Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

HEEL en HALF

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

HEEL en HALF

7 minuten leestijd Arcering uitzetten

HOOFDARTIKEL

Misschien verwacht de een of andere lezer nu wel een stukje over de bakker, bij wie we immers een heel wit of een half bruin kunnen kopen, of omgekeerd. Laat ik u dan meteen uit de droom helpen, het zal deze keer gaan over de zangwijze, op hele en halve noten. Met opzet formuleer ik het zó, en niet zoals de mensen zeggen, als , , ritmisch" zingen, want dat laatste doen we overal. Zelfs de meest langzame en slepende manier van zingen is nog , , ritmisch", namelijk isoritmisch, dat wil zeggen alle noten even lang. Wat de goegemeente ritmisch noemt is het zingen op hele en halve noten, maar ook dat laatste kan geschieden op diverse manieren, wat vlotter, en wat langzamer, wat „gedragener”.

Over dat zingen op hele en halve noten is mij een vraag voorgelegd. Wat is ervóór, wat is ertegen? Moeten onze gemeenten op deze zangwijze overgaan als erom gevraagd wordt, of moeten we krampachtig vasthouden aan het zingen op hele noten? De broeder die me daarover belde is zelf van mening dat we hier niet te doen hebben met een principiële kwestie, aan de andere kant is hij er huiverig voor, gezien de rust in de gemeente, om over te schakelen naar „heel en half”.

De geschiedenis

Ook wat betreft de gemeentezang is de huidige situatie slechts verstaanbaar tegen de achtergrond van de historie. Toen de Reformatie in ons land terrein won moest de gemeente léren zingen. In de rooms-katholieke eredienst zongen de parochianen niet, dat deed het koor! Gelukkig verscheen in de tijd van de hagepreken ook de psalmberijming van Petrus Datheen, die meteen in gebruik genomen werd. Datheen gaf geen eigen werk, maar slechts een vertaling van de Franse berijming van Marot en Beza, waarbij ook de Geneefse melodieën gehandhaafd waren. Die melodieën waren echter volkomen onbekend en het kostte de nodige moeite zich die eigen te maken. Bovendien werden de psalmen van meet af aan op hele en halve noten gezongen - dat kan ieder die een blik slaat in een oud psalmboek met één oogopslag zien - maar dat was een probleem extra. Ieder die onvoorbereid weleens een onbekende psalm , , ritmisch" moet zingen maakt geheid fouten! Maar voor onze 16e eeuwse voorouders waren alle melodieën nog onbekend...!

De gemeentezang was dus geen succes. Orgels waren er niet, en waar ze wèl waren, daar moesten ze zwijgen. Orgelspel in de dienst was in die tijd , , paapse superstitie". En lang niet overal was een voorzanger die de gemeente in de hand had. Op die manier werd het zingen soms een verward geschreeuw.

Vandaar dat al gauw de ene gemeente na de andere voor het gemak alle noten maar even lang aanhield. In vele gevallen had dan iedere zanger (es) nog zijn of haar eigen tempo, zodat de één vlugger aan het eind van de regel was dan de ander. Maar geen nood, de voorzanger wachtte tot iedereen klaar was en begon dan pas aan de volgende regel... We kunnen ons voorstellen dat het gezang - op z'n zachtst uitgedrukt - niet zo welluidend heeft geklonken. Het kan gezegd worden met de titel van het boek van Jan R. Luth, dat deze materie tot in détails beschrijft: , , Daer wert om 't seerste ujftgekreten...”

Met de invoering van de Staatsberijming van 1773, die in verreweg de meeste van onze gemeenten nog altijd gezongen wordt, werd ook een nieuwe zangwijze verplicht gesteld. Niet op hele en halve noten, zoals oorspronkelijk het geval was geweest, maar waarbij de eerste en de laatste lettergreep van elke regel lang werd aangehouden en alle overige wat korter. Dat moet afschuwelijk geklonken hebben, en ook daarvan is men gelukkig al spoedig teruggekomen.

Terugkeer

Geruchtmakend was in de vorige eeuw de beshssing die Ds H.J. Budding nam in zijn (afgescheiden) Goesse gemeente. Hij had daar de psalmberijming van Datheen, die al een halve eeuw tevoren was afgeschaft, weer ingevoerd. Maar Budding, impulsief als hij was, vond dat daar ook de oorspronkelijke zangwijze bijhoorde. En Buddings wil was wet, dus ging men in zijn gemeente, die aanvankelijk uiterst-rechts van signatuur was, de psalmen van Datheen op hele en halve noten zingen!

Pas in onze eeuw kwam - onder invloed - van de Liturgische beweging - de vraag weer op naar het zogenaamd , , ritmisch" zingen. Men wilde ook in dit opzicht terugkeren naar de liturgie van de Reformatie. In de gescheiden kerken voelde men er aanvankelijk niet zoveel voor, het was strijdig met de identiteit. En in de Ned. Herv. Kerk stond het orthodoxe deel ook niet te trappelen, want de pleitbezorgers behoorden tot moderne stromingen in het Protestantisme.

Natuurlijk moesten er argumenten worden aangevoerd, en zo simpel was dat niet! Zelfs het motief dat het altijd dééd, , , het is nooit zo geweest" kon hier geen gewicht in de schaal leggen, want kort na de Reformatie was het immers wèl zo geweest!

Hoofd- en bijzaken

Wanneer ik het goed inschat, denk ik dat ook onder ons het zingen op hele en halve noten veld wint. De ene gemeente beperkt het tot de eerste of de laatste psalm, de andere tot de eerste of de laatste zondag van de maand. Maar telkens komt er een vers, of een zondag bij. Op die manier kan een gemeente , , ernaar toegroeien", en dat is altijd beter dan van de ene dag op de andere omschakelen.

Er is natuurlijk - en dat wil ik nog een keer onderstrepen - niets principieels aan. Of het moest zijn, letterlijk, principieel, vanuit het begin, toen er overal, , ritmisch" gezongen werd. Zó zijn immers de psalmmelodieën bedoeld! En er is geen steekhoudend argument aan te voeren tegen terugkeer naar de reformatorische zangwijze.

De praktijk bewijst dat het zingen op hele en halve noten ook niet parallel loopt met , , modern" zijn. Tegenwoordig kom ik elke zondag als gastpredikant in een andere gemeente, en soms sta ik verwonderd wanneer ik merk dat in een behoudende gemeente ritmisch gezongen wordt.

Als ik mijn mening mag geven - waar denkelijk niemand om verlegen zit! - Iaat het dan nooit zo ver komen dat een gemeente verscheurd wordt om een zó marginale kwestie. En laat dat dan gelden naar twee kanten. Naar hen die het zingen op hele en halve noten willen doordrijven, koste wat het kost, terwijl de gemeente er niet aan toe is. En naar hen die krampachtig alles bij het oude willen laten, zonder dat ze daarvoor één deugdelijk argument kunnen aanvoeren.

Want dat is een levensgroot gevaar dat onze gemeenten bedreigt: dat vele kerkgangers geen zintuig meer hebben voor wat de rechte leer of de zuivere prediking is, maar dat diezelfde mensen meteen warm lopen vóór of tégen liturgische veranderingen. Dat is van hoofdzaken bijzaken maken, en omgekeerd.

Ik denk dat kerkenraden die geconfronteerd worden met de vraag naar ritmisch zingen er wijs aan zullen doen te onderzoeken waar die behoefte uit voortkomt. Is het voorstel gericht op verbetering van de gemeentezang, en dus op de eer van de Heere? Of komt het voort uit vernieuwingsdrang en uit de zucht om de gemeente , , om te turnen"? En dan moet ons altijd maar voor de geest staan wat Paulus schreef: , , God is geen God van verwarring, maar van vrede”.

W.v.G.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1997

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's

HEEL en HALF

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 14 november 1997

Gereformeerd Weekblad | 24 Pagina's