbaar niet langer keren. Er was al een predikant vóór De Brés er kwam, namelijk Peregrin de la Grange. De Brés preekte soms anderhalf uur aan één stuk, er was grote honger naar het Woord Gods. Tweederde van de inwoners van Valenciennes sloot zich aan bij de reformatorische predikanten. De stad telde ongeveer dertigduizend inwoners.

Maar de landvoogdes, Margaretha, zat niet stil. De stad werd belegerd. De edelen, onder wie ook Willem van Oranje, hadden hulp beloofd, maar lieten toen het erop aankwam verstek gaan. 23 Maart 1567 moest Valenciennes zich overgeven. Margaretha had bevolen: Zoekt de beide predi- kanten, De la Grange en De Brés, en hangt ze op.

Eerst lukte het beide zich in de stad schuil te houden. Na vijf dagen vluchtten zij, in de nacht van 28 op 29 maart. In een dorpje, in een herberg werden zij helaas herkend. Zij werden gevangengenomen en in het kasteel te Doornik opgesloten. Zij kregen het zwaar te verduren. Ook later toen zij overgebracht werden naar Valenciennes. Hier zaten nog meer gevangenen. Tot het laatst toe heeft De Brés ze bemoedigd. Hij gaf ook uiting aan eigen geloofsverwachting: , , Ik ga rust nemen in de hemel". Hij was 45 jaar oud, maar , , rust" had hij niet genoten. Hij was steeds opgejaagd geweest, van hier naar ginds. Nu wachtte hem de eeuwige rust. 21 Mei 1567 zijn beide predikanten opgehangen. De la Grange eerst, toen De Brés. Nog op de ladder vermaande hij het volk toch te blijven bij datgene wat hij verkondigd had.

Dubbele oorzaak

Dat De Brés een boek geschreven heeft tegen de Dopers heeft een oorzaak gehad. Eigenlijk een dubbele oorzaak. De eerste was dat de roomse autoriteiten die jacht maakten op de hervormingsgezinden, steeds weer met het smoesje kwamen dat zij allen , , weder dopers" waren, met andere woorden: oproerhngen die nodig gestraft moesten worden, te weten met de vuurdood of door ophanging. De Brés heeft laten zien dat dit zonder meer onwaar is. Hij en zijn geloofsgenoten moesten juist helemaal niets hebben van de wederdopers en verfoeiden alle oproer. Zij begeerden zoals De Brés zelf het heeft geformuleerd in onze Nederlandse Geloofsbelijdenis een stil en gerust leven te leiden in godzaligheid en eerbaarheid. Zij waren tenvolle bereid het gezag van de overheid te erkennen. Alleen: Gode moet men meer gehoorzaam zijn dan de mensen. Er zijn grenzen. De overheid mag niet dwingen tot het verloochenen van het ware geloof. Dan komt de reformatorische christen tot verzet.

De tweede reden waarom De Brés zijn boek geschreven heeft is, dat hij in zijn werk als reformatorisch prediker zoveel hinder ondervonden heeft van de Dopers. Die waren overal actief. Niet voor het minst in de Nederlanden. Eerst de revolutionaire Dopers, maar later ook de zogenaamde stille Dopers, de volgehngen van Menno Simons. Zij zetten hun sikkel in de oogst van de hervormers. Zij werkten vooral onder de eenvoudigen. Op 'n bepaalde manier maakten zij indruk, wij zullen nog horen hóe.

Zo goed als alle reformatoren hebben het één en ander met de Dopers te stellen gehad. Het begon al bij Luther, in 1522. Daarna bij Zwingli te Zurich. Er is heel wat tegen hen geschreven. Calvijn schreef tegen hen. Maar ook BuHinger, Zwingli's opvolger te Zurich. De Brés heeft hun werken gekend en in zijn boek ernaar verwezen. We kunnen ook nog de namen noemen van Johannes a Lasco en Marten Micron. Na de dood van De Brés hebben verscheidene predikanten zijn werk voortgezet. Hermannus Faukelius, de schrijver van het Kort Begrip, schreef in 1621 zijn boek , , Babel, dat is Verwerringhe der Wederdoper en"; de titel zegt al genoeg. En om nog een bekend auteur te noemen, Godefridus Udemans, predikant te Zierikzee schreef in zijn tijd, de eerste helft van de zeventiende eeuw, een boek tegen Francois de Knuyt, een voorganger van de Dopers. De Brés is dus lang niet de enige geweest. Ook tegenover de Dopers was hij een „waarheidsgetuige”.

K. Exalto

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Guido de Brès als waarheidsgetuige (1)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 17 oktober 1997

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's