Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Petrus Wittewrongel over het huwelijksleven (slot)

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Petrus Wittewrongel over het huwelijksleven (slot)

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

W ij zijn geen engelen. Dat lijkt een overbodige constatering, want iedereen kan het weten. En toch is het bijtijden nodig elkaar eraan te herinneren. Dat geldt ook voor getrouwden, zegt Wittewrongel, en hij zegt het met nadruk, dus beide voor man en vrouw; elk heeft zijn of haar gebreken, en ook in het huwelijksleven blijven die niet verborgen. Zodra men daar als getrouwden mee te maken krijgt komt het erop aan, dat het huwelijk een goede basis heeft.

De diepste grond

Is er hefde, is de liefdeband hecht? Wie een huwelijk gesloten heeft louter uit zakelijke of rationele overwegingen of op basis van natuurlijke driften en hartstochten, loopt op de duur, in tijden van spanningen, gevaar de genegenheid tot elkaar te verliezen. Wittewrongel gaat zelfs zo ver dat hij de eis stelt, dat de liefde tussen getrouwden en religieuze zal zijn. Haar diepste grond moet zijn: Gods Woord! Het is een goddelijk bevel dat de man zijn vrouw liefheeft en dat de vrouw haar man liefheeft. De natuurlijke liefde wordt hierdoor niet uitgesloten, zij wordt erdoor geheiligd! Zie, zo alleen is het huwelijk houdbaar, temidden van de zorgen en moeilijkheden die het huwelijksleven met zich meebrengt, en ook wanneer men geconfronteerd wordt met elkaars zwakheden en gebreken.

De huwelijksliefde, zegt Wittewrongel verder, moet sterker zijn dan elke andere liefde. Zij gaat naar haar wezen zelfs de liefde van ouders tot kinderen en omgekeerd, te boven. Van Izak lezen wij dat hij Rebecca liefhad, en het opvallende is dan, dat hij in tegensteUing tot zijn vader Abra­ ham en zijn zonen Jacob en Ezau, er nooit toe gekomen is om naast Rebecca nog een andere vrouw te nemen.

Jaloezie

Toch, al is de liefde er, daarmee zijn wij er nog niet! Wittewrongels advies is: Houdt de liefde in uw hart fris en levendig! In dit verband brengt hij dan de jaloezie ter sprake. Niet alle jaloezie keurt hij af. God Zelf heet in de Bijbel een jaloers en naijverig God te zijn. De profeten, zoals Jeremia en Hosea, vergeleken de verhouding van de HEERE, de God van het verbond, tot Israël, zijn volk, bij een huwelijk, en spraken dan van Gods naijver. God duldde niet dat Zijn volk andere goden nahep, hoereerde. Hij was naijverig, jaloers. Zo mag er ook in het huwelijksleven een rechtmatige naijver en jaloezie zijn.

Maar dat wil niet zeggen dat alle jaloezie goed en rechtmatig is. Er bestaat namelijk ook een achterdochtige jaloezie. Wanneer een man uit het feit dat zijn vrouw knap is en vriendelijk omgaat ook met andere mannen, concludeert dat zij ontrouw is. Zo legt men als man, zegt Wittewrongel, zichzelf een onnodig kruis op. Er is dan een boze geest aan het werk, die een vuurtje van twist stookt tussen man en vrouw.

Anderzijds, de vrouw mag in haar omgang met andere mannen nooit er aanleiding toe geven dat haar man haar niet (meer) vertrouwt. Zij zal op haar hoede moeten zijn. De Bijbel leert ons dat ook de schijn van het kwaad door ons vermeden moet worden.

Verdraagzaamlieid

Een apart hoofdstuk wijdt Wittewrongel in zijn boek aan de „verdraagzaamheid" in het huwehjk. Hij noemt haar een zeer noodzakehjke deugd. Niet dadehjk boos worden, als er eens „iets" is. Niet dadelijk elkaar verwijten maken en van dit of dat beschuldigen. Wij zijn allen zonen en dochters van de gevallen Adam. Dat mag men niet vergeten. Dus niet tegen elkaar uitvallen, dan worden er wonden geslagen die soms maar moeilijk meer te genezen zijn. Hoe goed het huwelijk ook is, er kan licht iets voorvallen dat het gevaar van een verwijdering schept. Haal in geen geval , , oude koeien uit het graf". En, nooit tegenover derden praten over de gebreken van uw man of uw vrouw. Dan ondergraaft u uw huwelijk.

Vervolgens, man en vrouw dienen ook voor elkaar te zorgen en elkaar te helpen. De vrouw is geschapen als een , , hulp" (Genesis 2 : 18) voor de man, maar ook de man heeft zijn phchten. Weest elkaar behulpzaam in voor- en tegenspoed. Legt uw schouders onder de last van de ander. Deelt in eikaars arbeid, vreugde en leed. De man moet passen op hetgeen van de vrouw is en de vrouw moet passen op hetgeen van de man is. Dit laatste houdt ook in dat de vrouw geen , , doorbrengster" mag zijn. Is zijn vrouw dat wel, dan wordt de man gelijk aan iemand die water schept met een zeef.

Ook over eikaars zieleheil moet gewaakt worden. Is haar man ongelovig, dan moet de vrouw trachten hem te winnen (1 Petrus 3 : 1). Zijn beide, gelijk het behoort, gelovig, dan zal men elkaar moeten stichten, opbouwen in het geloof en in het beleven van de ware vroomheid.

Wederzijds

We hoorden al van wederzijdse plichten. Wittewrongel heeft ze niet slechts aangeduid maar uitvoerig uitgewerkt. De evenwichtigheid heeft hij daarbij niet uit het oog verloren. Hoewel de verhouding manvrouw in zijn tijd, de zeventiende eeuw, lang niet zo gevoelig lag als heden het geval is, heeft Wittewrongel toch, met de Bijbel in de hand, de vrouw wel een ondergeschikte maar tegelijk een aanzienlijke plaats gegeven naast haar man, en heeft hij de man bepaald niet gestijfd in zijn eventuele heerszucht.

Ik begin, zegt hij, met allereerst de phchten van de vrouw en bespreek daarna de phchten van de man. Waarom? Omdat deze volgorde de bijbelse is, men zie Efeze 5 : 22—33, Colosse 3 : 18v en 1 Petrus 3 : 1—7. Wat is de voornaamste phcht van de vrouw ten aanzien van haar man? De apostelen spreken van , , onderdandigheid". Het Griekse werkwoord dat hier in de grondtekst gebruikt wordt betekent zowel onderdanig als onderworpen zijn. De vrouw moet zich aan haar man onderwerpen. Hij is het , , hoofd" (Efeze 5 : 23). Dat is niet maar een menselijke instelling die men naar eigen believen ook zou kunnen omkeren, maar een ordening van God Zelf. Al tegen Eva heeft God gezegd: Hij zal over u heerschappij hebben (Genesis 3 : 16). Het hgt zelfs in Gods scheppingswerk verankerd. De vrouw is geschapen uit de man en om de man. De man staat boven de vrouw, hij is haar leidsman, haar , , heer" (1 Petrus 3 : 6). Als de vrouw zich daartegen verzet, is zij bezig met de orde Gods om te keren. Er is echter wel een restrictie: het is niet de bedoehng dat deze onderwerping een slaafse zal zijn.

Vervolgens de vrouw moet respect hebben voor haar man. Zij mag zijn misnoegen niet opwekken, maar moet hem behagen. Petrus roemt de vrouwen met een zachtmoedige en stille geest (1 Petrus 3:4). Zij mogen niet hun zin doordrijven, en als zij hun zin niet krijgen een druillip zetten. Zij mogen niet, zeker niet in het gezelschap van anderen, tegen hun man ingaan.

Een vrouw die God vreest aanvaardt haar man als leidsman. Er zijn vrouwen die naar hun eigen hoofd leven, menen alles beter te weten. Neen, zo niet! Zij moeten ook hun man volgen, bijvoorbeeld als hij wil verhuizen.

Op de schouders van de vrouwen ligt in het bijzonder de plicht der behulpzaam- heid. Zij moeten hun mannen helpen en bijstaan.

De vrouwen mogen in dit alles een voorbeeld nemen aan de gemeente. Christus is het hoofd van de gemeente. Zo is de man het hoofd van de vrouw en dient de vrouw haar man.

Vooral liefde

Maar, zoals gezegd, ook de man heeft zijn plichten. Zijn allereerste en voornaamste plicht is zijn vrouw lief te hebben (Colosse 3 : 19). In het ene woord , , liefde" zijn als het ware alle andere plichten inbegrepen. Wat heeft een vrouw nog over als haar man haar niet (meer) liefheeft? De liefde is als een groot rad, als dat niet meer draait, staat het hele uurwerk stil. Dit bewaart de man ook voor machtsmisbruik. Niemand heeft ooit zijn eigen vlees gehaat, de vrouw is 's mans eigen vlees. Nooit mag de man zijn vrouw voor slechts een , , voetveeg" houden. Zij is zijn eigen vlees. De man moet bereid zijn voor zijn vrouw desnoods zijn eigen leven te geven. Wie zijn vrouw niet Hefheeft is erger dan een ongelovige of heiden. Is de vrouw oud of ziekelijk, dan mag de man niet zeggen: Ik heb zo weinig aan haar.

Een man heeft , , wijsheid" nodig, ook in het huwelijksleven. Van hem mag verwacht worden dat hij bekwaam is zijn vrouw en kinderen te onderwijzen. Mannen moeten ook bidden in het bijzijn van hun vrouwen.

Zij mogen zich door hun vrouwen niet laten verleiden. Zoals Adam zich liet verleiden door Eva en zoals Salomo zich door zijn vrouwen heeft laten verleiden.

Een man moet ook zijn vrouw respecteren. Haar in achting houden. Ambrosius zei al: U hebt niet een dienstbode gekregen maar een vrouw. Hij moet vriendelijk en welwillend zijn jegens zijn vrouw. Het is een gebrek bij vele mannen dat zij geen kennis nemen van en geen belangstelling tonen voor het werk van hun vrouw. Zij mogen van hun vrouw ook niet teveel eisen. Hen niet commanderen! Niet de baas over hen spelen! Ze regeren is iets anders dan de baas over hen spelen. De man mag de vrouw ook niet onthouden wat ze nodig heeft. Hij moet graag in haar gezelschap zijn. Hij moet ze ook, in het besturen van het gezin, enige vrijheid geven.

Ziehier het hele verhaal. Het is een bijbels verhaal. Wittewrongel putte uit de Bijbel. Werkelijk, de beste bron voor zijn tijd én voor onze tijd.

B.

K. Exalto

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Petrus Wittewrongel over het huwelijksleven (slot)

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 20 maart 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's