Digibron cookies

Voor optimale prestaties van de website gebruiken wij cookies. Overeenstemmig met de EU GDPR kunt u kiezen welke cookies u wilt toestaan.

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies

Noodzakelijke en wettelijk toegestane cookies zijn verplicht om de basisfunctionaliteit van Digibron te kunnen gebruiken.

Optionele cookies

Onderstaande cookies zijn optioneel, maar verbeteren uw ervaring van Digibron.

Bekijk het origineel

Jezus op Golgotha

Bekijk het origineel

+ Meer informatie

Jezus op Golgotha

8 minuten leestijd Arcering uitzetten

MEDITATIE

(Mattheüs 27 : 45 en 46; Markus 15 : 33 en 34)

N a Gethsémané is Golgotha het tweede dieptepunt op Christus' lijdensweg. We lezen van de drieürige duisternis en van de roep Eloï, Eloï, Lama Sabachtani (Mijn God, Mijn God, waarom hebt Gij Mij verlaten? ). Dit vond plaats toen de zesde ure gekomen was. Naar onze tijdsberekening is het dan 12 uur in de middag. Normaal zijn de zonnestralen op dat uur van de dag het felst. Maar nu kwam er duisternis over het gehele land. Niet wereldwijd, maar juist in het land Judéa, waar het kruis van de Verlosser stond, werd het duister midden op de dag. Het is het precieze tegendeel van wat in de Kerstnacht gebeurde, toen het boven Bethlehems velden Hcht werd als op klaarlichte dag. Er is hier geen sprake van zonsverduistering, aangezien het rond de Paasdagen volle maan was en dan kan zoiets niet voorkomen. Ook behoeven we niet ter verklaring aan een sirocco, een zandstorm te denken. Het gaat hier om een bijzonder en voor ons onverklaarbaar wonderteken van God. Een teken dat ongetwijfeld iets te zeggen heeft, dat een boodschap in zich bergt. Maar welke? Wat betekent deze duisternis die de Heiland aan het kruis drie uur lang omringde?

Merkwaardig dat de evangelist daar verder niets van zegt. Hij beschrijft alleen maar in grote soberheid wat er gebeurd is. Dat zal ook ons bescheiden moeten maken en terughoudend doen zijn. Waar blijven wij met al onze verklaringen? Zou dat nu niet juist de prediking van deze duisternis zijn? Dat hier dingen plaatsgrijpen die voor ons onvoorstelbaar zijn? Waar we gewoon niet bij kunnen. Het allerheihgste wat hier geschiedt, ontgaat ons.

Zoals het volk buiten moest blijven staan, wanneer op de Grote Verzoendag de hogepriester binnenging in het Heilige der heiligen, achter het voorhangsel. De dienst der verzoening was geen openbaar gebeuren, maar een geheimenis , , coram Deo", voor het aangezicht Gods. Zo gaat nu de grote Hogepriester van onze belijdenis, Jezus Christus, het binnenst heiligdom binnen, niet met het bloed van stieren of bokken, maar met Zijn eigen kostbaar bloed, met Zijn eigen heihg levensbeginsel, met de offerande van Zichzelf. Hier blijven wij uiteindelijk toch buitenstaanders. Want in deze donkerheid wordt een tweegesprek gevoerd tussen de Vader en de Zoon, terwijl de Heilige Geest de stille Toehoorder is.

Hier gaan twee tezamen richten. Dat is een zo gewichtig en aangrijpend gebeuren dat het doek van de schepping erover valt. Zo majesteitelijk is dit gebeuren dat de zon zijn aangezicht verbergt en dat heel de schepping meehuivert. Golgotha wordt een hemelse rechtszaal. Gods toorn omhult de kruisheuvel als een diepe duisternis. Hier is de Dies Irae, de dag des Heeren, de dag van de toorn en van de wrake van onze God. De profeet Amos heeft hiervan geprofeteerd in het achtste hoofdstuk van zijn boek: En het zal te dien dage geschieden, spreekt de Heere HEERE, dat Ik de zon op de middag zal doen ondergaan, en het land bij lichte dag verduisteren. Dat profetische woord zal in vervulling gaan op de jongste dag, maar hier gaat het reeds op voorhand in vervulhng op Golgotha. Hier zien we midden in de geschiedenis reeds iets van die dag des oordeels, van dat laatste oordeel, voltrokken aan Hem Die eens als Rechter op de grote witte troon zal zitten. Maar Die nu beladen met de schuld der wereld voor de vierschaar Gods wordt gedaagd. En dus predikt deze dikke duisternis dat hier de toorn Gods tegen de zonde van het ganse menselijk geslacht wordt gedragen. Dat hier verzoening geschiedt. Dat Christus drie uur lang voor de Rechter staat en dat Zijn ziel overstelpt is in Hem. Hij is verstomd en kan Zijn mond niet opendoen. Het zijn drie uren waarin de eeuwigheid samengeperst is. Letterlijk duren die uren een eeuwigheid. Voor Christus is de verberging van het aangezicht des Vaders bitterder dan de dood. Dit is nu die drinkbeker waarvoor Hij in de hof van Gethsémané terughuiverde.

Vanuit deze duisternis, omtrent de negende ure, dus tegen het einde van deze duisternis, roept Jezus met grote stem: Eloï, Eloï, Lama Sabachtani? Dat is de beginregel van Psalm 22. Van begin tot einde leeft Christus in het Woord. Hij zingt als de Messias Israels de Psalmen Israels in de nacht. Psalm 22 zet meteen in bij de nood van de godverlatenheid. Dat was voor die dichter de grootste pijn die aan zijn leven knaagde. Hij voelde zich immers verbon- den aan zijn God. Deze God is zijn God, zijn enige hoop en verwachting. Maar juist daarom is het zo onbegrijpelijk, zo schrijnend dat God hem verlaten heeft. God antwoordt niet, ook vindt hij geen ontfermen in zijn verdriet. God kwijt - dat is de nood in de nood. Daar worstelt de psalmist mee. Zijn , , waarom" is geen vraag om een verklaring. Maar het is een roep om God, Die zo ver is. Het is zijn verlangen Hem weer te ervaren, Hem weer nabij te mogen weten. God is de Verborgene, de Zwijgende, de Afwezige. Nu roept hij: , , mijn God, mijn God, waarom hebt U mij verlaten? " Daarin zoekt hij in het oord van de verlatenheid naar een brug die tot God terugvoert.

Welnu, deze nood heeft Christus ervaren, dieper en aangrijpender dan enig mensenkind het ooit ervaren heeft. In zijn mond krijgen die aloude woorden van Psalm 22 hun uiteindelijke vervulhng. Daarom zegt de Heidelberger terecht dat de Heiland aan Golgotha's kruis de hellevaart, de nederdaling ter helle heeft beleefd: Onuitsprekelijke benauwdheid, smarten, verschrikking en helse kwelling, waarin Hij in zijn ganse lijden, maar inzonderheid aan het kruis gezonken was (antwoord 44).

Waarom? ! Nogmaals, dat is geen vraag die op een verklarend antwoord wacht. Het is ook geen wanhoopskreet in het wilde weg. Maar het is een huiverende uitroep van ontzetting. De Messias klaagt hier aan de Vader Zijn onpeilbaar en onbeschrijfelijk zielenleed. Lichamelijk heeft Hij ontzettend moeten lijden vóór en vooral tijdens het hangen aan het kruis. Maar het zielenleed, de hartenpijn is nog veel en veel erger geweest. Want Christus is binnengegaan in ónze verlorenheid, in ónze schuld, in ónze nameloze ellende, om die van binnen uit aan te pakken en te boven te komen. Hij kreeg geen ondersteuning van Vaders helpende hand, geen ghmp mocht Hij opvangen van het vriendelijk aangezicht van Zijn Vader. Hij leed de zielensmarten die wij verdiend hebben. De droefenis van Zijn hart doet Hem deze kreet naar buiten persen.

Het is voor mij volstrekt onbegrijpelijk hoe beweerd kan worden dat men de mate van Jezus' lijden, de onvergelijkelijke smartelijkheid en pijnlijkheid ervan weleens overdrijft. Hier valt niet te overdrijven, want dit tart elke beschrijving!

Een schreeuw uit onpeilbare diepte horen we dus. Maar toch géén wanhoopskreet. Niet de rauwe rochel van een ontgoochelde. Integendeel - juist dit kruiswoord legt getuigenis af van een onwrikbaar vertrouwen. Er wordt door verschillende uitleggers op gewezen dat wie de eerste regel van een Psalm citeert, daarmee naar joods besef héél die Psalm oproept. Wanneer Christus aan het kruis het begin van Psalm 22 aanhaalt, dan heeft Hem op datzelfde moment de hele Psalm voor ogen gestaan. Dat is een heel belangrijk gegeven. We weten immers dat die Psalm, die zo duister begint, eindigt in het volle licht. Daarom kan dit kruiswoord dan ook geen wanhoopskreet zijn. De kanttekening bij de Statenvertaling zegt: , , dit zijn geen woorden van wanhoop, aangezien de Zoon volkomen op de Vader betrouwd heeft". Tegenwoordig schrikt men er niet voor terug om Jezus af te beelden als Iemand Die uiteindelijk in vertwijfeüng zou zijn gestorven. Niets is minder waar. Het geloofsvuur in Christus' hart bleef branden. Hij nam dan ook tot God als zijn God de toevlucht. Hij ervoer naar Zijn mensheid de tegenwoordigheid Gods niet meer. Maar in die donkere nacht van geestelijke verlating, in die diepe schacht van aanvechting, blijft deze Man van smarten Gods onzichtbare hand vasthouden. Intenser dan Jakob aan de Jabbok worstelt Hij met God en tegen God óm God.

Kohlbrugge zegt: in dit , , Mijn God" , , ziet Hij door alle vlammen van de toorn en door alle duisternis heen, tot in het hart van God en beweegt Gods ingewanden... Zo vertwijfelt Hij niet aan Gods genade en ontferming temidden van de toorn en de duisternis". Deze klacht moest de hemel wel scheuren. Zó kon de hel Jezus niet houden. Wie zo Psalmen zingt in de nacht jaagt de duivel met zijn hele troep op de vlucht. En die zal straks het vriendelijk licht van Gods gunstrijk aangezicht weer mogen ontvangen. Christus heeft Zich als de overste Leidsman en Voleinder des geloofs door de hel heen geloofd. Psalm 22 begint bij de hellepoort, maar eindigt bij de hemelpoort. Het wordt weer Ucht rondom het kruis. Het kan Goede Vrijdag worden. Christus kan na volbrachte Middelaarsarbeid ingaan in de rust.

V.

J.H.

Dit artikel werd u aangeboden door: https://www.hertog.nl

Deze tekst is geautomatiseerd gemaakt en kan nog fouten bevatten. Digibron werkt voortdurend aan correctie. Klik voor het origineel door naar de pdf. Voor opmerkingen, vragen, informatie: contact.

Op Digibron -en alle daarin opgenomen content- is het databankrecht van toepassing. Gebruiksvoorwaarden. Data protection law applies to Digibron and the content of this database. Terms of use.

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's

Jezus op Golgotha

Bekijk de hele uitgave van vrijdag 27 maart 1998

Gereformeerd Weekblad | 16 Pagina's